Aanwijzing politietransactie inzake eenvoudige diefstal en verduistering

[Regeling vervallen per 30-06-2009.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2004 t/m 29-06-2009

Aanwijzing politietransactie inzake eenvoudige diefstal en verduistering

Achtergrond

[Regeling vervallen per 30-06-2009]

De transactiebevoegdheid in het Transactiebesluit 1994 (Stb. 1994, nr. 390) is een doeltreffende en doelmatige justitiële aanpak van eenvoudige misdrijven, die veel voorkomen, gemakkelijk te bewijzen zijn en ten aanzien waarvan de besluitvorming met betrekking tot de afdoening in de praktijk is gestandaardiseerd. De mogelijkheid tot het aanbieden van een politietransactie voor het in artikel 3, aanhef en onder a, van het Transactiebesluit 1994 aangewezen misdrijf is wettelijk beperkt tot de strafrechtelijk meerderjarige verdachte. Ten aanzien van minderjarigen geldt immers een andere wijze van rechtspleging die meer de mogelijkheid biedt specifiek in te gaan op de bijzondere omstandigheden van het geval. Bij het vaststellen van de passende reactie ten aanzien van minderjarigen wordt derhalve sterk geïndividualiseerd. In deze aanwijzing wordt onder politie mede begrepen de Koninklijke Marechaussee.

Samenvatting

[Regeling vervallen per 30-06-2009]

Deze aanwijzing heeft betrekking op het toepassen van de politietransactie inzake eenvoudige winkeldiefstal en -verduistering ten aanzien van uitsluitend een strafrechtelijk meerderjarige verdachte.

Opsporing

[Regeling vervallen per 30-06-2009]

1. Algemeen

[Regeling vervallen per 30-06-2009]

Indien niet aan de onder punt 2 vermelde voorwaarden wordt voldaan, wordt van het aanbieden van een politietransactie afgezien en dient een volledig proces-verbaal te worden opgemaakt en aan het parket te worden gezonden.

2. Voorwaarden voor het aanbieden van politietransactie

[Regeling vervallen per 30-06-2009]

Alvorens een politietransactie kan worden aangeboden, dient aan een aantal voorwaarden te zijn voldaan.

a. Teruggave goed/vergoeding schade

Het goed moet zijn teruggegeven dan wel de schade moet zijn vergoed. Indien sprake is van inbeslagneming, dan mag, ook al zou zijn voldaan aan de nadere voorwaarden, geen transactie worden aangeboden en moet een proces-verbaal worden opgemaakt en ingezonden.

b. Heterdaad/bekennende verdachte

Uit het oogpunt van rechtswaarborgen en rechtszekerheid zal geen enkele twijfel mogen bestaan over de betrokkenheid van de verdachte bij de winkeldiefstal/verduistering. Om elke twijfel uit te sluiten zal er sprake moeten zijn van ontdekking op heterdaad, alsmede van een bekennende verdachte.

c. Eenvoudige winkeldiefstal/verduistering

Zoals hierboven aangegeven, heeft de regeling alleen betrekking op eenvoudige zaken. Dit brengt met zich mee dat geen sprake mag zijn van meerdere gepleegde winkeldiefstallen/-verduisteringen (strooptocht), mededaders, enige vorm van geweld of bedreiging, diefstal met enige vorm van raffinement, of andere min of meer gelijktijdig gepleegde delicten. In al deze gevallen zal een proces-verbaal moeten worden opgemaakt en ingezonden.

d. Er mag geen sprake zijn van specifieke recidive binnen een periode van vijf jaar na datum van aantekening in het HKS (HerKenningsSysteem)

In het kader van deze aanwijzing is van recidive sprake in geval van aantekening in HKS van enige vorm van een eerder gepleegde diefstal, verduistering of heling (derhalve de artikelen 310, 311, 321, 416 en 417bis WvSr). In die gevallen kan derhalve geen politietransactie worden aangeboden. De specifieke recidive wordt bezien over een periode van vijf jaar na datum van aantekening in HKS. Het spreekt voor zich dat eveneens van het aanbieden van een politietransactie wordt afgezien indien de politie op andere wijze kennis draagt van een eerdere veroordeling of transactie voor diefstal, verduistering of heling, binnen een periode van vijf jaar voorafgaande aan het gepleegde feit.

e. Waarde goed

Politietransactie is alleen mogelijk indien het gestolene een waarde heeft tot een maximum van €120. Het streven is erop gericht elke aangehouden winkeldief overal in Nederland te confronteren met een overheidsreactie. Gelet hierop kan alleen in gevallen van werkelijk zeer geringe waarde worden afgezien van het aanbieden van een transactie. Behoudens deze gevallen dient van een politiesepot te worden afgezien. Is aan de bovengenoemde voorwaarden voldaan, dan kan een politietransactie worden aangeboden. Het staat de verdachte vrij al dan niet in te gaan op dit aanbod. De tarieven voor de politietransactie zijn weergegeven in de Tekstenbundel voor misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen. De tarieven voor de OM-transactie en de eis ter zitting zijn vastgelegd in de richtlijnen voor strafvordering eenvoudige diefstal en verduistering.

3. Procedurele vereisten

[Regeling vervallen per 30-06-2009]

Tijdens en na het aanbieden van een politietransactie dienen de volgende vereisten in acht te worden genomen.

3.1. Beperking bevoegdheid

[Regeling vervallen per 30-06-2009]

Artikel 2, lid 1 van het Transactiebesluit 1994 beperkt de bevoegdheid tot het aanbieden van een transactie tot de in dit artikel genoemde hulpofficieren van justitie. De bevoegdheid is beperkt tot deze functionarissen omdat discussie met de verdachte nooit geheel kan worden uitgesloten en een goede afweging bij de toepassing van deze bevoegdheid essentieel is (zie eveneens de Regeling hulpofficieren van justitie 1996).

3.2. Betaling transactie

[Regeling vervallen per 30-06-2009]

Het is in principe niet mogelijk om direct bij de politie te betalen. De gegevens, die betrekking hebben op het aanbieden van de transactie, dienen op de gebruikelijke wijze verwerkt te worden, waarna door tussenkomst van het CJIB, een transactie wordt aangeboden. Als bijzonder geval, als bedoelt in artikel 6 lid 2 van het Transactiebesluit 1994, wordt aangemerkt, de betaling van de politietransactie ter voorkoming van strafvervolging door buitenlanders en Nederlanders zonder vaste woon- of verblijfplaats ten lande. In deze gevallen kan de betaling plaatsvinden op een aangewezen plaats van betaling, als bedoelt in artikel 6 lid 3 van het Transactiebesluit 1994. De in een dergelijk geval geïnde gelden worden op de in het korps gebruikelijke wijze geregistreerd voor afdracht aan het CJIB. Tevens dient het transactiebedrag en de datum van betaling te worden geregistreerd in HKS.

De zaken waarin het transactieaanbod niet is betaald, worden op de gebruikelijke wijze verder verwerkt en door tussenkomst van het CJIB ingezonden aan het parket.

4. Controle en administratieve verantwoording

[Regeling vervallen per 30-06-2009]

De mogelijkheid om een politietransactie aan te bieden houdt in dat de politie een gedegen registratie voert van de betreffende zaken.

Gegevens zijn immers noodzakelijk ten behoeve van:

  • a. het alsnog inzenden van het proces-verbaal, indien niet wordt betaald;

  • b. de mogelijkheid van controle c.q. toetsing door het OM op het gebruik van de verleende bevoegdheid;

  • c. de registratie in het HKS;

  • d. de registratie in de justitiële documentatie;

  • e. een eventuele toepassing van artikel 12 WvSv;

  • f. de positie van de benadeelde.

Ad a: vastleggen en bewaren van gegevens

Het onder a gestelde brengt met zich dat in ieder geval die gegevens dienen te worden vastgelegd en bewaard die nodig zijn voor het uiteindelijke bewijs van de zaak, te weten de persoonsgegevens van betrokkene, alsmede een toedracht van het gebeurde. Mede gelet op het hierna volgende, betekent dit dat de politie altijd een (verkort) proces-verbaal zal moeten opmaken.

Ad b: controle door het OM

Op grond van artikel 10 van het Transactiebesluit 1994 dient de opsporingsambtenaar aantekening te houden van elke zaak waarin een transactie is aangeboden. Daarnaast heeft de officier van justitie, hoofd van het arrondissementsparket, de bevoegdheid periodiek rapport in te winnen. Teneinde aan dit laatste uitvoering te kunnen geven, dient aantekening te worden gehouden van de volgende gegevens:

  • het aantal zaken waarin een transactie is aangeboden en waarin de aangeboden transactie is voldaan. Dit is vast te stellen aan de hand van het verkorte proces-verbaal;

  • het aantal en de aard van de klachten dat ter zake van het gebruik van de transactiebevoegdheid is ontvangen, alsmede de wijze waarop op de klachten is gereageerd;

  • een overzicht van deze gegevens dient ter beschikking te worden gesteld voor elk overleg tussen OM en politie(c.q. Koninklijke Marechaussee) over de wijze waarop de transactiebevoegdheid wordt uitgeoefend, en verder op elk gewenst moment. Een dergelijk overleg dient ten minste eenmaal per jaar te worden gehouden.

Voor het vaststellen van recidive door het OM, met het oog op het strafvorderingsbeleid, is juiste registratie in de justitiële documentatie van belang. Nu ook de politie gegevens zal aanleveren in de justitiële documentatie (zoals hierna is beschreven onder d), is steekproefsgewijze controle door het OM hierop in de justitiële documentatie aangewezen. Controle door het OM zou bijvoorbeeld kunnen plaatsvinden door aan de hand van overzichtslijsten met betaalde politietransacties bij de justitiële documentatie na te vragen of inderdaad meldingen zijn binnengekomen.

Ad c: registratie in het HKS

Registratie in het HKS blijft van belang voor het vaststellen van specifieke recidive. Gegevens kunnen alleen in het HKS worden opgenomen indien een proces-verbaal is opgemaakt. Hiervoor kan het verkorte proces-verbaal dienen. Alvorens registratie kan plaatsvinden, dienen de persoonsgegevens bij de gemeentelijke basisadministratie (Gba) te zijn gecontroleerd en verwerkt.

Ad d: registratie in de justitiële documentatie

Artikel 2, lid 12 van het Besluit registratie justitiële gegevens regelt dat tot stand gekomen politietransacties moeten worden opgenomen in de justitiële documentatie. Het Besluit registratie justitiële gegevens legt de politie de verplichting op tot stand gekomen transacties te melden aan de justitiële documentatiedienst te Almelo. Bij de melding dienen de volgende gegevens te worden opgegeven:

  • personalia van de verdachte:

    • naam

    • voorna(a)m(en) voluit

    • geboortedatum

    • geboorteplaats

  • gegevens van het korps;

  • pleegplaats van het feit;

  • pleegdatum van het feit;

  • nummer van het proces-verbaal;

  • aanduiding van het wetsartikel;

  • datum waarop de betaling is ontvangen (bij directe betaling);

  • transactiebedrag;

  • aanduiding politietransactie.

Indien het transactievoorstel niet wordt aanvaard, zendt de politie het proces-verbaal naar het arrondissementsparket. Het OM verzorgt dan de mededeling (OM-transactie, etc.) aan de justitiële documentatiedienst.

Ad e: toepassing artikel 12 Sv en positie van het slachtoffer

In geval van winkeldiefstal en/of -verduistering is de voorwaarde dat het gestolen goed moet zijn teruggegeven of de schade moet zijn vergoed alvorens een transactievoorstel kan worden gedaan. Het lijkt dan ook reëel om te veronderstellen dat de benadeelde in de praktijk zelden of nooit van de mogelijkheid van beklag gebruik zal maken. Toch moet de mogelijkheid niet uitgesloten worden geacht dat een winkelier, pas nadat het transactievoorstel is gedaan, merkt dat er toch nog schade is veroorzaakt. In die gevallen moet hij de mogelijkheid hebben bezwaar te maken. Mede met het oog hierop is het van belang over voldoende gegevens te kunnen beschikken. De regels in de Wet Terwee en de daarop gebaseerde aanwijzing met betrekking tot het informeren van slachtoffers zijn van toepassing. Concreet betekent dit dat de politie in geval van een politietransactie het slachtoffer moet vragen of hij op de hoogte wil worden gehouden van het verloop van de zaak. Bij een bevestigend antwoord dient relevante informatie te worden verstrekt, zoals het aanbieden, alsmede het tot stand komen van een politietransactie. Indien de transactie niet tot stand komt, dient het OM in kennis te worden gesteld van de wens van het slachtoffer om op de hoogte te worden gehouden van het verloop van de zaak.

Naar boven