1. Noodverkeer
Algemeen:
-
– De noodoproep heeft absolute voorrang boven alle andere uitzendingen.
-
– Alle stations die een noodoproep ontvangen dienen onmiddellijk alle uitzendingen te
staken welke het noodverkeer kunnen hinderen en te luisteren op de frequentie waarop
de noodoproep werd uitgezonden.
-
– Reçu zal niet worden gegeven voordat het noodbericht dat volgt is uitgezonden.
-
– Alleen de gezagvoerder is bevoegd bevel te geven tot het gebruik van de noodoproep
en het noodbericht.
Noodseinen:
In het radio maritiem verkeer wordt van de volgende noodsein gebruik gemaakt:
-
– radiotelefonie: M A Y D A Y (3x), uitgesproken in het frans als M’AIDER.
-
– radiotelegrafie: S O S
-
– radiotelex: geen noodsein voor alerting.
-
– DSC: «Distress» optie selecteren.
INMARSAT terminal:
-
– telex: SOS
-
– telefoon: M A Y D A Y
Dit geeft aan dat een schip, luchtvaartuig of ander middel van vervoer in ernstig
en dreigend gevaar verkeert en onmiddellijk hulp nodig heeft.
De radiotelefonie noodprocedure bestaat uit:
De radiotelegrafie noodprocedure bestaat uit:
-
– het alarmsein
-
– de noodoproep (indien mogelijk gevolgd door twee minuten tussenruimte, waarna nogmaals
de noodoproep volgt)
-
– het noodbericht
-
– twee peilstrepen van tien tot vijftien seconden elk
-
– de roepnaam van het in nood verkerende station
Alarmsein:
Het alarmsein bestaat uit twee, elkaar voortdurend afwisselende audio frequente tonen
van 1300 en 2200 Hz. Het alarmsein wordt minimaal 30 seconden tot maximaal 1 miniuut
uitgezonden.
Noodoproep (radiotelefonie):
Noodoproep (radiotelegrafie):
Noodbericht (radiotelefonie):
-
– M A Y D A Y
-
– de naam of andere identificatie van het in nood verkerende station
-
– positie
-
– aard ongeval en aard gevraagde hulp
-
– overige mededelingen die de hulpverlening kunnen bespoedigen
Noodbericht (radiotelegrafie):
-
– S O S
-
– de naam of andere identificatie van het in nood verkerende station
-
– positie
-
– aard van het ongeluk en aard van de gevraagde hulp
-
– overige mededelingen die de hulpverlening kunnen bespoedigen
Bevestiging van ontvangst (reçu)
-
– Schepen die een noodbericht ontvangen van een ander station dat zich in de nabijheid
bevindt, moeten onmiddellijk reçu geven.
-
– In gebieden waar betrouwbare verbindingen met één of meerdere kuststations mogelijk
zijn, zullen schepen enige tijd moeten wachten teneinde een kuststation eerst in de
gelegenheid te stellen reçu te geven.
Reçu (radiotelefonie):
-
– M A Y D A Y
-
– de roepnaam of andere identificatie van het station dat het noodbericht uitzond (3x)
-
– this is (of Delta Echo)
-
– de roepnaam of andere identificatie van het station dat het reçu geeft (3x)
-
– received (of Romeo Romeo Romeo)
-
– M A Y D A Y
Reçu (radiotelegrafie):
Aanvullend reçu:
Ieder station in de nabijheid van het in nood verkerend station mag – indien nodig
– een ander station het zwijgen opleggen:
Radiotelefonie:
Radiotelegrafie:
Door het in nood verkerende station of door het station dat de leiding van het noodverkeer
heeft zal voor dit doel gebruikt worden:
Radiotelefonie:
Radiotelegrafie:
Elk station dat kennis heeft van noodverkeer en zelf het station in nood niet kan
assisteren zal het noodverkeer volgen totdat hulpverlening gegarandeerd is.
Totdat het bericht ontvangen is dat normaal werken kan worden hervat, is het alle
stations die kennis hebben van het noodverkeer en hieraan niet deelnemen verboden
te zenden op de frequenties waarop het noodverkeer plaatsvindt.
Wanneer het noodverkeer op een frequentie geëindigd is zal het schip dat de leiding
van dit noodverkeer heeft gehad, op deze frequentie de volgende, aan allen gerichte
mededeling uitzenden, aangevende dat de normale werkzaamheden mogen worden hervat:
Radiotelefonie:
-
– M A Y D A Y
-
– hello all stations (3x)
-
– this is (of Delta Echo)
-
– de roepnaam of andere identificatie van het station dat het bericht uitzendt
-
– de tijd van aanbieding van het bericht
-
– de naam en roepnaam van het station dat in nood verkeerde
-
– SILENCE FINI
Radiotelegrafie:
-
– S O S
-
– C Q (3x)
-
– D E
-
– de roepnaam van het station dat het bericht uitzendt
-
– de tijd van aanbieding van het bericht
-
– de naam en roepnaam van het station dat in nood verkeerde
-
– Q U M
Wanneer het noodverkeer op een frequentie nog gaande is doch het niet langer noodzakelijk
wordt geacht een absoluut stilzwijgen te handhaven zal het schip dat de leiding van
het noodverkeer heeft, op deze frequentie de volgende aan allen gerichte mededeling
uitzenden, aangevende dat op deze frequentie beperkt verkeer kan worden hervat:
Radiotelefonie:
-
– M A Y D A Y
-
– hello all stations (3x)
-
– this is (of Delta Echo)
-
– de roepnaam of andere identificatie van het station dat het bericht uitzendt
-
– de tijd van aanbieding van het bericht
-
– de naam en roepnaam van het station dat in nood verkeert
-
– PRUDENCE
Radiotelegrafie:
-
– S O S
-
– C Q (3x)
-
– D E
-
– de roepnaam van het station dat het bericht uitzendt
-
– de tijd van aanbieding van het bericht
-
– de naam en roepnaam van het station dat in nood verkeert
-
– Q U Z
Een scheepsstation of een kuststation dat bemerkt dat een station in nood verkeert,
zal in een van de volgende gevallen een noodbericht heruitzenden:
-
– wanneer het station dat in nood verkeert zelf niet in gelegenheid is een noodbericht
uit te zenden;
-
– wanneer de gezagvoerder van een schip, luchtvaartuig of ander middel van vervoer dat
zelf niet in nood verkeer, of de verantwoordelijke persoon van het kuststation besluit
dat meer hulpverlening noodzakelijk is;
-
– wanneer een station, dat zelf niet in de gelegenheid is hulp te verlenen, een noodbericht
heeft gehoord waarvan de ontvangst niet door andere stations is bevestigd.
De heruitzending van het noodbericht wordt altijd voorafgegaan door de volgende oproep:
Radiotelefonie:
-
– M A Y D A Y R E L A Y (3X)
-
– this is (of Delta Echo)
-
– de roepnaam of andere identificatie van het station dat het bericht uitzendt (3x)
Radiotelegrafie:
2. Spoedverkeer
Algemeen:
-
– Het spoedsein heeft absolute voorrang boven alle andere uitzendingen, uitgezonderd
het noodverkeer
-
– Stations welke een spoedsein ontvangen dienen ten minste drie minuten uit te luisteren.
Indien na afloop hiervan geen spoedbericht is gehoord, zullen zij van de ontvangst
van het spoedsein, indien mogelijk, mededeling doen aan een kuststation.
-
– Alleen de gezagvoerder is bevoegd bevel te geven tot het gebruik van het spoedsein.
Spoedseinen:
radiotelegrafie:
radiotelex:
DSC/INMARSAT SATCOM:
Dit geeft aan dat het station een zeer dringend bericht zal overbrengen betreffende
de veiligheid van een schip, een luchtvaartuig of ander middel van vervoer of de veiligheid
van een persoon.
Het spoedsein mag voorafgegaan worden door het alarmsein uitsluitend in geval van
«Man over boord» indien de hulp van andere schepen is gewenst en deze hulp niet voldoende
kan worden verkregen met gebruik van het spoedsein alleen.
Het spoedsein en spoedbericht dienen te worden uitgezonden op een of meerdere internationale
noodfrequenties.
Het spoedbericht dient echter op een werkfrequentie uitgezonden te worden in geval
van:
Een aanduiding dienaangaande dient aan het einde van de oproep te worden vermeld.
3. Veiligheidsverkeer
Algemeen:
-
– Veiligheidsverkeer dient te worden voorafgegaan door het veiligheidssein
-
– Stations welke het veiligheidssein ontvangen zullen het veiligheidsbericht uitluisteren
tenzij dit bericht niet of niet meer voor hen van belang is.
Het veiligheidssein is:
radiotelefonie:
radiotelegrafie:
radiotelex:
DSC/INMARSAT SATCOM:
Het veiligheidssein geeft aan dat het station een bericht zal overbrengen waarvan
de inhoud een belangrijke waarschuwing bevat ter zake van de meteorologische omstandigheden
en/of navigatie.
Het veiligheidssein en de oproep dienen uitgezonden te worden op een of meerdere internationale
noodfrequenties.
Het veiligheidsbericht dient echter uitgezonden te worden:
In de oproep wordt de desbetreffende frequentie vermeld.