Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 24 november 2008, nr. WJZ / 8179858;
Gelet op de artikelen 9d, eerste lid, en 20c, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, 39d, eerste lid, van de Gaswet en 141c, eerste lid, van de Mijnbouwwet;
De Raad van State gehoord (advies van 3 december 2008, nr. W10.08.0506/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 22 januari 2009, nr. WJZ / 8195215;
Hebben goedgevonden en verstaan: