Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens aanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 08-05-2011 t/m 31-12-2014

Besluit van het bestuur van het Productschap Vee en Vlees van 8 december 2010 tot vaststelling van het model van het formulier en de gegevens ten behoeve van de aanvraag tot erkenning voor het bijhouden of instellen van één of meer stamboeken voor runderen en buffels, varkens, schapen en geiten en paardachtigen, de (reglementering en) uitvoering van prestatieonderzoek voor runderen en buffels, varkens en schapen en geiten en de (reglementering en) uitvoering van fokwaardeschatting voor runderen en buffels, varkens, schapen en geiten, een en ander uit hoofde van de Verordening erkenningsvoorwaarden voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010 (Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens aanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010)

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Als model van het formulier voor de aanvraag tot erkenning van een organisatie voor het bijhouden of instellen van één of meer stamboeken, het reglementeren en uitvoeren of alleen uitvoeren van prestatieonderzoek en het reglementeren en uitvoeren of alleen het uitvoeren van fokwaardeschatting, als bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid, van de verordening, geldt:

  • a. voor runderen en buffels: het model zoals opgenomen in bijlage I;

  • b. voor varkens: het model zoals opgenomen in bijlage II;

  • c. voor schapen en geiten: het model zoals opgenomen in bijlage III;

  • d. voor paardachtigen: het model zoals opgenomen in bijlage IV.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens aanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010.

  • 2 Dit besluit treedt in werking op het tijdstip dat de Verordening erkenningsvoorwaarden voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschattingen (PVV) 2010 in werking treedt.

Zoetermeer, 8 december 2010

S.W.A. Lak

voorzitter

S.B.M. Jongerius

secretaris

Bijlage I. bij het Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens aanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Bijlage 248872.png
Bijlage 248879.png
Bijlage 248880.png
Bijlage 248904.png

TOELICHTING FORMULIER 1A - RUNDEREN EN BUFFELS

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Toelichting bij het aanvraagformulier voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken of registers voor runderen en buffels

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • indien u ook erkenning aanvraagt voor prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1B en het FORMULIER 1C ook in te vullen. Dit geldt niet als de erkenning wordt aangevraagd voor reglementering (en uitvoering).

Organisatie

Beschrijving 1

De organisatie dient rechtspersoonlijkheid naar Nederlands recht aan te tonen. Dit kan via een bewijs van inschrijving in de Kamer van Koophandel (KvK), In het geval van een vereniging is zo’n inschrijving voldoende, bij andere vormen van rechtspersoonlijkheid zal met aanvullende documentatie, reglementen moeten worden aangetoond dat aan de vereiste inspraak van fokkers en het vereiste democratische gehalte wordt voldaan.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel A)

Beschrijving 2

Door de notaris gewaarmerkt afschrift van de statuten. In de statuten van de organisatie of het huishoudelijk reglement dat in overeenstemming met de statuten is goedgekeurd, dient een bepaling opgenomen te zijn waarin wordt bepaald dat tussen de fokkers niet mag worden gediscrimineerd. Hierdoor wordt vastgelegd dat elke fokker met dieren die daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten. Daarnaast zorgt deze bepaling er voor dat de organisatie niet de ene fokker ten opzichte van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B)

Beschrijving 3

Het door de algemene ledenvergadering vastgestelde (huishoudelijk) fokreglement waarin tenminste is vastgelegd dat de fokkers moeten meewerken aan de registratie van erfelijke gebreken, welke onderverdeling men heeft in het stamboek, hoe te handelen bij de inschrijving van nieuw geboren dieren en op welke wijze gekeurd wordt inclusief een onderdeel met betrekking tot de administratieve voorwaarden waaraan fokkers moeten voldoen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B)

Beschrijving 4

Meest recente berichtgeving waaruit blijkt dat er overleg is tussen de fokkerijorganisatie en de fokkers. Bijvoorbeeld (nieuws)brieven naar fokkers of een verenigingsblad. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B en C)

Beschrijving 5

Inzicht in de financiële draagkracht. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te beoordelen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)

Beschrijving 6

Vermelding van het aantal leden en een beschrijving van de activiteiten op het moment van dele aanvraag. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren en de grootte van de organisatie.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Fokdoel

Beschrijving 7

Nauwkeurige beschrijving van raskenmerken of rasomschrijving. Uit de beschrijving moet duidelijk worden om welk soort en type rund het gaat, bij gelijkenis met reeds erkende organisaties moet het onderscheid tussen de verschillende soorten en/of typen duidelijk omschreven worden. Als het stamboek meerdere rassen, registers of secties bevat, moet voor elk ras, register of sectie een beschrijving worden aangeleverd waaruit duidelijk de onderscheidende kenmerken blijken. Indien geen gebruik gemaakt wordt van secties moet het percentage bloedvoering worden gehanteerd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel G)

Beschrijving 8

Indeling van het stamboek en procedures voor inschrijving in het stamboek. Als er meerdere registers of secties zijn, moet de onderlinge samenhang hiervan worden beschreven. Ook moet beschreven worden onder welke voorwaarden dieren of hun nakomelingen kunnen veranderen van register of sectie. Bijvoorbeeld van (bij)sectie naar stamboek. Indien geen gebruik gemaakt wordt van secties, maar van het percentage bloedvoering wordt een dier met meer dan 86% als zuiverrasdier gezien.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel L en O)

Beschrijving 9

Doelstelling van de rasveredeling. Hiermee wordt het fokdoel bedoeld. Dit is het fokdoel van het stamboek. Bij meerdere rassen, registers of secties moet dit voor elk van de onderdelen duidelijk beschreven worden.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel J)

Beschrijving 10

Aantal keuringen in het afgelopen boek- of kalenderjaar en de resultaten daarvan verwerkt in een overzicht, verslag of artikel ten behoeve van de leden. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Beschrijving 11

Erfelijke gebreken kunnen door de wijze van reproductie in de rundveehouderij grote invloed hebben op een populatie. Het is van belang dat er een systeem is om het voorkomen van erfelijke gebreken in een vroeg stadium te signaleren en te publiceren, zodat ze niet verder verspreid worden.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en E)

Registratie

Beschrijving 12

Beschrijving van het systeem van identificatie en controle. Runderen moeten geïdentificeerd worden volgens de eisen beschreven in de verordening (eg) nr. 1760/2000. Als een stamboek daarnaast werkt met een eigen nummering, mag dit alleen aanvullend zijn. Het individuele levensnummer (gebaseerd op de regelgeving voor identificatie en registratie) moet als eerste direct beschikbaar zijn.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel H)

Beschrijving 13

Beschrijving van het systeem voor registratie van afstamming en controle. Een beschrijving van de stappen die worden doorlopen wanneer een dier geregistreerd wordt. In het fokreglement wordt vastgelegd waar fokkers aan moeten voldoen bij het melden van de dekkingen en geboorten. Ten behoeve van de controle wordt een beschrijving verwacht van de stappen die worden doorlopen wanneer een dier geïdentificeerd wordt en hoe deze gecontroleerd kunnen worden in het geval er een fout blijkt op te treden. Naast administratieve controle hoort daar ook bedrijfsbezoek, of keuringen en eventueel DNA-onderzoek bij.

Als er sprake is van KI, dan moet van de stieren DNA bekend zijn.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel I)

Beschrijving 14

Bij de opname van dieren waarvan de (voor)ouders in een ander stamboek staan ingeschreven, wordt informatie bij het desbetreffende stamboek opgevraagd. De wijze waarop deze gegevens worden opgevraagd, moet beschreven worden.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel O)

Beschrijving 15

Kopie van een afstammingscertificaat. Aan de hand van dit voorbeeld afstammingscertificaat wordt beoordeeld of de afstammingsgegevens die door de organisatie worden afgegeven voor dieren, sperma, eicellen en embryo’s van ingeschreven dieren op de voorgeschreven wijze worden vermeld.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel R)

Populatie

Beschrijving 16

Overzicht van het totaal aantal ingeschreven dieren dat geschikt is voor de fokkerij. Gevraagd wordt naar de voor de fokkerij actieve/goedgekeurde mannelijke en vrouwelijke dieren (eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie). Dieren die te oud of overleden zijn, horen hier dus niet bij. In principe gaat het hierbij om de dieren die de organisatie in Nederland onder controle heeft. Als er echter sprake is van samenhang tussen de Nederlandse populaties en populaties in andere EU lidstaten of daarbuiten, is ook inzicht in deze gegevens gewenst.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 17

Overzicht van het totaal aantal dekkingen en/of inseminaties van het laatste volledige boek- of kalenderjaar, eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie. In principe gaat het hierbij om de dieren die de organisatie in Nederland onder controle heeft. Als er echter sprake is van samenhang tussen de Nederlandse populaties en populaties in andere EU lidstaten of daarbuiten, is ook inzicht in deze gegevens gewenst.

In het geval minder dan 15 goedgekeurde stieren aan de voortplanting hebben deelgenomen, dienen de dekkingen uitgesplitst te worden weergegeven naar stier.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 18

Overzicht van het totaal aantal geboorten van mannelijke en vrouwelijke dieren van het laatste volledige boek- of kalenderjaar, eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie.

In principe gaat het hierbij om de dieren die de organisatie in Nederland onder controle heeft. Als er echter sprake is van samenhang tussen de Nederlandse populaties en populaties in andere EU lidstaten of daarbuiten, is ook inzicht in deze gegevens gewenst.

In het geval minder dan 15 goedgekeurde stieren aan de voortplanting hebben deelgenomen, dienen de geboorten uitgesplitst te worden naar vaderdier.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 19

Ten behoeve van het behoud van een gezonde populatie is het belangrijk om ongeacht het fokdoel inteelt te mijden of in ieder geval zo laag mogelijk te houden. Voor runderen is het met een populatie van 7.500 vrouwelijke dieren in principe goed mogelijk om een inteeltpercentage van minder dan 1% per generatie te realiseren. Overigens onder de voorwaarde dat er voldoende niet-verwante mannelijke dieren worden ingezet. Gevraagd wordt naar de beschrijving van de methode ter voorkoming van een inteeltpercentage van meer dan 1% per generatie. Een organisatie in Nederland heeft te maken met de fokkerij in Nederland. In deze formulieren wordt dan ook gevraagd naar de omvang van de Nederlandse populatie. Wel is het mogelijk om in de aanpak van het mijden van inteelt ook import als factor mee te nemen. In dat geval dient u bij de rapportage ook aan te geven hoeveel dieren worden geïmporteerd en uit welk landen deze dieren afkomstig zijn.

Eventueel aangeven wat de jaarlijkse inteelttoename in de afgelopen vijf jaar is geweest.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Bijlage 248882.png
Bijlage 248883.png

TOELICHTING FORMULIER 1B - RUNDEREN EN BUFFELS

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Toelichting bij het aanvraagformulier voor het uitvoeren van prestatieonderzoek bij runderen en buffels

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • indien u ook erkenning aanvraagt voor stamboeken en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1A en het FORMULIER 1C ook in te vullen. Dit geldt niet als de erkenning wordt aangevraagd voor reglementering (en uitvoering).

Organisatie

Beschrijving 1

De organisatie dient rechtspersoonlijkheid naar Nederlands recht aan te tonen. Dit kan via een bewijs van inschrijving in de Kamer van Koophandel (KvK). In het geval van een vereniging is zo’n inschrijving voldoende, bij andere vormen van rechtspersoonlijkheid zal met aanvullende documentatie, reglementen aangetoond moeten worden dat aan de vereiste inspraak van fokkers en het vereiste democratische gehalte wordt voldaan.

(Bijlage I van de verordening, onder A)

Beschrijving 2

Door de notaris gewaarmerkt afschrift van de statuten. In de statuten van de organisatie of het huishoudelijk reglement dat in overeenstemming met de statuten is goedgekeurd dient een bepaling opgenomen te zijn waarin wordt bepaald dat tussen de fokkers niet mag worden gediscrimineerd. Hierdoor wordt vastgelegd dat elke fokker met dieren die daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten. Daarnaast zorgt deze bepaling er ook voor dat de organisatie niet de ene fokker ten opzichte van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt.

(Bijlage I van de verordening, onder B)

Beschrijving 3

Meest recente berichtgeving waaruit blijkt dat er overleg is tussen de fokkerijorganisatie en de fokkers. Bijvoorbeeld (nieuws)brieven naar fokkers of een verenigingsblad. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B en C)

Beschrijving 4

Inzicht in de financiële draagkracht. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te beoordelen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)

Beschrijving 5

Inzicht in de financiële draagkracht. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te beoordelen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Beschrijving 6 en 7

Ten behoeve van de waarde van de fokwaardeschatting is de borging van de kwaliteit van de gegevens die worden gebruikt van belang. Dit geldt zowel voor de stamboekgegevens als de resultaten van het prestatieonderzoek die gebruikt worden voor de fokwaardeschatting. Deze borging moet blijken uit de afspraken tussen de erkende organisaties.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel B, E, F, G, H en N)

Prestatieonderzoek

Beschrijving 8

Het prestatieonderzoek wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken erkende organisatie. Bij alleen uitvoering van prestatieonderzoek betekent dit dat de erkenning wordt verleend aan organisaties die reeds erkend zijn voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken. Gevraagd wordt naar documentatie waarin afspraken over de verantwoording en uitvoering zijn vastgelegd.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel F en O)

Beschrijving 9

Prestatieonderzoek kan zich richten op verschillende kenmerken en is afhankelijk van het fok doel. Voor elk kenmerk waar onderzoek naar gedaan wordt, bijvoorbeeld exterieur, vleesproductie of voortplanting, moeten voorschriften zijn vastgesteld op welke wijze de gegevens worden verzameld, welke waarnemingen nodig zijn, inclusief een beschrijving van de manier waarop de dieren worden gekozen en hoe de kwaliteit (betrouwbaarheid) wordt gegarandeerd. Afhankelijk van het kenmerk moeten ook minimale voorschriften met betrekking tot keurmeesters, inspecties en de kwaliteitsborging worden overlegd.

Een uitgebreidere toelichting is beschreven in Bijlage II van de Verordening.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, H, M, N, O en P)

Kwaliteit prestatieonderzoek

Beschrijving 10

Juist omdat de verzameling van de gegevens voor prestatieonderzoek ook door derden verricht mogen worden, moeten er heldere afspraken gemaakt worden over de controle op de kwaliteit van de gegevens tussen de organisatie die erkend het prestatieonderzoek uitvoert en de organisatie die hiervoor verantwoordelijk is. De resultaten van de kwaliteitscontrole zullen ook jaarlijks gerapporteerd moeten worden aan het productschap. Essentieel bij het doen van waarnemingen is dat de methoden gestandaardiseerd zijn en de dieren waar aan gemeten wordt een zuivere afspiegeling (d.w.z. een aselecte steekproef) zijn van de populatie.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel B)

Bijlage 248884.png
Bijlage 248885.png

TOELICHTING FORMULIER 1C - RUNDEREN EN BUFFELS

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Toelichting bij het aanvraagformulier erkenning voor het uitvoeren van fokwaardeschatting van runderen en buffels

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • Indien u ook erkenning aanvraagt voor stamboeken en prestatieonderzoek dient u het FORMULIER 1A en het FORMULIER 1B ook in te vullen. Dit geldt niet als de erkenning wordt aangevraagd voor reglementering (en Uitvoering).

Organisatie

Beschrijving 1

De organisatie dient rechtspersoonlijkheid naar Nederlands recht aan te tonen. Dit kan via een bewijs van inschrijving in de Kamer van Koophandel (KvK). In het geval van een vereniging is zo’n inschrijving voldoende, bij andere vormen van rechtspersoonlijkheid zal met aanvullende documentatie, reglementen aangetoond moeten worden dat aan de vereiste inspraak van fokkers en het vereiste democratische gehalte wordt voldaan.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel A)

Beschrijving 2

Door de notaris gewaarmerkt afschrift van de statuten. In de statuten van de organisatie of het huishoudelijk reglement dat in overeenstemming met de statuten is goedgekeurd, dient een bepaling opgenomen te zijn waarin wordt bepaald dat tussen de fokkers niet mag worden gediscrimineerd. Hierdoor wordt vastgelegd dat elke fokker met dieren die daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten. Daarnaast zorgt deze bepaling er ook voor dat de organisatie niet de ene fokker ten opzichte van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B)

Beschrijving 3

Meest recente berichtgeving waaruit blijkt dat er overleg is tussen de fokkerijorganisatie en de fokkers. Bijvoorbeeld (nieuws)brieven naar fokkers of een verenigingsblad. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B en C)

Beschrijving 4

Inzicht in de financiële draagkracht. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te beoordelen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)

Beschrijving 5

Bij de vraag naar de omvang van de organisatie kan volstaan worden met het aantal leden op het moment van aanvraag. Maar ook, andere activiteiten die te maken hebben met de fokkerij kunnen inzicht geven in de grootte van de organisatie. Dit met betrekking tot doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Beschrijving 6 en 7

Ten behoeve van de waarde van de fokwaardeschatting is de borging van de kwaliteit van de gegevens die worden gebruikt van belang. Dit geldt zowel voor de stamboekgegevens als de resultaten van het prestatieonderzoek die gebruikt worden voor de fokwaardeschatting.

Deze borging moet blijken uit de afspraken tussen de erkende organisaties

(Bijlage III van de verordening, onderdeel B, J en N)

Fokwaardeschatting

Beschrijving 8

De fokwaardeschatting wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken erkende organisatie. Bij alleen uitvoering van fokwaardeschatting betekent dit dat de erkenning wordt verleend aan organisaties die reeds erkend zijn voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken en prestatieonderzoek. Gevraagd wordt naar documentatie waarin afspraken over de verantwoording en uitvoering zijn vastgelegd.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel F en O)

Beschrijving 9

Ten behoeve van een transparante en efficiënte werkwijze is het van belang dat duidelijke protocollen zijn opgesteld over de wijze waarop de fokwaarde wordt berekend en welke kenmerken daarvoor nodig zijn. De erkende organisatie is verantwoordelijk voor de inhoud en dient zich daarbij te houden aan de communautaire regelgeving.

Een uitgebreidere toelichting is beschreven in Bijlage II van de Verordening.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel A, C, J, M en N)

Beschrijving 10

Het is aan de erkende organisatie om te bepalen op welke wijze de fokwaardeschatting wordt gepubliceerd. Indien het KI stieren betreft, moeten de laatst berekende fokwaarden worden gepubliceerd. Voor zeldzame rassen geldt in het kader van de hoeveelheid gegevens een uitzondering op de eisen voor publicatie. De organisatie die de erkenning aanvraagt, moet een beschrijving geven welke gegevens worden gepubliceerd en de wijze waarop deze worden gepubliceerd.

Daarnaast is elke erkende organisatie verplicht erfelijke gebreken te publiceren. Bij de aanvraag dient beschreven te worden welke gegevens worden gepubliceerd en op welke wijze deze worden gepubliceerd.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel A, J en M)

Kwaliteit

Beschrijving 11

Ten behoeve van de waarde van de fokwaardeschatting is de borging van de kwaliteit van de gegevens die worden gebruikt van belang. Dit geldt zowel voor de stamboekgegevens als de resultaten van het prestatieonderzoek. Omdat de verzameling van de gegevens voor prestatieonderzoek ook door derden verricht mogen worden, moeten er heldere afspraken gemaakt worden over de controle op de kwaliteit van de gegevens tussen de organisatie erkend voor de uitvoering van het prestatieonderzoek en de organisatie die verantwoordelijk is voor de fokwaardeschatting. Ten behoeve van de schatting van de fokwaarde is bijvoorbeeld van belang hoe omgegaan wordt met correlaties tussen bepaalde kenmerken en hoe omgegaan wordt met uitbijters. De resultaten van de kwaliteitscontrole worden jaarlijks gerapporteerd aan het productschap.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel B, J en N)

Bijlage II. bij het Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens aanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Bijlage 248905.png
Bijlage 248887.png
Bijlage 248888.png
Bijlage 248889.png

TOELICHTING FORMULIER 1A - VARKENS

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Toelichting bij het aanvraagformulier voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken of registers voor varkens

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • indien u ook erkenning aanvraagt voor prestatie onderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1B en het FORMULIER 1C ook in te vullen.

Organisatie

SECTORSPECIFIEK

Beschrijving 1

De organisatie dient rechtspersoonlijkheid naar Nederlands recht aan te tonen. Dit kan via een bewijs van inschrijving in de Kamer van Koophandel (KvK). In het geval van een vereniging is zo’n inschrijving voldoende. Bij andere vormen van rechtspersoonlijkheid zal met aanvullende documentatie, zoals reglementen aangetoond moeten worden dat aan de vereiste inspraak van fokkers en het vereiste democratische gehalte wordt voldaan.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel A)

Beschrijving 2

Door de notaris gewaarmerkt afschrift van de statuten. In de statuten van de organisatie of het huishoudelijk reglement dat in overeenstemming met de statuten is goedgekeurd, dient een bepaling opgenomen te zijn waarin wordt bepaald dat tussen de fokkers/afnemers niet mag worden gediscrimineerd. Hierdoor wordt vastgelegd dat elke fokker/afnemer met dieren die daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten of af te nemen. Daarnaast zorgt deze bepaling er ook voor dat de organisatie niet de ene fokker ten opzichte van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B)

Beschrijving 3

Meest recente berichtgeving waaruit blijkt dat er overleg is tussen de fokkerijorganisatie of fokkerijgroepering en de fokkers. Bijvoorbeeld (nieuws)brieven naar fokkers/afnemers of een verenigingsblad. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B en C)

Beschrijving 4

Inzicht in de financiële draagkracht. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te beoordelen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)

Beschrijving 5

Bij de vraag naar de omvang van de organisatie kan het aantal bedrijven dat betrokken is bij de topfokkerij en het marktaandeel in de verkoop van sperma inzicht geven in de grootte van de organisatie. Dit met betrekking tot doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Fokdoel

Beschrijving 6

Nauwkeurige beschrijving van raskenmerken of rasomschrijving. Uit de beschrijving moet duidelijk worden om welk soort en type varken het gaat, bij gelijkenis met reeds erkende organisaties moet het onderscheid tussen de verschillende soorten en/of typen duidelijk omschreven worden. Als het stamboek meerdere rassen, registers of secties bevat, moet voor elk ras, register of sectie een beschrijving worden aangeleverd waaruit duidelijk de onderscheidende kenmerken blijken.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel G)

Beschrijving 7

Indeling van het stamboek en procedures voor inschrijving in het stamboek of register. Als er meerdere registers of secties zijn, moet de onderlinge samenhang hiervan worden beschreven. Ook moet beschreven worden onder welke voorwaarden dieren of hun nakomelingen kunnen veranderen van register of sectie. Bijvoorbeeld van (bij)sectie naar stamboek.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel L en T)

Beschrijving 8

Doelstelling van de rasveredeling. Hiermee wordt het fokdoel bedoeld. Dit is het fokdoel van het stamboek. Bij meerdere rassen, registers of secties moet dit voor elk van de onderdelen duidelijk beschreven worden.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel J)

Beschrijving 9

Erfelijke gebreken kunnen binnen een populatie onbewust verder verspreid worden. Het is van belang dat er een systeem is om het voorkomen van erfelijke gebreken in een vroeg stadium te ontdekken en te publiceren, zodat ze niet verder verspreid worden.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E en J)

Registratie

Beschrijving 10

Beschrijving van het systeem van identificatie en controle. Varkens moeten ten minste geïdentificeerd worden volgens de eisen beschreven in Richtlijn 2008/71/EG. Ten behoeve van de fokkerij is een aanvullende identificatie en registratie op individueel dierniveau nodig.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel H)

Beschrijving 11

Beschrijving van het systeem voor registratie van afstamming en controle. Een beschrijving van de stappen die worden doorlopen wanneer een dier geregistreerd wordt. In het fokreglement of contract met de fokker wordt vastgelegd waar fokkers aan moeten voldoen bij het melden van de dekkingen en geboorten.

Ten behoeve van de controle wordt een beschrijving verwacht van de stappen die worden doorlopen wanneer een dier geïdentificeerd wordt en hoe deze gecontroleerd kunnen worden in het geval er een fout blijkt op te treden. Naast administratieve controle, hoort daar ook een bedrijfsbezoek en eventueel een DNA-onderzoek bij.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel I)

Beschrijving 12

Bij de opname van dieren waarvan de (voor)ouders in een ander stamboek staan ingeschreven, wordt informatie bij het desbetreffende stamboek opgevraagd. De wijze waarop deze gegevens worden opgevraagd, moet beschreven worden.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel M)

Beschrijving 13

Kopie van een afstammingscertificaat. Aan de hand van dit voorbeeld certificaat wordt beoordeeld of de afstammingsgegevens die door de organisatie worden afgegeven voor dieren, sperma, eicellen en embryo’s van ingeschreven dieren op de voorgeschreven wijze worden vermeld.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel U)

Populatie

Beschrijving 14

Overzicht van het totaal aantal ingeschreven dieren dat geschikt is voor de fokkerij. Gevraagd wordt naar het aantal voor de fokkerij actieve en goedgekeurde mannelijke en actieve vrouwelijke dieren (eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie) in de afgelopen drie jaar.

Dieren die te oud zijn of overleden zijn, horen hier dus niet bij.

Het gaat hier in eerste instantie om de eigen populatie, maar het kan heel goed mogelijk zijn dat fokmateriaal van buiten wordt betrokken, dit kan een land zijn dat deel uitmaakt van de Europese Unie, maar ook daarbuiten. In dat geval is de aanvrager verplicht aan te geven dat het fokmateriaal hiervandaan wordt betrokken en dit met stukken aan te tonen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 15

Overzicht van het totaal aantal dekkingen en/of inseminaties van het laatste volledige boek- of kalenderjaar. Wanneer bij punt 6 is aangegeven dat het stamboek meerdere rassen, registers of secties bevat, dan moet het aantal dekkingen en/of inseminaties onderverdeeld worden per ras, register of sectie.

In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen, dienen de dekkingen uitgesplitst te worden weergegeven naar vaderdier.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 16

Overzicht van het totaal aantal geboorten van mannelijke en vrouwelijke dieren in het laatste volledige boek- of kalenderjaar. Wanneer bij punt 6 is aangegeven dat het stamboek meerdere rassen, registers of secties bevat, dan moet het aantal geboorten onderverdeeld worden per ras, register of sectie. In plaats van het exacte aantal dieren volstaat de vermelding van het aantal tomen.

In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen, dienen de geboorten uitgesplitst te worden naar vaderdier.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 17

Ten behoeve van het behoud van een gezonde populatie is het belangrijk om ongeacht het fokdoel, inteelt te mijden of in ieder geval zo laag mogelijk te houden. Voor varkens is het met een populatie van 15.000 vrouwelijke dieren in principe goed mogelijk om een inteeltpercentage van minder dan 1% per generatie te realiseren. Overigens onder de voorwaarde dat er voldoende niet-verwante mannelijke dieren worden ingezet. Gaarne inzicht in de inteelttoename in de populatie (indien mogelijk per ras of register).

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Bijlage 248890.png

TOELICHTING FORMULIER 1B - VARKENS

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Toelichting bij het aanvraagformulier voor het uitvoeren van prestatieonderzoek bij varkens

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • Indien u ook erkenning aanvraagt voor stamboeken en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1A en het FORMULIER 1C ook in te vullen.

Prestatieonderzoek

Beschrijving 1

Het prestatieonderzoek moet gebeuren onder verantwoordelijkheid van de voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken erkende organisatie.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel C en I)

Beschrijving 2

Prestatieonderzoek kan zich richten op verschillende kenmerken en is afhankelijk van het fok doel. Voor elk kenmerk waar onderzoek naar gedaan wordt, bijvoorbeeld exterieur, vleesproductie of voortplanting, moeten voorschriften zijn vastgesteld op welke wijze de gegevens worden verzameld, welke waarnemingen nodig zijn, inclusief een beschrijving van de manier waarop de dieren worden gekozen en hoe de kwaliteit (betrouwbaarheid) wordt gegarandeerd. Afhankelijk van het kenmerk moeten ook minimale voorschriften met betrekking tot keurmeesters, inspecties en de kwaliteitsborging worden overlegd.

Een uitgebreidere toelichting is beschreven in Bijlage II van de Verordening.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, J, M, N, O en P)

Beschrijving 3

Juist omdat de verzameling van de gegevens voor prestatieonderzoek ook door derden verricht mag worden, moeten er heldere afspraken gemaakt worden over de controle op de kwaliteit van de gegevens tussen de erkende organisatie die het prestatieonderzoek uitvoert en de organisatie die hiervoor verantwoordelijk is.

De resultaten van de kwaliteitscontrole moeten ook jaarlijks gerapporteerd worden aan het productschap (en op verzoek, aan de medewerker IAD als bedoeld in artikel 13 van de Verordening). Essentieel bij het doen van waarnemingen is, dat de methoden gestandaardiseerd zijn en dat de dieren waar aan gemeten wordt een zuivere afspiegeling zijn van de populatie.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel B)

Bijlage 248891.png

TOELICHTING FORMULIER 1C - VARKENS

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Toelichting bij het aanvraagformulier erkenning voor het uitvoeren van fokwaardeschatting van varkens

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • indien u ook erkenning aanvraagt voor prestatie onderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1A en het FORMULIER 1B ook in te vullen.

Fokwaardeschatting

Beschrijving 1

De fokwaardeschattingen worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken erkende organisatie. Dit betekent dat de erkenning uitsluitend wordt verleend aan organisaties die reeds erkend zijn voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken/registers.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel F en O)

Beschrijving 2

Ten behoeve van een transparante en efficiënte werkwijze is het van belang dat duidelijke protocollen zijn opgesteld over de wijze waarop de fokwaarde wordt berekend en welke kenmerken daarvoor nodig zijn. De erkende organisatie is hiervoor verantwoordelijk.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel A, C, D, E en P)

Beschrijving 3

Het is aan de erkende organisatie om te bepalen op welke wijze de fokwaardeschatting wordt gepubliceerd. Gevraagd wordt naar een beschrijving hiervan.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel A en P)

Kwaliteit

Beschrijving 4

Ten behoeve van de waarde van de fokwaardeschatting is de borging van de kwaliteit van de gegevens die worden gebruikt van belang. Dit geldt zowel voor de stamboekgegevens als voor de resultaten van het prestatieonderzoek. Omdat de verzameling ven de gegevens voor prestatieonderzoek ook door derden verricht mag worden, moeten er heldere afspraken gemaakt zijn tussen de voor uitvoering van prestatieonderzoek erkende organisatie en de organisatie die hiervoor verantwoordelijk is.

Ten behoeve van de schatting van de fokwaarde is bijvoorbeeld van belang, hoe omgegaan wordt met correlaties tussen bepaalde kenmerken en hoe omgegaan wordt met uitbijters.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel B en P)

Bijlage III. bij het Besluit lot vaststelling formulieren en gegevens aanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Bijlage 248892.png
Bijlage 248901.png
Bijlage 248893.png
Bijlage 248894.png

TOELICHTING FORMULIER 1A - SCHAPEN EN GEITEN

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Toelichting bij het aanvraagformulier voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken of registers voor schapen en geiten

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gewaagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • indien u ook erkenning aanvraagt voor prestatie onderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1B en het FORMULIER 1C ook in te vullen.

Organisatie

Beschrijving 1

De organisatie dient rechtspersoonlijkheid naar Nederlands recht aan te tonen. Dit kan via een bewijs van inschrijving in de Kamer van Koophandel (KvK). In het geval van een vereniging is zo’n inschrijving voldoende, bij andere vormen van rechtspersoonlijkheid zal met aanvullende documentatie, reglementen aangetoond moeten worden dat aan de vereiste inspraak van fokkers en het vereiste democratische gehalte wordt voldaan.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel A)

Beschrijving 2

Door de notaris gewaarmerkt afschrift van de statuten. In de statuten van de organisatie of het huishoudelijk reglement dat in overeenstemming met de statuten is goedgekeurd, dient een bepaling opgenomen te zijn waarin wordt bepaald dat tussen de fokkers niet mag worden gediscrimineerd. Hierdoor wordt vastgelegd dat elke fokker met dieren die daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten. Daarnaast zorgt deze bepaling er ook voor dat de organisatie niet de ene fokker ten opzichte van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B)

Beschrijving 3

Het door de algemene ledenvergadering vastgestelde (huishoudelijk) fokreglement waarin tenminste is vastgelegd dat fokkers meewerken aan de registratie van erfelijke gebreken, welke onderverdeling men heeft in het stamboek, hoe te handelen bij de inschrijving van nieuw geboren dieren en op welke wijze gekeurd wordt inclusief een onderdeel met betrekking tot de administratieve voorwaarden waar fokkers aan moeten voldoen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B)

Beschrijving 4

Meest recente verslag van de algemene ledenvergadering of een ander document dat inzicht geeft in de communicatie tussen bestuur en leden. Bijvoorbeeld (nieuws)brieven naar de fokkers of een verenigingsblad. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, (onderdeel B en C)

Beschrijving 5

Inzicht in de financiële draagkracht. Door middel van een door de ALV goedgekeurd financieel jaarverslag of overzicht van de stamboekactiviteiten en begroting wordt inzicht verkregen in de financiële draagkracht van de organisatie. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te beoordelen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)

Beschrijving 6

Vermelding van het aantal leden op het moment van aanvraag. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren en de grootte van de organisatie.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Fokdoel

Beschrijving 7

Nauwkeurige beschrijving van raskenmerken of rasomschrijving. Uit de beschrijving moet duidelijk worden om welk soort en type schaap of geit het gaat, bij gelijkenis met reeds erkende organisaties moet het onderscheid tussen de verschillende soorten en/of typen duidelijk omschreven worden. Als het stamboek meerdere rassen, registers of secties bevat, moet voor elk ras, register of sectie een beschrijving worden aangeleverd waaruit duidelijk de onderscheidende kenmerken blijken.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel G)

Beschrijving 8

Indeling van het stamboek en procedures voor inschrijving in het stamboek. Als er meerdere registers of secties zijn moet de onderlinge samenhang hiervan worden beschreven. Ook moet beschreven worden onder welke voorwaarden dieren of hun nakomelingen kunnen veranderen van register of sectie. Bijvoorbeeld van (bij)sectie naar stamboek.

(Bijlage I onderdeel L en Q)

Beschrijving 9

Doelstelling van de rasveredeling. Hiermee wordt het fokdoel bedoeld. Dit is het fokdoel van het stamboek. Bij meerdere rassen, registers of secties moet dit voor elk van de onderdelen duidelijk worden beschreven.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel J)

Beschrijving 10

Aantal keuringen in het afgelopen boek- of kalenderjaar en de resultaten daarvan verwerkt in een overzicht, verslag of artikel ten behoeve van de leden. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Beschrijving 11

Erfelijke gebreken kunnen binnen een populatie onbewust verder verspreid worden. Het is van belang dat er een systeem is om erfelijke gebreken in een vroeg stadium te ontdekken en te publiceren, zodat ze niet verder verspreid worden.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en E)

Registratie

Beschrijving 12

Beschrijving van het systeem van identificatie en controle, Schapen en geiten moeten geïdentificeerd worden volgens de eisen beschreven in de richtlijn 92/102/EEG. Als een stamboek daarnaast werkt met een eigen nummering, mag dit alleen aanvullend zijn. Het individuele levensnummer (gebaseerd op de regelgeving voor identificatie en registratie) moet als eerste direct beschikbaar zijn.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel H)

Beschrijving 13

Beschrijving van het systeem voor registratie van afstamming en controle. Een beschrijving van de stappen die worden doorlopen wanneer een dier wordt geregistreerd. In het fokreglement wordt vastgelegd waar fokkers aan moeten voldoen bij het melden van de dekkingen en geboorten.

Ten behoeve van de controle wordt een beschrijving verwacht van de stappen die worden doorlopen wanneer een dier geïdentificeerd wordt, en hoe deze gecontroleerd kunnen worden in het geval er een fout blijkt op te treden. Naast administratieve controle, hoort daar ook bedrijfsbezoek of keuringen en eventueel DNA-onderzoek bij.

Als er sprake is van KI, dan moet van de mannelijke dieren DNA bekend zijn.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel I)

Beschrijving 14

Bij de opname van dieren waarvan de (voor)ouders in een ander stamboek staan ingeschreven, wordt informatie bij het desbetreffende stamboek opgevraagd. De wijze waarop deze gegevens worden opgevraagd, moet beschreven worden.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel Q)

Beschrijving 15

Kopie van een afstammingscertificaat. Aan de hand van dit voorbeeld certificaat wordt beoordeeld of de afstammingsgegevens die door de organisatie worden afgegeven voor dieren, sperma, eicellen en embryo’s van ingeschreven dieren op de voorgeschreven wijze worden vermeld.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel R)

Populatie

Beschrijving 16

Overzicht van het totaal aantal ingeschreven dieren dat geschikt is voor de fokkerij. Gevraagd wordt naar de voor de fokkerij actieve en goedgekeurde mannelijke en vrouwelijke dieren (eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie). Dat wil zeggen dieren die gebruikt worden voor het fokken van lammeren. Dieren die te oud zijn om nog mee te fokken of zijn overleden, horen hier dus niet bij.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 17

Overzicht van het totaal aantal dekkingen en/of inseminaties van het laatste volledige boek- of kalenderjaar, eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie.

In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen, dienen de dekkingen uitgesplitst te worden weergegeven naar vaderdier.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 18

Overzicht van het totaal aantal geboorten van mannelijke en vrouwelijke dieren van het laatste volledige boek- of kalenderjaar, eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie.

In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen, dienen de geboorten uitgesplitst te worden naar vaderdier.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 19

Ten behoeve van het behoud van een gezonde populatie is het belangrijk om ongeacht het fokdoel inteelt te mijden of in ieder geval zo laag mogelijk te houden. Voor schapen en geiten is het met een populatie van 10.000 vrouwelijke dieren in principe goed mogelijk om een inteeltpercentage van minder dan 1% per generatie te realiseren. Overigens onder de voorwaarde dat er voldoende niet verwante mannelijke dieren worden ingezet.

Een organisatie in Nederland heeft te maken met de fokkerij in Nederland. In deze formulieren wordt dan ook, gevraagd naar de omvang van de Nederlandse populatie. Wel is het mogelijk om in de aanpak van het mijden van inteelt ook import als factor mee te nemen. In dat geval dient u bij de rapportage ook, aan te geven hoeveel dieren worden geïmporteerd en uit welk landen deze dieren afkomstig zijn.

Gevraagd wordt naar de beschrijving van de methode ter voorkoming van een inteelt percentage van meer dan 1% per generatie.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Bijlage 248895.png

TOELICHTING FORMULIER 1B - SCHAPEN EN GEITEN

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Toelichting bij het aanvraagformulier voor het uitvoeren van prestatieonderzoek bij schapen en geiten

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • Indien u ook erkenning aanvraagt voor stamboeken en prestatieonderzoek dient u het FORMULIER 1A en het FORMULIER 1C ook in te vullen.

Prestatieonderzoek

Beschrijving 1

Het prestatieonderzoek moet gebeuren onder verantwoordelijkheid van de voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken erkende organisatie.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel C en K)

Beschrijving 2

Prestatieonderzoek kan zich richten op verschillende kenmerken en is afhankelijk van het fokdoel. Voor elk kenmerk waar onderzoek naar gedaan wordt, bijvoorbeeld exterieuronderzoek, vleesproductie of voortplanting, moeten voorschriften zijn vastgesteld op welke wijze de gegevens worden verzameld, welke waarnemingen nodig zijn, inclusief een beschrijving van de manier waarop de dieren worden gekozen en hoe de kwaliteit (betrouwbaarheid) wordt gegarandeerd. Afhankelijk van het kenmerk moeten ook minimale voorschriften met betrekking tot keurmeesters, inspecties en de kwaliteitsborging worden overgelegd.

Een uitgebreidere toelichting is beschreven in Bijlage II van de Verordening.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, L, M, N, O en P)

Kwaliteit

Beschrijving 3

Juist omdat de verzameling van de gegevens voor prestatie onderzoek ook door derden verricht mag worden, moeten er heldere afspraken gemaakt worden over de controle op de kwaliteit van de gegevens tussen de organisatie die erkend het prestatieonderzoek uitvoert en de organisatie die hiervoor verantwoordelijk is. De resultaten van de kwaliteitscontrole zullen ook jaarlijks gerapporteerd moeten worden aan het productschap. Essentieel bij het doen van waarnemingen is dat de methoden gestandaardiseerd zijn en de dieren waar aan gemeten wordt een zuivere afspiegeling zijn van de populatie.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel B)

Bijlage 248896.png

TOELICHTING FORMULIER 1C - SCHAPEN EN GEITEN

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Toelichting bij het aanvraagformulier erkenning voor het uitvoeren van fokwaardeschatting van schapen en geiten

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • Indien u ook erkenning aanvraagt voor prestatie onderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1A en het FORMULIER 1B ook in te vullen.

Fokwaardeschatting

Beschrijving 1

De fokwaardeschattingen worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken erkende organisatie. Dit betekent dat de erkenning wordt verleend aan organisaties die reeds erkend zijn voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel F en O)

Beschrijving 2

Ten behoeve van een transparante en efficiënte werkwijze is het van belang dat er duidelijke protocollen zijn opgesteld over de wijze waarop de fokwaarde wordt berekend en welke kenmerken daarvoor nodig zijn. De erkende organisatie is verantwoordelijk voor de inhoud en dient zich daarbij te houden aan de communautaire regelgeving.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel A, C, en R)

Beschrijving 3

Het is aan de erkende organisatie om te bepalen op welke wijze de fokwaardeschatting wordt gepubliceerd. Gevraagd wordt een beschrijving hiervan.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel A en R)

Kwaliteit

Beschrijving 4

Ten behoeve van de waarde van de fokwaardeschatting is de borging van het hele proces van het vastleggen van de gegevens en de kwaliteit van de gegevens die worden gebruikt van belang. Dit geldt zowel voor de stamboekgegevens als de resultaten van het prestatieonderzoek. Omdat de verzameling van de gegevens voor prestatieonderzoek ook door derden verricht mag worden, moeten er heldere afspraken gemaakt worden over de controle op de kwaliteit van de gegevens tussen de organisatie die erkend het prestatieonderzoek uitvoert en de organisatie die hiervoor verantwoordelijk is. Ten behoeve van de schatting van de fokwaarde is bijvoorbeeld van belang hoe om gegaan wordt met correlaties tussen bepaalde kenmerken en hoe omgegaan wordt met uitbijters. De resultaten van de kwaliteitscontrole zullen ook jaarlijks gerapporteerd moeten worden aan het productschap.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel B en R)

Bijlage IV. bij het Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens aanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Bijlage 248897.png
Bijlage 248898.png
Bijlage 248899.png
Bijlage 248900.png

TOELICHTING FORMULIER 1 - PAARDACHTIGEN

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Toelichting bij het aanvraagformulier voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken of registers voor paardachtigen

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

Organisatie

Beschrijving 1

De organisatie dient rechtspersoonlijkheid naar Nederlands recht aan te tonen. Dit kan via een bewijs van inschrijving in de Kamer van Koophandel (KvK), in het geval van een vereniging is zo’n inschrijving voldoende, bij andere vormen van rechtspersoonlijkheid zal met aanvullende documentatie, reglementen aangetoond moeten worden dat aan de vereiste inspraak van fokkers en het vereiste democratische gehalte wordt voldaan.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel A)

Beschrijving 2

Door de notaris gewaarmerkt afschrift van de statuten. In de statuten van de organisatie of het huishoudelijk reglement dat in overeenstemming met de statuten is goedgekeurd, dient een bepaling opgenomen te zijn waarin wordt bepaald dat tussen de fokkers niet mag worden gediscrimineerd. Hierdoor wordt vastgelegd dat elke fokker met dieren die daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten. Daarnaast zorgt deze bepaling er ook voor dat de organisatie niet de ene fokker ten opzichte van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B)

Beschrijving 3

Het door de algemene ledenvergadering vastgestelde (huishoudelijk) fokreglement waarin tenminste is vastgelegd dat fokkers meewerken aan de registratie van erfelijke gebreken, welke boeken men heeft en hoe te handelen bij de inschrijving van fokproducten, op welke wijze gekeurd wordt, welke predicaten behaald kunnen worden en verrichtingskeuringen uitgevoerd kunnen worden, en een onderdeel met betrekking tot de hengstenhouderij waarin dekboeken en andere administratieve voorwaarden zijn beschreven waaraan hengstenhouders moeten voldoen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B)

Beschrijving 4

Meest recente verslag van de algemene ledenvergadering of ander document waaruit blijkt dat er overleg is tussen de fokkerijorganisatie en de fokkers. Bijvoorbeeld (nleuws)brieven naar fokkers of een verenigingsblad. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, (onderdeel B en C)

Beschrijving 5

Inzicht in de financiële draagkracht. Middels een door de ALV goedgekeurd financieel jaarverslag of overzicht van de stamboekactiviteiten en begroting wordt inzicht verkregen in de financiële draagkracht van de organisatie. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te beoordelen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C, en D en Y)

Beschrijving 6

Vermelding van het aantal leden en een beschrijving van de activiteiten op het moment van aanvraag. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot doeltreffend functioneren en de grootte van de organisatie.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Beschrijving 7

Kopie van de briefwisseling met het stamboek van origine. In geval een zogeheten moederstamboek is erkend, moet worden aangetoond dat aan de beginselen is voldaan. Dit kan door een kopie van de briefwisseling tussen de organisatie die erkenning aanvraagt en het reeds erkende moederstamboek. Hieruit moet blijken dat aan de door het erkende moederstamboek vastgelegde omschrijving van het ras, de wijze van het opvragen van gegevens van de voorouders bij andere stamboeken, de stamboekindeling en de registratie van de afstamming in het stamboek door de aanvragende organisatie wordt voldaan.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel Z)

Fokdoel

Beschrijving 8

Nauwkeurige beschrijving van raskenmerken of rasomschrijving. Uit de beschrijving moet duidelijk worden om welk soort en type paardachtige het gaat, bij gelijkenis met reeds erkende organisaties moet het onderscheid tussen de verschillende soorten en/of typen duidelijk omschreven worden. Als het stamboek meerdere rassen, registers of secties bevat, moet voor elk ras, register of sectie een beschrijving worden aangeleverd waaruit duidelijk de onderscheidende kenmerken blijken.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel G)

Beschrijving 9

Indeling van het stamboek en procedures voor inschrijving in het stamboek. Als er meerdere registers, secties of bijboeken zijn, moet de onderlinge samenhang hiervan worden beschreven. Ook moet beschreven worden onder welke voorwaarden dieren of hun nakomelingen kunnen veranderen van register of sectie of bijboek. Bijvoorbeeld van (bij)sectie naar stamboek.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel L en AA)

Beschrijving 10

Doelstelling van de rasveredeling. Hiermee wordt het fokdoel bedoeld. Dit is het fokdoel van het stamboek. Bij meerdere rassen, registers of secties moet dit voor elk van de onderdelen duidelijk worden beschreven.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel J)

Beschrijving 11

In het geval bruikbaarheidsonderzoek en/of afstammelingenonderzoek wordt uitgevoerd: een beschrijving van de werkwijze. De beschrijving van de werkwijze omvat tenminste een beschrijving van welke gegevens verzameld worden, hoe dit wordt gedaan en welke controle hierop wordt uitgevoerd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel F)

Beschrijving 12

In het geval fokwaardeschattingen worden gedaan: een beschrijving van de werkwijze, waarbij tenminste de fokwaarden die geschat worden zijn omschreven, hoe deze worden geschat en op welke wijze de resultaten beschikbaar worden gesteld.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel K)

Beschrijving 13

Aantal keuringen in het afgelopen kalenderjaar en de resultaten daarvan verwerkt in een overzicht, verslag of artikel ten behoeve van de leden. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot doeltreffend functioneren, en in het geval bruikbaarheidsonderzoek en/of afstammelingenonderzoek en/of fokwaardeschattingen worden uitgevoerd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C, F en K)

Beschrijving 14

Erfelijke gebreken kunnen binnen een populatie onbewust verder verspreid worden. Het is van belang dat er een systeem is om erfelijke gebreken in een vroeg stadium te ontdekken en te publiceren, zodat ze niet verder verspreid worden.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en E)

Registratie

Beschrijving 15

Beschrijving van het systeem van identificatie en controle. Paardachtigen worden geïdentificeerd volgens de procedures beschreven in 504/2008. Hier gaat het om eventueel aanvullende identificatie zoals het schetsen. Een ander onderdeel hiervan is een beschrijving van de stappen die worden doorlopen wanneer een dier geïdentificeerd wordt, en hoe deze gecontroleerd kunnen worden in het geval er een fout blijkt op te treden.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel H)

Beschrijving 16

Beschrijving van systeem voor registratie van afstamming en controle. Een beschrijving van de stappen die worden doorlopen wanneer een dier geregistreerd wordt. Het gaat hierbij om veulens, maar ook om dieren waarvan de ouders niet in het stamboek zijn opgenomen. In het fokreglement of contract met de fokker wordt vas1gelegd waar fokkers aan moeten voldoen bij het melden van de dekkingen en geboorten.

Ten behoeve van de controle op de afstamming wordt een beschrijving verwacht van de stappen die worden doorlopen wanneer een dier geïdentificeerd wordt, en hoe deze gecontroleerd kunnen worden in het geval er een fout blijkt op te treden. Naast administratieve controle, hoort daar ook DNA-onderzoek bij. De controle wordt uitgevoerd door een a-selecte steekproef van minimaal 1 op de 2000 in dat jaar geboren veulens te controleren. Deze steekproef heeft een minimum van 5 in dat jaar geboren veulens. Daarnaast moet van alle in dat jaar goedgekeurde hengsten de afstamming worden gecontroleerd. Dieren die voor KI worden ingezet, moeten allemaal op raszuiverheid getoetst worden met behulp van DNA/bloedonderzoek.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel I)

Beschrijving 17

Bij de opname van dieren waarvan de (voor)ouders in een ander stamboek staan ingeschreven, wordt informatie bij het desbetreffende stamboek opgevraagd. De wijze waarop deze gegevens worden opgevraagd moet beschreven worden.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel Z en BB)

Beschrijving 18

Kopie van een afstammingscertificaat. Aan de hand van dit voorbeeld certificaat wordt beoordeeld of de afstammingsgegevens die door de organisatie worden afgegeven voor dieren, sperma, eicellen en embryo’s van ingeschreven dieren op de voorgeschreven wijze wordt uitgevoerd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel R)

Populatie

Beschrijving 19

Overzicht van het totaal aantal ingeschreven dieren uitgesplitst naar goedgekeurde mannelijke en vrouwelijke dieren vanaf 3 jaar op het moment van aanvraag. De maximale vruchtbare leeftijd van merries is op 25 jaar gesteld, voor hengsten geldt 30 jaar. Het gaat hier in eerste instantie om de eigen populatie, maar het kan heel goed mogelijk zijn dat fokmateriaal van buiten wordt betrokken; dit kan een land zijn dat deel uitmaakt van de Europese Unie, maar ook daarbuiten.

In dat geval is de aanvrager verplicht aan te geven dat het fokmateriaal hiervandaan wordt betrokken, en dit met stukken aan te tonen.

In het overzicht dient onderscheid gemaakt te worden naar hoofdboek, sectie/register of bijboek.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 20

Overzicht van het totaal aantal dekkingen en/of inseminaties van het laatste volledige kalenderjaar, met onderscheid naar hoofdboek, sectie/register of bijboek.

In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen, dienen de dekkingen uitgesplitst te worden weergegeven naar vaderdier.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 21

Overzicht van het totaal aantal geboorten van mannelijke en vrouwelijke dieren van het laatste volledige kalenderjaar, met onderscheid naar hoofdboek, sectie/register of bijboek.

In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen, dienen de geboorten uitgesplitst te worden naar vaderdier.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 22

Ten behoeve van het behoud van een gezonde populatie is het belangrijk om ongeacht het fokdoel inteelt te mijden of in ieder geval zo laag mogelijk te houden. Voor paarden is het met een populatie van 5.000 vrouwelijke dieren en een voldoende aantal mannelijke dieren in principe goed mogelijk om een inteeltpercentage van minder dan 1% per generatie te realiseren. Overigens onder de voorwaarde dat er voldoende niet verwante mannelijke dieren worden ingezet. Gevraagd wordt naar een signaleringssysteem met betrekking tot erfelijke gebreken en de beschrijving van de methode ter voorkoming van een inteeltpercentage van meer dan 1% per generatie.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Naar boven