Circulaire wijzigingen bedrag vergoeding lid algemeen bestuur waterschap ex art. 3.2, tweede lid, Waterschapsbesluit, enz per 1 januari 2014

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 10-12-2013 t/m heden

Circulaire wijzigingen bedrag vergoeding lid algemeen bestuur waterschap ex art. 3.2, tweede lid, Waterschapsbesluit, enz per 1 januari 2014

Algemene informatie

Door middel van deze circulaire wordt u geïnformeerd over de wijzigingen van het bedrag van de vergoeding voor een lid van het algemeen bestuur van een waterschap, genoemd onder artikel 3.2, tweede lid, van het Waterschapsbesluit. Daarnaast informeer ik u over de bezoldiging en de eindejaarsuitkering van een lid van het dagelijks bestuur en over de bezoldiging, de ambtstoelage en de eindejaarsuitkering van de voorzitter.

1. Algemene inwerkingtreding werkkostenregeling uitgesteld

Zoals ik u eerder in de circulaire van 15 juli 2013, nr. 2013-0000395991, heb gemeld, gaat de werkkostenregeling (WKR) niet per 1 januari 2014, maar per 1 januari 2015 verplicht gelden voor alle werkgevers. De staatssecretaris van Financiën heeft de algemene inwerkingtreding met één jaar uitgesteld.

In de WKR kan in 2014, net als in 2013, naast een aantal gerichte vrijstellingen, maximaal 1,5% (was in 2011 en 2012: 1,4%) van het totale fiscale loon (de ‘vrije ruimte’) worden besteed aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor werknemers en politieke ambtsdragers die onder de loonbelasting vallen. Over het bedrag boven de vrije ruimte (en afgezien van de gerichte vrijstellingen) moet de gemeente loonbelasting betalen in de vorm van een (gebruteerde) eindheffing van 80%. Kortheidshalve zij hier verwezen naar de circulaire van 8 maart 2011, kenmerk 2011-40998.

2. Vergoeding van een lid van het algemeen bestuur van een waterschap

Het bedrag van de vergoeding voor een lid van het algemeen bestuur van een waterschap wordt op grond van artikel 3.2, tweede lid, van het Waterschapsbesluit per 1 januari van elk jaar herzien door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit gebeurt aan de hand van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar vastgestelde indexcijfer CAO lonen overheid, inclusief bijzondere beloningen.

Het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september 2013 is niet bekend, omdat er bij het CBS onvoldoende informatie is om daar cijfers over te publiceren. Dit houdt in dat de bedragen van de vergoeding van een lid van het algemeen bestuur per 1 januari 2014 vooralsnog niet worden aangepast, maar gelijk blijven aan de bedragen die gelden per 1 januari 2013. Mocht er in de loop van 2014 informatie bekend worden die er toe leidt dat het genoemde indexcijfer wijzigt, dan informeer ik u daarover.

Het bedrag genoemd in artikel 3.2, eerste lid, van het Waterschapsbesluit voor de vergoeding van een lid van eht algemeen bestuur bedraagt per 1 januari 2014 € 448,41.

3. Bezoldiging van een lid van het dagelijks bestuur van een waterschap

In artikel 3.11 van het Waterschapsbesluit is bepaald op welke wijze de bezoldiging van een lid van het dagelijks bestuur van een waterschap wordt berekend. Uit de toelichting op dit artikel blijkt dat die bezoldiging wordt bepaald op de helft van het salaris van een wethouder in de inwonersklasse 60.001 tot 100.000 inwoners. In het derde lid van artikel 3.11 van het Waterschapsbesluit is geregeld dat deze bezoldiging wijzigt overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

De op dit moment geldende arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel is overeengekomen voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010. Deze arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel geldt nog steeds. Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor de bezoldiging van een lid van het dagelijks bestuur van een waterschap.

U bent over de bezoldiging van een lid van het dagelijks bestuur geïnformeerd bij circulaire van 21 december 2009, kenmerk 2009-726924. Vooralsnog kunt u uitgaan van de bezoldiging die in die circulaire is opgenomen en die geldt per 1 april 2009, namelijk € 3.557,60.

4. Eindejaarsuitkering van een lid van het dagelijks bestuur van een waterschap

Gelet op artikel 3.13, eerste lid, van het Waterschapsbesluit ontvangt een lid van het dagelijks bestuur een eindejaarsuitkering overeenkomstig de bepalingen welke daaromtrent voor het personeel in de sector Rijk zijn vastgesteld.

Zoals onder 3 is aangegeven geldt de arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel zoals die is overeengekomen voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010 nog steeds. Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor de eindejaarsuitkering voor een lid van het dagelijks bestuur van een waterschap.

Voor uw informatie meld ik dat voor leden van het dagelijks bestuur vanaf 1 december 2009 een eindejaarsuitkering geldt van 8,3%.

5. Bezoldiging en ambtstoelage van een voorzitter van een waterschap

Zowel de bezoldiging als de ambtstoelage van de voorzitter van een waterschap zijn gerelateerd aan het maximum van schaal 18. Dit is bepaald in artikel 3.24 resp. 3.26 van het Waterschapsbesluit. Het bij die schaal behorende bedrag wijzigt als de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk wijzigt.

Zoals onder 3 is aangegeven geldt de arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel zoals die is overeengekomen voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010 nog steeds. Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor de bezoldiging en ambtstoelage van de voorzitter van een waterschap.

Voor uw informatie meld ik u dat de bezoldiging voor een voorzitter van een waterschap per 1 april 2009 is vastgesteld op maximaal € 8.541,18 per maand (maximum schaal 18).

Als uw waterschap wel kiest voor de werkkostenregeling dan geldt wat betreft de ambtstoelage van een voorzitter van een waterschap het volgende.

De ambtstoelage bedraagt op grond van artikel 3.26 juncto 3.26a, aanhef en onder b., van het Waterschapsbesluit per 1 april 2009 maximaal € 256,24 (maximaal 3% van het maximum van schaal 18).

Voor uw informatie meld ik u ook het bedrag van de ambtstoelage als uw waterschap nog niet kiest voor de werkkostenregeling. De ambtstoelage bedraagt voor een voorzitter op grond van artikel 3.26 en met toepassing van artikel 7.6a, onder b, van het Waterschapsbesluit per 1 april 2009 maximaal € 533,82 (maximaal 6,25% van het maximum van schaal 18).

6. Eindejaarsuitkering van een voorzitter van een waterschap

Op grond van artikel 3.41 van het Waterschapsbesluit ontvangt de voorzitter van een waterschap een eindejaarsuitkering, zoals omschreven in artikel 3.13 van het Waterschapsbesluit. Dat houdt in dat de voorzitter een eindejaarsuitkering ontvangt overeenkomstig de bepalingen welke daaromtrent voor het personeel in de sector Rijk zijn vastgesteld.

Zoals onder 3 is aangegeven geldt de arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel zoals die is overeengekomen voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010 nog steeds. Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor de eindejaarsuitkering voor een voorzitter van een waterschap.

Voor uw informatie meld ik u dat voor een voorzitter van een waterschap vanaf 1 december 2009 een eindejaarsuitkering geldt van 8,3%.

De

minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
voor deze;

de directeur Arbeidszaken Publieke Sector,

L.D.P. Lombaers

Naar boven