Wijzigingswet Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (versterken van toezicht, enz.)

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2013. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 17-04-2024.
Geldend van 01-07-2013 t/m heden

Wet van 7 maart 2013 tot wijziging van de Wet van 6 maart 2003, houdende bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten wordt gewijzigd, om het toezicht op collectieve beheersorganisaties te versterken en uit te breiden en te voorzien in de instelling van een onafhankelijke geschillencommissie voor de beslechting van geschillen over de vergoeding voor het gebruik van beschermde werken en prestaties;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2013. Zie het overzicht van wijzigingen]

[Red: Wijzigt de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten.]

Artikel II

  • 1 De instemming, bedoeld in artikel 3, eerste lid, geldt alleen voor besluiten die worden genomen na de inwerkingtreding van deze wet.

  • 2 De artikelen 18 en 19 zijn niet van toepassing op overtredingen begaan voor de inwerkingtreding van deze wet.

  • 3 De artikelen 21 tot en met 25 zijn niet van toepassing op procedures waarvan de dagvaarding of het verzoekschrift vóór of op de dag van inwerkingtreding ervan is uitgebracht.

Artikel V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 7 maart 2013

Beatrix

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Uitgegeven de negentiende maart 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Naar boven