Point One Phase 2
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
1. Achtergrond en kader
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Hoofdstuk 9 van de regeling sterktes in innovatie vormt een onderdeel van een breder programma
ter versterking van de innovatie en de economische positie op het gebied van nano-elektronica,
mechatronica en embedded systems, bekend onder de naam Point One. Het is een vervolg
op de Point One Boegbeeld regelingen in de jaren 2006 t/m 2008
Nano-electronica, embedded systemen en mechatronica leveren gezamenlijk essentiele
bouwstenen voor de high-tech samenleving van de toekomst. Het innovatieprogramma Point
One is gestart op 28 april 2006 als programma voor embedded systemen en nano-electronica.
Dit programma kreeg op 14 juli 2008 een krachtige nieuwe impuls doordat het werd versterkt
met mechatronica en verdere intensivering van de interactie tussen industrie en kennisinstellingen.
Het doel van Point One is het creëren van een toonaangevend ecosysteem, leidend op
wereldniveau, met betrekking tot nano-electronica, mechatronica en embedded systemen
in Nederland, vergelijkbaar met dat van Sillicon Valley en complementair aan de grote
clusters in Crolles, Dresden en Parijs.
Point One is een innovatieprogramma waarin toonaangevende industrie, kennisinstellingen,
kleine en middelgrote ondernemingen en de overheid intensief samenwerken aan de ontwikkeling
van nieuwe toepassingen voor nanoelectronica, embedded systemen en mechatronica. Centraal
in het innovatieprogramma staan valorisatie en het behouden en versterken van de cutting
edge kennisbasis. Daarvoor richt het programma zich actief op het samenbrengen van
publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties en de industrie. Uitgangspunt is de strategie
die in het het progammadocument Point One Phase 2, ‘From good to great in Dutch Technologies’
is beschreven en nader is uitgewerkt in de Point One Phase 2 Multiannual Roadmap [hierna
meerjarenroadmap] die jaarlijks wordt vertaald naar Point One Phase 2 Annual Plan
[hierna: Annual Plan]. Deze strategie is gericht op een dynamisch ondernemersklimaat
waarin open innovatie tussen grote en kleine partijen vanzelfsprekend is. Het Annual
Plan wordt jaarlijks in nauwe samenspraak met het Ministerie van Economische Zaken
vastgesteld en is te vinden op www.point-one.nl en www.senternovem.nl/pointone.
Kern van het Point One initiatief is het opbouwen van een hecht en dynamisch netwerk
van grote en kleine bedrijven en publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties (hierna:
Point One ecosysteem).
Een beter gebruik van elkaars kwaliteiten en expertise levert op termijn veel meer
rendement en slagkracht op dan de grote investeringen die de publieke en private partijen
nu doen. Hetzelfde geldt voor het opereren vanuit een internationaal onderscheidende
focus en een heldere strategie. Een zwaartepunt binnen de regeling is het beter benutten
van het innovatief potentieel van het MKB en het beter betrekken van het MKB in nationale
en internationale netwerken.
Doel van het Annual Plan van Point One is het verstrekken van een integrale richtlijn
voor onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten die gezamenlijk worden ondernomen door
grote bedrijven, MKB’s, overheid, universiteiten en andere publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties.
Voor verdere versterking van het Point One ecosysteem zijn in het Annual Plan ook
actielijnen gedefinieerd voor MKB, Human Capital en Universiteit-Industrie interactie.
Het Annual Plan is opgesteld op basis van de bijdragen van de Nederlandse partijen
(industrie, kennisinstellingen, MKB) die werkzaam zijn op het terrein van embedded
systemen, mechatronica en nano-elektronica en de reeds beschikbare internationale
roadmaps van Catrene, ITEA2 en de Joint Technology Initiatives ENIAC en Artemis.
De uitvoering van het Annual Plan maakt het mede mogelijk om de ambities en programmadoelen
van Point One te realiseren. Nadere informatie over het programmadocument Point One
Phase 2, de meerjarenroadmap en het Annual Plan van Point One kunnen gevonden worden
op www.point-one.nl of www.senternovem.nl/pointone.
In het Annual Plan is ervoor gekozen om onderzoek en ontwikkelings projecten te definieren
op een beperkt aantal businesscases of toepassingsgebieden. Onderzoeksprojecten zullen
dus niet alleen moeten voldoen aan de technologische kwalificatie, embedded systems,
mechatronica of nanoelektronica ook zullen ze moeten referenen aan een van de genoemde
toepssingsdomeinen. De toepassingsdomeinen uitgewerkt in het Annual Plan van Point
One zijn (genummerd volgens het Annual Plan 2009:
Deze regeling heeft met name betrekking op de lijn voor onderzoek en ontwikkeling
en vindt zijn uitwerking in het Point One programma. De lijn voor onderzoek en onwikkeling
drie onderdelen:
a. MKB-projecten
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Het doel is het verhogen van het aantal R&D-projecten in het MKB als wel het versterken
van het innovatief MKB op het gebied van R&D. Middels een haalbaarheidsproject kan
een MKB-ondernemer inzicht krijgen in de technologische en economische haalbaarheid
van een idee of concept. Bij voldoende positieve uitkomsten kan het MKB-project daarmee
mogelijk een vervolg krijgen in een R&D-project en de daarvoor benodigde optimale
samenstelling van het samenwerkingsverband. Het project moet een eerste aanzet zijn
tot een R&D-project zoals bedoeld in deze regeling met een duidelijke bijdrage aan
de doelstellingen van Point One. Het resultaat van het haalbaarheidproject moet de
definitieve start van het toekomstige R&D-project bepalen. Haalbaarheidsprojecten
betreffen bureau-onderzoek en verkennend onderzoek. De doelgroep is het MKB in een
samenwerkingsverband met het MKB, grote bedrijven of publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties.
De subsidie aanvrager moet een MKB-ondernemer zijn en alleen MKB-ondernemers komen
in aanmerking voor subsidie.
b. R&D-projecten
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Het doel is verbreding en versterking van de technologische basis van het Point One
ecosysteem op het gebied van nano-elektronica mechatronica en embedded systemen zoals
beschreven in de meerjarenroadmap en Annual Plan 2009 van Point One. Een belangrijk
aspect hierbij is het stimuleren en vergroten van de betrokkenheid van het innovatief
MKB in het Point One Ecosysteem. De subsidie moet een impuls geven aan een meer structurele
en strategische samenwerking. De opzet van brede consortia waarin op gemeenschappelijke
basis R&D wordt uitgevoerd is hier de basis voor. De R&D-projecten moeten leiden tot
concepten die uiteindelijk industrieel toepasbaar zijn. De projecten moeten breed
van opzet zijn, waarin de industriële waardeketen, van publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties,
MKB-clusters tot aan Original Equipment Manufacturers (verder OEMers), zo goed mogelijk
is vertegenwoordigd. De samenwerkingsverbanden hebben een duidelijke inbreng van het
MKB. Streefwaarde is dat 35% van het project en call budget wordt uitgevoerd door
zij die een MKB onderneming in stand houden als bedoeld in aanbeveling 2003/361 EG
en/of ondernemingen, niet zijnde MKB die een jaarlijkse omzet hebben van minder dan
vijfhonderd miljoen Euro.
c. Internationale R&D-projecten
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Het innovatieprogramma Point One kent een zeer internationale orientatie. Omdat nano-electronica
en embedded systems wereldwijde markten zijn, is ook de kennis veelal over onze landsgrenzen
te vinden. Om internationaal onze koppositie te behouden, op industrieel- en kennisgebied,
is het daarom van groot belang om vanuit een sterk Nederlands ecosysteem R&D-projecten
uit te voeren met buitenlandse partners. Binnen Point One vindt de internationale
R&D-samenwerking met name plaats met Europese partners.
In 2007 en 2008 is onder de Point One boegbeeldregeling een start gemaakt met het
subsidiëren van internationale R&D-projecten binnen het ITEA2, MEDEA+ en Catrene kader.
In deze projecten wordt niet alleen technologische excellentie nagestreefd, maar ook
wordt aangestuurd op de versterking van het Point One ecosysteem en de introductie
van innovatieve MKBs in internationale netwerken. Deze lijn wordt voortgezet. Streefwaarde
is dat minimaal 35% van het project en call budget wordt uitgevoerd door zij die een
MKB onderneming in stand houden als bedoeld in aanbeveling 2003/361 EG of ondernemingen,
niet zijnde MKB die een jaarlijkse omzet hebben van minder dan vijfhonderd miljoen
Euro.
3. Subsidiabele kosten Internationale Projecten
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
In 2007 en 2008 is onder de Point One Boegbeeld regeling een start gemaakt met het
subsidiëren van internationale R&D projecten. Technisch excellente projecten worden
eerst op Europees niveau voorzien van een ITEA2, MEDEA+ en Catrene label en vervolgens
bij SenterNovem ingediend tijdens een door SenterNovem te organiseren call. De gelabelde
projectvoorstellen worden hierbij aanvullend getoetst aan de nationale subsidieregeling.
Dit trapsgewijze fundingssysteem leidt er toe dat excellente internationale R&D-projecten
die goed passen binnen het Point One programma, niet kunnen starten zolang en doordat
de overheid op nationaal niveau nog geen Point One tender heeft uitgeschreven.
De vertraging die door deze fundingssystematiek wordt veroorzaakt doet afbreuk aan
het draagvlak voor het programmatisch innovatiebeleid. De financiële intensivering
van de internationale samenwerking komt hierdoor onbedoeld onder druk te staan.
Op grond van artikel 15 Kaderbesluit, wordt voor Internationale Projecten daarom afgeweken
van de regel dat uitsluitend projectkosten die na een aanvraag op grond van de MR
Sterktes in Innovatie ontstaan voor een subsidie in aanmerking kunnen komen. Ook kosten
die zijn gemaakt vanaf 1 januari 2009 tot aan de honorering van de aanvraag kunnen
worden gesubsidieerd.