Regeling investeringsverzekeringen

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 25-12-2010 t/m heden

Regeling investeringsverzekeringen

Artikel 1. Definities

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a. Kaderwet: de Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën;

    • b. investeringsland: een land buiten Nederland;

    • c. investering: de inbreng door een ondernemer van middelen in geld of in natura in een onderneming in een investeringsland, teneinde met die onderneming duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid, voor een duur van tenminste drie jaren of indien het een geldlening betreft voor de duur van tenminste vier jaren; onder investering wordt mede begrepen de garantie die een ondernemer in aanvulling op de inbreng geeft, onder welke naam dan ook, tot betaling van hetgeen uit hoofde van een lening is verschuldigd in het geval dat de met de ondernemer duurzaam verbonden onderneming in een investeringsland in gebreke blijft;

    • d. lening: een door een geldgever, niet zijnde de onder c bedoelde ondernemer, in samenhang met een investering aan een onderneming in een investeringsland verstrekte lening, voor een duur van tenminste vier jaren en die, indien die geldgever in hoofdzaak op de financiële markten werkzaam is, tot doel heeft aan de onderneming duurzaam vermogen te verschaffen;

    • e. geldgever:

      • i. een bank als bedoeld in artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht;

      • ii. een onderneming als bedoeld in artikel 3:2 van de Wet op het financieel toezicht die volgens haar statuten in Nederland haar zetel heeft en die deel uitmaakt van de groep waartoe die onderneming behoort;

      • iii. een ondernemer die haar bedrijf maakt van het ter beschikking verkrijgen van opvorderbare gelden van professionele marktpartijen of binnen besloten kring, en van het voor eigen rekening verrichten van kredietuitzettingen die volgens haar statuten in Nederland haar zetel heeft en die deel uitmaakt van de groep waartoe die ondernemer behoort; of

      • iv. een multilaterale instelling die wordt genoemd in de bijlage bij deze regeling;

    • f. uitvoerder: uitvoerder als bedoeld in artikel 1 van Regeling uitvoering EKI;

    • g . verzekerde: degene die voor een niet-commercieel risico, dat is verbonden aan een door hem gedane investering of een door hem verstrekte lening is verzekerd op grond van deze regeling;

    • h. aanvangswaarde: de waarde van de investering die tot uitdrukking wordt gebracht in de som van het door de verzekerde ingebrachte geld, de tegenwaarde van de door verzekerde ingebrachte middelen in natura en het bedrag van de garantie, dan wel in de hoofdsom van de door de verzekerde betaalde lening;

    • i. opbrengst: rente, dividend, royalty’s en andere gelden die door de onderneming in het investeringsland ter beschikking van de verzekerde zijn gesteld, anders dan als aflossing van een lening of als terugbetaling van een investering.

  • 2 Deze regeling is niet van toepassing op een ondernemer of onderneming, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e onder ii of iii, voor zover die behoort tot een groep waarvan de rechtspersoon die, alleen of samen met een andere groepsmaatschappij, aan het hoofd staat van die groep volgens zijn statuten buiten Nederland zijn zetel heeft.

  • 3 Deze regeling is niet van toepassing op een ondernemer die geen economische activiteiten verricht van industriële of commerciële aard, bestaande in het aanbieden vangoederen of diensten op de markt en die behoort tot een groep waarvan de rechtspersoon die, alleen of samen met een andere groepsmaatschappij, aan het hoofd staat van die groep volgens zijn statuten buiten Nederland zijn zetel heeft.

Artikel 2. Niet-commercieel risico

  • 1 Met inachtneming van deze regeling kan de Staat het niet-commercieel risico van een ondernemer dat is verbonden aan een investering of een lening in verzekering nemen.

  • 2 Onder een niet-commercieel risico als bedoeld in het eerste lid wordt in ieder geval verstaan:

    • a. een betalingsverbod, een moratorium, een verhindering van repatriëring van geld en een transferverbod;

    • b. oorlogsrisico, in het bijzonder het risico van lokale oorlog, burgeroorlog, revolutie, opstand en burgerlijke onlusten buiten Nederland;

    • c. nationalisatie, onteigening, confiscatie en elk ander handelen en nalaten van de zijde van de autoriteiten in het betrokken investeringsland dat met nationalisatie, onteigening of confiscatie gelijk gesteld kan worden;

    • d. niet-nakoming of niet-erkenning van een aan de investering ten grondslag liggende overeenkomst door de autoriteiten van het investeringsland waarmee die overeenkomst is gesloten, voor zover dit bij een onherroepelijke uitspraak van een terzake bevoegde rechter of van een door partijen aangewezen arbiter is vastgesteld en die uitspraak niet door de autoriteiten van het investeringsland wordt opgevolgd.

Artikel 3. Aan de investering en de lening gestelde eisen

  • 1 Voor verzekering komt alleen in aanmerking het niet-commercieel risico:

    • a. van een investering die op het moment, waarop een verzekering wordt gevraagd, nog niet is gedaan, of van een lening die op dat moment nog niet is betaald;

    • b. van een reeds gedane investering of betaalde lening, mits het voornemen tot het verzekeren van een met de investering of de lening verbonden niet-commercieel risico niet meer dan twaalf maanden voor het tijdstip waarop de investering is gedaan of de lening is betaald aan de verzekeraar schriftelijk is gemeld, en vervolgens binnen drie maanden na het doen van de investering of het betalen van de lening de aanvraag tot verzekering wordt ingediend; of

    • c. van een bestaande investering of lening, indien die investering of die lening wordt uitgebreid met een investering of lening als bedoeld onder a of b, de waarde van de investering of het bedrag van de lening waarmee wordt uitgebreid ten minste gelijk is aan de waarde van de bestaande investering of het bedrag van de bestaande lening, en het niet-commerciële risico van de investering of de lening voorafgaand aan de uitbreiding niet is toegenomen ten opzichte van het tijdstip, waarop de bestaande investering of lening wordt verzekerd.

  • 2 In alle gevallen komt voor verzekering alleen het niet-commercieel risico:

    • a. van een investering die de economische banden tussen Nederland en het betrokken investeringsland duurzaam uitbreidt dan wel versterkt; of

    • b. van een lening die wordt verstrekt in samenhang met een investering als bedoeld onder a.

Artikel 4. Aan de verzekering te stellen eisen

De Staat kan alleen een verzekering sluiten onder de volgende voorwaarden:

  • a. de duur van de verzekering is ten hoogste twintig jaren, met dien verstande dat de duur niet langer is dan vijftien jaren, te rekenen vanaf het tijdstip waarop de investering volledig is gedaan of de lening volledig is betaald;

  • b. de verzekerde heeft een eigen risico van een bedrag ter grootte van tenminste tien procent van de geleden schade;

  • c. de vergoeding die aan de verzekerde ten hoogste wordt betaald:

    • i. gaat een bedrag ter grootte van tweehonderd procent van de aanvangswaarde van de investering of van de lening niet te boven;

    • ii. bedraagt, voor zover een opbrengst onder de verzekering valt, ter vergoeding van deze opbrengst, onverminderd onderdeel i, niet meer dan twaalf procent, berekend per jaar waarin de opbrengst opeisbaar wordt, van de verzekerde waarde van de investering of de lening; geen opbrengst wordt vergoed die niet opeisbaar is;

    • iii. bedraagt in geen geval meer dan € 100 miljoen per in een investeringsland gevestigde onderneming, waarbij aan die onderneming betaalde leningen voor niet meer dan € 75 miljoen worden vergoed; is bij een in een investeringsland gevestigde onderneming meer dan een verzekerde betrokken, dan wordt een uit deze bepaling voortvloeiende beperking van de vergoeding naar rato van inbreng verdeeld over de verzekerden;

  • d. de verzekering vervalt indien niet langer wordt voldaan aan de criteria om te kunnen spreken van een investering of een lening.

Artikel 5. Het sluiten van de verzekering

  • 1 De Staat kan, alvorens hij een verzekering sluit, advies inwinnen bij derden.

  • 2 Ondernemers, die verzekeringen bij de Staat wensen af te sluiten, wenden zich daartoe tot de uitvoerder. De verzekeringen zullen tussen de ondernemers en de Staat worden afgesloten en vastgelegd in door de uitvoerder in naam en voor rekening en risico van de Staat uitgereikte polissen.

  • 3 De behandeling van een verzekeringsaanvraag en van een eventuele schadeclaim geschieden uitsluitend via de uitvoerder.

Artikel 6. Gevallen, waarin geen verzekering wordt gesloten

De Staat sluit in ieder geval geen verzekering, indien:

  • a. het sluiten van de verzekering zou leiden tot overschrijding van het bedrag, tot welke krachtens artikel 6 van de Kaderwet in het betrokken kalenderjaar ten hoogste verplichtingen kunnen worden aangegaan op grond van het bepaalde in artikel 3 van de Kaderwet;

  • b. er nadat de verzekering is gevraagd, maar voordat zij wordt gesloten in het investeringsland maatregelen worden getroffen of zich omstandigheden voordoen waardoor er een gerede kans is dat de verzekering zal leiden tot een schade-uitkering;

  • c. het sluiten van de verzekering tot gevolg heeft dat het totaal uit hoofde van deze regeling te verzekeren bedrag voor enig investeringsland dat de Minister kan vaststellen te boven gaat.

Artikel 7. Slotbepaling

  • 1 De Tijdelijke Regeling herverzekering investeringen wordt ingetrokken.

  • 2 Verplichtingen uit verzekeringen, die door de Staat zijn herverzekerd voor de dag, waarop deze regeling in werking treedt, worden door de Staat nagekomen.

  • 3 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

  • 4 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling investeringsverzekeringen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Financiën,

J.C. de Jager

Bijlage 1. Lijst van multilaterale instellingen als bedoeld in artikel 1e, sub iv

In artikel 1e, sub iv van de Regeling investeringsverzekeringen, wordt bepaald dat een geldgever een multilaterale instelling kan betreffen. De volgende multilaterale instellingen komen hiervoor in aanmerking:

Asian Development Bank

European Bank for Reconstruction and Development

European Development Fund

European Investment Bank

International Bank for Reconstruction and Development

International Development Association

Inter-American Development Bank

International Fund for Agricultural Development

International Finance Corporation

Inter-American Investment Corporation

Multilateral Investment Guarantee Agency

Nordic Development Fund

Nordic Investment Bank

Naar boven