Besluit vaststelling beleidsregels en subsidieplafond Intensivering Bilaterale Betrekkingen West-Europa

[Regeling vervallen per 01-01-2009.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 22-12-2007 t/m 31-12-2008

Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 4 december 2007, nr. DWM/980/07, tot vaststelling van beleidsregels alsmede een plafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (programma Intensivering Bilaterale Betrekkingen West-Europa)

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Voor subsidieverlening op grond van de artikel 2.4. van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 geldt voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 het als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsvoorrnemen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Voor de in artikel 1 genoemde periode geldt een subsidieplafond van € 75.000.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2009.

Dit besluit zal met de daarbij behorende bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,
namens deze:

de Directeur-Generaal Europese Samenwerking

,

I.M. de Jong

Bijlage 1. Beleidsvoornemen ten aanzien van Intensivering Bilaterale Betrekking West-Europa

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Achtergrond

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Ter bevordering van de bilaterale relaties met de ons omringende buurlanden, heeft de regering in 1995 een speciale begrotingsfaciliteit gecreëerd. Uit dit budget kunnen kleinschalige activiteiten worden gesubsidieerd.

Doelstellingen Intensivering Bilaterale Betrekkingen West-Europa (IBB-WE)

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Zeer algemeen kan worden gesteld dat projecten die in aanmerking komen voor subsidiëring uit IBB-WE de bilaterale betrekkingen bevorderen met een aantal West-Europese landen dat uit buitenlands politiek oogpunt van groot belang voor Nederland is. Het gaat hierbij om Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, België, Luxemburg, Spanje en Italië. Gestreefd wordt naar een evenwichtige verdeling van gelden over deze landen.

Doelgroepen IBB-WE

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Als doelgroepen voor activiteiten die door IBB-WE worden gesubsidieerd komen in eerste instantie beleids- en opiniemakers in aanmerking. De projecten dienen deze groepen rechtstreeks met elkaar in aanraking te brengen, dan wel de randvoorwaarden te scheppen waardoor contacten over en weer kunnen worden verbreed en/of verdiept. Projecten die primair op beeldvorming bij het grote publiek zijn gericht kunnen in aanmerking komen voor subsidieverlening mits zij een bijdrage leveren aan het verbeteren van de bilaterale politieke relaties.

Mogelijke projecten

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Activiteiten die voor subsidiëring in aanmerking kunnen komen zijn: seminars, conferenties, studie-projecten, uitwisselingsprogramma's en publikaties. Aanvragers hoeven niet in Nederland gevestigd te zijn.

Criteria

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1. De aanvraag voldoet aan de Kaderwet Subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken;

  • 2. Het project is commercieel niet haalbaar; indien het project door het Ministerie van Buitenlandse Zaken reeds op andere grondslag wordt bekostigd, komt het niet in aanmerking voor co-financiering uit IBB-WE;

  • 3. Het projectvoorstel voldoet aan de in dit beleidsvoornemen omschreven inhoudelijke eisen en gaat vergezeld van een afdoende begroting en projectomschrijving; daarnaast dient de aanvrager te kunnen aantonen over de vereiste logistieke en inhoudelijke capaciteiten te beschikken om het project uit te voeren;

  • 4. Het project heeft een duidelijke politieke component; activiteiten die primair economisch, cultureel of onderwijskundig gericht zijn komen niet voor subsidiëring in aanmerking; hiervoor bestaan immers specifieke subsidiemogelijkheden;

  • 5. Het project is gericht op bovenstaande doelgroepen;

  • 6. Het project voldoet aan tenminste één of meer van onderstaande eisen:

    • het project is gericht op het vergroten van het begrip voor wederzijds beleid en beleidsvorming;

    • het project maakt het mogelijk dat doelgroepen in beide landen van elkaars ervaringen leren op specifieke beleidsterreinen;

    • het project levert een bijdrage aan het bilaterale voortraject bij Eubesluitvorming;

    • het project levert een bijdrage aan het verbeteren van de wederzijdse beeldvorming; ook hierbij dient echter sprake te zijn van een politieke component;

    • het project verschaft inzicht in de grensoverschrijdende samenwerking, dan wel levert een bijdrage aan nieuwe vormen van grensoverschrijdende samenwerking.

Naar boven