Richtlijn rijden onder invloed, artt. 8 leden 2 t/m 4, 162 en 163 WVW 1994 (polarisnummer 5.22)

[Regeling vervallen per 01-01-2014.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2013

Richtlijn rijden onder invloed, artt. 8 leden 2 t/m 4, 162 en 163 WVW 1994 (polarisnummer 5.22)

Toelichting: Hieronder worden alleen de delicten en factoren, waarin wijzigingen zijn, vermeld.

Beschrijving

Deze richtlijn ziet op het rijden onder invloed van alcohol zoals bedoeld in art. 8, leden 2 t/m 4 van de Wegenverkeerswet 1994. Daarbij is het adem-alcoholgehalte (AAG) of bloedalcoholgehalte (BAG) bekend. De basisdelicten zijn geformuleerd, uitgaande van het soort voertuig waarmee het delict werd begaan. Het AAG (of BAG) vormt vervolgens één van de beoordelingsfactoren.

Naast het rijden onder invloed van alcohol ziet de richtlijn tevens op de diverse vormen van weigering met betrekking tot onderzoek naar het AAG en BAG, zoals bedoeld in art. 163 van de Wegenverkeerswet 1994. Ook ziet deze richtlijn op het (doen) besturen van een voertuig tijdens een rijverbod, zoals bedoeld onder art. 162 van de Wegenverkeerswet 1994, lid 3.

De voertuigen waarvan in deze richtlijn sprake is worden aangeduid volgens de terminologie van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

Aard van de richtlijn

Verkeer

Basisdelicten

  • Besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer

  • Basisdelict als beginnende bestuurder, bestuurder zonder rijbewijs of deelnemer aan het alcoholslotprogramma besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen met een AAG(-equivalent) van 95 µg/l of meer

  • Besturen van bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) of een gehandicaptenvoertuig met motor met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer

  • als beginnende bestuurder, bestuurder zonder rijbewijs of deelnemer aan het alcoholslotprogramma besturen van een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) dan wel als deelnemer aan het alcoholslotprogramma besturen van een gehandicaptenvoertuig met motor met een AAG(-equivalent) van 95 µg/l of meer

  • Besturen van fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer

  • Besturen of doen besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen tijdens duur rijverbod

  • Besturen of doen besturen van bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig met motor tijdens duur rijverbod

  • Besturen of doen besturen van fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor tijdens duur rijverbod

  • Weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek (motorvoertuig op twee of meer wielen)

  • Weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek (bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig met motor)

  • Weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek (fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor)

Wettekst

Basisdelict besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer 5.22.01

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Beschrijving

Dit basisdelict ziet op overtreding van art. 8, lid 2 van de Wegenverkeerswet 1994; het rijden onder invloed van alcohol, waarbij de mate van overtreding op grond van een gemeten AAG of BAG vaststaat. Het voertuig waarmee het delict wordt begaan, bepaalt mede de gevaarzetting. In dit basisdelict betreft dat een motorvoertuig op twee of meer wielen. Dit delict start bij een AAG(-equivalent) van 235 µg/l met een vast aantal strafpunten van 10 tot een grens van 350 µg/l. Vanaf daar wordt het aantal strafpunten op evenredige wijze afgeleid van het AAG of BAG.

NB: In de volgende gevallen is niet dit basisdelict, maar het basisdelict ‘als beginnende bestuurder, bestuurder zonder rijbewijs of deelnemer aan het alcoholslotprogramma besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen met een AAG(-equivalent) van 95 µg/l of meer’ (5.22.10) van toepassing:

  • 1) Een beginnende bestuurder of een bestuurder zonder rijbewijs bestuurt een motorvoertuig op twee of meer wielen, waarvoor een rijbewijs is vereist;

  • 2) Een deelnemer aan het alcoholslotprogramma bestuurt een motorvoertuig op twee of meer wielen, ongeacht of voor het besturen van dat motorvoertuig een rijbewijs is vereist.

Toepasselijk kader

Commuun en verkeer

Basispunten

10 punten

Strafbeschikking

In principe landelijk

Basisfactoren

Adem-alcoholgehalte (of AAG-equivalent) bestuurder motorvoertuig op twee of meer wielen

– Schaal I: 235–350 µg/l

0 pt

– Schaal II: 355–435 µg/l

4 pt

– Schaal III: 440–500 µg/l

8 pt

– Schaal IV: 505–570 µg/l

12 pt

– Schaal V: 575–650 µg/l

16 pt

– Schaal VI: 655–715 µg/l

20 pt

– Schaal VII: 720–785 µg/l

24 pt

– Schaal VIII: 790–865 µg/l

28 pt

– Schaal IX: 870–945 µg/l

32 pt

– Schaal X: 950–1020 µg/l

36 pt

– Schaal XI: 1025–1090 µg/l

40 pt

– Schaal XII: 1095–1195 µg/l

44 pt

– Schaal XIII: 1200 µg/l en hoger

48 pt

Indien het adem-alcoholgehalte niet is gemeten, bestaat de mogelijkheid dat het bloed-alcoholgehalte bekend is. In dat geval dient de volgende beoordelingsfactor in de beoordeling te worden betrokken.

Bloed-alcoholgehalte (of BAG-equivalent) bestuurder motorvoertuig op twee of meer wielen

– Schaal I: 0,54–0,80‰

0 pt

– Schaal II: 0,81–1,00‰

4 pt

– Schaal III: 1,01–1,15‰

8 pt

– Schaal IV: 1,16–1,30‰

12 pt

– Schaal V: 1,31–1,50‰

16 pt

– Schaal VI: 1,51–1,65‰

20 pt

– Schaal VII: 1,66–1,80‰

24 pt

– Schaal VIII: 1,81–2,00‰

28 pt

– Schaal IX: 2,01–2,15‰

32 pt

– Schaal X: 2,16–2,35‰

36 pt

– Schaal XI: 2,36–2,50‰

40 pt

– Schaal XII: 2,51–2,75‰

44 pt

– Schaal XIII: 2,76‰ en hoger

48 pt

Soort voertuig

– Er is sprake van een (bestel)auto of motor

0 pt

– Er is sprake van een vrachtwagen/trekker, al dan niet met aanhanger/oplegger, of een autobus

4 pt

Rijgedrag (auto)

– Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag

0 pt

– Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.

4 pt

– Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging ex art.6 WVW94 ingesteld).

4 pt + dagvaarden

Recidive bij rijden onder invloed (auto)

– Geen recidive

0 pt

– 1 maal

4 pt

– Meermalen

4 pt + dagvaarden

Delictspecifieke factoren

Geen

Wettelijke factoren

Geen

Recidiveregeling

Geen

Draagkracht

Geen

Speciale regelingen

  • OBM regeling rijden onder invloed motorvoertuigen

  • Recidiveregeling voor ernstige verkeersdelicten (puntenstelsel)

Bijzonderheden

Indien er sprake is van een adem-alcoholgehalte of bloed-alcoholgehalte uit schaal V én er sprake is van eenmaal recidive, zal als extra vraag worden gesteld of deze strafzaak bij onherroepelijke afdoening tot een tweede punt in het kader van de Recidiveregeling voor ernstige verkeersdelicten (puntenstelsel) kan leiden. Bij positieve beantwoording van die vraag zal er verplicht moeten worden gedagvaard.

Toelichting: De OBM-regeling behorend bij het basisdelict 5.22.01 hierboven wordt ook gewijzigd

Obm regeling rijden onder invloed motorvoertuigen 4.01.01

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Beschrijving

Binnen de verkeersrichtlijnen is de ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen (OBM) één van de mogelijke onderdelen van de eis ter terechtzitting of de strafbeschikking. Indien onderstaande regeling van toepassing is, zoals in geval van het delict 'rijden onder invloed' door bestuurders van motorvoertuigen, dient -afhankelijk van de ernst van het delict- naast een geldboete, taakstraf of gevangenisstraf ook een onvoorwaardelijke ontzegging te worden geëist of in een strafbeschikking te worden opgelegd. De hoogte van elk van deze sancties kan worden afgelezen uit onderstaande tabel, die gerelateerd is aan het bij artikel 8, tweede lid, van de WVW 1994 behorende schalentarief. Voor beginnende bestuurders, bestuurders zonder rijbewijs of deelnemer aan het alcoholslotprogramma geldt een enigszins afwijkende ontzeggingsregeling. Ook voor het besturen onder invloed van een bromfiets, een snorfiets, brommobiel of een gehandicaptenvoertuig met motor en voor het delict 'verlaten plaats ongeval' bestaan aparte ontzeggingsregelingen.

Uitwerking

Indien deze OBM regeling van toepassing is, gelden in afwijking van andere Polaris-regels, de onderstaande sancties als uitgangspunt voor de strafmaat. Indien de sanctie uitsluitend een geldbedrag betreft, dient (indien niet op andere gronden dagvaarden is geïndiceerd) een transactie te worden aangeboden of een strafbeschikking inhoudende een geldboete te worden uitgevaardigd.

Schaal I: 10 strafpunten – € 340

Schaal II: 14 strafpunten – € 470, indien sprake van meermalen recidive € 470 en 4

mnd OBM ov

Schaal III: 18 strafpunten – € 600, indien sprake van meermalen recidive € 600 en 4

mnd OBM ov

Schaal IV: 22 strafpunten – € 700, indien sprake van meermalen recidive € 700 en 4 mnd OBM ov

Schaal V: 26 strafpunten – € 850 en 6 mnd OBM ov

Schaal VI: 30 strafpunten – € 1000 en 6 mnd OBM ov

Schaal VII: 34 strafpunten – € 1100 en 7 mnd OBM ov

Schaal VIII: 38 strafpunten – € 1200 en 8 mnd OBM ov

Schaal IX: 42 strafpunten – € 1400 en 9 mnd OBM ov

Schaal X: 46 strafpunten – € 1500 en 10 mnd OBM ov

Schaal XI: 50 strafpunten – 28 uur TS (cq 14 dg GS) en 12 mnd OBM ov

Schaal XII: 54 strafpunten – 36 uur TS (cq 18 dg GS) en 15 mnd OBM ov

Schaal XIII: 58 strafpunten – 42 uur TS (cq 21 dg GS) en 18 mnd OBM ov

Extra schaal: 62 strafpunten – 48 uur TS (cq 24 dg GS) en 21 mnd OBM ov

Extra schaal: 66 strafpunten – 54 uur TS (cq 27 dg GS) en 24 mnd OBM ov

Extra schaal: 70 strafpunten – 60 uur TS (cq 30 dg GS) en 27 mnd OBM ov

Gebruikte afkortingen:

– OBM: ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen – GS: gevangenisstraf – TS: taakstraf – ov: onvoorwaardelijk(e veroordeling) – mnd: maanden – dg: dagen.

De regels van het afnemend strafnut zijn niet van toepassing op de OBM. Als OBM geïndiceerd is, zal het aantal strafpunten dat de duur van die OBM aangeeft meteen het aantal sanctiepunten voor de OBM zijn.

Factoren

Geen

Zie basisdelicten

  • besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand

  • besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van een stof, zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan -al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof- de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.

  • besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer

  • weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek (motorvoertuig op twee of meer wielen)

Basisdelict als beginnende bestuurder, bestuurder zonder rijbewijs of deelnemer aan het alcoholslotprogramma besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen met een AAG(-equivalent) van 95 µg/l of meer 5.22.10

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Beschrijving

Dit basisdelict ziet op overtreding van art. 8, lid 3 en 4 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals gewijzigd bij Wet van 28 juni 2006, Stb. 2006, 322 en bij Wet van 4 juni 2010, Stb. 2010, 259; het door een beginnende bestuurder, bestuurder zonder rijbewijs of deelnemer aan het alcoholslotprogramma rijden onder invloed van alcohol, waarbij de mate van overtreding op grond van een gemeten AAG of BAG vaststaat. Het voertuig waarmee het delict wordt begaan, bepaalt mede de gevaarzetting. In dit basisdelict betreft dat een motorvoertuig op twee of meer wielen. Dit delict start bij een AAG(-equivalent) van 95 µg/l met een vast aantal strafpunten van 10 tot een grens van 350 µg/l. Vanaf daar wordt het aantal strafpunten op evenredige wijze afgeleid van het AAG of BAG.

NB: Indien een beginnende bestuurder of een bestuurder zonder rijbewijs een motorvoertuig op twee of meer wielen bestuurt, waarvoor géén rijbewijs is vereist, is niet dit basisdelict, maar het basisdelict ‘besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer’ (5.22.01) van toepassing.

Toepasselijk kader

Commuun en verkeer

Basispunten

10 punten

Strafbeschikking

In principe landelijk

Basisfactoren

Adem-alcoholgehalte (of AAG-equivalent)beginnende bestuurder, bestuurder zonder rijbewijs of deelnemer aan het alcoholslotprogramma, die een motorvoertuig op twee of meer wielen bestuurt

– Schaal I: 95–350 µg/l

0 pt

– Schaal II: 355–435 µg/l

4 pt

– Schaal III: 440–500 µg/l

8 pt

– Schaal IV: 505–570 µg/l

12 pt

– Schaal V: 575–650 µg/l

16 pt

– Schaal VI: 655–715 µg/l

20 pt

– Schaal VII: 720–785 µg/l

24 pt

– Schaal VIII: 790–865 µg/l

28 pt

– Schaal IX: 870–945 µg/l

32 pt

– Schaal X: 950–1020 µg/l

36 pt

– Schaal XI: 1025–1090 µg/l

40 pt

– Schaal XII: 1095–1195 µg/l

44 pt

– Schaal XIII: 1200 µg/l en hoger

48 pt

Indien het adem-alcoholgehalte niet is gemeten, bestaat de mogelijkheid dat het bloed-alcoholgehalte bekend is. In dat geval dient de volgende beoordelingsfactor in de beoordeling te worden betrokken.

Bloed-alcoholgehalte (of BAG-equivalent) beginnende bestuurder, bestuurder zonder rijbewijs of deelnemer aan het alcoholslotprogramma, die een motorvoertuig op twee of meer wielen bestuurt

– Schaal I: 0,22–0,80‰

0 pt

– Schaal II: 0,81–1,00‰

4 pt

– Schaal III: 1,01–1,15‰

8 pt

– Schaal IV: 1,16–1,30‰

12 pt

– Schaal V: 1,31–1,50‰

16 pt

– Schaal VI: 1,51–1,65‰

20 pt

– Schaal VII: 1,66–1,80‰

24 pt

– Schaal VIII: 1,81–2,00‰

28 pt

– Schaal IX: 2,01–2,15‰

32 pt

– Schaal X: 2,16–2,35‰

36 pt

– Schaal XI: 2,36–2,50‰

40 pt

– Schaal XII: 2,51–2,75‰

44 pt

– Schaal XIII: 2,76‰ en hoger

48 pt

Soort voertuig

Er is sprake van een (bestel)auto of motor

0 pt

– Er is sprake van een vrachtwagen/trekker, al dan niet met aanhanger/oplegger, of een autobus

4 pt

Rijgedrag (auto)

Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag

0 pt

– Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.

4 pt

– Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging ex art.6 WVW94 ingesteld).

4 pt + dagvaarden

Recidive bij rijden onder invloed (auto)

Geen recidive

0 pt

– 1 maal

4 pt

– Meermalen

4 pt + dagvaarden

Delictspecifieke factoren

Geen

Wettelijke factoren

Geen

Recidiveregeling

Geen

Draagkracht

Geen

Speciale regelingen

  • OBM regeling rijden onder invloed motorvoertuigen door beginnende bestuurders, bestuurders zonder rijbewijs en deelnemers aan het alcoholslotprogramma

  • Recidiveregeling voor ernstige verkeersdelicten

Bijzonderheden

Er is sprake van een beginnende bestuurder, als sinds de datum waarop aan de houder voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven nog geen vijf jaar zijn verstreken, dan wel, indien het voor het eerst afgegeven rijbewijs een bromfietsrijbewijs betreft en de houder op het ogenblik van die afgifte de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, nog geen zeven jaar zijn verstreken.

Indien er sprake is van een adem-alcoholgehalte of bloed-alcoholgehalte uit schaal V én er sprake is van eenmaal recidive, zal als extra vraag worden gesteld of deze strafzaak bij onherroepelijke afdoening tot een tweede punt in het kader van de Recidiveregeling voor ernstige verkeersdelicten (puntenstelsel) kan leiden. Bij positieve beantwoording van die vraag zal er verplicht moeten worden gedagvaard.

Toelichting: De OBM-regeling behorend bij het basisdelict 5.22.10 hierboven wordt ook tekstueel gewijzigd:

OBM regeling rijden onder invloed bromfietsen 4.01.02

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Beschrijving

Binnen de verkeersrichtlijnen is de ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen één van de mogelijke onderdelen van de eis ter terechtzitting of de strafbeschikking. Onderstaande regeling is van toepassing in geval van delicten die relatie hebben met ‘rijden onder invloed’ met een bromfiets, snorfiets of een gehandicaptenvoertuig met motor. In dat geval dient – afhankelijk van de ernst van het delict – naast een geldboete ook een onvoorwaardelijke ontzegging te worden geëist of in een strafbeschikking opgelegd. De hoogte van elk van deze sancties kan worden afgelezen uit onderstaande tabel, die gerelateerd is aan het bij artikel 8, tweede lid, van de WVW 1994 behorende schalentarief. Voor het besturen onder invloed van andere motorrijtuigen dan de hiergenoemde en voor het delict ‘verlaten plaats ongeval’ bestaan aparte ontzeggingsregelingen.

Uitwerking

Indien deze OBM regeling van toepassing is, gelden in afwijking van andere Polaris-regels, de onderstaande sancties als uitgangspunt voor de strafmaat. Indien de sanctie uitsluitend een geldbedrag betreft, dient (indien niet op andere gronden dagvaarden is geïndiceerd) een transactie te worden aangeboden of een strafbeschikking inhoudende een geldboete te worden uitgevaardigd.

Schaal I: 5 strafpunten – € 170

Schaal II: 8 strafpunten – € 270, indien sprake van meermalen recidive € 270 en 4 mnd OBM ov

Schaal III: 11 strafpunten – € 370, indien sprake van meermalen recidive € 370 en 4 mnd OBM ov

Schaal IV: 14 strafpunten –470 en 4 mnd OBM ov

Schaal V: 17 strafpunten – € 550 en 5 mnd OBM ov

Schaal VI: 20 strafpunten – € 650 en 6 mnd OBM ov

Schaal VII: 23 strafpunten – € 750 en 7 mnd OBM ov

Schaal VIII: 26 strafpunten – € 850 en 8 mnd OBM ov

Extra schaal I: 29 strafpunten – € 950 en 9 mnd OBM ov

Extra schaal II: 32 strafpunten – € 1000 en 10 mnd OBM ov

Gebruikte afkortingen:

OBM: ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen

ov: onvoorwaardelijk(e veroordeling)

mnd: maanden

Factoren

Geen

Zie basisdelicten

  • besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art.8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand

  • besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht

  • besturen van bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) of een gehandicaptenvoertuig met motor met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer

  • weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek (bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig met motor)

Obm regeling rijden onder invloed motorvoertuigen door beginnende bestuurders, bestuurders zonder rijbewijs en deelnemers aan het alcoholslotprogramma 4.01.10

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Beschrijving

Binnen de verkeersrichtlijnen is de ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen (OBM) één van de mogelijke onderdelen van de eis ter terechtzitting of de strafbeschikking. Indien onderstaande regeling van toepassing is, zoals in geval van het delict 'rijden onder invloed' van motorvoertuigen door beginnende bestuurders of bestuurders zonder rijbewijs, dient -afhankelijk van de ernst van het delict- naast een geldboete, taakstraf of gevangenisstraf ook een onvoorwaardelijke ontzegging te worden geëist of in een strafbeschikking opgelegd. De hoogte van elk van deze sancties kan worden afgelezen uit onderstaande tabel, die bij beginnend bestuurders en bestuurders zonder rijbewijs gerelateerd is aan het bij artikel 8, derde en vierde lid, van de WVW 1994 behorende schalentarief.

Uitwerking

Indien deze OBM regeling van toepassing is, gelden in afwijking van andere Polaris-regels, de onderstaande sancties als uitgangspunt voor de strafmaat. Indien de sanctie uitsluitend een geldbedrag betreft, dient (indien niet op andere gronden dagvaarden is geïndiceerd) een transactie te worden aangeboden of een strafbeschikking inhoudende een geldboete te worden opgelegd.

Schaal I: 10 strafpunten – € 340

Schaal II: 14 strafpunten – € 470 en 4 mnd OBM ov

Schaal III: 18 strafpunten – € 600 en 4 mnd OBM ov

Schaal IV: 22 strafpunten – € 700 en 4 mnd OBM ov

Schaal V: 26 strafpunten – € 850 en 6 mnd OBM ov

Schaal VI: 30 strafpunten – € 1000 en 6 mnd OBM ov

Schaal VII: 34 strafpunten – € 1100 en 7 mnd OBM ov

Schaal VIII: 38 strafpunten – € 1200 en 8 mnd OBM ov

Schaal IX: 42 strafpunten – € 1400 en 9 mnd OBM ov

Schaal X: 46 strafpunten – € 1500 en 10 mnd OBM ov

Schaal XI: 50 strafpunten – 28 uur TS (cq 14 dg GS) en 12 mnd OBM ov

Schaal XII: 54 strafpunten – 36 uur TS (cq 18 dg GS) en 15 mnd OBM ov

Schaal XIII: 58 strafpunten – 42 uur TS (cq 21 dg GS) en 18 mnd OBM ov

Extra schaal: 62 strafpunten – 48 uur TS (cq 24 dg GS) en 21 mnd OBM ov

Extra schaal: 66 strafpunten – 54 uur TS (cq 27 dg GS) en 24 mnd OBM ov

Extra schaal: 70 strafpunten – 60 uur TS (cq 30 dg GS) en 27 mnd OBM ov

Gebruikte afkortingen:

OBM: ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen – GS: gevangenisstraf – TS: taakstraf – ov: onvoorwaardelijk(e veroordeling) – mnd: maanden – dg: dagen.

De regels van het afnemend strafnut zijn niet van toepassing op de OBM. Als OBM geïndiceerd is, zal het aantal strafpunten dat de duur van die OBM aangeeft meteen het aantal sanctiepunten voor de OBM zijn.

Factoren

Geen

Zie basisdelicten

  • als beginnende bestuurder, bestuurder zonder rijbewijs of deelnemer aan het alcoholslotprogramma besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen met een AAG(-equivalent) van 95 µg/l of meer

Basisdelict als beginnende bestuurder, bestuurder zonder rijbewijs of deelnemer aan het alcoholslotprogramma besturen van een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) dan wel als deelnemer aan het alcoholslotprogramma besturen van een gehandicaptenvoertuig met motor met een AAG(-equivalent) van 95 µg/l of meer 5.22.11

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Beschrijving

Dit basisdelict ziet op overtreding van art. 8, lid 3 en 4 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals gewijzigd bij Wet van 28 juni 2006, Stb. 2006, 322 en bij Wet van 4 juni 2010, Stb. 2010, 259; het besturen onder invloed van alcohol van een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) door een beginnende bestuurder of een bestuurder zonder rijbewijs, waarbij de mate van overtreding op grond van een gemeten AAG of BAG vaststaat. Dit delict start bij een AAG(-equivalent) van 95 µg/l met een vast aantal strafpunten van 5 tot een grens van 350 µg/l. Vanaf daar wordt het aantal strafpunten op evenredige wijze afgeleid van het AAG of BAG.

NB: Indien een beginnende bestuurder of een bestuurder zonder rijbewijs een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) bestuurt, waarvoor géén rijbewijs is vereist, is niet dit basisdelict, maar het basisdelict ‘besturen van een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) of een gehandicaptenvoertuig met motor met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer’ (5.22.02) van toepassing. Dit geldt ook, indien een beginnende bestuurder of een bestuurder zonder rijbewijs een gehandicaptenvoertuig met motor bestuurt.

Toepasselijk kader

Commuun en verkeer

Basispunten

5 punten

Strafbeschikking

In principe landelijk

Basisfactoren

Adem-alcoholgehalte (of AAG-equivalent) beginnende bestuurder of bestuurder zonder rijbewijs, die een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) bestuurt

– Schaal I: 95–350 µg/l

0 pt

– Schaal II: 355–435 µg/l

3 pt

– Schaal III: 440–570 µg/l

6 pt

– Schaal IV: 575–650 µg/l

9 pt

– Schaal V: 655–785 µg/l

12 pt

– Schaal VI: 790–865 µg/l

15 pt

– Schaal VII: 870–1090 µg/l

18pt

– Schaal VIII: 1095 µg/l en hoger

21 pt

Indien het adem-alcoholgehalte niet is gemeten, bestaat de mogelijkheid dat het bloed-alcoholgehalte bekend is. In dat geval dient de volgende beoordelingsfactor in de beoordeling te worden betrokken.

Bloed-alcoholgehalte (of BAG-equivalent) beginnende bestuurder of bestuurder zonder rijbewijs, die een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) bestuurt

– Schaal I: 0,22–0,80‰

0 pt

– Schaal II: 0,81–1,00‰

3 pt

– Schaal III: 1,01–1,30‰

6 pt

– Schaal IV: 1,31–1,50‰

9 pt

– Schaal V: 1.51–1,80‰

12 pt

– Schaal VI: 1,81–2,00‰

15 pt

– Schaal VII: 2,01–2,50‰

18pt

– Schaal VIII: 2,51‰ en hoger

21 pt

Rijgedrag (bromfiets)

– Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag

0 pt

– Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.

3 pt

– Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging ex art.6 WVW94 ingesteld).

3 pt + dagvaarden

Recidive bij rijden onder invloed (bromfiets)

– Geen recidive

0 pt

– 1 maal

3 pt

– Meermalen

3 pt + dagvaarden

Delictspecifieke factoren

Geen

Wettelijke factoren

Geen

Recidiveregeling

Geen

Draagkracht

Geen

Speciale regelingen

  • OBM regeling rijden onder invloed bromfietsen (beginnende bestuurder e.d.)

  • Recidiveregeling voor ernstige verkeersdelicten (puntenstelsel)

Bijzonderheden

Er is sprake van een beginnende bestuurder, als sinds de datum waarop aan de houder voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven nog geen vijf jaar zijn verstreken, dan wel, indien het voor het eerst afgegeven rijbewijs een bromfietsrijbewijs betreft en de houder op het ogenblik van die afgifte de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, nog geen zeven jaar zijn verstreken.

Indien er sprake is van een adem-alcoholgehalte of bloed-alcoholgehalte uit schaal IV of V én er sprake is van eenmaal recidive, zal als extra vraag worden gesteld of deze strafzaak bij onherroepelijke afdoening tot een tweede punt in het kader van de Recidiveregeling voor ernstige verkeerdelicten (puntenstelsel) kan leiden. Bij positieve beantwoording van die vraag zal er verplicht moeten worden gedagvaard.

Toelichting: Ook in onderstaande twee basisfactoren zijn er enkele tekstuele wijzigingen:

Adem-alcoholgehalte (of AAG-equivalent) beginnende bestuurder, bestuurder zonder rijbewijs of deelnemer aan het alcoholslotprogramma, die een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) bestuurt, dan wel de deelnemer aan het alcoholslotprogramma die een gehandicaptenvoertuig met motor bestuurt 3.01.45

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Beschrijving

De mate waarin een verkeersdeelnemer onder invloed van alcohol een gevaar vormt is af te leiden van het adem-alcoholgehalte (AAG). De schalen zijn afhankelijk van het vervoermiddel. De ondergrens van de eerste schaal ligt bij deze bestuurders lager dan bij bestuurders die niet onder deze categorieën vallen. Deze factor heeft een strafverzwarende invloed vanaf 355 µg/l.

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

– Schaal I: 95–350 µg/l

0 pt

– Schaal II: 355–435 µg/l

3 pt

– Schaal III: 440–570 µg/l

6 pt

– Schaal IV: 575–650 µg/l

9 pt

– Schaal V: 655–785 µg/l

12 pt

– Schaal VI: 790–865 µg/l

15 pt

– Schaal VII: 870–1090 µg/l

18 pt

– Schaal VIII: 1095 µg/l en hoger

21 pt

Uitgangspunt indien onbekend

Schaal I: 95–350 µg/l

Bijzonderheden

Het bepalen van het AAG-equivalent, gegeven het bloed-alcoholgehalte, is mogelijk door de volgende berekening toe te passen: BAG in mg/l, AAG in µg/l (1000 x BAG) / 2,300 = AAG

Zie basisdelicten

  • als beginnende bestuurder of bestuurder zonder rijbewijs besturen van een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel)met een AAG(-equivalent) van 95 µg/l of meer

Bloed-alcoholgehalte (of BAG-equivalent) beginnende bestuurder, bestuurder zonder rijbewijs of deelnemer aan het alcoholslotprogramma, die een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) bestuurt, dan wel de deelnemer aan het alcoholslotprogramma die een gehandicaptenvoertuig met motor bestuurt 3.01.46

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Beschrijving

De mate waarin een verkeersdeelnemer onder invloed van alcohol een gevaar vormt is af te leiden van het adem-alcoholgehalte (AAG) of bloedalcoholgehalte (BAG). De schalen zijn afhankelijk van het vervoermiddel. De ondergrens van de eerste schaal ligt bij deze bestuurders lager dan bij bestuurders die niet onder deze categorieën vallen. Deze factor heeft een strafverzwarende invloed vanaf 0,81 promille.

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

Indien het adem-alcoholgehalte niet is gemeten bestaat de mogelijkheid dat het bloed-alcoholgehalte bekend is. In dat geval dient de volgende beoordelingsfactor in de beoordeling te worden betrokken.

– Schaal I: 0,22–0,80‰

0 pt

– Schaal II: 0,81–1,00‰

3 pt

– Schaal III: 1,01–1,30‰

6 pt

– Schaal IV: 1,31–1,50‰

9 pt

– Schaal V: 1.51–1,80‰

12 pt

– Schaal VI: 1,81–2,00‰

15 pt

– Schaal VII: 2,01–2,50‰

18 pt

– Schaal V: 2,51‰ en hoger

21 pt

Uitgangspunt indien onbekend

Schaal I: 0,22–0,80‰

Bijzonderheden

Het bepalen van het BAG-equivalent, gegeven het adem-alcoholgehalte, is mogelijk door de volgende berekening toe te passen: BAG in mg/l, AAG in µg/l

BAG = (AAG x 2,300) / 1000

Zie basisdelicten

  • als beginnende bestuurder, bestuurder zonder rijbewijs of deelnemer aan het alcoholslotprogramma besturen van een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel), dan wel als deelnemer aan het alcoholslotprogramma besturen van een gehandicaptenvoertuig met motormet een AAG(-equivalent) van 95 µg/l of meer

Toelichting: Enkele kleine wijzigingen in de OBM-regeling voor de beginnende bestuurder bromfiets

Obm regeling rijden onder invloed bromfietsen (beginnende bestuurder.e.d.) 4.01.12

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Beschrijving

Binnen de verkeersrichtlijnen is de ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen één van de mogelijke onderdelen van de eis ter terechtzitting of de strafbeschikking. Onderstaande regeling is van toepassing in geval van delicten die relatie hebben met 'rijden onder invloed' met een bromfiets, snorfiets of een gehandicaptenvoertuig met motor. In dat geval dient -afhankelijk van de ernst van het delict- naast een geldboete ook een onvoorwaardelijke ontzegging te worden geëist of in een strafbeschikking opgelegd. De hoogte van elk van deze sancties kan worden afgelezen uit onderstaande tabel, die gerelateerd is aan het bij artikel 8, tweede lid, van de WVW 1994 behorende schalentarief. Voor het besturen onder invloed van andere motorrijtuigen dan de hiergenoemde en voor het delict 'verlaten plaats ongeval' bestaan aparte ontzeggingsregelingen.

Uitwerking

Indien deze OBM regeling van toepassing is, gelden in afwijking van andere Polaris-regels, de onderstaande sancties als uitgangspunt voor de strafmaat. Indien de sanctie uitsluitend een geldbedrag betreft, dient (indien niet op andere gronden dagvaarden is geïndiceerd) een transactie te worden aangeboden of een strafbeschikking inhoudende een geldboete te worden uitgevaardigd.

Schaal I: 5 strafpunten € 170

Schaal II: 8 strafpunten € 270 en 4 mnd OBM ov

Schaal III: 11 strafpunten € 370 en 4 mnd OBM

Schaal IV: 14 strafpunten € 470 en 4 mnd OBM ov

Schaal V: 17 strafpunten € 550 en 5 mnd OBM ov

Schaal VI: 20 strafpunten € 650 en 6 mnd OBM ov

Schaal VII 23 strafpunten € 750 en 7 mnd OBM ov

Schaal VIII 26 strafpunten € 850 en 8 mnd OBM ov

Extra schaal: 29 strafpunten € 950 en 9 mnd OBM ov

Extra schaal: 32 strafpunten € 1000 en 10 mnd OBM ov

Gebruikte afkortingen:

OBM: ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen – ov: onvoorwaardelijk(e veroordeling) – mnd: maanden.

De regels van het afnemend strafnut zijn niet van toepassing op de OBM. Als OBM geïndiceerd is, zal het aantal strafpunten dat de duur van die OBM aangeeft meteen het aantal sanctiepunten voor de OBM zijn.

Factoren

Geen

Zie basisdelicten

  • Basisdelict als beginnende bestuurder, bestuurder zonder rijbewijs of deelnemer aan het alcoholslotprogramma besturen van een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel), dan wel als deelnemer aan het alcoholslotprogramma besturen van een gehandicaptenvoertuig met motor met een AAG(-equivalent) van 95 µg/l of meer

Naar boven