U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 24-04-2024. Geldend van 01-06-2014 t/m heden
Regeling registratie en aanlevering kostprijzen zorgproducten medisch specialistische zorg
Gelet op artikel 36 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de volgende regeling vast.
Ingevolge artikel 61, eerste lid van de Wmg is een ieder gehouden om desgevraagd aan de NZa of een door haar aangewezen personen kosteloos de gegevens en inlichtingen te verstrekken welke voor de uitvoering van de Wmg van belang kunnen zijn.
Ingevolge artikel 68, eerste lid van de Wmg, kan de NZa regels stellen die inhouden door wie, aan wie en op welke wijze deze gegevens en inlichtingen moeten worden verstrekt, alsmede dat een accountant de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens en inlichtingen bevestigt.
Deze regeling is van toepassing op alle categorieën van instellingen voor medisch specialistische zorg die zorgproducten in het gereguleerde segment kunnen leveren:
– algemene ziekenhuizen
– universitaire medische centra
– zelfstandige behandelcentra
– instellingen voor revalidatiezorg
– categorale instellingen voor long/astmazorg
– huisartsenlaboratoria
Dit betekent dat onderhavige regeling niet van toepassing is op de volgende categorieën:
– categorale instellingen voor epilepsiezorg
– radiotherapeutische centra
– dialysecentra
– audiologische centra
– instellingen die geriatrische revalidatiezorg leveren
Deze regeling treedt in werking op 1 juni 2014.
Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg zal deze regeling, inclusief toelichting en bijlagen, ten minste twee dagen vóór de datum van inwerkingtreding in de Staatscourant worden gepubliceerd.
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze regeling wordt de regeling ‘Registratie en aanlevering kostprijzen zorgproducten medisch specialistische zorg’, met kenmerk NR/CU-235, ingetrokken.
De verplichtingen als beschreven in artikel 5, 6 en 7 van deze regeling zijn van toepassing op het gehele jaar 2013 en volgende jaren. De verplichtingen als beschreven in artikel 8 van deze regeling treden in werking per 1 januari 2014.
Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling registratie en aanlevering kostprijzen zorgproducten medisch specialistische zorg’.
4.1 Accountant
Een accountant zoals bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek
4.2 Add-on
Add-ons zijn overige zorgproducten, uitgedrukt in zorgactiviteiten, behorend bij een DBC-zorgproduct (aanhaakprestatie). Alleen zorg op de Intensive Care (IC) alsmede een limitatief aantal dure en weesgeneesmiddelen zijn gedefinieerd als een add-on. Add-ons vallen onder de categorie ‘Supplementaire producten’.
4.3 DBC-zorgproduct
Een DBC-zorgproduct is een declarabele prestatie die is afgeleid uit een subtraject en zorgactiviteiten via door de NZa vastgestelde beslisbomen. Een subtraject dat voldoet aan de voorwaarden met betrekking tot de afleiding ervan, leidt, in combinatie met het zorgprofiel, tot een declarabel DBC-zorgproduct.
4.4 DBC-zorgproductcode
Het unieke nummer van een DBC-zorgproduct dat bestaat uit negen posities, te weten DBC-zorgproductgroepcode (zes posities) en een code voor het specifieke DBC-zorgproduct binnen de DBC-zorgproductgroep (drie posities).
4.5 Directe kosten
Alle kosten die worden gemaakt door de organisatiedelen die direct betrokken zijn bij het leveren van een zorgprestatie aan een patiënt. Het betreft derhalve de kosten die in het primaire zorgproces ontstaan, ofwel in de organisatiedelen die in direct contact met de patiënt staan.
4.6 Gereguleerd segment
Het geheel van prestaties waarvoor de NZa maximumtarieven vaststelt.
4.7 Incidentele baten / lasten
Buitengewone baten en lasten welke incidenteel voorkomen. Als incidentele baten en lasten worden aangemerkt de baten en lasten die niet uit de gewone bedrijfsuitvoering van de instelling voortvloeien. Dit geldt ook voor baten en lasten welke aan een ander boekjaar moeten worden toegerekend.
4.8 Indirecte kosten
De kosten die worden gemaakt door organisatiedelen die ondersteunend of voorwaardenscheppend zijn ten behoeve van het primaire proces en die niet direct in contact met de patiënt staan of de kosten die niet direct zijn toe te wijzen aan de levering van een prestatie of verrichting aan een patiënt.
4.9 Kostencategorie
Een specifieke aanduiding van (clusters van) bepaalde kosten.
4.10 Kostendrager
Een eenheid waaraan kosten worden toegerekend.
4.11 Kostprijs
De kosten in verband met het verrichten van bepaalde zorgactiviteiten of zorgproducten waarbij de toerekening plaatsvindt conform het kostprijsmodel als beschreven in de beleidsregel ‘kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg’.
4.12 Onderlinge dienstverlening
a) alle medische en overige diensten die door een behandelaar worden uitgevoerd ten behoeve van de instelling waar deze behandelaar werkzaam is, en;
b) medische en overige diensten die een instelling dan wel de in of voor de instelling werkzame behandelaren voor een andere instelling uitvoert en waarbij deze diensten niet geleverd worden ten behoeve van een eigen patiënt van de leverende instelling.
4.13 Overige zorgproducten (OZP)
De prestaties binnen de medisch specialistische zorg, niet zijnde DBC-zorgproducten. Overige zorgproducten zijn per 2013 onderverdeeld in vier hoofdcategorieën, te weten supplementaire producten, eerstelijnsdiagnostiek (ELD), paramedische behandeling en onderzoek, en overige verrichtingen.1
4.14 Specialist
Medisch specialist die als zodanig is ingeschreven bij de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten van de KNMG.
4.15 Specialist in loondienst
De specialist die op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is bij een instelling voor medisch specialistische zorg.
4.16 Specialist niet in loondienst
De specialist die op basis van een mondelinge of schriftelijke overeenkomst, niet zijnde een arbeidsovereenkomst, werkzaamheden in verband met het leveren van medisch specialistische zorg verricht in opdracht van of namens een instelling voor medisch specialistische zorg.
4.17 Totale zorgproductie
De totale zorgproductie van een zorginstelling bestaande uit alle gedeclareerde zorgproducten binnen zowel het gereguleerde als het vrije segment binnen een bepaalde periode.
4.18 Vrij segment
Het geheel van prestaties waarvoor de NZa geen tarieven vaststelt.
4.19 Zorgactiviteit
De zorgactiviteiten zijn de bouwstenen van het DBC-zorgproduct en vormen gezamenlijk het profiel van een DBC-zorgproduct. Ze bepalen in combinatie met het geregistreerde subtraject welke prestatie is geleverd en welke DBC-zorgproduct kan worden gedeclareerd.
Daarnaast vormt de onderverdeling in zorgactiviteiten de basis voor overige zorgproducten.
4.20 Zorgproduct
Een aanduiding van prestaties binnen de medisch specialistisch zorg. Zorgproducten zijn onderverdeeld in DBC-zorgproducten en overige zorgproducten.
4.21 Zorgprofiel
Alle geregistreerde zorgactiviteiten binnen een DBC-zorgproduct.
5.1 De instelling richt haar administratie op een zodanige wijze in dat daaruit kunnen worden afgeleid:
• alle met levering van zorgprestaties verbonden en toegerekende kosten onderscheiden naar het vrije respectievelijk gereguleerde segment;
• de toedeling van deze kosten aan kostendragers, waarbij deze totale kosten aansluiten met de kosten op de jaarrekening;
• een volledige en controleerbare registratie van gehanteerde kostendragers die aansluiten bij het totaal aantal kostendragers welke gekoppeld zijn aan de zorgproducten.
5.2 De instelling hanteert kostendragers die aan een jaarrekening (boekjaar) toegewezen kunnen worden.
5.3 Bij het uitvoeren van kostprijsberekeningen hanteert de instelling gedurende de looptijd van de onderhavige regeling een bestendige en gedocumenteerde gedragslijn.
De instelling baseert verdelingen en toewijzingen van kosten aan kostendragers op causale relaties.
De instelling rekent indirecte kosten toe aan de betreffende kostencategorieën naar rato van causale parameters2. Indien geen causale parameters beschikbaar zijn, kunnen indirecte kosten ook naar rato van directe kosten (na aftrek van patiëntgebonden materiele kosten) per (relevante) kostendrager worden toegerekend.
6.1 De instelling draagt er zorg voor dat documentatie over de uitvoering van de berekening en over de gemaakte onderliggende keuzes beschikbaar en controleerbaar is voor de accountant en de NZa tot twee jaar na aanlevering van de gegevens aan de NZa als bedoeld in artikel 8.
6.2 De documentatie bedoeld in het voorgaande artikellid betreft in ieder geval:
• De toepassing van de principes zoals opgenomen in onderhavige regeling.
• De gemaakte keuzes in de kostprijsberekening (waaronder de ratoberekening van indirecte kosten naar directe kosten per zorgproduct).
• De gehanteerde principes in de kostprijsberekening en de wijze waarop de principes zijn ingevuld.
• Gemaakte correctieboekingen in productie, kosten of opbrengsten.
7.1 De volgende opbrengstenstromen worden opgenomen in de kostencategorie ‘opbrengsten’ uit artikel 8.6.
• Rijksbijdrage Werkplaatsfunctie
• Rijksbijdrage Onderzoek en Onderwijs
• Opleidingsfonds
• Overige opleidingen voor zover uit externe geldstroom gefinancierd
• Onderlinge dienstverlening (medisch/productie)3
• Niet patiëntenzorg gebonden opbrengsten (huur, rente, dienstverlening aan derden, parkeeropbrengsten, etc)
• Door derden betaald (wetenschappelijk) onderzoek waar geen productie tegenover staat
• Doorbelaste diensten aan medische specialisten niet in loondienst4
• Overige subsidies
• Opbrengsten uit beschikbaarheidbijdrage (waaronder vergoeding academische zorg)
• Incidentele baten/lasten
De opbrengstenstromen dienen zoveel mogelijk te worden toegerekend op basis van causale relaties. Voor zover deze opbrengstenstromen niet zijn toe te rekenen op basis van causale relaties worden zij naar rato van directe en indirecte kosten (na aftrek van patiëntgebonden materiele kosten) toegerekend aan alle zorgproducten.
7.2 De instelling rekent alle kosten op het niveau van kostencategorieën uit artikel 8.6 toe aan kostendragers.
7.3 Bij de toerekening van kosten aan kostendragers zorgt de instelling voor een aansluiting van de totale kosten op de jaarrekening.
7.4 De kostprijzen van zorgproducten komen tot stand door de kostprijs per kostendrager te vermenigvuldigen met het gemiddelde aantal keren dat deze per zorgproduct voorkomt.
7.5 Voor de kostendragers hanteert de instelling een afgebakend jaar x. Voor de toerekening aan de declarabele DBC-zorgproducten geopend in jaar x-1 en gesloten in jaar x geldt dat de kostprijs van de kostendrager in jaar x-1 gelijk is aan die in jaar x.
8.1 De instelling berekent van alle declarabele zorgproducten afzonderlijk kostprijzen. Het totaal van de aan de zorgproducten toegerekende kosten moet gelijk zijn aan het totaal van de kosten welke aan de kostendragers zijn toegerekend.
8.2 De instelling is verplicht om jaarlijks haar kostprijzen aan te leveren van de zorgproducten (DBC-zorgproducten en overige zorgproducten) binnen het gereguleerde segment waarvoor een tarief in rekening is of had kunnen worden gebracht.
8.3 De instelling (niet zijnde een instelling voor revalidatiezorg) is verplicht om voor 1 oktober JAAR[x] kostprijzen aan te leveren over JAAR[x-1] ten behoeve van tariefberekening voor JAAR[x+2] op basis van het werkelijke gerealiseerde volume (in kostendragers) in JAAR[x-1].
8.4 De instelling voor revalidatiezorg is verplicht om voor 1 november 2014 kostprijzen aan te leveren over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 augustus 2014, ten behoeve van tariefberekening voor het jaar 2016, op basis van het werkelijke gerealiseerde volume (in kostendragers) in 2013.
8.5 De instelling maakt voor deze aanlevering gebruik van een aanleversjabloon zoals gepubliceerd op de website van de NZa. De instelling levert aan conform de in het sjabloon opgenomen vereisten.5
8.6 De instelling levert bovengenoemde kostprijzen aan uitgesplitst naar zorgproducten en onderverdeeld in de volgende kosten(sub)categorieën6:
• Personeelskosten: Kosten Medisch specialisten niet in loondienst
• Personeelskosten: Medisch specialisten in loondienst
• Personeelskosten: Arts In Opleiding tot Specialist (AIOS)
• Personeelskosten: Overig
• Materiele kosten: Geneesmiddelen
• Materiele kosten: Bloed
• Materiele kosten: Kunst- en hulpmiddelen, implantaten
• Materiele kosten: Overig
• Gebouwgebonden kosten: Huur en afschrijvingen gebouwen en installaties
• Gebouwgebonden kosten: Onderhoud en beheer
• Medische en overige inventaris
• Financieringslasten
Opbrengsten (negatieve kosten): overige opbrengsten anders dan baten uit declaratie van zorgproducten7.
8.7 De aangeleverde kostprijsinformatie dient betrouwbaar en controleerbaar te zijn, om voldoende kwaliteitsgaranties te hebben voor de tariefberekening.
8.8 De instelling draagt er zorg voor dat een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek de juistheid van de op grond van dit artikel verstrekte gegevens en inlichtingen bevestigt overeenkomstig de wijze die in de genoemde formulieren en het daarbij beschikbaar te stellen controleprotocol (bijlage 1) 8 is aangegeven.
8.9 In plaats van het in artikel 8.8 bedoelde controleprotocol is het, voor de aanlevering van kostprijzen ook toegestaan een rapport van feitelijke bevindingen op te leveren op basis van de onderzoeksvragen geformuleerd in bijlage 2.9
De instelling kan, indien het relatieve aandeel van het gereguleerde segment van een instelling kleiner is dan 10% van de totale gedeclareerde omzet10 in JAAR[x-1], bij de NZa een verzoek indienen voor ontheffing van de in deze regeling gestelde verplichtingen. Dit verzoek tot ontheffing dient gemotiveerd en voorzien van een cijfermatige onderbouwing ingediend te worden bij de NZa voor 1 augustus JAAR[x].
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit,
T.W. Langejan
voorzitter
Deze bijlage is als losse bijlage (pdf) te downloaden via de website www.nza.nl.
Deze bijlage is als losse bijlage (excel) te downloaden via de website www.nza.nl.
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling registratie en aanlevering kostprijzen zorgproducten medisch specialistische zorg", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.