Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties kandidaat-gerechtsdeurwaarder

[Regeling vervallen per 05-04-2016 met terugwerkende kracht tot en met 18-01-2016.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 26-12-2008 t/m 17-01-2016

Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 12 december 2008, nr. 5579165/08, houdende nadere regels ten aanzien van erkenning van EG-beroepskwalificaties voor de toegang tot en de uitoefening van het beroep van kandidaat-gerechtsdeurwaarder (Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties kandidaat-gerechtsdeurwaarder)

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op de artikelen 33 en 36 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties;

Besluit:

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 05-04-2016 met terugwerkende kracht tot en met 18-01-2016]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. KBvG

[Regeling vervallen per 05-04-2016 met terugwerkende kracht tot en met 18-01-2016]

De taken en bevoegdheden van de Minister van Justitie, bedoeld in de artikelen 5, 6, 8, 11,12, 13, 17, 19, 32, 34, tweede lid, en 35 van de wet, met betrekking tot het beroep van kandidaat-gerechtsdeurwaarder, worden uitgevoerd, respectievelijk uitgeoefend door de KBvG.

Artikel 3. Documenten bij aanvraag

[Regeling vervallen per 05-04-2016 met terugwerkende kracht tot en met 18-01-2016]

  • 1 De aanvraag wordt ingediend bij de KBvG.

  • 2 Bij de aanvraag worden de volgende bescheiden overlegd:

    • a. de documenten betreffende nationaliteit en verblijf, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de wet;

    • b. een kopie van de opleidingstitel(s):

      • i. gewaarmerkt door het bevoegde gezag in de betrokken staat van oorsprong of herkomst op grond waarvan de aanvrager in die betrokken staat recht heeft op toegang tot en uitoefening van het beroep van kandidaat-gerechtsdeurwaarder, gerechtsdeurwaarder, of een daarmee vergelijkbaar beroep, en waaruit tevens de duur van de opleiding blijkt, of

      • ii. gewaarmerkt door het in een derde land bevoegde gezag dat de opleidingstitel heeft afgegeven en een bewijsstuk, gewaarmerkt door het bevoegde gezag in de betrokken staat van oorsprong of herkomst, waaruit blijkt dat dit bevoegde gezag de opleidingstitel heeft erkend alsmede dat de aanvrager tenminste drie jaar beroepservaring in het beroep van kandidaat-gerechtsdeurwaarder, gerechtsdeurwaarder, of een daarmee vergelijkbaar beroep heeft opgedaan op het grondgebied van die betrokken staat en waaruit tevens de duur van de opleiding blijkt;

    • c. een overzicht van vakken die deel hebben uitgemaakt van de opleidingen, bedoeld in onderdeel b, en waarin de aanvrager met goed gevolg examen heeft afgelegd alsmede een leerstofomschrijving van deze vakken en de daarbij behorende studietijd;

    • d. in voorkomend geval een bewijs van de beroepservaring, waaronder inzicht in de duur van deze beroepservaring en de onderdelen en inhoud waaruit de beroepswerkzaamheden hebben bestaan.

  • 3 De KBvG kan ter vaststelling van wezenlijke verschillen als bedoeld in artikel 11, tweede lid, van de wet, verlangen dat nadere informatie wordt verstrekt over de opleiding en beroepservaring.

  • 4 De KBvG kan verlangen dat de gegevens en bescheiden, bedoeld in het tweede lid, onderdelen b tot en met d, en het derde lid, die zijn gesteld in een andere dan de Nederlandse taal, vergezeld gaan van vertalingen in de Nederlandse taal, en dat deze vertalingen zijn opgesteld door een beëdigd tolk of vertaler.

Artikel 4. Proeve van bekwaamheid

[Regeling vervallen per 05-04-2016 met terugwerkende kracht tot en met 18-01-2016]

  • 1 Met inachtneming van artikel 11 van de wet stelt de KBvG de aanvrager op de hoogte van de eis van het met goed gevolg afleggen van een proeve van bekwaamheid.

  • 2 De KBvG informeert de aanvrager schriftelijk over:

    • a. op welke in het Besluit opleiding en stage kandidaat-gerechtsdeurwaarder genoemde onderdelen van het Nederlands recht de proeve van bekwaamheid betrekking heeft;

    • b. de wijze waarop de proeve van bekwaamheid wordt afgenomen;

    • c. de termijn waarbinnen de proeve van bekwaamheid dient te geschieden; en

    • d. de kosten die aan het afleggen van de proeve van bekwaamheid zijn verbonden.

  • 3 De KBvG draagt zorg voor de mogelijkheid tot het kunnen afleggen van een proeve van bekwaamheid aan een opleidingsinstituut dat een door de Minister van Justitie erkende opleiding tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder verzorgt.

  • 4 De KBvG draagt ervoor zorg dat de aanvrager:

    • a. tenminste eenmaal per jaar de gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van de proeve van bekwaamheid;

    • b. inzicht verkrijgt in de normen die worden gehanteerd bij de beoordeling van de proeve van bekwaamheid;

    • c. wordt geïnformeerd over het vereiste studiemateriaal;

    • d. wordt geïnformeerd over degene aan wie de kosten van de proeve van bekwaamheid moeten worden voldaan; en

    • e. binnen vier weken schriftelijk wordt meegedeeld wat het resultaat van het afleggen van de proeve van bekwaamheid is.

  • 5 De aanvrager die voor een of meer onderdelen van de proeve van bekwaamheid het examen niet met goed gevolg heeft afgelegd, kan voor elk van die onderdelen opnieuw een examen afleggen. De met goed gevolg afgelegde examens behouden hun geldigheid gedurende vijf jaar.

  • 6 De proeve van bekwaamheid wordt in de Nederlandse taal afgelegd.

Artikel 5. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 05-04-2016 met terugwerkende kracht tot en met 18-01-2016]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6. Citeertitel

[Regeling vervallen per 05-04-2016 met terugwerkende kracht tot en met 18-01-2016]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties kandidaat-gerechtsdeurwaarder.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Justitie,

N. Albayrak

Naar boven