Levensloopregeling sector Rechterlijke Macht

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 27-09-2017 t/m heden

Regeling van de Minister van Justitie van 28 augustus 2006, nr. 5418018/806, houdende regels met betrekking tot de mogelijkheid van levensloopverlof voor de sector Rechterlijke Macht

Artikel 1

De Levensloopregeling rijkspersoneel is, met uitzondering van de artikelen 2.1.5, eerste lid, onder d, 7.1.1 en 7.2.1, van overeenkomstige toepassing op de rechterlijk ambtenaar, die is aangesteld of aangewezen voor een al dan niet volledige arbeidsduur, met dien verstande dat:

Artikel 3

  • 1 Op de tot 1 januari 2006 opgebouwde aanspraken op compensatie in vrije dagen blijft het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 25 november 1996, kenmerk AD96/U1026 (Stcrt. 233), zoals dat luidde op 31 december 2005, van overeenkomstige toepassing voor zover de aanspraken niet zijn omgezet in aanspraken ingevolge deze regeling.

  • 2 De waarde van de gespaarde compensatie in vrije dagen kan op verzoek van de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding worden toegevoegd aan het levenslooptegoed, tenzij het dienstbelang zich daartegen verzet.

  • 3 De waarde van de gespaarde compensatie in vrije dagen, bedoeld in het tweede lid, wordt berekend op basis van het salaris per uur dat de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding geniet op de eerste dag van de maand waarin het in het tweede lid bedoelde verzoek is ontvangen.

Artikel 4

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Levensloopregeling sector Rechterlijke Macht.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Justitie,

J.P.H. Donner

Naar boven