7.1. Artistieke kwaliteit
[Regeling vervallen per 31-12-2007]
De drie kernbegrippen of subcriteria bij de beoordeling van de artistieke kwaliteit
van een aanvraag zijn: vakmanschap, oorspronkelijkheid en zeggingskracht.
– Vakmanschap
De mate waarin de kunstenaar of het artistieke team aantoonbaar beschikt over de vaardigheden
en het inzicht in de discipline of een mengvorm van disciplines om de thema’s of het
repertoire zodanig vorm te geven dat de persoonlijke fascinatie daarvoor zicht- en
hoorbaar wordt. Voor de verschillende categorieën aanvragers (amateurkunstenaars,
semi-professionele kunstenaars, professionele podiumkunstenaars) geldt een gradueel
steeds hogere standaard. Een kunstvakopleiding is voor professionele kunstenaars niet
doorslaggevend. Bij niet-westerse kunstuitingen, die een andere opleidingsstructuur
kennen of bij nieuwe interculturele (meng)vormen wordt dit criterium gehanteerd binnen
de eigen artistieke context.
– Oorspronkelijkheid
Dit criterium weegt bij projecten meestal het zwaarst van de drie. Is een project,
hoe doortimmerd en vakmatig ook, er een van ‘dertien-in-een-dozijn’ of onderscheidt
het zich? Die onderscheidende eigenschap kan tot uitdrukking komen in de keuze of
samenstelling van het muziekrepertoire of in het thema voor een theater- of dansvoorstelling,
maar ook in het regie-concept van bekend toneelrepertoire. De visie van de muzikaal
leider, regisseur of choreograaf is hierin vaak bepalend. Is een plan oorspronkelijk,
dan is het tevens een verrijking van het veelzijdige aanbod binnen een discipline.
– Zeggingskracht
Heeft het project waarvoor wordt aangevraagd een duidelijke relatie met het publiek
waarvoor het wordt gemaakt? De communicatieve kracht is een intrinsiek deel van het
artistieke plan. Die zit in het gekozen thema of stuk, de samenstelling van het muziekrepertoire,
het choreografisch plan of regieconcept. De urgentie om een bepaald plan te realiseren,
is een eerste aanwijzing van zijn zeggingskracht en komt vaak tot uitdrukking in de
motivatie van de kunstenaar of van het artistieke team.
In het verlengde van zeggingskracht liggen de wijze waarop het plan wordt uitgevoerd
en de wijze waarop de communicatieve kracht die in het werk besloten ligt wordt gerealiseerd
door middel van alle beschikbare middelen.
Elk plan wordt beoordeeld aan de hand van deze drie criteria. Wat het soortelijk gewicht
is van elk van deze drie voor het uiteindelijke oordeel over de artistieke kwaliteit
van het plan, zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de (kwaliteit van de) discipline
en aan de diversiteit van de (podium)kunsten, hangt samen met de aard en oorsprong
en context van het plan.