2.4. Afwijking van de in de richtlijn aangegeven tarieven politietransactie/politiestrafbeschikking/OM-transactie/OM-strafbeschikking
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De tarieven voor de politietransactie c.q. politiestrafbeschikking zijn in de bij
deze richtlijn behorende bijlage met feiten waarvoor de (buitengewoon) opsporingsambtenaar
strafbeschikkings- of transactiebevoegdheid heeft, vastgesteld. Het staat de opsporingsambtenaar
derhalve niet vrij een ander transactievoorstel te doen.
Het OM kan afwijken binnen de wettelijke strafmaxima van de tarieven van de OM-transactie,
de OM-strafbeschikking en/of eis ter zitting. Dat kan zowel naar beneden als naar
boven, al naar gelang de omstandigheden daartoe aanleiding geven.
De feitomschrijvingen met bijhorende tarieven (bij de zogeheten OM-feiten) in de bijlage
bij deze richtlijn, zien toe op strafbare feiten die voor afdoening via een transactie
of strafbeschikking in aanmerking komen. Het transactievoorstel dient gebaseerd te
zijn op het strafbare feit dat,− zonder de transactiebevoegdheid − ten laste zou worden
gelegd. Het voorstel kan slechts voldoening van een geldsom behelzen. De strafbeschikking
in relatie tot artikel 8 WVW 1994 kan naast een (kale) geldboete ook een ontzegging van de rijbevoegdheid omvatten. De bijzondere omstandigheden van het geval kunnen voor het OM aanleiding zijn om
het transactiebedrag op grond daarvan te verhogen,of direct een dagvaarding te doen
uitgaan, niet voorafgegaan door een transactie of strafbeschikking.
In de volgende gevallen wordt afgeweken van de richtlijn:
Halvering tarieven minderjarigen
Ten aanzien van strafrechtelijk minderjarigen van 12 tot 16 jaar worden de in de bijlage
met politietransigabele feiten en de in de bijlage met OM-feiten vastgestelde bedragen
gehalveerd met een afronding op hele euro’s naar boven. Voor strafrechtelijk minderjarigen
van 16 tot 18 jaar gelden in beginsel dezelfde tarieven als voor strafrechtelijk meerderjarigen.
NB De strafbeschikking kan niet aan een minderjarige worden uitgevaardigd.
Voorts kan onder meer in de volgende gevallen worden afgeweken van deze richtlijn:
Toevoegen raadsman
Artikel 489, lid 1 aanhef en onder b Sv bepaalt dat bij het uitvaardigen van een strafbeschikking van meer dan € 115, aan
de minderjarige verdachte een raadsman moet worden toegevoegd. Deze bepaling is gewijzigd
bij inwerkingtreding van de Wet OM-afdoening, maar geldt voor transacties nog steeds zoals de bepaling luidde voor de Wet OM-afdoening.Om deze reden wordt − analoog aan artikel 489 lid 1, aanhef en onder b Sv − door het
CJIB geen politie- of OM-transactie verzonden als het transactiebedrag meer dan € 115
bedraagt. Deze zaken worden voor beoordeling naar het betreffende parket verzonden.
Cumulatie van overtredingen
Bij cumulatie van overtredingen verdient het aanbeveling bij de vaststelling van de
bedragen rekening te houden met de draagkracht van de verdachte.
Berekening van bepaalde transactie- en geldboetetarieven
In deze richtlijn zijn tarieven afhankelijk gesteld van de zwaarte van de overtreding.
Verder zijn bijvoorbeeld voor de overtreding van de voorschriften ten aanzien van
de remvertraging van motorvoertuigen tarieven vastgesteld naar de mate waarin deze
voorschriften zijn overschreden. Voorts is in de bijlage met OM-feiten bij enkele
overtredingen een minimumtarief vermeld. De ernst van de gepleegde overtreding kan
dan tot uitdrukking worden gebracht met inachtneming van de bedoelde tarieven.
Inbeslagneming
In de bijlage bij deze richtlijn is met de letters ‘m.a.’ (met afstand) aangegeven
in welke gevallen − een enkele uitzondering daargelaten − als voorwaarde voor transactie
door het OM moet worden gesteld dat afstand wordt gedaan van een inbeslaggenomen voorwerp
overeenkomstig artikel 116 Sv. Indien geen transactie tot stand komt, moet het OM in deze gevallen, indien tussentijds,
zoals voorgeschreven in het Handboek Inbeslagneming c.q. de Handleiding Inbeslagneming,
geen beslissing is genomen omtrent het beslag, ter terechtzitting verbeurdverklaring
(in de bijlage bij deze richtlijn aangegeven met ‘v.v.’) dan wel onttrekking aan het
verkeer (‘o.a.v.’) van het voorwerp vorderen. Maar ook in andere daarvoor in aanmerking
komende gevallen kan afstand als voorwaarde door het OM worden gesteld, respectievelijk
verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer worden gevorderd.