Het College van procureurs generaal,
Overwegende dat bij besluiten van 9 november 2009 , nummers 5602920/09 (Stcrt 2009, 17519) en 5628333/09 (Stcrt 2009, 17341) het mandaat, de volmacht en de machtiging verleend aan het College bij besluit van 15 december 1997, nummer 665429/897 is vervangen door een nieuwe regeling van mandaat, volmacht en machtiging;
Dat er binnen het Openbaar Ministerie sprake is van verleende ondermandaten;
Dat op grond van de besluiten van 9 november 2009 , nummers 5602920/09 (Stcrt 2009, 17519) en 5628333/09 (Stcrt 2009, 17341) verleende ondermandaten geacht worden gegrond te zijn op de nieuwe regeling van mandaat, volmacht en machtiging;
Dat er aanleiding is om de inhoud van het mandaat, volmacht en machtiging verleend aan de onderdelen van het openbaar ministerie aan te passen;
Dat de regeling van mandaat, volmacht en machtiging ertoe dient om de (regionale) samenwerking te faciliteren en de hoofdofficieren van justitie en de directeur bedrijfsvoering de mogelijkheid te geven om aan die regionale samenwerking inhoud en vorm te geven;
Gelet op de Algemene Wet Bestuursrecht, het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Besluit Algemene Rechtspositie Politieambtenaren, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Mandaatregeling niet-beheersaangelegenheden openbaar ministerie en de Mandaatregeling beheer openbaar ministerie;
Gezien het advies van de Medezeggenschapsraad Openbaar Ministerie van 26 maart 2009, kenmerk MROM 2009/ 006;