TOELICHTING FORMULIER 1 - PAARDACHTIGEN
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Toelichting bij het aanvraagformulier voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken
of registers voor paardachtigen
Opmerkingen:
-
dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier
-
de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de
gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie.
Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening
te raadplegen.
Organisatie
Beschrijving 1
De organisatie dient rechtspersoonlijkheid naar Nederlands recht aan te tonen. Dit
kan via een bewijs van inschrijving in de Kamer van Koophandel (KvK), in het geval
van een vereniging is zo’n inschrijving voldoende, bij andere vormen van rechtspersoonlijkheid
zal met aanvullende documentatie, reglementen aangetoond moeten worden dat aan de
vereiste inspraak van fokkers en het vereiste democratische gehalte wordt voldaan.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel A)
Beschrijving 2
Door de notaris gewaarmerkt afschrift van de statuten. In de statuten van de organisatie
of het huishoudelijk reglement dat in overeenstemming met de statuten is goedgekeurd,
dient een bepaling opgenomen te zijn waarin wordt bepaald dat tussen de fokkers niet
mag worden gediscrimineerd. Hierdoor wordt vastgelegd dat elke fokker met dieren die
daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten. Daarnaast
zorgt deze bepaling er ook voor dat de organisatie niet de ene fokker ten opzichte
van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel B)
Beschrijving 3
Het door de algemene ledenvergadering vastgestelde (huishoudelijk) fokreglement waarin
tenminste is vastgelegd dat fokkers meewerken aan de registratie van erfelijke gebreken,
welke boeken men heeft en hoe te handelen bij de inschrijving van fokproducten, op
welke wijze gekeurd wordt, welke predicaten behaald kunnen worden en verrichtingskeuringen
uitgevoerd kunnen worden, en een onderdeel met betrekking tot de hengstenhouderij
waarin dekboeken en andere administratieve voorwaarden zijn beschreven waaraan hengstenhouders
moeten voldoen.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel B)
Beschrijving 4
Meest recente verslag van de algemene ledenvergadering of ander document waaruit blijkt
dat er overleg is tussen de fokkerijorganisatie en de fokkers. Bijvoorbeeld (nleuws)brieven
naar fokkers of een verenigingsblad. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in
de organisatie te verkrijgen met betrekking tot doeltreffend functioneren.
(Bijlage I van de verordening, (onderdeel B en C)
Beschrijving 5
Inzicht in de financiële draagkracht. Middels een door de ALV goedgekeurd financieel
jaarverslag of overzicht van de stamboekactiviteiten en begroting wordt inzicht verkregen
in de financiële draagkracht van de organisatie. Deze informatie wordt gebruikt om
het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op
de afstamming te beoordelen.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C, en D en Y)
Beschrijving 6
Vermelding van het aantal leden en een beschrijving van de activiteiten op het moment
van aanvraag. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen
met betrekking tot doeltreffend functioneren en de grootte van de organisatie.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)
Beschrijving 7
Kopie van de briefwisseling met het stamboek van origine. In geval een zogeheten moederstamboek
is erkend, moet worden aangetoond dat aan de beginselen is voldaan. Dit kan door een
kopie van de briefwisseling tussen de organisatie die erkenning aanvraagt en het reeds
erkende moederstamboek. Hieruit moet blijken dat aan de door het erkende moederstamboek
vastgelegde omschrijving van het ras, de wijze van het opvragen van gegevens van de
voorouders bij andere stamboeken, de stamboekindeling en de registratie van de afstamming
in het stamboek door de aanvragende organisatie wordt voldaan.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel Z)
Fokdoel
Beschrijving 8
Nauwkeurige beschrijving van raskenmerken of rasomschrijving. Uit de beschrijving
moet duidelijk worden om welk soort en type paardachtige het gaat, bij gelijkenis
met reeds erkende organisaties moet het onderscheid tussen de verschillende soorten
en/of typen duidelijk omschreven worden. Als het stamboek meerdere rassen, registers
of secties bevat, moet voor elk ras, register of sectie een beschrijving worden aangeleverd
waaruit duidelijk de onderscheidende kenmerken blijken.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel G)
Beschrijving 9
Indeling van het stamboek en procedures voor inschrijving in het stamboek. Als er
meerdere registers, secties of bijboeken zijn, moet de onderlinge samenhang hiervan
worden beschreven. Ook moet beschreven worden onder welke voorwaarden dieren of hun
nakomelingen kunnen veranderen van register of sectie of bijboek. Bijvoorbeeld van
(bij)sectie naar stamboek.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel L en AA)
Beschrijving 10
Doelstelling van de rasveredeling. Hiermee wordt het fokdoel bedoeld. Dit is het fokdoel
van het stamboek. Bij meerdere rassen, registers of secties moet dit voor elk van
de onderdelen duidelijk worden beschreven.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel J)
Beschrijving 11
In het geval bruikbaarheidsonderzoek en/of afstammelingenonderzoek wordt uitgevoerd:
een beschrijving van de werkwijze. De beschrijving van de werkwijze omvat tenminste
een beschrijving van welke gegevens verzameld worden, hoe dit wordt gedaan en welke
controle hierop wordt uitgevoerd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel F)
Beschrijving 12
In het geval fokwaardeschattingen worden gedaan: een beschrijving van de werkwijze,
waarbij tenminste de fokwaarden die geschat worden zijn omschreven, hoe deze worden
geschat en op welke wijze de resultaten beschikbaar worden gesteld.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel K)
Beschrijving 13
Aantal keuringen in het afgelopen kalenderjaar en de resultaten daarvan verwerkt in
een overzicht, verslag of artikel ten behoeve van de leden. Deze informatie wordt
gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot doeltreffend
functioneren, en in het geval bruikbaarheidsonderzoek en/of afstammelingenonderzoek
en/of fokwaardeschattingen worden uitgevoerd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C, F en K)
Beschrijving 14
Erfelijke gebreken kunnen binnen een populatie onbewust verder verspreid worden. Het
is van belang dat er een systeem is om erfelijke gebreken in een vroeg stadium te
ontdekken en te publiceren, zodat ze niet verder verspreid worden.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en E)
Registratie
Beschrijving 15
Beschrijving van het systeem van identificatie en controle. Paardachtigen worden geïdentificeerd
volgens de procedures beschreven in 504/2008. Hier gaat het om eventueel aanvullende
identificatie zoals het schetsen. Een ander onderdeel hiervan is een beschrijving
van de stappen die worden doorlopen wanneer een dier geïdentificeerd wordt, en hoe
deze gecontroleerd kunnen worden in het geval er een fout blijkt op te treden.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel H)
Beschrijving 16
Beschrijving van systeem voor registratie van afstamming en controle. Een beschrijving
van de stappen die worden doorlopen wanneer een dier geregistreerd wordt. Het gaat
hierbij om veulens, maar ook om dieren waarvan de ouders niet in het stamboek zijn
opgenomen. In het fokreglement of contract met de fokker wordt vas1gelegd waar fokkers
aan moeten voldoen bij het melden van de dekkingen en geboorten.
Ten behoeve van de controle op de afstamming wordt een beschrijving verwacht van de
stappen die worden doorlopen wanneer een dier geïdentificeerd wordt, en hoe deze gecontroleerd
kunnen worden in het geval er een fout blijkt op te treden. Naast administratieve
controle, hoort daar ook DNA-onderzoek bij. De controle wordt uitgevoerd door een
a-selecte steekproef van minimaal 1 op de 2000 in dat jaar geboren veulens te controleren.
Deze steekproef heeft een minimum van 5 in dat jaar geboren veulens. Daarnaast moet
van alle in dat jaar goedgekeurde hengsten de afstamming worden gecontroleerd. Dieren
die voor KI worden ingezet, moeten allemaal op raszuiverheid getoetst worden met behulp
van DNA/bloedonderzoek.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel I)
Beschrijving 17
Bij de opname van dieren waarvan de (voor)ouders in een ander stamboek staan ingeschreven,
wordt informatie bij het desbetreffende stamboek opgevraagd. De wijze waarop deze
gegevens worden opgevraagd moet beschreven worden.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel Z en BB)
Beschrijving 18
Kopie van een afstammingscertificaat. Aan de hand van dit voorbeeld certificaat wordt
beoordeeld of de afstammingsgegevens die door de organisatie worden afgegeven voor
dieren, sperma, eicellen en embryo’s van ingeschreven dieren op de voorgeschreven
wijze wordt uitgevoerd.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel R)
Populatie
Beschrijving 19
Overzicht van het totaal aantal ingeschreven dieren uitgesplitst naar goedgekeurde
mannelijke en vrouwelijke dieren vanaf 3 jaar op het moment van aanvraag. De maximale
vruchtbare leeftijd van merries is op 25 jaar gesteld, voor hengsten geldt 30 jaar.
Het gaat hier in eerste instantie om de eigen populatie, maar het kan heel goed mogelijk
zijn dat fokmateriaal van buiten wordt betrokken; dit kan een land zijn dat deel uitmaakt
van de Europese Unie, maar ook daarbuiten.
In dat geval is de aanvrager verplicht aan te geven dat het fokmateriaal hiervandaan
wordt betrokken, en dit met stukken aan te tonen.
In het overzicht dient onderscheid gemaakt te worden naar hoofdboek, sectie/register
of bijboek.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 20
Overzicht van het totaal aantal dekkingen en/of inseminaties van het laatste volledige
kalenderjaar, met onderscheid naar hoofdboek, sectie/register of bijboek.
In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen,
dienen de dekkingen uitgesplitst te worden weergegeven naar vaderdier.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 21
Overzicht van het totaal aantal geboorten van mannelijke en vrouwelijke dieren van
het laatste volledige kalenderjaar, met onderscheid naar hoofdboek, sectie/register
of bijboek.
In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen,
dienen de geboorten uitgesplitst te worden naar vaderdier.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)
Beschrijving 22
Ten behoeve van het behoud van een gezonde populatie is het belangrijk om ongeacht
het fokdoel inteelt te mijden of in ieder geval zo laag mogelijk te houden. Voor paarden
is het met een populatie van 5.000 vrouwelijke dieren en een voldoende aantal mannelijke
dieren in principe goed mogelijk om een inteeltpercentage van minder dan 1% per generatie
te realiseren. Overigens onder de voorwaarde dat er voldoende niet verwante mannelijke
dieren worden ingezet. Gevraagd wordt naar een signaleringssysteem met betrekking
tot erfelijke gebreken en de beschrijving van de methode ter voorkoming van een inteeltpercentage
van meer dan 1% per generatie.
(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)