A. Wettelijk gebruiksvoorschrift
[Regeling vervallen per 16-10-2011]
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als grondontsmettingsmiddel op onbedekte percelen
met een teeltverbod van voor stengelaaltjes vatbare bloembolgewassen, vanwege een
door de Plantenziektenkundige Dienst opgelegde besmetverklaring voor het quarantaine
organisme stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci) in de teelt van bloembollen.
Indien het besmet verklaarde perceel in de afgelopen periode van 5 jaar reeds eerder
ontsmet is met metam-natrium mag uitsluitend één extra behandeling worden uitgevoerd
met als doel de Ditylenchus dipsaci-besmetverklaring op te heffen.
De dosering zoals aangegeven in de Gebruiksaanwijzing, zie onder B., mag niet worden
overschreden.
Het middel alleen toepassen met daartoe bestemde injectie-apparatuur.
De injectie-apparatuur moet voorzien zijn van lekvrije doppen, b.v. roestvrijstalen
antidrup-doppen of een systeem t.b.v. onderzoeksdoeleinden dat het nadruppen van de
spuitdoppen voorkomt door middel van het met perslucht doorblazen van vloeistofleidingen
voor het lichten van de scharen (bijv. systeem ‘Hartenhof’). De apparatuur laden met
een lekvrij systeem (onder- of overdrukpomp). Bij het begin van een werkgang dienen
eerst de injectiedoppen in de grond geplaatst te worden; pas daarna mag de afgifte
worden ingeschakeld.
Het middel op tenminste 10 cm diepte inbrengen.
De afgifte dient tenminste 1 meter voordat de injectiedoppen uit de grond worden gelicht,
gestopt te worden.
Na injectie van het middel de grond onmiddellijk aanrollen.
Tijdens alle werkzaamheden ten behoeve van de grondontsmetting en het uitvoeren van
de eerste grondbewerking na ontsmetting waarbij huidcontact met het middel kan optreden,
doelmatige huidbeschermende kleding, handschoenen met lange schachten en rubberen
laarzen dragen.
Verontreinigde kledingstukken onmiddellijk uittrekken.
Handschoenen en laarzen die in contact zijn geweest met het middel altijd direct met
veel water wassen.
Handschoenen buiten de cabine opbergen.
Bij het gereedmaken van de toedieningsapparatuur, het verhelpen van storingen en het
inwendig schoonmaken van de apparatuur een volgelaatsmasker dragen met B2-P3-filter,
bij voorkeur voorzien van een aanblaaseenheid. Het filter tijdig maar niet later dan
1 maand na ingebruikname vervangen. Indien het filter als gevolg van een calamiteit
aan hoge concentraties van het middel in de lucht heeft blootgestaan, deze dan direct
vervangen.
Om het grondwater te beschermen mag u dit product niet gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden.
In niet-grondwatergebieden mag u, om het grondwater te beschermen, dit product niet
later dan 15 oktober 2011 gebruiken.
Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden, vermijd onnodige blootstelling
Schadelijk: gevaar voor ernstige schade aan de gezondheid bij langdurige blootstelling
bij opname door de mond.
Mogelijk gevaar voor beschadiging van het ongeboren kind.
Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik
Dit middel is - zij het voor andere toepassingen - tevens toegelaten onder het toelatingsnummer
6321 N.
B. Gebruiksaanwijzing
[Regeling vervallen per 16-10-2011]
Algemeen
[Regeling vervallen per 16-10-2011]
Grondontsmettingsmiddel ter bestrijding van stengelaaltjes. De grond moet voor of
tijdens de behandeling zaai- of plantklaar worden gemaakt en moet dus de daarvoor
geschikte vochtigheid bezitten; ze moet echter vooral niet te nat zijn.
Het middel bij voorkeur toepassen bij een bodemtemperatuur (gemeten op 15 cm diepte)
tussen ongeveer 7 en 16ºC. Hoe lager de bodemtemperatuur des te langer het middel
in de grond aanwezig blijft en des te groter de kans op schade door het middel is.
Het middel onverdund toepassen.
Om resten van het middel sneller te laten verdwijnen de grond vervolgens los maken.
Alvorens te planten of te zaaien na de ontsmetting een wachtperiode in acht nemen
van 3 tot 6 weken.
Onder ongunstige omstandigheden (b.v. hoog vochtgehalte van de grond, lage temperatuur,
sterk absorberende grondsoort) kan deze periode veel langer zijn. In die situatie
verdient het aanbeveling het einde van de wachtperiode vast te stellen met behulp
van de tuinkerstest.
Toepassingen
[Regeling vervallen per 16-10-2011]
In de onbedekte teelt van bloembollen, ter bestrijding van stengelaaltjes (Ditylenchus
dipsaci). Bij voorkeur toepassen met een spitinjecteur.
Dosering: 7,5 liter per are.