Nummerportabiliteit
[Vervallen per 01-03-2008]
Op 15 december 1998 is de Telecommunicatiewet (Stb. 1998, 610) in werking getreden. Het besluit nummerportabiliteit (Stb. 1998, 635), dat gebaseerd is op artikel 4.10 van deze wet, bepaalt dat aanbieders van openbare telecommunicatiediensten per 1 januari 1999 verplicht zijn mee te werken aan nummerportabiliteit voor nummers voor mobiele digitale netwerken, voor geografische nummers en voor, kortweg, informatienummers. De in dit besluit genoemde nummerportabiliteit houdt in dat een gebruiker zijn telefoonnummer kan behouden indien hij besluit de dienst, waarbij het telefoonnummer gebruikt wordt, af te nemen van een andere aanbieder.
De toekenning van een nummer dat geporteerd is gaat van rechtswege over, met andere woorden: de toekenning gaat over op de nieuwe aanbieder zonder bemoeienis van het college van OPTA. Aanbieders moeten het college echter wel op de hoogte stellen van porteringen die uitgevoerd zijn. Het college heeft deze gegevens nodig om toezicht te kunnen uitoefenen op het gebruik van nummers en om een register bij te houden van toekenningen en reserveringen van nummers en corres-ponderende nummerhouders.
Het college heeft, na consultatie van marktpartijen, de twee navolgende beslissingen genomen en heeft een richtlijn opgesteld om uitvoering te geven aan de bepalingen in de Telecommunicatiewet op het gebied van nummerportabiliteit.