Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van zilveruien en eerstejaars plantuien II

[Regeling vervallen per 31-07-2012.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 30-06-2012 t/m 30-07-2012

Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 26 juni 2012, nr. 278115, houdende een tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bestrijding van uienvlieg in de teelt van zilveruien en eerstejaars plantuien (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van zilveruien en eerstejaars plantuien II)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gezien het verzoek van Productschap Akkerbouw van 23 januari 2012;

Gelet op artikel 53 van Verordening (EG) 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 31-07-2012]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 31-07-2012]

Een tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de wet en artikel 53, eerste lid, van de verordening wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Perfekthion ter bescherming van de teelt van zilveruien en eerstejaars plantuien tegen uienvlieg.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 31-07-2012]

De vrijstelling bedoeld in artikel 2 is slechts van toepassing indien de voorschriften en beperkingen die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 31-07-2012]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, werkt terug tot en met 7 juni 2012 en vervalt met ingang van 31 juli 2012.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 31-07-2012]

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van zilveruien en eerstejaars plantuien II.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Bijlage

[Regeling vervallen per 31-07-2012]

A. Wettelijk gebruiksvoorschrift

[Regeling vervallen per 31-07-2012]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in de teelt van:

  • a. Zilveruien, en

  • b. eerstejaars plantuien.

Bij de interpretatie van bovengenoemde teelten is uitgegaan van de ‘Definitielijst toepassingsgebieden gewasbeschermingsmiddelen’, versie 2.0, Ctgb juni 2011.

  • Gevaarlijk voor bijen. Om de bijen te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit.

  • Dit gewasbeschermingsmiddel dient in combinatie met een vogelafwerend middel te worden toegepast.

  • Gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

  • Om bijen en niet tot de doelsoorten behorende arthropoden te beschermen is de toepassing uitsluitend toegestaan indien er gebruik wordt gemaakt van één van onderstaande driftreducerende technieken:

    • o Overkapte beddenspuit

    • o Sleepdoek + drift arme spuitdop + 0.5 meter extra teeltvrije zone

    • o Lage spuitboomhoogte + venturidop + kantdop + lucht ondersteuning + 0.5 meter extra teeltvrije zone

    • o 75% driftreducerende doppen + kantdoppen + luchtondersteuning. Bij gunstige weersomstandigheden toepassen zodat drift naar de perceelsrand zoveel mogelijk wordt voorkomen

    • o 90% driftreducerende doppen + kantdoppen. Bij gunstige weersomstandigheden toepassen zodat drift naar de perceelsrand zoveel mogelijk wordt voorkomen.

  • Gevaar voor ernstige schade aan de gezondheid bij langdurige blootstelling bij opname door de mond.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.

  • Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen (juiste term(en) aan te geven door de fabrikant).

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

  • Veiligheidstermijn: De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst van zilveruien mag niet korter zijn dan 21 dagen.

  • Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

Dit middel is – zij het voor andere toepassingen – tevens toegelaten onder het toelatingsnummer 6169 N.

B. Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 31-07-2012]

Attentie:

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Toepassingen:

Zilveruien en eerstejaars plantuien, ter bestrijding van larven van de uienvlieg (Delia antiqua).

Zodra aantasting wordt waargenomen een behandeling uitvoeren. Maximaal 2 toepassingen per teelt uitvoeren.

Dosering: 0,5 liter per hectare.

C. Voorwaarden

[Regeling vervallen per 31-07-2012]

  • De aanvrager, Productschap Akkerbouw, is verantwoordelijk voor het uitvoeren van een monitoringsprogramma naar de effecten van het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel op vogels tijdens en na de toepassing van het gewasbeschermingsmiddel. Een monitoringsplan dient binnen 5 werkdagen na publicatie van het besluit in de Staatscourant te worden voorgelegd aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

  • Indien uit de monitoring blijkt dat er ongewenste effecten optreden (zoals sterfte van vogels) dan dient Productschap Akkerbouw dit direct te melden aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en het verdere gebruik van het gewasbeschermingsmiddel te staken.

  • de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie kan naar aanleiding van de monitoringsgegevens de vrijstelling intrekken.

  • Aan het eind van de vrijstellingstermijn dient Productschap Akkerbouw de resultaten van de monitoring aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie toe te sturen (Postbus 20401, 2500 EK Den Haag, t.a.v. Directie PAV gewasbescherming).

Naar boven