Besluit bekendmaking tijdvak indiening subsidieaanvragen voor activiteiten gericht [...] 2013, alsmede aanvullende beoordelingscriteria

[Regeling vervallen per 01-01-2014.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 24-11-2012 t/m 31-12-2013

Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 19 november 2012, nr. DCM/MA-174/12, tot bekendmaking van het tijdvak waarbinnen subsidieaanvragen kunnen worden ingediend voor activiteiten gericht op duurzame terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers, in het kader van de beleidsregels voor het Migratie en Ontwikkelingsprogramma 2013, alsmede aanvullende beoordelingscriteria

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Gelet op artikel 2, derde lid, van het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 9 november 2012, nr. DCM/MA-154/2012, tot vaststelling van beleidsregels alsmede een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Migratie en Ontwikkelingsprogramma 2013)

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Aanvragen voor subsidie voor activiteiten gericht op duurzame terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers, in het kader van het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 9 november 2012, nr. DCM/MA-154/2012, tot vaststelling van beleidsregels alsmede een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Migratie en Ontwikkelingsprogramma 2013)1, kunnen worden ingediend vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 15 februari 2013 om 16:00 uur.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

In aanvulling op het Besluit van 9 november 2012 gelden voor de beoordeling van deze aanvragen de criteria die zijn neergelegd in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2014.

Dit besluit zal met de daarbij behorende bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
namens deze:

de Directeur-Generaal Consulaire Zaken en Bedrijfsvoering,

M.T.G. van Daalen.

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Het Migratie en Ontwikkelingsprogramma 2013 geeft de mogelijkheid projectvoorstellen in te dienen voor:

Projecten die in ieder geval en in hoofdzaak gericht zijn op het bieden van ondersteuning in natura aan ex-asielzoekers die vrijwillig terugkeren vanuit Nederland naar hun land van herkomst, met het oog op hun duurzame herintegratie in dat land.

Beoordelingscriteria:

  • 1. Projectvoorstellen voorzien in ondersteuning bij de terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers die terugkeren naar OESO/DAC-landen genoemd in Bijlage I van het Besluit van 9 november 2012:

    • a. die zich aanmelden voor ondersteuning na ontvangst van een negatieve beschikking op de eerste asielaanvraag of;

    • b. die zich aanmelden voor ondersteuning na het intrekken van de lopende procedures in de Verlengde Asielprocedure (VA) of;

    • c. met een tijdelijke verblijfsvergunning (verblijf onder categoriaal beschermingsbeleid of verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling) die bereid zijn deze in te laten trekken.

  • 2. Projectvoorstellen voorzien niet in ondersteuning van ex-asielzoekers:

    • a. die de Algemene Asielprocedure (AA) doorlopen op het moment van aanvraag;

    • b. die een zwaar inreisverbod van meer dan 5 jaar opgelegd hebben gekregen, dan wel veroordeeld zijn voor zedenmisdrijven of mensenhandel (art. 273f Wetboek van Strafrecht)/mensensmokkel (art. 197a Wetboek van Strafrecht);

    • c. die de nationaliteit bezitten van een land zonder visumplicht2 of van een land dat wordt uitgesloten van projecten in het kader van vrijwillige terugkeer wegens sterke aanwijzingen van misbruik3. De landenlijst zonder visumplicht is te vinden in bijlage IV van het Besluit van 9 november 2012. Deze landenlijst kan aan verandering onderhevig zijn. De landenlijst van uitsluitingen wegens sterke aanwijzingen van misbruik staat op: www.dtenv.nl/projectsubsidies/Vrijwillige_Terugkeer/. De Stuurgroep Vrijwillige Terugkeer behoudt zich het recht voor deze landenlijst tussentijds te wijzigen.

  • 3. Voor zover een projectvoorstel ex-asielzoekers betreft die vrijwillig terugkeren vanuit vreemdelingendetentie, wordt de ondersteuning in natura aangeboden in het land van herkomst.

  • 4. De ondersteuning in natura dient zich te richten op thema’s die de herintegratie bevorderen, bijvoorbeeld opleiding, training, arbeidsbemiddeling, bemiddeling bij huisvesting en gezondheidszorg.

  • 5. De ondersteuning in natura dient rechtstreeks ten goede te komen aan de ex-asielzoekers.

  • 6. Ex-asielzoekers nemen deel aan niet meer dan één project voor ondersteuning in natura.

  • 7. Per volwassen ex-asielzoeker wordt maximaal € 1.500 besteed aan ondersteuning in natura.

  • 8. Voor gezinnen met minderjarige kinderen wordt maximaal € 2.500 per minderjarig kind besteed aan ondersteuning in natura.

  • 9. Voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen geldt dat de ondersteuning in natura (opvang, medische zorg, kleding, onderwijs, scholing) voor de alleenstaande minderjarige gegarandeerd wordt tot het bereiken van de leeftijd van 18 jaar. Hiervoor geldt geen maximaal bedrag aan ondersteuning in natura.

  • 10. Voor ondersteuning in natura van alleenstaande minderjarige vreemdelingen dient gebruik te worden gemaakt van bestaande opvangstructuren voor zover reeds aanwezig in landen van herkomst.

Uitvoeringscriteria:

  • 1. Ondersteuning in natura die gedeeltelijk in Nederland wordt geboden, wordt voltooid binnen 16 weken na akkoord op deelname door de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V).

  • 2. Ondersteuning in natura die in het land van herkomst wordt geboden voor maximaal een jaar, en voor alleenstaande minderjarigen tot het bereiken van de leeftijd van 18 jaar.

  • 3. Indien het project eindigt voordat de periode van ondersteuning is verstreken, dient de uitvoerende organisatie afspraken te maken met de partnerorganisatie in het land van herkomst over de voortzetting van de ondersteuning en daarvoor kosten op te nemen in de begroting. De middelen hiervoor worden binnen de looptijd van het project overgedragen aan de partnerorganisatie

  • 4. Elke deelnemer, ongeacht of deze tot de SVT-doelgroep behoort, dient ter verificatie aan de DT&V te worden voorgelegd.

Prioriteiten:

  • 1. Tijdens deze oproep wordt prioriteit verleend aan projecten gericht op gezinnen met minderjarige kinderen en alleenstaande minderjarige vreemdelingen.

  • 2. Daarnaast wordt prioriteit verleend aan projecten gericht op terugkeer naar de landen van herkomst genoemd in de kolom ‘Vrijwillige terugkeer van ex-asielzoekers’ of de kolom ‘Vrijwillige terugkeer van alleenstaande minderjarige vreemdelingen’ in bijlage I van het Besluit van 9 november 2012.

  • 3. Ten slotte wordt het monitoren van teruggekeerde ex-asielzoekers met het oog op het verkrijgen van meer inzicht in de effecten van ondersteuning in natura, in termen van duurzame herintegratie en ontwikkeling, als prioritaire subdoelstelling aangeduid.

Budget en voorwaarden:

  • 1. Voor subsidieverlening in het kader van vrijwillige terugkeer is tijdens deze oproep een subsidiebedrag van in totaal € 500.000 beschikbaar.

  • 2. Voor organisaties met rechtspersoonlijkheid naar internationaal recht, die niet voor subsidie in aanmerking komen, is ook een financieringsbudget van € 500.000 beschikbaar. Projectvoorstellen van deze organisaties dienen aan dezelfde eisen te voldoen als subsidieaanvragen en zullen aan dezelfde criteria worden getoetst.

  • 3. Indien het subsidieplafond wegens tekortschietende kwaliteit van de aanvragen niet volledig wordt uitgeput, zal het restant alsnog aan een organisatie met rechtspersoonlijkheid naar internationaal recht ter beschikking kunnen worden gesteld. Andersom bestaat de mogelijkheid dat het subsidieplafond wordt verhoogd met een niet besteed deel van het financieringsbudget voor organisaties met rechtspersoonlijkheid naar internationaal recht.

  • 4. Vanuit het subsidiekader wordt maximaal 50% van de totale subsidiabele kosten gefinancierd. Dit betekent dat uw organisatie in staat dient te zijn ten minste 50% van de subsidiabele kosten te financieren door een eigen bijdrage of een bijdrage van derden. Tegelijkertijd met deze oproep staat de oproep van het Europees Terugkeerfonds (ETF) jaartranche 2012 open, waar eventueel cofinanciering aangevraagd kan worden. Een dergelijke aanvraag wordt gezien als een gecombineerde aanvraag en dient tegelijk bij beide instanties ingediend te worden. Indien cofinanciering van het ETF afkomstig is, zijn de bijbehorende verantwoordingsregels van het ETF van toepassing.

  • 5. Afhankelijk van het door de SVT gefinancierde percentage, zal minimaal een evenredig percentage van de doelgroep ex-asiel moeten zijn. Indien de SVT bijvoorbeeld 50% van de totale subsidiabele kosten financiert, zal minimaal 50% van de doelgroep van het project uit ex-asielzoekers moeten bestaan.

  • 6. De totale subsidiabele kosten van een geheel project bedragen ten minste € 100.000. In geval van een gecombineerde aanvraag met ETF is de regelgeving van ETF leidend (minimaal € 200.000 per project).

  • 7. Projecten kunnen een looptijd hebben van maximaal 30 maanden, met ingang van 1 januari 2013 tot 30 juni 2014. De oproep voor jaartranche 2013 van het ETF opent in de loop van 2013; op dat moment kan verlenging van de cofinanciering bij ETF aangevraagd worden. Zonder cofinanciering wordt de subsidieverlening door SVT gestopt.

  • 8. Subsidies worden verleend onder het voorbehoud dat de begrotingswetgever voldoende middelen beschikbaar stelt.

Alle bovengenoemde criteria zijn eveneens van toepassing op overige doelgroepen, zoals ongedocumenteerden, die mogelijk vanuit andere fondsen gefinancierd worden.

Meer informatie over de selectiecriteria, overige eisen aan de aanvraag en de adressering van een projectvoorstel is te vinden in het Besluit van 9 november 2012. Dit besluit staat op http://www.dtenv.nl/projectsubsidies/Vrijwillige_Terugkeer/. Het aanvraagformulier en het begrotingsformat zijn te vinden op http://www.dtenv.nl/projectsubsidies/Vrijwillige_Terugkeer/Subsidie_VT_aanvragen/.

De oproep opent op de datum van inwerkingtreding van dit besluit en sluit op vrijdag 15 februari 2013 om 16:00 uur.

Projectvoorstellen en eventuele aanvullingen die voor of na deze termijn worden ontvangen zullen niet in behandeling worden genomen. Verzoeken om aanvulling (herstelverzuim) zullen uiterlijk donderdag 31 januari 2013 worden verzonden. Subsidieaanvragen die binnen het genoemde tijdvak worden ingediend, zullen met elkaar concurreren. De selectie zal eind maart 2013 bekend worden gemaakt.

Op donderdag 29 november 2012 van 14:00 tot 16:00 uur vindt er, gezamenlijk met het ETF, een voorlichtingsbijeenkomst plaats. Meer informatie over deze bijeenkomst vindt u op de genoemde webpagina.

Voor meer informatie: http://www.dtenv.nl/projectsubsidies/Vrijwillige_Terugkeer/

  1. Stcrt 2012, nr. 23648. ^ [1]
  2. Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld, inclusief de hierop betrekking hebbende wijzigingen. ^ [2]
  3. In individuele zaken kunnen hierop uitzonderingen worden gemaakt. Deze zaken kunnen ter beoordeling aan de Stuurgroep Vrijwillige Terugkeer worden voorgelegd. ^ [3]
Naar boven