1. Beperkingen LZV
Artikel A. LZV aantekening, draaipunten en afmeting
-
1. Elk voertuig in een LZV moet zijn voorzien van een LZV aantekening op het kentekenbewijs
dan wel een LZV aantekening in het kentekenregister dan wel, indien het een buitenlands
voertuig betreft, een LZV attest;
-
2. Een LZV heeft ten hoogste 2 draaipunten;
-
3. Een LZV heeft een totale lengte van ten hoogste 25.25 m. met inbegrip van de lading
en met inachtneming artikel 5.1a.1 van de Regeling voertuigen.
Artikel B. Combinatieverbod
Een ontheffing LZV mag niet worden gebruikt in combinatie met een ontheffing voor
exceptioneel transport.
Artikel D. Verbod uitrusting en vervoer vloeibare lading
Een LZV mag niet zijn uitgerust of beladen met een tank voor vloeibare lading met
een volume van meer dan 1000 L.
Artikel E. Verbod vervoer gevaarlijke stoffen
Een LZV mag geen gevaarlijke stoffen vervoeren in hoeveelheden groter dan bedoeld
in Randnummer series 1.1.3 van het ADR.
2. Algemene voorschriften
Artikel A. Voertuigdocumenten
-
1. De voor het voertuig of de voertuigen ten behoeve van LZV afgegeven en voor de ontheffing
LZV vereiste voertuigdocumenten moeten bij gebruik van de ontheffing LZV aanwezig
zijn.
Van deze documenten moet een origineel, geldig en door de Dienst Wegverkeer gewaarmerkt
exemplaar bij de ontheffing LZV getoond kunnen worden.
-
2. In afwijking van het eerste lid mag de actuele geldende digitale wegenkaart LZV aanwezig
zijn op een elektronische gegevensdrager.
-
3. Voor gebruik van de ontheffing dient de actuele digitale wegenkaart LZV aanwezig te
zijn.
Artikel B. Certificaat bestuurder LZV
De bestuurder van de LZV moet in het bezit zijn van:
-
1. een door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen afgegeven en geldig CCV-certificaat
‘Rijvaardigheidstoets langere en/of zwaardere voertuigen’ Met deze beroepseis worden
gelijkgesteld beroepseisen die worden gesteld in een andere lidstaat van de Europese
Unie dan wel een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij
is bij een daartoe strekkend of mede daartoe strekkend Verdrag dat Nederland bindt,
en die een beroepsniveau waarborgen dat naar het oordeel van het CBR ten minste gelijkwaardig
is aan het niveau dat met de nationale beroepseisen wordt nagestreefd.
-
2. Het certificaat, bedoeld in het eerste lid, moet bij het gebruik van de ontheffing
aanwezig zijn op het voertuig.
-
3. Het eerste lid geldt niet bij gebruik van een opleidingsontheffing LZV, mits:
-
a. de LZV chauffeur in opleiding ten minste 5 jaar in het bezit is van een geldig rijbewijs
voor het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorieën C en E;
-
b. aan de LZV chauffeur in opleiding de afgelopen 3 jaar geen ontzegging van de rijbevoegdheid
is opgelegd en het aan hem afgegeven rijbewijs niet ongeldig is verklaard of ingevorderd,
en
-
c. er door middel van een op het voertuig aanwezige schriftelijke en gepersonifieerde
oproep kan worden aangetoond dat de LZV chauffeur in opleiding onder toezicht van
een bevoegde opleider op de datum van controle en in het bezit van een geldige opleidingsontheffing,
een opleiding onder toezicht van een bevoegde opleider uitvoert ter voorbereiding
op het certificaat of een examen voor het certificaat genoemd in het eerste lid.
Artikel C. Buitengewone omstandigheden
-
1. Van de ontheffing LZV mag geen gebruik worden gemaakt bij gladheid van het wegdek
en bij weersomstandigheden die het zicht beperken tot minder dan 200 m.
-
2. Indien zich dergelijke omstandigheden voordoen moet zo spoedig mogelijk het gebruik
van de ontheffing LZV worden beëindigd.
Artikel D. Plaats op de rijbaan
Voor een LZV geldt een inhaalverbod van alle motorvoertuigen die sneller mogen rijden
dan 45 km per uur.
Artikel E. Afmetingen en massa samenstellen van voertuigen uit LZV
-
1. Elk uit een LZV te vormen samenstel van voertuigen moet voldoen aan de gebruikseisen
van hoofdstuk 5 afdeling 18 van de Regeling voertuigen.
-
2. Elk afzonderlijk voertuig moet voldoen aan hoofdstuk 5 afdeling 3 van de Regeling voertuigen voor bedrijfswagens respectievelijk afdeling 12 voor getrokken voertuigen.
-
3. Het trekkende motorvoertuig dient zodanig te zijn belast, dat tenminste 1/5 deel van
de totale massa van de LZV onder de aangedreven as(sen) rust met als maximum, de maximale
toegestane aslast(en), zoals vermeld op het kentekenbewijs dan wel in het kentekenregister.
-
4. Een samenstel van twee aanhangwagens die is gekoppeld op een manier waardoor horizontale
verdraaiing ten opzichte van elkaar onmogelijk is, vormt voor het gebruik één aanhangwagen
zoals bedoeld in artikel 5.18.1 , zesde lid van de Regeling voertuigen.
-
5. indien een LZV is uitgerust met een elektronische stabiliteitsfunctie als bedoeld
in artikel 12 van de verordening 661/2009 moet bij inwerkingtreding van dit systeem automatisch het remsysteem van de aangekoppelde
aanhangwagen(s) activeren.
Artikel F. Trekkend motorrijtuig LZV
Het trekkend motorrijtuig van een LZV moet zijn voorzien van:
-
1. zijdelingse afscherming als bedoeld in artikel 5.3.48, vijfde lid, van de Regeling voertuigen, waarbij als aanvullende eis geldt dat het oppervlak moet bestaan uit een doorlopend
gesloten oppervlak;
-
2. opvallende markering als bedoeld in en geïnstalleerd volgens richtlijn 76/756/EEG
en waarvan het toegepaste materiaal voldoet aan ECE-Reglement nr. 104 klasse C, waarbij
als aanvullende eis geldt dat op trekkers van opleggers opvallende markering moet
zijn aangebracht.
Artikel G. Getrokken voertuig LZV
Het getrokken voertuig van een LZV moet zijn voorzien van:
-
1. zijdelingse afscherming als bedoeld in artikel 5.12.48, vijfde lid, van de Regeling voertuigen, met uitzondering een voertuig van de voertuigcategorie O -niet zijnde oplegger-
dat van een koppelingsschotel is voorzien om een oplegger te dragen, als aanvullende
eis geldt dat het oppervlak moet bestaan uit een doorlopend gesloten oppervlak, en
waarbij
-
1° voertuigen die uitgeschoven kunnen worden in uitgeschoven toestand tot de wettelijke
maximale lengte moeten zijn voorzien van zijdelingse afscherming;
-
2° bij een middenasaanhangwagen de zijdelingse afscherming moet zijn aangebracht in de
ruimte tussen de voorste punt van de opbouw en de eerste as;
-
2. opvallende markering als bedoeld in en geïnstalleerd volgens richtlijn 76/756/EEG en waarvan het toegepaste materiaal voldoet aan ECE-Reglement nr. 104 klasse C ).
Artikel H. Draaicirkel LZV
Een LZV moet naar beide zijden een volledige cirkel kunnen beschrijven binnen een
ruimte die wordt begrensd door twee concentrische cirkels, waarvan de buitenste een
straal van 14,50 m en de binnenste een straal van 6,50 m heeft, zonder dat één van
de buitenpunten van de voertuigen buiten de omtrek van de cirkels komt.
Artikel I. . Lengte laadruimte LZV
De lengte van de laadruimte, zijnde de afstand tussen het voorste punt aan de buitenzijde
van de laadruimte achter de stuurcabine en het achterste punt aan de buitenzijde van
de achterste aanhangwagen, verminderd met de afstanden tussen de achterzijde van de
laadruimte van de voertuigen en de voorzijden van de laadruimte van de daaropvolgende
voertuigen, dient ten minste 18,00 m en ten hoogste 21,82 m te bedragen.
Artikel J. Markering achterste voertuig LZV
-
1. Het achterste voertuig van een LZV moet zijn voorzien van een deugdelijk bevestigde
horizontaal geplaatste markering met een afmeting van 1130 mm x 200 mm (+/-5 mm).
Aanhangwagens waarvan de bouw, de inrichting of het gebruik zich verzet tegen het
aanbrengen van de markering van 1130 mm x 200 mm mogen zijn voorzien van 2 borden
van afmeting 565 mm x 200 mm (+/-5 mm)
-
2. De markering bedoeld in het eerste lid moet uitgevoerd met een geel retro reflecterend
vlak van minimaal klasse 2 als bedoeld in VN ECE-reglement nr. 70 met een rode fluorescerende
rand van 40 mm(+/- 1 mm)
-
3. Op de markering bedoeld het eerste lid moet in zwarte letters de volgende tekst zijn
vermeld:
‘ LET OP! EXTRA LANG’.
-
4. Wanneer de markering is verdeeld over twee borden, moet de tekst ‘ LET OP!’ op de
linker helft respectievelijk de tekst ’ EXTRA LANG ’ op de rechterhelft van de op
het voertuig bevestigde bord zijn aangebracht.
-
5. De in het derde lid bedoelde tekst moet goed leesbaar te zijn, waarbij:
-
a. het lettertype Helvetica neue - black condensed is;
-
b. de hoogte van de letters 80 mm is;
-
c. de tekstbreedte bij gebruik van het bord 1130 mm x 200 mm: 925 mm, of
-
d. indien de tekst op twee borden staat, een tekstbreedte op het linkerbord 320 mm en
op het rechterbord 450 mm.
Artikel K. Aanwezigheid aslastmeter op LZV
De optredende statische aslasten van een LZV moeten met uitzondering van de vooras
van het trekkend motorrijtuig met een afleesnauwkeurigheid van 100 kg kunnen worden
weergegeven. Daarbij dient gebruik te worden gemaakt van de optredende druk in de
veerbalgen van elke as.
Artikel L
In een LZV mag de gezamenlijke som van de aslasten van twee achter elkaar gekoppelde
middenasaanhangwagens niet meer bedragen dan 1,5 maal de som van de aslasten van het
trekkend motorrijtuig.
Artikel M
In een LZV mag de som van de aslasten van een middenasaanhangwagen voortbewogen door
een andere aanhangwagen niet meer bedragen dan de som van de aslasten van de trekkende
aanhangwagen.