Besluit bevoegdheid ministers tot bijwonen vergaderingen en commissies SER

[Regeling vervallen per 24-04-2009.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 28-12-1999 t/m 23-04-2009

Besluit van 17 december 1999, houdende de aanwijzing van Ministers, op grond van artikel 28, eerste lid, en op grond van de artikelen 42, tweede lid en 43, vierde lid, in samenhang met artikel 28, eerste lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 december 1999, Directie Arbeidsverhoudingen, Afdeling Arbeidsvoorwaardenvorming en Medezeggenschap, Nr. AV/A&M/99/70571, gedaan in overeenstemming met Onze betrokken Ministers;

Gelet op artikel 28, eerste lid, alsmede op de artikelen 42, tweede lid, en 43, vierde lid, in samenhang met artikel 28, eerste lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-04-2009]

Onze besluiten van 3 maart 1950 no 27 (Stcrt. 48), van 31 maart 1952 no 20 (Stcrt. 76), van 30 juni 1959 no 20 (Ned. Stcrt. 125) en van 3 maart 1972 no 54 (Stcrt. 53) worden ingetrokken.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 24-04-2009]

Dit besluit treedt in werking met ingang van heden.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en in afschrift aan de voorzitter van de Sociaal-Economische Raad zal worden gezonden.

Den Haag, 17 december 1999

Beatrix

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

K.G. de Vries

Naar boven