Instellingsbesluit Commissie Sectorplan natuur- en scheikunde

[Regeling vervallen per 31-12-2016.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 22-10-2009 t/m 30-12-2016

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 oktober 2009, nr. HO&S/Prog/148842, houdende de instelling van de Commissie Sectorplan natuur- en scheikunde (Instellingsbesluit Commissie Sectorplan natuur- en scheikunde)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 31-12-2016]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • b. commissie: commissie als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2. Instelling en taak

[Regeling vervallen per 31-12-2016]

  • 1 Er is een Commissie Sectorplan natuur- en scheikunde.

  • 2 De commissie heeft tot taak:

    • a. de minister te adviseren over de besteding van een jaarlijks bedrag van € 14 miljoen in de periode 2011–2016 ten behoeve van de uitvoering van het Sectorplan natuur- en scheikunde zoals opgesteld door Stuurgroep Sectorplan natuur- en scheikunde,

    • b. af te stemmen met NWO over de besteding van een jaarlijks bedrag van € 6 miljoen door NWO/CW en FOM binnen het kader van het sectorplan.

    • c. vanaf 2011 tweejaarlijkse monitoring en auditing te verzorgen van de door de minister gefinancierde activiteiten binnen het sectorplan natuur- en scheikunde, zoals bedoeld onder a en b,

    • d. in 2015 een eindevaluatie te starten en de eindevaluatie uit te brengen aan de minister,

  • 3 Ter uitvoering van de taak, bedoeld in het tweede lid, onder a, beoordeelt de commissie voorstellen van de faculteiten waar natuur- en scheikunde onderdeel van uit maken van de universiteiten RUG, UvA, VU, UL, UU, TUE, TUD, UT, WUR, en RU.

Artikel 3. Criteria beoordeling plannen

[Regeling vervallen per 31-12-2016]

  • 1 De criteria die de commissie in ieder geval gebruikt bij haar advies zijn:

    • a. faculteitsbreed beleid ter versterking van de exacte wetenschappen, in het bijzonder voor natuur- en scheikunde,

    • b. stijging van de instroom van studenten, landelijk én per opleiding, door stimulering en clustering op grond van een landelijk afgestemde nulmeting,

    • c. rendementsverbetering op grond van een landelijk afgestemde nulmeting,

    • d. bijdrage van het ingediende plan aan het handhaven van de toppositie in wetenschappelijke rankings,

    • e. bijdrage aan de beoogde heroriëntatie van de onderzoekinspanning,

    • f. samenwerking met andere instellingen om te komen tot ‘taakverdeling en concentratie’ op het gebied van onderwijs en onderzoek op landelijk niveau.

    • g. stijging van de instroom en doorstroom van vrouwelijke wetenschappers naar hogere posities.

Artikel 4. Instellingsduur

[Regeling vervallen per 31-12-2016]

De commissie wordt ingesteld voor de duur van 7 jaar, te rekenen vanaf 1 april 2009.

Artikel 5. Informatieplicht

[Regeling vervallen per 31-12-2016]

De commissie verstrekt aan de minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen.

Artikel 6. Leden

[Regeling vervallen per 31-12-2016]

  • 1 De commissie bestaat tenminste uit 5 en ten hoogste uit 7 leden.

  • 2 Tot leden van de commissie worden bij instelling benoemd:

    • a. De heer prof. dr. D.D. Breimer, tevens voorzitter,

    • b. De heer dr. ir. J.P.H. Benschop,

    • c. Mevrouw dr. E.M.M. de Brabander (vanaf 1 september 2009),

    • d. De heer dr. T. Graafland,

    • e. De heer prof. dr. E.W. Meijer,

    • f. De heer prof. dr. ir. W. van Saarloos (tot 1 november 2009)

    • g. Mevrouw prof. dr. D.M. Krol (vanaf 1 november 2009)

    • h. De heer prof. dr. B.Q.P.J. de Wit (vanaf 1 november 2009)

  • 3 De commissie wordt bijgestaan door twee secretarissen, dhr. drs. H.G. van Vuren en mw dr. T. Kulkens. De secretarissen hebben in de commissie een raadgevende stem.

  • 4 De benoeming van leden en secretarissen geschiedt voor de instellingsduur van de commissie.

  • 5 De minister kan – bij tussentijds vertrek van een lid/secretaris of ter uitbreiding van de commissie – op voordracht van de commissie een ander lid/secretaris benoemen.

Artikel 7. Werkwijze

[Regeling vervallen per 31-12-2016]

  • 1 Het Platform Bèta Techniek brengt pre-advies uit aan de commissie over de onderwijsprestatieafspraken in de plannen bedoeld onder 3. De commissie betrekt het pre-advies bij haar advies aan de minister zoals bedoeld onder 2 sub a.

  • 2 De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 3 De commissie kan zich door andere personen laten bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is, waaronder, op persoonlijke titel, deskundige ambtenaren.

Artikel 8. Tussenrapportages en eindrapport

[Regeling vervallen per 31-12-2016]

  • 2 De commissie brengt in 2012 en 2014 vóór 1 juli een tussenrapportage uit waarin de commissie verslag doet van de uitkomsten van de tweejaarlijkse monitoring, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder c.

  • 3 De commissie brengt uiterlijk 1 april 2016 haar eindrapport uit met daarin de uitkomsten en aanbevelingen naar aanleiding van de jaarlijkse monitoring en de eindevaluatie, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder d.

Artikel 9. Kosten van de commissie

[Regeling vervallen per 31-12-2016]

  • 1 De kosten van de commissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

    • a. de vergoedingen aan de leden van de commissie, zie artikel 10,

    • b. de kosten voor secretariële ondersteuning,

    • c. de kosten voor overige zaken zoals vergaderruimtes, het inschakelen van externe deskundigheid, het laten verrichten van onderzoek en publicatie van rapportages.

  • 2 De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een begroting en een planning voor de periode van de instellingsduur aan de minister aan. Bij het uitvoering geven aan activiteiten waarvan de begroting door de minister is goedgekeurd, handelt de commissie volgens de geldende (aanbestedings-)regels.

Artikel 10. Vergoeding van de commissie

[Regeling vervallen per 31-12-2016]

De voorzitter en de andere leden van de commissie ontvangen een vaste vergoeding per jaar. De toepasselijke salarisschaal voor de voorzitter en de andere leden is schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. Voor de jaren 2009 en 2016 is de arbeidsduurfactor voor de voorzitter en de andere leden 4/36 (respectievelijk 3/36) naar rato van de zittingsperiode in die jaren. Voor de jaren 2010 en 2015 is de arbeidsduurfactor voor de voorzitter en de andere leden 3/36 (respectievelijk 2/36). Voor de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014 is de arbeidsduurfactor voor de voorzitter en de andere leden 1,5/36 (respectievelijk 1/36).

Artikel 11. Verantwoording

[Regeling vervallen per 31-12-2016]

  • 1 De Commissie legt jaarlijks vóór 1 juli rekening en verantwoording af over de gemaakte kosten in het voorafgaande jaar. Vanaf 2011 kan dit indien gewenst tegelijk met de tussenrapportage bedoeld in artikel 8, tweede lid.

  • 2 De commissie biedt de minister vóór 1 april 2016, eventueel tegelijk met het eindrapport bedoeld in artikel 8, derde lid, een eindverslag aan waarin verslag wordt gedaan over de activiteiten gedurende de periode dat de commissie werkzaam is geweest. Dit eindverslag kan deel uitmaken van het eindrapport. Bij het eindverslag legt de commissie rekening en verantwoording af over de gemaakte kosten in 2015 en 2016.

Artikel 12. Openbaarmaking

[Regeling vervallen per 31-12-2016]

  • 1 Rapporten, notities, verslagen en andere producten, waaronder de eindevaluatie, welke door of namens de commissie worden vervaardigd, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht, met uitzondering van de correspondentie ter verkrijging van de voorstellen als bedoeld in artikel 2, derde lid.

  • 2 Na verlening van de subsidies heeft de commissie toestemming met de betrokken instellingen te communiceren ten behoeve van de uitvoering, monitoring en auditing van de projecten.

Artikel 13. Intellectueel eigendom

[Regeling vervallen per 31-12-2016]

De leden van de commissie werken mee aan het tot stand komen van een overeenkomst indien dit naar het oordeel van de minister noodzakelijk is om te komen tot het kosteloos overdragen aan de minister van rechten met betrekking tot intellectueel eigendom aangaande de werkwijze en publicaties van de commissie.

Artikel 14. Archiefbescheiden

[Regeling vervallen per 31-12-2016]

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de directie Concernondersteuning van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 15. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 31-12-2016]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2009.

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van 31 december 2016.

Artikel 16. Citeertitel

[Regeling vervallen per 31-12-2016]

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Commissie Sectorplan natuur- en scheikunde.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H.A. Plasterk

Naar boven