Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Als model van het formulier voor de jaarlijkse rapportage dan wel de vijfjaarlijkse
aanvraag tot verlenging van een erkenning voor het bijhouden of instellen van één
of meer stamboeken, het reglementeren en uitvoeren of alleen uitvoeren van prestatieonderzoek
en het reglementeren en uitvoeren of alleen het uitvoeren van fokwaardeschatting,
als bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, van de verordening, geldt:
-
a. voor runderen en buffels: het model zoals opgenomen in bijlage I;
-
b. voor varkens: het model zoals opgenomen in bijlage II;
-
c. voor schapen en geiten: het model zoals opgenomen in bijlage III;
-
d. voor paardachtigen: het model zoals opgenomen in bijlage IV.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Bijlage I. bij het Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens jaarlijkse rapportage
en vijfjaarlijkse verlengingsaanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek
en fokwaardeschatting (PVV) 2010
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
TOELICHTING FORMULIER 1A - RUNDEREN EN BUFFELS
Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de
erkenning voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken of registers voor runderen
en buffels
Opmerkingen:
-
dit is een toelichting op de onderdelen van het formulier
-
de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de
gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie.
Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening
te raadplegen.
-
indien de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking
heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1B en het
FORMULIER 1C ook in te vullen.
Organisatie
Beschrijving 1
Rapportage discriminatiebeding (zijn er klachten geweest, hoeveel, hoe bent u daar
mee omgegaan). Een fokkerijorganisatie moet aantonen dat elke fokker met dieren die
daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten en dat de
organisatie niet de ene fokker ten opzichte van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt.
De klachtafhandeling kan hier een beeld van geven.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel A)
Beschrijving 2
Meest recente berichtgeving waaruit blijkt dat er overleg is tussen de fokkerijorganisatie
en de fokkers. Bijvoorbeeld (nieuws)brieven naar fokkers of een verenigingsblad. Deze
informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking
tot het doeltreffend functioneren.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel B en C)
Beschrijving 3
Inzicht in de financiële draagkracht. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend
functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te
beoordelen.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)
Beschrijving 4
Het jaarverslag met een beschrijving van de activiteiten van de organisatie geeft
inzicht in het doeltreffend functioneren van de organisatie.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)
Beschrijving 5
Vermelding van het aantal leden op het moment van dagtekening van dit formulier. Deze
informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking
tot het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid om het fokdoel te bereiken.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)
Beschrijving 6
Eventuele wijzigingen in de protocollen van de erkende organisatie moeten voldoen
aan de erkenningscriteria. Deze vormen onderdeel van de rapportage. Indien het wezenlijke
veranderingen ten aanzien van de fokkerij betreft, is afstemming met het productschap
gewenst.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel A en verder)
Fokdoel
Beschrijving 7
Erfelijke gebreken kunnen door de wijze van reproductie in de rundveehouderij grote
invloed hebben op een populatie. Het is van belang dat er een systeem is om erfelijke
gebreken in een vroeg stadium te signaleren en te publiceren, zodat ze niet verder
verspreid worden. Gevraagd wordt naar de resultaten inclusief de handelswijze in het
geval gebreken zijn geconstateerd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en E)
Beschrijving 8
Aantal keuringen in het afgelopen boek- of kalenderjaar en de resultaten daarvan verwerkt
in een overzicht, verslag of artikel ten behoeve van de leden. Deze informatie wordt
gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend
functioneren.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)
Registratie
Beschrijving 9
Rapportage van het aantal controles dat is uitgevoerd en de resultaten daarvan. Indien
de afstamming van een of meer gecontroleerde dieren niet kan kloppen op basis van
het DNA-onderzoek, aangeven wat de reden is en hoe dit is afgehandeld.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel H)
Beschrijving 10
Kopie van een afstammingscertificaat. Aan de hand van dit voorbeeld afstammingscertificaat
wordt beoordeeld of de afstammingsgegevens die door de organisatie worden afgegeven
voor dieren, sperma, eicellen en embryo's van ingeschreven dieren op de voorgeschreven
wijze worden vermeld. Een kopie van het certificaat moet eenmaal per vijf jaar verstrekt
worden. (Voorgenomen) Wijzigingen in het certificaat moeten wel zoals bij beschrijving
7 is aangegeven, elk jaar worden gemeld.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel R)
Populatie
Beschrijving 11
Overzicht van het totaal aantal ingeschreven dieren dat geschikt is voor de fokkerij.
Gevraagd wordt naar de voor de fokkerij actieve/goedgekeurde mannelijke en vrouwelijke
dieren (eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie). Dieren die te oud of
overleden zijn, horen hier dus niet bij.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 12
Overzicht van het totaal aantal dekkingen en/of inseminaties van het laatste volledige
boek- of kalenderjaar, eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie.
In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen,
dienen de dekkingen uitgesplitst te worden weergegeven naar stier.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 13
Overzicht van het totaal aantal geboorten van mannelijke en vrouwelijke dieren van
het laatste volledige boek- of kalenderjaar, eventueel onderverdeeld per ras, register
of sectie. In het geval minder dan 15 goedgekeurde stieren aan de voortplanting hebben
deelgenomen, dienen de geboorten uitgesplitst te worden naar stier.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 14
In de rapportage wordt gevraagd naar het aantal dieren in de actieve fokpopulatie.
Als er een verschil is in het aantal dekkingen of geboorten en het aantal vrouwelijke
dieren is een verklaring gewenst.
Deze informatie wordt een keer in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 15
In de rapportage wordt gevraagd naar een globale schatting van het aantal geïmporteerde
dieren in de afgelopen vijf jaar. De informatie over import geeft inzicht over de
mogelijkheden van een organisatie om inteelt te vermijden. Deze informatie wordt een keer in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 16
Ten behoeve van het behoud van een gezonde populatie is het belangrijk om ongeacht
het fokdoel inteelt te mijden of in ieder geval zo laag mogelijk te houden. Voor runderen
en buffels is het met een populatie van 7.500 vrouwelijke dieren in principe goed
mogelijk om een inteeltpercentage van minder dan 1% generatie te realiseren. Overigens
onder de voorwaarde dat er voldoende niet verwante mannelijke dieren worden ingezet.
Gevraagd wordt naar de jaarlijkse inteelttoename in de afgelopen vijf jaar.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
TOELICHTING FORMULIER 1B - RUNDEREN EN BUFFELS
Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor het uitvoeren van
prestatieonderzoek bij runderen en buffels
Opmerkingen:
-
dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier
-
de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de
gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie.
Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening
te raadplegen.
-
indien de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking
heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1A en het
FORMULIER 1C ook in te vullen. Dit geldt niet als de rapportage of de verlengingsaanvraag
betrekking heeft op erkenning voor reglementering (en uitvoering)
Organisatie
Beschrijving 1
Rapportage discriminatiebeding (zijn er klachten geweest, hoeveel, hoe bent u daar
mee omgegaan). Een fokkerijorganisatie moet aantonen dat elke fokker met dieren die
daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten en dat de
organisatie niet de ene fokker ten opzichte van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt.
De klachtafhandeling kan hier een beeld van geven.
(Bijlage I van de verordening, onder A)
Beschrijving 2
Meest recente berichtgeving waaruit blijkt dat er overleg is tussen de fokkerijorganisatie
en de fokkers. Bijvoorbeeld (nieuws)brieven naar fokkers of een verenigingsblad. Deze
informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking
tot het doeltreffend functioneren.
(Bijlage I van de verordening, onder B en C)
Beschrijving 3
Inzicht in de financiële draagkracht. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend
functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te
beoordelen.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)
Beschrijving 4
Het jaarverslag met een beschrijving van de activiteiten van de organisatie geeft
inzicht in het doeltreffend functioneren van de organisatie.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)
Beschrijving 5
Vermelding van het aantal leden op het moment van dagtekening van dit formulier. Deze
informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking
tot het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid om het fokdoel te bereiken.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)
Beschrijving 6
Eventuele wijzigingen in de protocollen van de erkende organisatie moeten voldoen
aan de erkenningscriteria. Deze vormen onderdeel van de rapportage. Indien het wezenlijke
veranderingen ten aanzien van de fokkerij betreft, is afstemming met het productschap
gewenst.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel A en verder)
Prestatieonderzoek
Beschrijving 7
Prestatieonderzoek kan zich richten op verschillende kenmerken en is afhankelijk van
het fokdoel. Voor elk kenmerk waar onderzoek naar gedaan wordt, bijvoorbeeld exterieur,
vleesproductie of voortplanting, wordt gevraagd om te rapporteren over het proces.
Dit bevat onder andere het aantal verzamelde gegevens, de representativiteit van de
dieren en gemeten kenmerken en eventuele problemen tijdens de bewerking van de verzamelde
prestatiegegevens. Een uitgebreidere toelichting is beschreven in Bijlage II van de
Verordening.
(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, J, M, N, O en P)
Beschrijving 8
Eenmaal in de vijf jaar wordt gevraagd naar de resultaten van het prestatieonderzoek.
Het is niet nodig dat alle resultaten beschikbaar worden gesteld aan het productschap.
Inzicht in hoe de resultaten worden vastgelegd en verwerkt is voldoende. In overleg
met de organisatie wordt besloten op welke manier dit het beste gerealiseerd kan worden.
(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, J, M, N, O en P)
Kwaliteit
Beschrijving 9
De resultaten van de kwaliteitscontrole op het prestatieonderzoek.
(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, J, M, N, O en P)
TOELICHTING FORMULIER 1C - RUNDEREN EN BUFFELS
Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de
erkenning voor het uitvoeren van fokwaardeschatting van runderen en buffels
Opmerkingen:
-
dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier
-
de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de
gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie.
Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening
te raadplegen.
-
indien u de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking
heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1A en het
FORMULIER 1B ook in te vullen. Dit geldt niet als de aanvraag betrekking heeft op
erkenning voor reglementering (en uitvoering)
Organisatie
Beschrijving 1
Rapportage discriminatiebeding (zijn er klachten geweest, hoeveel, hoe bent u daar
mee omgegaan). Een fokkerijorganisatie moet aantonen dat elke fokker met dieren die
daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten en dat de
organisatie niet de ene fokker ten opzichte van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt.
De klachtafhandeling kan hier een beeld van geven.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel A)
Beschrijving 2
Meest recente berichtgeving waaruit blijkt dat er overleg is tussen de fokkerijorganisatie
en de fokkers. Bijvoorbeeld (nieuws)brieven naar fokkers of een verenigingsblad. Deze
informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking
tot het doeltreffend functioneren.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel B en C)
Beschrijving 3
Inzicht in de financiële draagkracht. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend
functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te
beoordelen.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)
Beschrijving 4
Het jaarverslag met een beschrijving van de activiteiten van de organisatie geeft
inzicht in het doeltreffend functioneren van de organisatie.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)
Beschrijving 5
Vermelding van het aantal leden op het moment van dagtekening van dit formulier. Deze
informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking
tot het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid om het fokdoel te bereiken.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)
Beschrijving 6
Eventuele wijzigingen in de protocollen van de erkende organisatie moeten voldoen
aan de erkenningscriteria. Deze vormen onderdeel van de rapportage. Indien het wezenlijke
veranderingen ten aanzien van de fokkerij betreft is afstemming met het productschap
gewenst.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel A en verder)
Fokwaardeschatting
Beschrijving 7
Gevraagd wordt naar een statistische beschrijving van de resultaten van de fokwaardeschatting,
voor zover mogelijk in aansluiting op het prestatieonderzoek.
(Bijlage III van de verordening, onderdeel F en O)
Beschrijving 8
Het is aan de erkende organisatie om te bepalen op welke wijze de fokwaardeschatting
wordt gepubliceerd. Hier wordt een voorbeeld gevraagd van de publicatie en eventueel
resultaten van de borging van deze publicatie.
(Bijlage III van de verordening, onderdeel A, C, J, M en N)
Beschrijving 9
Eén keer in de vijf jaar wordt gevraagd naar de resultaten. Het is niet de bedoeling
dat alle resultaten beschikbaar komen voor het productschap. Inzicht in de wijze waarop
de resultaten worden vastgelegd en worden verwerkt, is voldoende.
Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage III van de verordening, onderdeel A, J en M)
Kwaliteit
Beschrijving 10
De resultaten van de kwaliteitscontrole op de fokwaardeschatting.
(Bijlage III van de verordening, onderdeel B, J en N)
Bijlage II. bij het Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens jaarlijkse rapportage
en vijfjaarlijkse verlengingsaanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek
en fokwaardeschatting (PVV) 2010
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
TOELICHTING FORMULIER 1A - VARKENS
Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de
erkenning voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken of registers voor varkens
Opmerkingen:
-
dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier
-
de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de
gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie.
Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening
te raadplegen.
-
indien de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking
heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1B en het
FORMULIER 1C ook in te vullen.
Organisatie
Beschrijving 1
In de statuten van een organisatie moet een bepaling zijn opgenomen waarin wordt bepaald
dat tussen de fokkers of afnemers niet mag worden gediscrimineerd.
Om inzicht te krijgen in of deze bepaling in de praktijk ook daadwerkelijk wordt gehanteerd,
wordt bij dit punt gevraagd om, indien aanwezig, één of meerdere voorbeelden van klachten
te geven en een beschrijving van hoe deze zijn afgehandeld.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel A)
Beschrijving 2
Meest recente berichtgeving waaruit blijkt dat er overleg is tussen de fokkerijorganisatie/fokkerijgroepering
en de fokkers/afnemers. Bijvoorbeeld (nieuws) brieven naar fokkers of een verenigingsblad.
Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking
tot het doeltreffend functioneren.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel B en C)
Beschrijving 3
Inzicht in de financiële draagkracht. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend
functioneren en de financiële mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming
te beoordelen.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)
Beschrijving 4
Het jaarverslag met een beschrijving van de activiteiten van de organisatie geeft
inzicht in het doeltreffend functioneren van de organisatie.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)
Beschrijving 5
Bij de vraag naar de omvang van de organisatie kan het aantal bedrijven dat betrokken
is bij de topfokkerij en het marktaandeel in de verkoop van sperma inzicht geven in
de grootte van de organisatie. Het gaat hierbij om de omvang van de fokkerijactiviteiten
in Nederland. Als er sprake is van een verwevenheid met activiteiten in andere lidstaten
of buiten Europa, dan is rapportage over de totale activiteiten en de samenhang met
de Nederlandse activiteiten van belang. Deze informatie geeft eveneens inzicht in
het al dan niet doeltreffende functioneren van de organisatie.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)
Beschrijving 6
Eventuele wijzigingen in de protocollen van de erkende organisatie moeten voldoen
aan de erkenningsvoorwaarden. Deze vormen onderdeel van de jaarlijkse rapportage en
de vijfjaarlijkse aanvraag tot verlenging. Indien het wezenlijke veranderingen ten
aanzien van de fokkerij betreft, is afstemming met het productschap gewenst.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel A en verder)
Fokdoel
Beschrijving 7
Erfelijke gebreken binnen een populatie kunnen, als ze niet tijdig worden gesignaleerd,
verder verspreid worden. Het is daarom van belang dat er een systeem is dat erfelijke
gebreken in een vroeg stadium signaleert en dat hierover gecommuniceerd wordt, zodat
ze niet verder verspreid worden. Gevraagd wordt naar de resultaten van de monitoring
en de wijze waarop met de resultaten daarvan omgegaan wordt.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en E)
Registratie
Beschrijving 8
Rapportage van het aantal controles dat is uitgevoerd en de resultaten daarvan. Indien
de afstamming van één of meer gecontroleerde dieren niet kan kloppen op basis van
het DNA-onderzoek, aangeven wat de reden is en hoe dit is afgehandeld.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel T)
Beschrijving 9
Kopie van een afstammingscertificaat. Aan de hand van dit voorbeeld afstammingscertificaat
wordt beoordeeld of de afstammingsgegevens die door de organisatie worden afgegeven
voor dieren, sperma, eicellen en embryo's van ingeschreven dieren, op de voorgeschreven
wijze worden vermeld. Een kopie van het certificaat moet eenmaal in de vijf jaar verstrekt
worden. (Voorgenomen) wijzigingen in het certificaat moeten wel, zoals bij punt 7
is aangegeven, elk jaar gemeld worden.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel R)
Populatie
Beschrijving 10
Overzicht van het totaal aantal ingeschreven dieren dat het afgelopen boek- of kalenderjaar
actief is ingezet voor de fokkerij (eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie).
Dieren die te oud zijn of overleden zijn, horen hier dus niet bij.
In principe gaat het hierbij om de dieren die de organisatie in Nederland onder controle
heeft. Als er echter sprake is van samenhang tussen de Nederlandse populaties en populaties
in andere EU lidstaten of daarbuiten, is ook inzicht in deze gegevens gewenst.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 11
Overzicht van het totaal aantal dekkingen en/of inseminaties in het laatste volledige
boek- of kalenderjaar, eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie.
In principe gaat het hierbij om de dieren die de organisatie in Nederland onder controle
heeft. Als er echter sprake is van samenhang tussen de Nederlandse populaties en populaties
in andere EU lidstaten of daarbuiten, is ook inzicht in deze gegevens gewenst.
In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen
dienen de dekkingen uitgesplitst te worden weergegeven naar vaderdier.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 12
Overzicht van het totaal aantal geboorten van mannelijke en vrouwelijke dieren in
het laatste volledige boek- of kalenderjaar, eventueel onderverdeeld per ras, register
of sectie.
In principe gaat het hierbij om de dieren die de organisatie in Nederland onder controle
heeft. Als er echter sprake is van samenhang tussen de Nederlandse populaties en populaties
in andere EU lidstaten of daarbuiten, is ook inzicht in deze gegevens gewenst.
In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen
dienen de geboorten uitgesplitst te worden naar vaderdier.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 13
In de rapportage wordt gevraagd naar het aantal dieren in de actieve fokpopulatie.
Als er een verschil is in het aantal dekkingen of geboorten en het aantal vrouwelijke
dieren is een verklaring gewenst.
In principe gaat het hierbij om de dieren die de organisatie in Nederland onder controle
heeft. Als er echter sprake is van samenhang tussen de Nederlandse populaties en populaties
in andere EU lidstaten of daarbuiten, is ook inzicht in deze gegevens gewenst.
Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 14
De informatie over import geeft extra inzicht in de mogelijkheden van een organisatie
om inteelt te vermijden. Het gaat hier om import van dieren uit andere lidstaten en
uit landen buiten de EU (zie ook vorige vragen).
Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 15
Voor het behoud van een gezonde populatie, is het belangrijk om ongeacht het fokdoel
inteelt te mijden of in ieder geval zo laag mogelijk te houden.
Indien een organisatie ook varkens in andere lidstaten en in landen buiten de EU heeft,
die effectief bijdragen aan de fokkerij in Nederland en de organisatie dit ook kan
aantonen, mogen deze bij de totale populatie gerekend worden.
Voor varkens is het met een populatie van 15.000 vrouwelijke dieren in principe goed
mogelijk om een inteeltpercentage van minder dan 1% per generatie te realiseren. Overigens
onder de voorwaarde dat er voldoende niet-verwante mannelijke dieren worden ingezet.
Gevraagd wordt naar een signaleringssysteem met betrekking tot erfelijke gebreken
en de beschrijving van de methode ter voorkoming van een inteeltpercentage van meer
dan 1% per generatie. Eventueel aangeven wat de jaarlijkse inteelttoename in de afgelopen
vijf jaar is. Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
TOELICHTING FORMULIER 1B - VARKENS
Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de
erkenning voor het uitvoeren van prestatieonderzoek bij varkens
Opmerkingen:
-
dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier
-
de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de
gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie.
Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening
te raadplegen.
-
indien u de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking
heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1A en het
FORMULIER 1C ook in te vullen.
Prestatieonderzoek
Beschrijving 1
Prestatieonderzoek kan zich richten op verschillende kenmerken en is afhankelijk van
het fokdoel. Voor elk kenmerk waar onderzoek naar gedaan wordt, bijvoorbeeld exterieur,
vleesproductie of voortplanting, wordt gevraagd om te rapporteren over het proces.
Gevraagd wordt een beschrijving te geven van onder andere het aantal verzamelde gegevens,
de representativiteit van de dieren, de gemeten kenmerken en eventuele problemen tijdens
de bewerking van de verzamelde prestatiegegevens. Een uitgebreidere toelichting bij
dit punt is beschreven in Bijlage II van de Verordening.
(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, J, M, N, O en P)
Beschrijving 2
Gevraagd wordt een beschrijving te geven van onder andere het aantal verzamelde gegevens,
de representativiteit van de dieren, de gemeten kenmerken en eventuele problemen tijdens
de bewerking van de verzamelde prestatiegegevens. Een uitgebreidere toelichting bij
dit punt is beschreven in Bijlage II van de Verordening.
Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, J, M, N, O en P)
Kwaliteit
Beschrijving 3
De resultaten van de kwaliteitscontrole op het prestatieonderzoek.
(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, J, M, N, O en P)
TOELICHTING FORMULIER 1C - VARKENS
Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de
erkenning voor het uitvoeren van fokwaardeschatting van varkens
Opmerkingen:
-
dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier
-
de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de
gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie.
Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening
te raadplegen.
-
indien u de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking
heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u hel FORMULIER 1A en het
FORMULIER 1B ook in te vullen.
Fokwaardeschatting
Beschrijving 1
Gevraagd wordt naar een statistische beschrijving van de resultaten van de fokwaardeschatting,
voor zover mogelijk in aansluiting op het prestatieonderzoek.
Bij het berekenen van de fokwaardeschatting wordt onder andere gekeken naar de samenhang
(correlatie) tussen de verschillende kenmerken en naar de trend over generaties. Dit
soort kenmerken wordt bedoeld.
(Bijlage III van de verordening, onderdeel A, C, D, E en P)
Beschrijving 2
Het is aan de erkende organisatie om te bepalen op welke wijze de fokwaardeschatting
wordt gepubliceerd. Hier wordt een voorbeeld gevraagd van de publicatie en eventuele
resultaten van de borging van deze publicatie.
(Bijlage III van de verordening, onderdeel A en P)
Beschrijving 3
Eén keer in de vijf jaar wordt gevraagd naar de resultaten. Het is niet de bedoeling
dat alle resultaten beschikbaar komen voor het productschap. Inzicht in de wijze waarop
de resultaten worden vastgelegd en worden verwerkt, is voldoende.
Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage III van de verordening, onderdeel A, C, D, E en P)
Kwaliteit
Beschrijving 4
De resultaten van de kwaliteitscontrole op de fokwaardeschatting.
(Bijlage III van de verordening, onderdeel B en P)
Bijlage III. bij het Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens jaarlijkse rapportage
en vijfjaarlijkse verlengingsaanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek
en fokwaardeschatting (PVV) 2010
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
TOELICHTING FORMULIER 1A - SCHAPEN EN GEITEN
Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de
erkenning voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken of registers voor schapen
en geiten
Opmerkingen:
-
dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier
-
de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de
gewaagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie.
Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening
te raadplegen.
-
indien u de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking
heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1B en het
FORMULIER 1C ook in te vullen.
Organisatie
Beschrijving 1
Rapportage discriminatiebeding (zijn er klachten geweest, hoeveel, hoe bent u daar
mee omgegaan). Een fokkerijorganisatie moet aantonen dat elke fokker met dieren die
daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten en dat de
organisatie niet de ene fokker ten opzichte van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt.
De klachtafhandeling kan hier een beeld van geven.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel A)
Beschrijving 2
Meest recente berichtgeving waaruit blijkt dat er overleg is tussen de fokkerijorganisatie
en de fokkers. Bijvoorbeeld het verslag van de algemene ledenvergadering of het verenigingsblad.
Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking
tot het doeltreffend functioneren.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel B en C)
Beschrijving 3
Inlicht in de financiële draagkracht. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend
functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te
beoordelen.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)
Beschrijving 4
Het jaarverslag met een beschrijving van de activiteiten van de organisatie geeft
inzicht in het doeltreffend functioneren van de organisatie.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)
Beschrijving 5
Vermelding van het huidige aantal leden, op het moment van dagtekening van dit formulier.
Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking
tot het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid om het fokdoel te bereiken.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)
Fokdoel
Beschrijving 6
Eventuele wijzigingen in de protocollen van de erkende organisatie moeten voldoen
aan de erkenningscriteria. Deze vormen onderdeel van de rapportage. Indien het wezenlijke
veranderingen ten aanzien van de fokkerij betreft, is afstemming met het productschap
gewenst.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel A en verder)
Beschrijving 7
Aantal keuringen in het afgelopen boek-/kalenderjaar en de resultaten daarvan verwerkt
in een overzicht, verslag of artikel ten behoeve van de leden. Deze informatie wordt
gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot doeltreffend
functioneren.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)
Registratie
Beschrijving 8
Erfelijke gebreken kunnen binnen een populatie onbewust verder verspreid worden. Het
is van belang dat er een systeem is om erfelijke gebreken in een vroeg stadium te
ontdekken en te publiceren, zodat ze niet verder verspreid worden. Gevraagd wordt
naar de resultaten.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en E)
Beschrijving 9
Rapportage van het aantal controles dat is uitgevoerd en de resultaten daarvan. Indien
de stamboom van één of meer gecontroleerde dieren niet kan kloppen op basis van het
DNA-onderzoek, aangeven wat de reden is en hoe dit is afgehandeld.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel H)
Populatie
Beschrijving 10
Kopie van een afstammingscertificaat. Aan de hand van dit voorbeeld certificaat wordt
beoordeeld of de afstammingsgegevens die door de organisatie worden afgegeven voor
dieren, sperma, eicellen en embryo's van ingeschreven dieren op de voorgeschreven
wijze wordt uitgevoerd. Een kopie van het certificaat moet eenmaal per vijf jaar getoond
worden. Wijzigingen in het certificaat moeten wel zoals bij beschrijving 7 is aangegeven,
elk jaar worden gemeld.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel R)
Beschrijving 11
Overzicht van het totaal aantal ingeschreven dieren geschikt voor de fokkerij. Gevraagd
wordt naar de voor de fokkerij actieve/goedgekeurde mannelijke en vrouwelijke dieren
(eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie). Dat wil zeggen naar dieren
die gebruikt worden voor het fokken van lammeren. Dieren die te oud zijn om mee te
fokken of overleden zijn, horen hier dus niet bij.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 12
Overzicht van het totaal aantal dekkingen en/of inseminaties van het laatste volledige
boek-/kalenderjaar, eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie.
In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen,
dienen de dekkingen uitgesplitst te worden weergegeven naar vaderdier.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 13
Overzicht van het totaal aantal geboorten van mannelijke en vrouwelijke dieren van
het laatste volledige boek-/kalenderjaar, eventueel onderverdeeld per ras, register
of sectie.
In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen,
dienen de geboorten uitgesplitst te worden naar vaderdier.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 14
In de rapportage wordt gevraagd naar het aantal dieren in de actieve fokpopulatie.
Dat wil zeggen naar dieren die gebruikt worden voor het fokken van lammeren. Als er
een verschil is in het aantal dekkingen of geboorten en het aantal vrouwelijke dieren
is een verklaring gewenst.
Deze informatie wordt eenmaal in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 15
De informatie over import geeft extra inzicht over de mogelijkheden van een organisatie
om inteelt te vermijden.
Deze informatie wordt eenmaal in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 16
Ten behoeve van het behoud van een gezonde populatie is het belangrijk om ongeacht
het fokdoel inteelt te mijden of in ieder geval zo laag mogelijk te houden. Voor schapen
en geiten is het met een populatie van 10.000 vrouwelijke dieren in principe goed
mogelijk om een inteeltpercentage van minder dan 1% per generatie te realiseren. Overigens
onder de voorwaarde dat er voldoende niet verwante mannelijke dieren worden ingezet.
Een organisatie in Nederland heeft te maken met de fokkerij in Nederland. In deze
formulieren wordt dan ook gevraagd naar de omvang van de Nederlandse populatie. Wel
is het mogelijk om in de aanpak van het mijden van inteelt ook import als factor mee
te nemen. In dat geval dient u bij de rapportage ook aan te geven hoeveel dieren worden
geïmporteerd en uit welk landen deze dieren afkomstig zijn.
Deze informatie wordt eenmaal in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
TOELICHTING FORMULIER 1B - SCHAPEN EN GEITEN
Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de
erkenning voor het uitvoeren van prestatieonderzoek bij schapen en geiten
Opmerkingen:
-
dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier
-
de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de
gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie.
Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening
te raadplegen.
-
indien u de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking
heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1A en het
FORMULIER 1C ook in te vullen.
Prestatieonderzoek
Beschrijving 1
Prestatieonderzoek kan zich richten op verschillende kenmerken en is afhankelijk van
het fokdoel. Voor elk kenmerk waar onderzoek naar gedaan wordt, bijvoorbeeld exterieuronderzoek,
vleesproductie of voortplanting, wordt gevraagd om te rapporteren over het proces.
Dit bevat onder andere het aantal verzamelde gegevens, de representativiteit van de
dieren en gemeten kenmerken en eventuele problemen tijdens de bewerking van de verzamelde
prestatiegegevens. Een uitgebreidere toelichting is beschreven in Bijlage II van de
Verordening.
(Bijlage II van de verordening, onderdeel C en K)
Beschrijving 2
Eenmaal in de vijf jaar wordt gevraagd naar de resultaten van het prestatieonderzoek.
Het is niet nodig dat alle resultaten beschikbaar worden gesteld aan het productschap,
Inzicht in hoe de resultaten worden vastgelegd en verwerkt is voldoende. In overleg
met de organisatie wordt besloten op welke manier dit het beste gerealiseerd kan worden.
Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, L, M, N, O en P)
Kwaliteit
Beschrijving 3
De resultaten van de kwaliteitscontrole op het prestatieonderzoek.
(Bijlage II van de verordening, onderdeel B)
TOELICHTING FORMULIER 1C - SCHAPEN EN GEITEN
Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de
erkenning voor het uitvoeren van fokwaardeschatting van schapen en geiten
Opmerkingen:
-
dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier
-
de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de
gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie.
Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening
te raadplegen.
-
indien u de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking
heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1A en het
FORMULIER 1B ook in te vullen.
Fokwaardeschatting
Beschrijving 1
Gevraagd wordt naar statistische beschrijving van de resultaten van de fokwaardeschatting,
voor zover mogelijk in aansluiting op het prestatieonderzoek.
(Bijlage III van de verordening, onderdeel F en O)
Beschrijving 2
Het is aan de erkende organisatie om te bepalen op welke wijze de fokwaardeschatting
wordt gepubliceerd. Hier wordt een voorbeeld gevraagd van de publicatie en eventuele
resultaten van de borging van deze publicatie.
(Bijlage III van de verordening, onderdeel A, C en R)
Beschrijving 3
Eén keer in de vijf jaar wordt gevraagd naar de resultaten. Het is niet de bedoeling
dat alle resultaten beschikbaar komen voor het productschap. Inzicht In de wijze waarop
de resultaten worden vastgelegd en worden verwerkt, is voldoende.
Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage III van de verordening, onderdeel A en R)
Kwaliteit
Beschrijving 4
De resultaten van de kwaliteitscontrole op de fokwaardeschatting.
(Bijlage III van de verordening, onderdeel B en R)
Bijlage IV. bij het Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens jaarlijkse rapportage
en vijfjaarlijkse verlengingsaanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek
en fokwaardeschatting (PVV) 2010
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
TOELICHTING FORMULIER 1 - PAARDACHTIGEN
Toelichting bij hel rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de
erkenning voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken of registers voor paardachtigen
Opmerkingen:
-
dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier
-
de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de
gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie.
Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening
te raadplegen.
Organisatie
Beschrijving 1
Rapportage discriminatiebeding (zijn er klachten geweest, hoeveel, hoe bent u daar
mee omgegaan). Een fokkerijorganisatie moet aantonen dat elke fokker met dieren die
daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten en dat de
organisatie niet de ene fokker ten opzichte van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt.
De klachtafhandeling kan hiervan een beeld geven.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel B)
Beschrijving 2
Meest recente verslag van de algemene ledenvergadering of ander document dat inzicht
geeft in communicatie tussen bestuur en leden. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht
in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)
Beschrijving 3
Inzicht in de financiële draagkracht. Door middel van een goedgekeurd financieel jaarverslag
of overzicht van de stamboekactiviteiten en begroting wordt inzicht verkregen in de
financiële draagkracht van de organisatie. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend
functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te
beoordelen.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)
Beschrijving 4
Het jaarverslag met een beschrijving van de activiteiten van de organisatie geeft
inzicht in het doeltreffend functioneren van de organisatie.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)
Beschrijving 5
Vermelding van het aantal leden op het moment van dagtekening van dit formulier. Deze
informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking
tot het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid om het fokdoel te bereiken.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C, en D en Y)
Beschrijving 6
Kopie van de eventuele briefwisseling met het stamboek van origine. In het geval een
zogeheten moederstamboek is erkend, moet worden aangetoond dat aan de daarvoor aangegeven
beginselen is voldaan. Deze correspondentie hoeft alleen aangeleverd te worden als
deze een relatie heeft met de beginselen of van invloed is op veranderingen in beleid,
regels van het stamboek of de relatie met het stamboek van origine.
Dit kan door een kopie van de briefwisseling tussen de organisatie die rapporteert/verlenging
aanvraagt en het reeds erkende moederstamboek. Hieruit moet blijken dat de omschrijving
van het ras, de wijze van het opvragen van gegevens van de voorouders bij andere stamboeken,
de stamboekindeling en de registratie van de afstamming in het stamboek gelijk is.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel Z)
Beschrijving 7
Bij wijzigingen in de statuten een nieuw gewaarmerkt afschrift van de statuten bijvoegen.
Bij overige wijzigingen in de reglementen of voorschriften een kopie van de betreffende
stukken met wijziging bijvoegen. Indien het wezenlijke veranderingen ten aanzien van
de fokkerij betreft, is afstemming met het productschap gewenst.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel B)
Fokdoel
Beschrijving 8
Resultaten van het signaleringssysteem voor erfelijke gebreken inclusief handelwijze
in het geval gebreken zijn geconstateerd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 9
Rapportage van het aantal inspecteurs, het aantal inspecties per inspecteur, de wijze
van bewaking kwaliteit van inspecties en de kwaliteitseisen aan de inspecteurs en
scholing/controle.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C, F en K)
Beschrijving 10
In het geval bruikbaarheidsonderzoek en/of afstammelingenonderzoek wordt Uitgevoerd:
een beschrijving van de werkwijze. De beschrijving van de werkwijze omvat ten minste
een beschrijving van welke gegevens verzameld worden, hoe dit wordt gedaan en welke
controle hierop wordt uitgevoerd.
(Bijlage I van de verordening, onderdelen F, K en N)
Beschrijving 11
In het geval fokwaardeschattingen worden gedaan: een beschrijving van de werkwijze,
waarbij ten minste de fokwaarden die geschat worden, zijn omschreven, hoe deze zijn
geschat en op welke wijze de resultaten beschikbaar worden gesteld.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel K en O)
Beschrijving 12
In het geval fokwaardeschattingen worden gedaan: een beschrijving van de werkwijze,
waarbij ten minste de fokwaarden die geschat worden, zijn omschreven, hoe deze zijn
geschat en op welke wijze de resultaten beschikbaar worden gesteld.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)
Registratie
Beschrijving 13
Beschrijving van systeem voor registratie van afstamming en controle. Een beschrijving
van de stappen die worden doorlopen wanneer een dier geregistreerd wordt. Het gaat
hierbij om veulens, maar ook om volwassen dieren die van het ene stamboek overgeschreven
worden in een ander stamboek.
De afstammingscontrole wordt uitgevoerd door een aselecte steekproef van minimaal
1 op de 2000 in dat jaar geboren veulens te controleren. Deze steekproef heeft een
minimum van 5 in dat jaar geboren veulens. Daarnaast moet van alle in dat jaar goedgekeurde
hengsten de afstamming worden gecontroleerd, Dieren die voor KI worden ingezet moeten
allemaal op raszuiverheid getoetst worden met behulp van DNA/bloedonderzoek.
Indien de stamboom van een of meer gecontroleerde dieren niet kan kloppen op basis
van het DNA-onderzoek, aangeven wat de reden is en hoe dit is afgehandeld.
(Bijlage I van de verordening, onderdelen D en I)
Beschrijving 14
Kopie afstammingscertificaat. Eenmaal per vijf jaar wordt aan de hand van dit voorbeeld
certificaat beoordeeld of de afstammingsgegevens die door de organisatie worden afgegeven
Voor sperma, eicellen en embryo's van ingeschreven dieren op de voorgeschreven wijze
wordt uitgevoerd. Wanneer tussentijds wijzigingen worden aangebracht dient dit onmiddellijk
doorgegeven te worden.
Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel CC)
Populatie
Beschrijving 15
Een overzicht van het totaal aantal ingeschreven dieren uitgesplitst naar goedgekeurde
mannelijke en vrouwelijke dieren vanaf 3 jaar op het moment van dagtekening. De maximale
vruchtbare leeftijd van merries is op 25 jaar gesteld, voor hengsten geldt 30 jaar.
In het overzicht dient onderscheid gemaakt te worden naar hoofdboek, sectie/register/
bijboek.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 16
Een overzicht van de nieuw goedgekeurde hengsten en ingeschreven merries vanaf 3 jaar per sectie in het afgelopen
kalenderjaar. Er moet onderscheid gemaakt worden naar hoofdboek, secties/registers
of bijboeken en eventueel ruinen (indien van toepassing).
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 17
Een overzicht van het totaal aantal dekkingen en/of inseminaties van het laatste volledige
kalenderjaar, met onderscheid naar hoofdboek, secties/registers of bijboeken.
In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen,
dienen de dekkingen uitgesplitst te worden weergegeven naar vaderdier.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 18
Een overzicht van het aantal nieuw ingeschreven veulens, mannelijke en vrouwelijke
dieren van het laatste volledige kalenderjaar.
In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen,
dienen de geboorten uitgesplitst te worden naar vaderdier.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 19
Een uitleg over verschil tussen aantal vrouwelijke dieren en het aantal dekkingen
(indien aanwezig). In de rapportage wordt gevraagd naar het aantal dieren in de actieve
fokpopulatie. Als er een verschil is in het aantal dekkingen of geboorten en het aantal
vrouwelijke dieren is een verklaring gewenst.
Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 20
Het aantal geïmporteerde dieren de afgelopen 5 jaar, met onderscheid naar hoofdboek,
secties/registers of bijboeken. De informatie over import geeft extra inzicht over
de mogelijkheden van een organisatie om inteelt te vermijden.
Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 21
Beschrijving van de inteeltbewaking. Ten behoeve van het behoud van een gezonde populatie
is het belangrijk om ongeacht het fokdoel inteelt te mijden of in ieder geval 20 laag
mogelijk te houden. Voor paarden is het met een populatie van 5.000 vrouwelijke dieren
en een voldoende aantal mannelijke dieren in principe goed mogelijk om een inteeltpercentage
van minder dan 1% per generatie te realiseren. Overigens onder de voorwaarde dat er
voldoende niet verwante mannelijke dieren worden ingezet. Gevraagd wordt naar de jaarlijkse
inteelttoename in de afgelopen vijf jaar.
Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)