Vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2006

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-09-2006 t/m 31-12-2006

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 15 december 2005, nr. TRCJZ/2005/3455, houdende vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2006

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen de aanvragen van de Nederlandse Fruittelers Organisatie, LTO-Nederland, Plantum NL, Hoofdproductschap Akkerbouw en de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur;

Gezien de adviezen van TNO en NOTOX;

Gezien de beoordeling van de aanvragen door de Plantenziektenkundige Dienst van 10 november 2005;

Gelet op artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

In dit besluit wordt verstaan onder ‘wet’: Bestrijdingsmiddelenwet 1962.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Van het verbod van artikel 2, eerste lid, van de wet wordt vrijstelling verleend voor zover de in deel I van de bijlage gestelde gebruiksvoorschriften en gebruiksaanwijzing worden nageleefd bij het afleveren, voor handen of in voorraad hebben, binnen Nederland brengen of gebruiken van de in deel I van de bijlage genoemde gewasbeschermingsmiddelen aan degenen die:

  • a. beroeps- of bedrijfsmatig werkzaam zijn in de teelt waarvoor het betrokken middel ingevolge dit besluit is vrijgesteld, of

  • b. ten behoeve van een onder a bedoeld persoon die ter uitoefening van een beroep of bedrijf werkzaamheden met het betrokken gewasbeschermingsmiddel verrichten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Van het verbod van artikel 10, eerste lid, van de wet om te handelen in strijd met de krachtens de artikelen 5, tweede, derde, vierde, zesde, zevende en achtste lid, 5a, eerste en tweede lid, en 9, tweede en derde lid, vastgestelde voorschriften wordt vrijstelling verleend voor zover de in deel II van de bijlage gestelde gebruiksvoorschriften en gebruiksaanwijzing worden nageleefd bij het afleveren, voorhanden of in voorraad hebben, binnen Nederland brengen of gebruiken van de in deel II van de bijlage genoemde gewasbeschermingsmiddelen aan degenen die:

  • a. beroeps- of bedrijfsmatig werkzaam zijn in de teelt waarvoor het betrokken middel ingevolge dit besluit is vrijgesteld, of

  • b. ten behoeve van een onder a bedoeld persoon ter uitoefening van een beroep of bedrijf werkzaamheden met het betrokken gewasbeschermingsmiddel verrichten.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De in artikel 2, onderscheidenlijk 3, bedoelde vrijstelling is slechts van toepassing voorzover het afleveren, voorhanden of in voorraad hebben, binnen Nederland brengen of gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen plaats vindt ten behoeve van de bestrijding van de ziekte of plaag in de teelt waarvoor het betrokken middel ingevolge dit besluit is vrijgesteld.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De in artikel 2 bedoelde vrijstelling is voorts slechts van toepassing, voorzover het gehalte aan werkzame stof en de verdere samenstelling, kleur, vorm, afwerking, verpakking, aanduiding en overige vermeldingen op, aan of bij de verpakking van het gewasbeschermingsmiddel zijn aangebracht in overeenstemming met hetgeen daaromtrent is bepaald in:

    • 1°. de regeling Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten dan wel de Regeling samenstelling bestrijdingsmiddelen, zoals die voor het betrokken middel op het tijdstip waarop dat middel laatstelijk was toegelaten van kracht waren;

    • 2°. de paragrafen II (samenstelling, vorm en afwerking) en IV (verpakking en etikettering) van het toelatingsbesluit van het college, zoals dat laatstelijk voor het betrokken middel gold, met uitzondering van het wettelijk gebruiksvoorschrift, de gebruiksaanwijzing, de gevaarsaanduiding en de veiligheidsaanbevelingen, en

    • 3°. de gebruiksvoorschriften en de gebruiksaanwijzing, zoals die voor de betrokken werkzame stof zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

  • 2 De in artikel 2, onderscheidenlijk 3, bedoelde vrijstelling is voorts slechts van toepassing, voor zover de administratieve voorschriften in deel III van de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Een vrijstelling vervalt in ieder geval op de uiterste datum van de implementatietermijn van een communautaire maatregel van de Commissie van de Europese Gemeenschappen of de Raad van de Europese Unie tot het opnemen of niet opnemen van een werkzame stof in bijlage I bij richtlijn nr. 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PbEG L230).

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Dit besluit wordt aangehaald als: Vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2006.

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2007.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
voor deze:
de

Directeur-Generaal

,

R.M. Bergkamp

Bijlage vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2006

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Inhoudsopgave

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deel I. De gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld in artikel 2

Deel II. De gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld in artikel 3

Deel III. Administratieve voorschriften, bedoeld in artikel 5, tweede lid

Deel I. Voorschriften voor de gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld in artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

I.A. Knelpunt Bloemisterij – emelt

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Talstar 8 SC

Gehalte werkzame stof: 80 g/l bifenthrin

Toelatingsnummer: –

Toelatingshouder: Belchim Crop Protection

Knelpunt: Bloemisterij – emelt

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel toegepast als grondbehandeling met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen met gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen en met een teeltvrije zone van 150 cm en met dien verstande dat maximaal 6 ha per persoon per dag behandeld mag worden in de onbedekte teelt van zomerbloemen vanaf 1 maart tot en met 30 september 2006.

Het middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • a. Stof en spuitnevel niet inademen.

  • b. Aanraking met de ogen en de huid vermijden.

  • c. Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • d. Draag geschikte handschoenen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • e. Draag een beschermingsmiddel voor de ogen/het gezicht.

  • f. In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

In de onbedekte teelt van zomerbloemen, ter bestrijding van emelten.

Als er problemen met emelten verwacht worden, het product verspuiten en inwerken vóór het zaaien of planten.

Dosering

1,25 liter middel per ha.

I.B. knelpunt appel – schurft

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Polisolfuro di Calcio

Gehalte werkzame stof: 230 g/l kalkzwavel

Toelatingsnummer: –

Toelatingshouder: Polysenio srl.

Knelpunt: Appel – Schurft

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 10 toepassingen per teeltseizoen in de teelt van appel vanaf 1 april tot en met 30 juni 2006.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 30 dagen.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel vormt giftige gassen in oplossing en is irriterend voor de ogen, ademhalingswegen en de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik.

  • Na aanraking met de huid of de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen.

  • Draag geschikte handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.

  • Draag geschikte ademhalingsbescherming gedurende het legen van de verpakking en het aanmaken van de spuitvloeistof.

  • Spuitnevel niet inademen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel kan worden gebruikt als fungicide ter bestrijding van schurft op appel in situaties dat een behandeling met zwavel minder effectief is, bijvoorbeeld als het koud is, of als de schurftinfectie reeds tot stand is gekomen.

Toepassing

Appel, ter bestrijding van schurft (Venturia inequalis).

Het middel kan worden toegepast vanaf het verschijnen van de eerste groene delen tot en met juni. De toepassing moet plaatsvinden kort voor of binnen 20 uur na het ontstaan van een schurftinfectie. De toepassing zo nodig enkele malen herhalen.

Dosering

15 liter middel per hectare.

Niet, of in lagere doseringen, gebruiken op zwavelgevoelige rassen, zoals Cox’s Orange, Pippin en Goudreinet. Niet gebruiken op zoete appels. Kans op schade aan bladeren en vruchtverruwing kan niet worden uitgesloten. Met name bij toepassing onder langzaam drogende omstandigheden, kort voor nachtvorst en bij toepassing bij een temperatuur boven 25°C.

Attentie

  • Calcium polysulfide heeft een vruchtdunnend effect, indien het middel tijdens de bloei wordt toegepast.

  • Het middel niet vermengen of verspuiten met andere bestrijdingsmiddelen of meststoffen.

I.C. knelpunt suikerbiet – emelten

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Talstar 8 SC

Gehalte werkzame stof: 80 g/l bifenthrin

Toelatingsnummer: –

Toelatingshouder: Belchim Crop Protection

Knelpunt: Suikerbiet – emelt

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel toegepast als grondbehandeling met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen, met gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen, met een teeltvrije zone van 50 cm, en met dien verstande dat maximaal 8 ha per persoon per dag behandeld mag worden in de teelt van suikerbieten, vanaf de tweede dag na de datum van publicatie in de Staatscourant tot en met 31 mei 2006.

Het middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Stof en spuitnevel niet inademen.

  • Aanraking met de ogen en de huid vermijden.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Draag geschikte handschoenen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Draag een beschermingsmiddel voor de ogen/het gezicht.

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassing

In de teelt van suikerbieten, ter bestrijding van emelten.

Zaaivoorbehandeling

Als er problemen met emelten verwacht worden, het product toepassen door middel van een bespuiting in de zaaivoor.

Dosering

1 liter middel per hectare.

Rijenbehandeling

Toepassen na opkomst van de bieten als er problemen met emelten verwacht worden. Het optimale toepassingstijdstip is ’s avonds omdat de emelten vooral ’s nachts actief zijn.

Dosering

1 liter middel per hectare.

I.D. knelpunt appel – vruchtdunning

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel:

Merknaam: Sevin SL

Gehalte werkzame stof: 480 g/l carbaryl

Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 8786 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Appel – Vruchtdunning

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als vruchtdunningsmiddel met maximaal 1 toepassing per teeltseizoen in de teelt van appels vanaf 1 mei tot en met 30 juni 2006 met dien verstande dat maximaal 1 ha per persoon per dag mag worden behandeld.

Toepassing is uitsluitend toegestaan met een tractor met een gesloten cabine. De toepassing door middel van een vliegtuig is dus verboden.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Het middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terecht komt. In de teelt van appels is in de buitenste bomenrij van percelen langs watergangen is de toepassing uitsluitend toegestaan indien:

– de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel wordt bespoten met gebruikmaking van een venturidop.

Dit middel is licht irriterend voor de ademhalingswegen, schadelijk bij inademing en bij opname door de mond.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.

  • Draag geschikte beschermende handschoenen en kleding, zowel bij toepassen als bij werkzaamheden in behandeld gewas tot twee weken na de toepassing.

  • Tijdens de bespuiting een geschikt adembeschermingsmiddel dragen.

  • Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem/haar dit etiket tonen).

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

Vruchtdunning bij appels

Het middel toepassen na afloop van de bloei. Op sterk groeiende bomen bestaat grote kans op een te sterke vruchtdunning. In de kop van de boom is de dunning van nature minder. Door regelen van de vloeistofafgifte moet meer vloeistof boven in de boom komen. Nadunnen met de hand is meestal noodzakelijk.

Dosering

50–200 ml per 100 liter water, afhankelijk van het ras.

N.B.:

  • Het juiste bespuitingmoment en de geschikte dosering variëren van ras tot ras.

  • Gebruik van carbaryl kan vruchtverruwing tot gevolg hebben.

I.E. knelpunt boomkwekerij en vaste planten – emelten en ritnaalden

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Talstar 8 SC

Gehalte werkzame stof: 80 g/l bifenthrin

Toelatingsnummer: –

Toelatingshouder: Belchim Crop Protection

Knelpunt: Boomkwekerij en vaste planten – emelten en ritnaalden

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel toegepast als grondbehandeling met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen met gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen en met een teeltvrije zone van 150 cm en met dien verstande dat maximaal 6 hectare per persoon per dag behandeld mag worden in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten vanaf twee dagen na de datum van publicatie in de Staatscourant tot en met 30 september 2006.

Het middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • a. Stof en spuitnevel niet inademen.

  • b. Aanraking met de ogen en de huid vermijden.

  • c. Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • d. Draag geschikte handschoenen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • e. Draag een beschermingsmiddel voor de ogen/het gezicht.

  • f. In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

In de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van emelten en ritnaalden.

Als er problemen met deze bodeminsecten verwacht worden, het product verspuiten en inwerken vóór het zaaien of planten.

Dosering

1,25 liter middel per ha

I.F. knelpunt grasland – emelten

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Merknaam: IPM400

Gehalte werkzame stof: 400 g/l fenitrothion

Toelatingsnummer: –

Toelatingshouder: Cerexagri B.V.

Knelpunt: Grasland – emelt

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per kalenderjaar met gebruikmaking van een spuitmachine en met dien verstande dat maximaal 7 ha per persoon per dag behandeld mag worden

b. in grasland vanaf 2 dagen na de datum van publicatie in de Staatscourant tot en met 31 mei en/of 1 september tot en met 30 november 2006, mits

  • een spuitvrije zone van 4 meter rond oppervlaktewater wordt aangehouden en

  • met gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen.

De toepassing door middel van een vliegtuig is dus verboden.

Gezien de persistentie van het middel is toepassing niet toegestaan voor de bloei van het gewas tenzij een minimum interval van 7 dagen tussen toepassing en de bloei van het gewas wordt aangehouden.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en bij aanraking met de huid. Het kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het is zeer giftig voor in water levende organismen; kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Wachttijd

Grasland niet binnen 3 weken na behandeling beweiden.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

Grasland, ter bestrijding van emelten.

Toepassen op vochtige grond en/of beregenen na toepassing kan het effect verbeteren.

Dosering

2 liter middel per ha

Deel II. Voorschriften voor de gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld in artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

II.A. Knelpunt Biologische appel–appelbloesemkever

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel:

Merknaam: Spruzit vloeibaar

Gehalte werkzame stof: 160 g/l piperonylbutoxide, 40 g/l pyrethrinen

Toelatingsnummer: 7229 N

Toelatingshouder: W. Neudorff GmbH KG

Knelpunt: Biologische appel–appelbloesemkever

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de biologische teelt van appels vanaf 1 april tot en met 30 april 2006.

Veiligheidstermijn:

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 dagen.

In verband met het risico voor waterorganismen is de toepassing op percelen die grenzen aan watergangen uitsluitend toegestaan bij éénzijdig spuiten van de laatste bomenrij in de richting van het perceel en/of bij toepassing dient tussen de watergang en de buitenste bomenrij een aaneengesloten windscherm aanwezig te zijn.

Het middel is ontvlambaar. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Afval niet in de gootsteen werpen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Toepassingen

Biologische teelt van appels, ter bestrijding van de appelbloesemkever (Anthonomus pomorum).

Het gewas dient aan alle kanten goed bespoten te worden met uitzondering van de laatste bomenrij langs een watergang. Bespuiting zonodig na een week herhalen. Bij voorkeur overdag, op een zonnige dag spuiten aangezien dan de kevers het meest actief zijn. Niet meer aanmaken dan in een paar uur te verwerken is. Aangemaakte oplossing niet langdurig blootstellen aan zonlicht en hoge temperaturen.

Dosering: 0,1% (100 ml op 100 liter water).

II.B. Knelpunt Biologische pruim–bladluis

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel:

Merknaam: Spruzit vloeibaar

Gehalte werkzame stof: 160 g/l piperonylbutoxide, 40 g/l pyrethrinen

Toelatingsnummer: 7229 N

Toelatingshouder: W. Neudorff GmbH KG

Knelpunt: Biologische pruim–bladluis

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de biologische teelt van pruimen vanaf 1 mei tot en met 1 juli 2006.

Veiligheidstermijn:

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 dagen.

In verband met het risico voor waterorganismen is de toepassing op percelen die grenzen aan watergangen uitsluitend toegestaan bij éénzijdig spuiten van de laatste bomenrij in de richting van het perceel en/of bij toepassing dient tussen de watergang en de buitenste bomenrij een aaneengesloten windscherm aanwezig te zijn.

Het middel is ontvlambaar. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Afval niet in de gootsteen werpen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Toepassingen

Biologische teelt van pruimen, ter bestrijding van de melige pruimenluis (Hyalopterus pruni).

Het gewas dient aan alle kanten goed bespoten te worden met uitzondering van de laatste bomenrij langs een watergang; in het bijzonder de onderkant van het blad. Bespuiting zonodig na een week herhalen. Bij voorkeur ’s avonds toepassen voor extra lange werking. Niet meer aanmaken dan in een paar uur te verwerken is. Aangemaakte oplossing niet langdurig blootstellen aan zonlicht en hoge temperaturen.

Dosering: 0,1% (100 ml op 100 liter water).

II.C. Knelpunt Aardbei–trips

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel:

Merknaam: Vertimec

Gehalte werkzame stof: 18 g/l abamectine

Toelatingsnummer: 10020 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection

Knelpunt: Aardbei ter bestrijding van trips

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte productieteelt van aardbei van 1 februari tot en met 31 oktober 2006.

In de bedekte teelt mag het middel uitsluitend worden toegepast door middel van:

  • een gewasgerichte behandeling met hydraulische spuitapparatuur (hogedrukspuit) mits per hectare minimaal 250 liter spuitvloeistof wordt toegepast met een druk bij de pomp die niet hoger is dan 25 bar (d.d. 2500 kPa of 25 kgf/cm3 of 25 atm),

  • een ruimtebehandeling met een Laag Volume vernevelaar (Low Volume Misters).

Het middel mag uitsluitend worden toegepast onder strikte in achtneming van het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen.

Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de desbetreffende ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen strikt in acht nemen.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).

Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond, irriterend voor de ogen en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het is zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Het kan de vruchtbaarheid en het ongeboren kind schaden.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

  • Blootstelling vermijden – vóór gebruik speciale aanwijzingen raadplegen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn:

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 3 dagen voor aardbei.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Algemeen

Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde van het blad bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel per ha. Het is niet nodig om een uitvloeier toe te voegen.

Toepassingen

In de bedekte productieteelt van aardbei, ter bestrijding van larven van trips (Frankliniella occidentalis).

Toepassen zodra larven worden waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen. Het middel maximaal 3 maal per teelt toepassen met een interval van minimaal 7 dagen.

Dosering: 0,05% (50 ml per 100 liter water) in maximaal 1500 liter water per ha.

Attentie

Gezien de inherente risico’s van de ontwikkeling van resistentie tegen enigerlei product wordt sterk aanbevolen Vertimec toe te passen in een goed programma om resistentie tegen te gaan.

II.D. Knelpunt Andijvie en Raddicchio Rosso–bladluizen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel:

Merknaam: Gaucho Tuinbouw

Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid

Toelatingsnummer: 12341 N

Toelatingshouder: Bayer Cropscience B.V.

Knelpunt: Andijvie en Radicchio rosso–bladluizen

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als middel voor de behandeling van zaden, òf als toepassing bij het zaaien door middel van een dummy pil. Het middel dient ten behoeve van de onbedekte teelt van andijvie en Radicchio rosso ter voorkoming van aantasting door insecten vanaf de tweede dag na de datum van publicatie in de Staatscourant tot en met 31 juli 2006.

Attentie

Het is gevaarlijk en niet toegestaan in één teelt of teeltseizoen met het middel Gaucho Tuinbouw of Admire zowel de zaden te behandelen (pilleren), in een tray te behandelen of een dummy pil te gebruiken. Slechts één van genoemde methodes en middelen is toegestaan per teelt of teeltseizoen.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Behandelde zaden niet voor menselijke of dierlijke consumptie bestemmen.

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Tijdens het mengen/laden en afzakken en de ontsmetting een geschikte adembescherming dragen. Voor voldoende reductie van de inhalatoire blootstelling dient optimale adembescherming met verse luchttoevoer effectief te worden gebruikt.

  • In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Volgteelt

Na de teelt van andijvie en Radicchio rosso, die direct gezaaid worden op het zaaibed, zijn alleen de volgende volggewassen mogelijk: sla (m.u.v. veldsla), sluitkool, spruitkool, boerenkool, broccoli, chinese kool, andijvie, Radicchio rosso of een niet-consumptiegewas.

Als andijvie en Radicchio rosso eerst in perspot of tray wordt gezaaid en later op het veld wordt uitgeplant geldt deze restrictie niet als er een kerende grondbewerking van het productieveld heeft plaatsgevonden.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Algemeen

Gaucho is een systemisch insecticide, het middel wordt via de wortels opgenomen en door de hele plant verspreid.

Toepassingen

Onbedekte teelt van andijvie en Radicchio rosso, ter voorkoming van bladluizen (Aphidiae).

Het middel heeft een werkingsduur van minimaal één maand.

In de laatste weken voor de oogst dient mogelijk nog 1–2 keer tegen luizen te worden gespoten met een daarvoor toegelaten middel.

Dosering: 1150 gram middel per kg zaden.

Waarschuwing: het middel uitsluitend toepassen bij het pilleren van zaden, hetzij toepassen als dummy pil. Bij combinatie met andere insecticiden dient de gewasverdraagzaamheid per gewas en ras opnieuw te worden gecontroleerd. Er kan enige opkomstvertraging en vertraging in de groei van kiemplanten optreden in de opkweekfase, deze is echter op het moment van uitplanten op het productieveld niet meer zichtbaar.

II.E. knelpunt Boerenkool, broccoli, chinese kool, sluitkool, spruitkool–bladluis

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel:

Merknaam: Gaucho Tuinbouw

Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid

Toelatingsnummer: 12341 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Boerenkool, broccoli, chinese kool, sluitkool, spruitkool–bladluis

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel door middel van behandeling van zaden òf als toepassing bij het zaaien door middel van dummy pil met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de teelt van de volgende koolsoorten: boerenkool, broccoli, Chinese kool, sluitkool en spruitkool vanaf twee dagen na de datum van publicatie in de Staatscourant tot en met 31 december 2006.

Attentie:

Het is gevaarlijk en niet toegestaan in één teelt of teeltseizoen met het middel Gaucho Tuinbouw of Admire zowel de zaden te behandelen (pilleren), in een tray te behandelen of een dummy pil te gebruiken. Slechts één van genoemde methodes en middelen is toegestaan per teelt of teeltseizoen.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Behandelde zaden niet voor menselijke of dierlijke consumptie bestemmen.

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Tijdens het mengen/laden en afzakken en de ontsmetting een geschikte adembescherming dragen. Voor voldoende reductie van de inhalatoire blootstelling dient optimale adembescherming met verse luchttoevoer effectief te worden gebruikt.

  • In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Volgteelt

Na de teelt van boerenkool, broccoli, chinese kool, sluitkool en spruitkool die direct gezaaid worden op het zaaibed, zijn alleen de volgende volggewassen mogelijk: sla (m.u.v. veldsla), sluitkool, spruitkool, boerenkool, broccoli, chinese kool, andijvie, Radicchio rosso of een niet-consumptiegewas.

Als boerenkool, broccoli, chinese kool, sluitkool en spruitkool eerst in perspot of tray wordt gezaaid en later op het veld wordt uitgeplant geldt deze restrictie niet als er een kerende grondbewerking van het productieveld heeft plaatsgevonden.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Algemeen

Gaucho Tuinbouw is een systemisch insecticide. Het middel wordt via de wortels opgenomen en door de gehele plant verspreid.

Toepassingen

In de teelt van boerenkool, broccoli, chinese kool, sluitkool en spruitkool, ter voorkoming van aantasting door melige koolluis (Brevicoryne brassicae) en perzikluis (Myzus percsicae).

Dosering: 215 gram middel per eenheid zaden (100.000 zaden).

Waarschuwing:

Het middel uitsluitend toepassen bij het pilleren van zaden, hetzij toepassen als dummy pil, echter niet in combinatie met andere insecticiden (bv. tegen koolvlieg). Er kan enige opkomstvertraging en vertraging in de groei van kiemplanten optreden in de opkweekfase. Deze is echter op het moment van uitplanten op het productieveld niet meer zichtbaar.

II.F. Knelpunt Bloemkool, broccoli en spitskool–koolgalmug

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingmiddel:

Merknaam: Gaucho Tuinbouw

Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid

Toelatingsnummer: 12341 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Bloemkool, broccoli en spitskool–koolgalmug

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel door middel van behandeling zaden òf als toepassing bij het zaaien door middel van dummy pil met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de teelt van de volgende koolsoorten: bloemkool, broccoli, en spitskool vanaf twee dagen na de datum van publicatie in de Staatscourant tot en met 31 december 2006.

Attentie:

Het is gevaarlijk en niet toegestaan in één teelt of teeltseizoen met het middel Gaucho Tuinbouw of Admire zowel de zaden te behandelen (pilleren), in een tray te behandelen of een dummy pil te gebruiken. Slechts één van genoemde methodes en middelen is toegestaan per teelt of teeltseizoen.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Behandelde zaden niet voor menselijke of dierlijke consumptie bestemmen.

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Tijdens het mengen/laden en afzakken en de ontsmetting een geschikte adembescherming dragen. Voor voldoende reductie van de inhalatoire blootstelling dient optimale adembescherming met verse luchttoevoer effectief te worden gebruikt.

  • In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Volgteelt

Na de teelt van bloemkool, broccoli en spitskool die direct gezaaid worden op het zaaibed, zijn alleen de volgende volggewassen mogelijk: sla (m.u.v. veldsla), sluitkool, spruitkool, bloemkool, boerenkool, broccoli, chinese kool, andijvie, Radicchio rosso of een niet-consumptiegewas.

Als bloemkool, broccoli en spitskool eerst in perspot of tray wordt gezaaid en later op het veld wordt uitgeplant geldt deze restrictie niet als er een kerende grondbewerking van het productieveld heeft plaatsgevonden.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Algemeen

Gaucho Tuinbouw is een systemisch insecticide. Het middel wordt via de wortels opgenomen en door de gehele plant verspreid.

Toepassingen

In de teelt van bloemkool, broccoli en spitskool, ter bestrijding van koolgalmug (Contarinia nasturtii).

Dosering: 215 gram middel per eenheid zaden (100.000 zaden).

Waarschuwing:

Het middel uitsluitend toepassen bij het pilleren van zaden, hetzij toepassen als dummy pil, echter niet in combinatie met andere insecticiden (bv. tegen koolvlieg). Er kan enige opkomstvertraging en vertraging in de groei van kiemplanten optreden in de opkweekfase. Deze is echter op het moment van uitplanten op het productieveld niet meer zichtbaar.

II.G. Knelpunt Ginseng–Phytophthora cactorum

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingmiddel:

Merknaam: Shirlan

Gehalte werkzame stof: 500 g/l fluazinam

Toelatingsnummer: 12205 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Ginseng–Phytophthora cactorum

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 5 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de teelt van ginseng vanaf 1 mei tot en met 30 september 2006.

Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Dit middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Indien huidreacties optreden ten gevolge van overgevoeligheid voor Shirlan, niet meer werken met dit product of met dit product behandelde planten.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Toepassingen

Ginseng, ter voorkoming van aantasting door Phytophthora cactorum.

Het tijdstip van de eerste behandeling hangt af van de ontwikkeling van het gewas en het weer. Meestal wordt na opkomst van het gewas met de bespuiting begonnen. Afhankelijk van de weersomstandigheden dienen de behandelingen om de 7–10 dagen te worden herhaald.

Dosering: 0,4 liter per hectare

II.H. Knelpunt Dahlia–Spint

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingmiddel:

Merknaam: Nissorun Vloeibaar

Gehalte werkzame stof: 250 g/l hexythiazox

Toelatingsnummer: 10379 N

Toelatingshouder: Certis Europe B.V.

Knelpunt: Dahlia–Spint

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel, met dien verstande dat het niet handmatig toegepast mag worden en dat er neerwaarts gespoten dient te worden in de bolbloementeelt van Dahlia, met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen vanaf 1 juni tot en met 1 juli 2006.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Algemeen

Het middel is werkzaam tegen eieren en alle larvenstadia van spintmijten. De werking tegen volwassen spintmijten is beperkt. Het middel heeft een trage aanvangswerking.

Om de kans op ontwikkeling van resistentie te verkleinen heeft het de voorkeur dat het middel wordt afgewisseld met andere daarvoor toegelaten middelen met een ander werkingsmechanisme of gecombineerd met deze middelen wordt toegepast.

Het middel toepassen met voldoende water om optimale bevochtiging te bereiken van zowel de bovenkant als de onderkant van de bladeren.

Toepassingen

In de bolbloementeelt van Dahlia, ter bestrijding van spint (Tetranchidae).

Een bespuiting uitvoeren zodra een beginnende aantasting wordt waargenomen. Indien nodig de behandeling na 7–10 dagen herhalen.

Dosering: 0,02% (20 ml per 100 liter water).

Om zichtbaar residu te voorkomen desgewenst een uitvloeier toevoegen.

Het verdient aanbeveling middels een proefbespuiting vast te stellen of het gewas de behandeling verdraagt.

II.I. Knelpunt Groene potplanten – wol- dop- en schildluizen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel:

Merknaam: Actellic 50

Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl

Toelatingsnummer: 6469 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Groene potplanten tegen wol-, dop- en schildluizen

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel zonder dat er bij de toepassing mensen in de kas aanwezig zijn vanaf 1 januari tot en met 31 december 2006 als gewasbehandeling in de bedekte teelt van groene potplanten, met maximaal 2 toepassing(en) per teelt of teeltseizoen, met dien verstande dat het middel niet toegepast mag worden in kassen waarvan het condenswater in het oppervlaktewater terecht kan komen.

Na afloop van de behandeling dienen de luchtramen minimaal 4 uur gesloten te blijven, vervolgens minimaal 12 uur afluchten voordat de betreffende ruimte betreden mag worden.

Het middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij inademing en opname door de mond, irriterend voor de ogen en de ademhalingswegen en kan na verslikken longschade veroorzaken. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen (kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken).

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

  • Bij inslikken niet het braken opwekken, direct een arts raadplegen en de verpakking of het etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Algemeen

Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden 20°C behandelen.

Toepassingen

In de bedekte teelt van groene potplanten, ter bestrijding van wolluis (Pseudococcidae), schildluis (o.a. Aspidiotus nerii) en dopluis (o.a. Coccus hesperidum en Saissetia coffeae). Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling maximaal 1 maal herhalen met een interval van 10–14 dagen.

Dosering: 0,2% (200 ml middel per 100 liter water).

N.B. Veiligheid voor het gewas: op een groot aantal soorten en variëteiten is het middel toegepast zonder dat beschadiging van het gewas optrad, met uitzondering van een aantal gevallen in de teelt van rozen, Euphorbia (syn. Poinsettia, kerstster) en Adiantum (venushaar). Bij twijfel over fytotoxiciteit wordt aangeraden een proefbespuiting uit te voeren.

II.J. Knelpunt Plantgoedbehandeling lelie–bollenmijt

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel:

Merknaam: Actellic 50

Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl

Toelatingsnummer: 6469 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: plantgoedbehandeling lelie tegen bollenmijt

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen als plantgoedbehandeling ten behoeve van de teelt van lelie.

Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij inademing en opname door de mond, irriterend voor de ogen en de ademhalingswegen en kan na verslikken longschade veroorzaken. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen (kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken).

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

  • Bij inslikken niet het braken opwekken, direct een arts raadplegen en de verpakking of het etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Algemeen

Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het effect van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden 20ºC behandelen. Het middel is ook geschikt voor de bestrijding van mijten, bijvoorbeeld bij plantgoed. De kiemkracht van het plantgoed wordt niet beïnvloed door het middel.

Toepassingen

Als plantgoedbehandeling (schubben) ten behoeve van de teelt van lelie, ter bestrijding van bollenmijt (Rhizoglyphus robini).

De schubben éénmalig dompelen in een oplossing van het middel kort na de oogst of na de bewaring in ijs.

Na het dompelen, de schubben een temperatuurbehandeling geven en gedurende 48 uur geen lucht verversen ter bevordering van de dampwerking. Zorg er voor dat de cel steeds goed volgestapeld is. Is dit niet mogelijk, dan de behandelde schubben afdekken met plastic.

Dosering: 0,5% (0,5 liter middel per 100 liter water).

Plantgoedbehandeling algemeen

In de gebruiksaanwijzing is voor de toepassingen voor bloembollen- en knollenplantgoed steeds uitgegaan van een standaardontsmettingswijze, waarbij gestreefd dient te worden naar minimale restanten door opgebruik. Voor de toegestane wijze van verwerken van restanten ontsmettingsvloeistof wordt verwezen naar de ‘Beschikking verwijdering dompelvloeistof bloembollen en -knollen’.

II.K. Knelpunt Bloeiende potplanten en orchideeën – wol- en schildluizen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel:

Merknaam: Actellic 50

Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl

Toelatingsnummer: 6469 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Bloeiende potplanten en orchideeën tegen wol- en schildluizen

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel zonder dat er bij de toepassing mensen in de kas aanwezig zijn vanaf 1 januari tot en met 31 december 2006 als gewasbehandeling in de bedekte teelten van orchideeën en bloeiende potplanten, met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen én alléén in de vegetatieve fase van de planten, met dien verstande dat het middel niet toegepast mag worden in kassen waarvan het condenswater in het oppervlaktewater terecht kan komen.

Na afloop van de behandeling dienen de luchtramen minimaal 4 uur gesloten te blijven, vervolgens minimaal 12 uur afluchten voordat de betreffende ruimte betreden mag worden.

Het middel is gevaarlijk voor bijen. Om de bijen te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Hetzelfde geldt voor hommels.

Het middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij inademing en opname door de mond en irriterend voor de ogen en de ademhalingswegen en kan na verslikken longschade veroorzaken. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen (kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken).

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

  • Bij inslikken niet het braken opwekken, direct een arts raadplegen en de verpakking of het etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Algemeen

Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden 20ºC behandelen.

Toepassingen

In de bedekte teelt van orchideeën en bloeiende potplanten, ter bestrijding van wolluis (Pseudococcidae) en schildluis (o.a. Aspidiotus nerii). Alléén toepassen in de vegetatieve fase van de planten.

Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling maximaal 1 maal herhalen met een interval van 10–14 dagen.

Dosering: 0,2% (200 ml middel per 100 liter water).

N.B. Veiligheid voor het gewas: op een groot aantal soorten en variëteiten (ook potplanten) is het middel toegepast zonder dat beschadiging van het gewas optrad, met uitzondering van een aantal gevallen in de teelt van rozen, Gerbera, Euphorbia (syn. Poinsettia, kerstster) en Adiantum (venushaar). Bij twijfel over fytotoxiciteit wordt aangeraden een proefbespuiting uit te voeren.

II.L. Knelpunt Karwij–onkruid

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel:

Merknaam: Boxer

Gehalte werkzame stof: 800 g/l prosulfocarb

Toelatingsnummer: 10701 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection BV

Knelpunt: karwij–onkruid

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de teelt van karwij vanaf publicatie in de Staatscourant tot en met april 2006 alsmede van 1 september tot en met 31 december 2006.

Dit middel is irriterend voor de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Tijdens de bespuiting een geschikte ademhalingsbescherming dragen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn:

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 90 dagen voor karwij.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Algemeen

Boxer is een bodemherbicide met een breed werkingsspectrum. Onder ideale omstandigheden worden de volgende onkruiden goed bestreden: éénjarige grassen zoals duist, windhalm en straatgras en tweezaadlobbige onkruiden zoals kleefkruid, muur, ereprijssoorten, paarse dovenetel, hoenderbeet, muur, zwarte nachtschade (ook triazine-resistente), knopkruid, klein kruiskruid, herderstasje, vergeetmijniet, echte kamille en hennepnetel.

Melganzevoet, stippelganzevoet, uitstaande melde, éénjarige melkdistel en veelknopigen zoals perzikkruid, varkensgras, zwaluwtong, knopige en viltige duizendknoop zijn minder gevoelig hetgeen vooral onder droge omstandigheden tot tegenvallende resultaten leidt. Akkerviool, bingelkruid en hanepoot zijn ongevoelig. Voor bestrijding van deze onkruiden wordt een tankmengsel aanbevolen.

Door de beperkte werkingsduur van het middel moet rekening worden gehouden met nakieming van bijvoorbeeld duist en kamille na de toepassing.

Vochtige, bezakte grond tijdens de toepassing is ideaal voor een goede werking. Onkruiden zijn het gevoeligste in het stadium kort voor opkomst. Neerslag in de periode kort na de toepassing bevordert de bodemwerking van het middel.

Waterhoeveelheid: 200–400 liter per hectare.

Toepassingen

In de teelt van karwij, ter bestrijding van breedbladige onkruiden

Boxer na opkomst of na het uitlopen van het gewas toepassen.

Dosering: 4 liter Boxer per hectare

II.M. Knelpunt Zaadteelt van veldbeemdgras – straatgras

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Boxer

Gehalte werkzame stof: 800 g/l prosulfocarb

Toelatingsnummer: 10701 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection BV

Knelpunt: zaadteelt van veldbeemdgras – straatgras

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de zaadteelt van veldbeemdgras vanaf 1 augustus tot en met 31 oktober 2006.

Dit middel is irriterend voor de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het is zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Tijdens de bespuiting een geschikte ademhalingsbescherming dragen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Boxer is een bodemherbicide met een breed werkingsspectrum. Onder ideale omstandigheden worden éénjarige grassen zoals duist, windhalm en straatgras goed bestreden.

Vochtige, bezakte grond tijdens de toepassing is ideaal voor een goede werking. Onkruiden zijn het gevoeligst in het stadium kort voor opkomst. Neerslag in de periode kort na de toepassing bevordert de bodemwerking van het middel.

Waterhoeveelheid

200–400 liter per hectare.

Toepassingen

In de zaadteelt van veldbeemdgras, ter bestrijding van straatgras.

In veldbeemdgras het middel toepassen na de oogst van de dekvrucht of na de oogst van het eerste jaars graszaad. Het tijdstip hangt af van de straatgras ontwikkeling. Kleiner straatgras is gevoeliger voor Boxer dan het grotere.

Dosering

4 l middel per hectare.

II.N. Knelpunt Meekrap – onkruid

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Lontrel 100

Gehalte werkzame stof: 100 g/l clopyralid

Toelatingsnummer: 11526 N

Toelatingshouder: Dow AgroSciences BV

Knelpunt: Meekrap – onkruid

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de onbedekte teelt van meekrap in de periode van 1 april tot en met 31 juli 2006.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding

  • Niet roken tijdens gebruik

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Lontrel 100 is een systemisch bladherbicide. Het middel bij voorkeur spuiten bij groeizaam weer, bij temperaturen van ± 15 °C en hoge luchtvochtigheid. Niet spuiten bij temperaturen hoger dan 25 °C of als binnen 6 uur regen wordt verwacht.

Hoeveelheid spuitvloeistof 150–400 liter water per ha.

Voorkom overwaaien van de spuitvloeistof naar gevoelige gewassen.

Toepassingen

Onbedekte teelt van meekrap, ter bestrijding van akker- en melkdistel. De akker- en melkdistel dient pleksgewijs te worden bestreden.

Toepassingstijdstip

Stadium van de akkerdistel: ± 15–30 cm, vóórdat de bloemknop is gevormd.

Stadium van de melkdistel: 6 à 10 bladeren.

Dosering

Met een rugspuit: 0,3% oplossing (30 ml Lontrel 100 in 10 l water).

Met een veldspuit: 1,5 liter Lontrel 100 per ha voor de te behandelen perceelsgedeelten.

Onbedekte teelt van meekrap, ter bestrijding van diverse onkruiden.

Toepassingstijdstip

Bij voorkeur spuiten op zeer jonge onkruiden. Lontrel 100 bestrijdt hondspeterselie en driedelig tandzaad en heeft een goede nevenwerking tegen o.a. veelknopigen, zwarte nachtschade, kamillesoorten, akkerkool en klein kruiskruid.

Dosering

  • 1,5 liter Lontrel 100 per ha, maximaal 1 maal toepassen direct na het planten of

  • 0,5 liter Lontrel 100 per ha, maximaal 3 maal toepassen gedurende het groeiseizoen.

II.O. Knelpunt Raketblad – onkruiden

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Titus

Gehalte werkzame stof: 25% rimsulfuron

Toelatingsnummer: 11393 N

Toelatingshouder: Dupont De Nemours (Nederland) B.V.

Knelpunt: Raketblad – onkruiden

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de teelt van raketblad vanaf 1 juni tot en met 31 augustus 2006, mits niet meer dan 30 gram per hectare per toepassing en niet meer dan 70 gram middel per hectare per teelt of teeltseizoen wordt toegepast.

Het middel is vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag op speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

De kennis omtrent de toepassing van Titus in raketblad is zeer beperkt. Titus is niet volledig selectief in raketblad. Toepassing van Titus kan een gewasreactie veroorzaken en er kan verkleuring en sterke groeiremming optreden. Vooral het kiembladstadium blijkt erg gevoelig.

Toepassingen

Raketblad, ter bestrijding van éénjarige, breedbladige onkruiden.

Het middel dient te worden toegepast op zeer jonge onkruiden, bij voorkeur in het kiemlobstadium.

Niet toepassen op het kiembladstadium van het gewas.

Dosering

Maximaal 30 gram/ha per toepassing en maximaal 70 gram/ha per teelt of teeltseizoen. Herhaald toepassen met lage doseringen (10–20 gram per hectare). Voeg altijd 100 ml Trend per 100 liter spuitvloeistof toe. Vervolgbespuiting uitvoeren bij nieuwe opkomst van onkruiden.

II.P. Knelpunt Boomkwekerij – gal- en roestmijt

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Vertimec

Gehalte werkzame stof: 18 g/l abamectine

Toelatingsnummer: 10020 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Boomkwekerij – gal- en roestmijt

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen vanaf 1 maart tot en met 31 augustus 2006.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen. Om bijen te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het middel is zeer vergiftig voor in water levende organismen en kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het kan de vruchtbaarheid en het ongeboren kind schaden.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

  • Blootstelling vermijden – vóór gebruik speciale aanwijzingen raadplegen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het maximale effect tegen mijten wordt drie tot vijf dagen na behandeling bereikt. Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde van het blad te bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel per hectare. Het is niet nodig om een uitvloeier toe te voegen.

Toepassingen

In de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen, ter bestrijding van gal- en roestmijten (Eriophyidae).

Een behandeling uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling zonodig eenmaal herhalen.

Dosering

0,025% (25 ml per 100 liter water).

II.Q. Knelpunt Onkruid in de teelt van vaste planten

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Goltix WG

Gehalte werkzame stof: 70% metamitron

Toelatingsnummer: 8629 N

Toelatingshouder: Makhteshim-Agan Holland B.V.

Knelpunt: Onkruid in de teelt van vaste planten

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van vaste planten vanaf 1 maart tot en met 30 juni 2006.

Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch stofgehalte minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar.

Het middel is schadelijk bij opname door de mond en vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Bij na-opkomsttoepassingen is Goltix WG, vooral in combinatie met minerale olie (850 g/l) werkzaam als bladherbicide en als bodemherbicide. Ongevoelig voor Goltix WG zijn wilde haver, hanepoot, bingelkruid en wortelonkruiden.

Toepassingen

Onbedekte teelt van vaste planten, ter bestrijding van onkruiden

Toepassen na-opkomst. Goede ervaringen zijn opgedaan in Salvia, Pulmonaria, Achilea, Hosta en Hemerocallis.

Dosering

1–2 kg/ha.

N.B.:

Voor alle toepassingen in vaste planten geldt:

  • Goltix WG niet toepassen op spuittuinen en diepgeploegde zandgronden.

  • Spuiten op een droog gewas en niet kort na of voor nachtvorst.

  • Op de dag van spuiten moet het droog weer zijn.

  • Op grondsoorten met meer dan 5% humus wordt de bodemwerking van Goltix WG wisselvallig.

  • Indien geen ervaringen bekend zijn, dient door het uitvoeren van een kleine proefbespuiting onderzocht te worden of het gewas het middel verdraagt. Een deel van het sortiment verdraagt Goltix WG, een ander deel niet. Informeer eventueel voordat u gaat spuiten bij de voorlichtingsdienst of de fabrikant.

II.R. Knelpunt Kers – kersenvlieg

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Danadim Progress

Gehalte werkzame stof: 400 g/l dimethoaat

Toelatingsnummer: 9978 N

Toelatingshouder: Cheminova A/S

Knelpunt: Kers – kersenvlieg

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van kersen vanaf 1 mei tot en met 31 juli 2006.

In verband met het off-field risico voor nuttige insecten en mijten is toepassing uitsluitend toegestaan bij éénzijdig spuiten van de laatste bomenrij in de richting van het perceel of dient er gebruik gemaakt te worden van een tunnelspuit of dient tussen aangrenzende percelen en de buitenste bomenrij een aaneengesloten windscherm aanwezig te zijn.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen. Om de bijen te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Het middel is gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Toepassing door middel van een vliegtuig is verboden.

Dit middel is ontvlambaar en schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid. Het middel is vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan twee weken.

Gebruiksaanwijzing

Attentie

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Toepassingen

Kersen, ter bestrijding van de kersenvlieg (Rhagoletis cerasi en Rhagoletis indifferens).

Dosering

0,75 liter middel per ha.

II.S. Knelpunt Zure kers – vruchtrijping

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Ethrel-A

Gehalte werkzame stof: 480 g/l ethefon

Toelatingsnummer: 6355 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Zure kers – vruchtrijping

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als groeiregulerend middel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen en met dien verstande dat het middel uitsluitend machinaal (dus niet met rugspuit) toegepast mag worden en dat maximaal 0,65 ha per persoon per dag behandeld mag worden in de teelt van zure kers vanaf 1 mei tot en met 31 juli 2006.

Bij gebruik van dit middel bestaat gevaar voor ernstig oogletsel. Het middel is schadelijk voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Een bescherming voor de ogen dragen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 7 dagen voor zure kers.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

In het algemeen moet zoveel spuitvloeistof worden gebruikt dat een goede en regelmatige bevochtiging van het gewas plaats heeft. Toevoeging van 25 ml uitvloeier per 100 liter spuitvloeistof is daarom meestal aan te bevelen. Bespuitingen uitvoeren op een droog gewas en als niet direct regen wordt verwacht.

Toepassingen

Zure kers, ter bevordering van vruchtrijping.

Zeven tot tien dagen voor de oogst een gewasbehandeling uitvoeren.

Dosering

0,75 l middel per ha.

II.T. Knelpunt Rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, Chinese kool, broccoli, boerenkool en spruitkool – bladluis

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Admire

Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid

Toelatingsnummer: 11483

Toelatingshouder: Bayer Crop Science BV

Knelpunt: rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, Chinese kool, broccoli, boerenkool en spruitkool – bladluis

Gebruiksvoorschriften

Gebruik is uitsluitend toegestaan als Gaucho Tuinbouw niet als zaadbehandeling of als dummy pil is toegepast.

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de teelt van rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, Chinese kool, broccoli, boerenkool en spruitkool als traybehandeling vóór het planten vanaf 1 februari tot en met 31 augustus 2006.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Volgteelt

Als er geen kerende grondbewerking op het productieveld plaatsvindt, zijn alleen die volggewassen mogelijk die in het WG/GA van de reguliere toelating van Admire zijn opgenomen of een niet-consumptiegewas.

Deze restrictie geldt niet als er een kerende grondbewerking op het productieveld heeft plaatsgevonden.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen bij werkzaamheden tot en met het poten van behandelde planten.

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Attentie

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Algemeen

Admire is een systemisch werkend middel en het wordt door de wortels opgenomen. De werkingssnelheid wordt mede bepaald door de activiteit van het gewas.

Toepassingen

Rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, Chinese kool, broccoli, boerenkool en spruitkool, ter bestrijding van de melige koolluis (Brevicoryne brassicae) en perzikluis (Myzus persicae; groene en rode variant):

Het middel kort voor het planten aangieten op de tray. Voordat het middel wordt toegediend de planten vochtig maken met 0,2 liter schoon water per m2 tray. Het middel vervolgens toedienen met 1 liter water per m2 tray. Direct na de toepassing (voordat de planten weer aandrogen) de planten afspuiten met 1–2 liter schoon water per m2 tray. De werkingsduur van deze behandeling is ongeveer 3,5 maanden.

Dosering

5 gram middel per 1000 planten.

Met Admire behandelde planten kunnen door stress (groeistilstand na overplanten, schraal weer, nachtvorst) bij de eerste hergroei tijdelijk een iets steilere geknepen bladstand laten zien. Ook kan het blad tijdelijk iets geel verkleuren. Dit effect trekt na 2–3 weken weer weg.

II.U. Knelpunt Rabarber – breedbladig onkruid

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Centium 360 CS

Gehalte werkzame stof: 360 g/l clomazone

Toelatingsnummer: 12148 N

Toelatingshouder: Belchim Crop Protection

Knelpunt: rabarber – breedbladig onkruid

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel, met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen, in de onbedekte teelt van uitgangsmateriaal en 1e jaars teelten van rabarber vanaf 1 maart tot en met 31 juli 2006.

Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht genomen worden:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Centium 360 CS werkt als een bodemherbicide tegen éénjarige breedbladige onkruiden Het middel wordt opgenomen door de wortels en de scheuten en opwaarts getransporteerd. Gevoelig zijn kleefkruid (Galium aparine), zwaluwtong (Polygonum convolvulus), perzikkruid (Polygonum persica) en vogelmuur (Stellaria media).

Toepassingen

In de onbedekte teelt van uitgangsmateriaal en 1e jaarsteelten van rabarber, ter bestrijding van éénjarige breedbladige onkruiden.

Centium 360 CS toepassen vóór of kort na het uitlopen van het gewas.

Dosering

0,25 L middel per hectare.

Waarschuwing

Centium 360 CS kan in vrijwel alle teelten gewasreacties in de vorm van bladverkleuring (chlorose) en enige groeiremming veroorzaken, zeker als er veel neerslag valt in de periode kort na toepassing. Deze gewasreacties zijn doorgaans van tijdelijke aard zonder negatieve effecten op de uiteindelijke opbrengsten.

Mocht de teelt in het voorjaar van bovenstaand gewas mislukken dan is het af te raden om zomertarwe, zomergerst, haver, suikerbiet, witlof, cichorei, sla, ui of prei als vervanggewas te gebruiken.

Door drift kan het middel schadelijke effecten veroorzaken aan naburige gewassen waaronder fruitbomen en andere houtige beplantingen.

II.V. Knelpunt Knolvenkel – breedbladig onkruid

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Centium 360 CS

Gehalte werkzame stof: 360 g/l clomazone

Toelatingsnummer: 12148 N

Toelatingshouder: Belchim Crop Protection

Knelpunt: knolvenkel – breedbladig onkruid

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel, met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen, in de onbedekte teelt van knolvenkel vanaf 1 mei tot en met 31 augustus 2006.

Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht genomen worden:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Centium 360 CS werkt als een bodemherbicide tegen éénjarige breedbladige onkruiden Het middel wordt opgenomen door de wortels en de scheuten en opwaarts getransporteerd. Gevoelig zijn kleefkruid (Galium aparine), zwaluwtong (Polygonum convolvulus), perzikkruid (Polygonum persica) en vogelmuur (Stellaria media).

Toepassingen

Onbedekte teelt van knolvenkel, ter bestrijding van éénjarige breedbladige onkruiden.

Centium 360 CS toepassen direct na het zaaien vóór opkomst van het gewas of na het aanslaan van de planten op onkruidvrije, vochtige grond.

Dosering

0,25 L middel per hectare.

Waarschuwing

Centium 360 CS kan in vrijwel alle teelten gewasreacties in de vorm van bladverkleuring (chlorose) en enige groeiremming veroorzaken, zeker als er veel neerslag valt in de periode kort na toepassing. Deze gewasreacties zijn doorgaans van tijdelijke aard zonder negatieve effecten op de uiteindelijke opbrengsten.

Mocht de teelt in het voorjaar van bovenstaand gewas mislukken dan is het af te raden om zomertarwe, zomergerst, haver, suikerbiet, witlof, cichorei, sla, ui of prei als vervanggewas te gebruiken.

Door drift kan het middel schadelijke effecten veroorzaken aan naburige gewassen waaronder fruitbomen en andere houtige beplantingen.

II.W. Knelpunt Onkruid in de teelt van zomerbloemen en bloemzaadteelt

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Goltix WG

Gehalte werkzame stof: 70% metamitron

Toelatingsnummer: 8629 N

Toelatingshouder: Makhteshim-Agan Holland B.V.

Knelpunt: Onkruid in de teelt van zomerbloemen en bloemzaadteelt

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de onbedekte teelt van zomerbloemen en onbedekte bloemzaadteelt vanaf 1 maart tot en met 30 juni 2006.

Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch stofgehalte minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar.

Het middel is schadelijk bij opname door de mond en vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

In toepassingen voor de opkomst van de gewassen werkt Goltix WG als bodemherbicide, bij naopkomsttoepassingen is Goltix WG, vooral in combinatie met minerale olie (850 g/l) werkzaam als bladherbicide en als bodemherbicide. Op humeuze grondsoorten dient de voorkeur uit te gaan naar uitsluitend na-opkomsttoepassingen. Ongevoelig voor Goltix WG zijn wilde haver, hanepoot, bingelkruid en wortelonkruiden.

Toepassingen

Onbedekte teelt van bloemenzaad, toepassen vooropkomst van het gewas eventueel in combinatie met andere middelen of na-opkomst.

Dosering

3 kg/ha voor opkomst, maximaal 1 toepassing of 0,5 kg/ha na opkomst, maximaal 4 toepassingen.

Onbedekte teelt van zomerbloemen, Aconitum, Astilbe, Campanula, Delphinium, Phlox, Paeonia en Helianthus annuus.

Toepassen vooropkomst van het gewas, eventueel in combinatie met andere middelen of na-opkomst.

Dosering

3 kg/ha voor opkomst, maximaal 1 toepassing of 0,5 kg/ha na opkomst, maximaal 4 toepassingen.

N.B.:

Voor alle toepassingen in bloemenzaadteelt en zomerbloemen geldt: Indien hem geen ervaringen bekend zijn, dient de teler zelf door het uitvoeren van een kleine proefbespuiting te onderzoeken of het gewas het middel verdraagt. Een deel van het sortiment verdraagt Goltix WG, een ander deel niet. Informeer eventueel voordat u gaat spuiten bij de voorlichtingsdienst of de fabrikant.

II.X. Knelpunt Snij- en sperziebonen – trips

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Mycotal

Gehalte werkzame stof: 1010 sporen Verticillium lecanii per gram

Toelatingsnummer: 10980 N

Toelatingshouder: Koppert BV

Knelpunt: Snij- en sperziebonen – trips

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel toegepast door middel van een gewasbehandeling met maximaal 5 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte teelt van snijboon en sperzieboon vanaf 1 maart tot en met 31 december 2006.

Het middel mag op de dag van de oogst niet vóór de oogst worden toegepast.

Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de betreffende ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen de gestelde veiligheidsmaatregelen strikt in acht nemen.

Dit middel is irriterend voor de ademhalingswegen en er is gevaar voor ernstig oogletsel. Het middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor het gezicht.

  • Draag een geschikte adembescherming (voorzien van een P3 filter) tijdens het openen van de verpakking, het mengen/laden en spuiten van het middel.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Mycotal is een biologisch insecticide op basis van sporen van de schimmel Verticillium lecanii. Het middel werkt als contactmiddel.

Wanneer men nog geen ervaring heeft met het gebruik van Mycotal in een bepaald gewas, wordt aangeraden eerst een klein gedeelte van dit gewas te behandelen voordat een toepassing op grote schaal plaatsvindt. Houd tijdens de behandeling de kas goed gesloten om te voorkomen dat sporen naar buiten komen.

Werking

Na een bespuiting kiemen de sporen op het insect en dringen de schimmeldraden het insect binnen. In het insect ontwikkelt de schimmel zich verder en doodt het insect na 7–10 dagen. Bij voldoende hoge relatieve luchtvochtigheid en temperatuur produceert de schimmel daarna buiten het lichaam van het insect weer sporen, die opnieuw voor infectie van insecten zorg kunnen dragen.

Klimaatsomstandigheden

De effectiviteit van Mycotal is in hoge mate afhankelijk van de temperatuur, de relatieve luchtvochtigheid in het gewas en het tijdstip van toepassing. Voor een goede werking moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  • relatieve luchtvochtigheid: ≥75% gedurende een aaneengesloten periode van 10–12 uur volgend op de behandeling. Omdat een hoge relatieve luchtvochtigheid de ontwikkeling van Verticillium lecanii bevordert wordt aanbevolen in de namiddag of vroeg in de avond te spuiten;

  • temperatuur: 18–30 °C gedurende 10–12 uur per dag voor een periode van 4–5 dagen na de behandeling.

Bereiding spuitvloeistof

De vereiste hoeveelheid middel eerst met water met een temperatuur van 15–20 °C in een emmer al roerende mengen tot een dunne pap en een half uur laten staan. Gebruik 3–4 liter water per 500 gram Mycotal. De dunne pap daarna met de benodigde hoeveelheid water in de spuittank gieten en direct verspuiten. Niet in een warme omgeving of in direct zonlicht plaatsten.

Spuitapparatuur

Mycotal kan met normale spuitapparatuur verspoten worden.

Menging

Het middel niet mengen met andere middelen. Een fungicide-toepassing uitvoeren 3 dagen voor of drie dagen na toepassing van Mycotal.

Toepassingen

Bedekte teelt van snijboon en sperzieboon, ter bestrijding van trips

Een behandeling uitvoeren zodra insecten worden waargenomen. De behandeling 2–4 keer herhalen met een interval van ± 7 dagen.

Het is belangrijk dat de onderzijde van de bladeren en de koppen goed geraakt worden. Voor een goede bedekking wordt aanbevolen ca. 2000 liter spuitvloeistof per hectare te verspuiten in hoog opgaande gewassen en ca. 1000 liter per hectare in lager blijvende gewassen.

Dosering

0,1% (100 gram middel per 100 liter water).

II.Y. Knelpunt Aardbei vermeerderingsteelt – onkruiden

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Goltix WG

Gehalte werkzame stof: 70% metamitron

Toelatingsnummer: 8629 N

Toelatingshouder: Makhteshim-Agan Holland BV

Knelpunt: Aardbei vermeerderingsteelt – onkruiden

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per jaar in de onbedekte vermeerderingsteelt van aardbei vanaf 1 maart tot en met 30 juni 2006.

Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantasting zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch stofgehalte minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen;

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en de verpakking of etiket tonen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Bij na-opkomsttoepassingen is Goltix WG, vooral in combinatie met minerale olie (850 g/l) werkzaam als bladherbicide en als bodemherbicide. Ongevoelig voor Goltix WG zijn wilde haver, hanepoot, bingelkruid en wortelonkruiden.

Toepassingen

Onbedekte vermeerderingsteelt van aardei, ter bestrijding van onkruiden.

Toepassen op kleine onkruiden, eventueel in combinatie met fenmedifam.

Dosering

0,5–1 kg Goltix WG per ha na het uitplanten en

0,5 kg Goltix WG per ha 10 dagen na de eerste toepassing

of

0,5 kg Goltix WG per ha later in de teelt, maximaal 2 toepassingen.

II.Z. Knelpunt Blauwmaanzaad – eenjarig tweezaadlobbig onkruid

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Boxer

Gehalte werkzame stof: 800 g/l prosulfocarb

Toelatingsnummer: 10701 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection BV

Knelpunt: Blauwmaanzaad – eenjarig tweezaadlobbig onkruid

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van blauwmaanzaad vanaf 1 februari tot en met 30 juni 2006.

Dit middel is irriterend voor de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het is zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Tijdens de bespuiting een geschikte ademhalingsbescherming dragen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 75 dagen voor blauwmaanzaad.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Boxer is een bodemherbicide met een breed werkingsspectrum. Onder ideale omstandigheden worden de volgende onkruiden goed bestreden: éénjarige grassen zoals duist, windhalm en straatgras en tweezaadlobbige onkruiden zoals kleefkruid, muur, ereprijssoorten, paarse dovenetel, hoenderbeet, muur, zwarte nachtschade (ook triazine-resistente), knopkruid, klein kruiskruid, herderstasje, vergeetmijniet, echte kamille en hennepnetel.

Melganzevoet, stippelganzevoet, uitstaande melde, éénjarige melkdistel en veelknopigen zoals perzikkruid, varkensgras, zwaluwtong, knopige en viltige duizendknoop zijn minder gevoelig hetgeen vooral onder droge omstandigheden tot tegenvallende resultaten leidt. Akkerviool, bingelkruid en hanepoot zijn ongevoelig. Voor bestrijding van deze onkruiden wordt een tankmengsel aanbevolen.

Door de beperkte werkingsduur van het middel moet rekening worden gehouden met nakieming van bijvoorbeeld duist en kamille na de toepassing.

Vochtige, bezakte grond tijdens de toepassing is ideaal voor een goede werking. Onkruiden zijn het gevoeligste in het stadium kort voor opkomst. Neerslag in de periode kort na de toepassing bevordert de bodemwerking van het middel.

Waterhoeveelheid

200–400 liter per hectare.

Toepassingen

In de onbedekte teelt van blauwmaanzaad, ter bestrijding van eenjarige tweezaadlobbige onkruiden.

Boxer kan zowel voor als na opkomst worden toegepast. Het optimale tijdstip van toepassing is wanneer het gewas twee tot zes echte blaadjes heeft ontwikkeld.

Dosering

4 l middel per hectare.

II.AA. Knelpunt Broccoli, bloemkool en spitskool – koolgalmug

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Admire

Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid

Toelatingsnummer: 11483 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience BV

Knelpunt: Broccoli, bloemkool en spitskool – koolgalmug

Gebruiksvoorschriften

Gebruik is uitsluitend toegestaan als Gaucho Tuinbouw niet als zaadbehandeling of als dummy pil is toegepast.

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de teelt van spitskool, bloemkool, en broccoli als traybehandeling vóór het planten vanaf 1 februari tot en met 31 augustus 2006.

Volgteelt

Als er geen kerende grondbewerking op het productieveld plaatsvindt, zijn alleen die volggewassen mogelijk die in het WG/GA van de reguliere toelating van Admire zijn opgenomen of een niet-consumptiegewas.

Deze restrictie geldt niet als er een kerende grondbewerking op het productieveld heeft plaatsgevonden.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen bij werkzaamheden tot en met het poten van behandelde planten

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Attentie

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honigdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Algemeen

Admire is een systemisch werkend middel, het middel wordt door de wortels opgenomen en vervolgens in de plant verspreid. De werkingssnelheid wordt mede bepaald door de activiteit van het gewas.

Toepassingen

Spitskool, bloemkool en broccoli, ter bestrijding van de koolgalmug (Contarinia nasturtii):

Het middel kort voor het planten aangieten op de tray. Voordat het middel wordt toegediend de planten vochtig maken met 0,2 liter schoon water per m2 tray. Het middel vervolgens toedienen met 1 liter water per m2 tray. Direct na de toepassing (voordat de planten weer aandrogen) de planten afspuiten met 1–2 liter schoon water per m2 tray. De werkingsduur van deze behandeling is ongeveer 3,5 maanden.

Dosering

5 gram middel per 1000 planten.

Met Admire behandelde planten kunnen door stress (groeistilstand na overplanten, schraal weer, nachtvorst) bij de eerste hergroei tijdelijk een iets steilere geknepen bladstand laten zien. Ook kan het blad tijdelijk iets geel verkleuren. Dit effect trekt na 2–3 weken weer weg.

II.AB. Knelpunt Spaanse peper – Phytophthora

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Previcur N

Gehalte werkzame stof: 722 g/l propamocarb-hydrochloride

Toelatingsnummer: 7920 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Spaanse peper – Phytophthora

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de grondgebonden bedekte teelt van Spaanse pepers vanaf 1 september tot en met 31 december 2006.

Veiligheidstermijnen

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan:

3 dagen voor Spaanse peper.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende handschoenen en kleding.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels, die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Perenospora- en Aphanomyces-soorten.

Toepassingen

Spaanse peper in de grondgebonden bedekte teelt, ter voorkoming van uitval door Phytophthora.

Behandeling voor het uitplanten (over de planten in de perspot of op plantenbed)

Dosering

0,1% (100 ml per 100 liter water). Per m2 5 liter spuitvloeistof gebruiken. Naregenen is noodzakelijk om het middel in de wortelzone te laten dringen en van de bladeren af te spoelen.

Behandeling na het uitplanten

Kort na het uitplanten een behandeling uitvoeren door aangieten van de plantbasis.

Dosering

0,1% (100 ml per 100 liter water). Per plant 100–150 ml oplossing gebruiken. Indien nodig de behandeling na 2 weken herhalen.

II. AC. knelpunt peterselie – valse meeldauw

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Previcur N

Gehalte werkzame stof: 722 g/l propamocarb-hydrochloride

Toelatingsnummer: 7920 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Peterselie – Valse meeldauw

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen:

  • in de bedekte teelt van peterselie vanaf 1 september tot en met 30 november 2006, of

  • in de onbedekte teelt van peterselie vanaf 1 augustus tot en met 30 november 2006

Veiligheidstermijnen:

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan:

3 weken voor peterselie.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende handschoenen en kleding.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel is een systemisch fungicide.

Toepassingen

Peterselie, ter voorkoming valse meeldauw (Plasmopara spp.).

Binnen een week na het uitplanten een gewasbespuiting uitvoeren en deze behandeling maximaal 2 maal herhalen met een interval van 10 dagen.

Dosering

0,5% (500 ml middel per 100 liter water)

II.AD. Knelpunt Appel – vruchtdunning

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

[Red: Vervallen.]

II.AE. Knelpunt Andijvie – voetrot

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Previcur N

Gehalte werkzame stof: 722 g/l propamocarb-hydrochloride

Toelatingsnummer: 7920 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Andijvie – voetrot

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte teelt van andijvie vanaf 1 september tot en met 31 oktober 2006.

Veiligheidstermijnen

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan:

3 weken voor andijvie.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende handschoenen en kleding.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels, die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Perenospora- en Aphanomyces-soorten.

Toepassingen

Andijvie in de bedekte teelt, ter voorkoming van voetrot.

Behandeling voor het uitplanten (over de planten in de perspot of op plantenbed)

Dosering

0,1% (100 ml per 100 liter water). Per m25 liter spuitvloeistof gebruiken.

Naregenen is noodzakelijk om het middel in de wortelzone te laten dringen en van de bladeren af te spoelen.

Behandeling na het uitplanten

Kort na het uitplanten een behandeling uitvoeren door aangieten van de plantbasis.

Dosering

0,1% (100 ml per 100 liter water). Per plant 100 ml oplossing gebruiken. Indien nodig de behandeling na 2 weken herhalen.

II.AF. knelpunt prei – trips

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel:

Merknaam: Mesurol 500 SC

Gehalte werkzame stof: 500 g/l methiocarb

Toelatingsnummer: 11720 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience BV

Knelpunt: Prei – trips

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:

  • a. In de bedekte teelt van de zaadproductie en de veredeling van prei met maximaal 4 toepassingen per teelt of teeltseizoen vanaf 1 mei tot en met 31 oktober 2006;

  • b. In de onbedekte veredelingsteelt van prei met maximaal 4 toepassingen per teelt of teeltseizoen vanaf 1 juni tot en met 30 september 2006, mits:

    • bij een droge sloot een teeltvrije zone van tenminste 1,5 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

    • bij een watervoerende sloot een teeltvrije zone van tenminste 4 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

    • het middel niet wordt gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, met een organisch stofgehalte kleiner dan 2% en meer dan 10% afslibbaar.

  • c. In de productieteelt van prei met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen vanaf 1 juni tot en met 30 september 2006, mits:

    • bij een droge sloot een teeltvrije zone van tenminste 1,5 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

    • bij een watervoerende sloot een teeltvrije zone van tenminste 4 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

    • het middel niet wordt gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, met een organisch stofgehalte kleiner dan 2% en meer dan 10% afslibbaar.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is vergiftig bij opname door de mond en zeer vergiftig voor in water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen)

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 weken voor prei.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honigdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Toepassingen

In de bedekte en onbedekte veredeling⁠steelt en de bedekte zaadteelt van prei, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci) en Californische trips (Thrips frankliniella)

Dosering

Eerste bespuiting: 1,5 L/ha

Volgbespuiting: 1,0 L/ha

De bespuiting zonodig maximaal 3 maal met een interval van 10 dagen herhalen.

In de productieteelt van prei, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci):

Dosering

eerste bespuiting: 1,5 l/ha

volgbespuiting: 1,0 l/ha

De bespuiting zonodig éénmaal met een interval van 10 dagen herhalen.

II.AG. knelpunt sluitkool – trips

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Mesurol 500 SC

Gehalte werkzame stof: 500 g/l methiocarb

Toelatingsnummer: 11720 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Sluitkool – Thrips tabaci

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen met gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen in de teelt van sluitkool vanaf 1 juli tot en met 30 september 2006, mits:

  • bij een droge sloot een teeltvrije zone van tenminste 1,5 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

  • bij een watervoerende sloot een teeltvrije zone van tenminste 4 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

  • het middel niet wordt gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, met een organisch stofgehalte kleiner dan 2% en meer dan 10% afslibbaar.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is vergiftig bij opname door de mond en zeer vergiftig voor in water levende organismen; kan in aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen)

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 weken voor sluitkool.

Gebruiksaanwijzing

Attentie

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honigdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden. Vermijd onnodige blootstelling van niet-doelwit arthropoden.

Toepassing

Sluitkool, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci).

Dosering

Eerste bespuiting: 1,5 L middel per ha

Volgbespuiting: 1,0 L middel per ha

De bespuiting zonodig éénmaal met een interval van 14 dagen herhalen.

II.AH. knelpunt gladiool – ritnaalden

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Mocap 20 GS

Gehalte werkzame stof: 20% ethoprofos

Toelatingsnummer: 12516 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Gladiool - ritnaalden

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel toegepast als grondbehandeling met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen en met dien verstande dat er niet meer dan 10 ha per keer mag worden behandeld:

  • a. in de onbedekte bloembollenteelt van gladiool vanaf 1 maart tot en met 31 mei 2006;

  • b. in de onbedekte bolbloementeelt van gladiool vanaf 1 maart tot en met 30 november 2006.

Het middel is vergiftig bij inademing en bij opname door de mond en is zeer vergiftig bij aanraking met de huid. Het middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het is vergiftig voor in water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Stof niet inademen.

  • Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor het gezicht.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassing

In de onbedekte teelt van bloembollen en bolbloemen van gladiool, ter bestrijding van ritnaalden.

Het middel vlak voor het pootklaar maken van de grond volvelds strooien. Direct na het strooien het middel gelijkmatig inwerken met de voor het plantklaar maken van de grond gebruikelijke apparatuur.

Dosering

20 kg middel per ha.

II.AI. knelpunt amaryllis – narcismijt

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Actellic 50

Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl

Toelatingsnummer: 6469 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Amaryllis – narcismijt

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen, met dien verstande dat het middel niet toegepast mag worden in kassen waarvan het condenswater in het oppervlaktewater terecht kan komen, verder is het gebruik van het middel in bloeiende planten alleen toegestaan in de vegetatieve fase in de bedekte teelt van Amaryllis door middel van een gewasbehandeling vanaf twee dagen na de datum van publicatie in de Staatscourant tot en met 31 december 2006.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is ontvlambaar en schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en ademhalingswegen. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aqauatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Het middel kan longschade veroorzaken na verslikken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

  • Bij inslikken niet het braken opwekken, direct een arts raadplegen en de verpakking of het etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden 20 °C behandelen.

Het dient aanbeveling middels een proefbehandeling vast te stellen of het betreffende gewas de behandeling verdraagt.

Toepassingen

In de bedekte teelt van Amaryllis, ter bestrijding van de narcismijt (Steneotarsonemus laticeps).

Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling maximaal één maal herhalen met een interval van 10–14 dagen.

Dosering

0,2% (200 ml per 100 liter water)

II.AJ. knelpunt nerine – wolluis

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Actellic 50

Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl

Toelatingsnummer: 6469 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Nerine – wolluis

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen, met dien verstande dat het middel niet toegepast mag worden in kassen waarvan het condenswater in het oppervlaktewater terecht kan komen, verder is het gebruik van het middel in bloeiende planten alleen toegestaan in de vegetatieve fase in de bedekte teelt van Nerine door middel van een gewasbehandeling vanaf twee dagen na de datum van publicatie in de Staatscourant tot en met 31 december 2006.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is ontvlambaar en schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en ademhalingswegen. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aqauatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Het middel kan longschade veroorzaken na verslikken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

  • Bij inslikken niet het braken opwekken, direct een arts raadplegen en de verpakking of het etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden 20 °C behandelen.

Het dient aanbeveling middels een proefbehandeling vast te stellen of het betreffende gewas de behandeling verdraagt.

Toepassingen

In de bedekte teelt van Nerine, ter bestrijding van wolluis (Pseudococcidae).

Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling maximaal één maal herhalen met een interval van 10–14 dagen.

Dosering

0,2% (200 ml per 100 liter water)

II.AK. knelpunt oregano – grasachtige onkruiden

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Gallant 2000

Gehalte werkzame stof: 108 g/l haloxyfop-P-methyl

Toelatingsnummer: 11592 N

Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.

Knelpunt: oregano – grasachtige onkruiden

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel ter bestrijding van grasachtige (monocotyle) onkruiden, met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen met dien verstande dat maximaal 5 ha per persoon per dag behandeld mag worden in de onbedekte teelt van oregano vanaf 1 april tot en met 1 oktober 2006.

Het is verboden dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn, te gebruiken.

Het middel is giftig voor in water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Dit middel geeft gevaar voor ernstig oogletsel, kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid en is irriterend voor ademhalingswegen en de huid. Dampen kunnen slaperigheid en duizeligheid veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen.

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor het gezicht.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Gallant 2000 is een systemisch werkend bladherbicide en bestrijdt kweekgras, eenjarige grassen en opslag van granen, ook straatgras wordt bestreden. Op het moment van spuiten moeten de grassen goed aan de groei zijn en voldoende bladmassa hebben om het herbicide op te nemen (3–5 bladstadium tot begin uitstoeling).

Wacht met toepassen niet zo lang dat het cultuur gewas het onkruid grotendeels bedekt.

Toepassen bij droog en groeizaam weer, als geen regen wordt verwacht binnen 1 uur na toepassing. De groei van de onkruiden stopt binnen enkele dagen na de bespuiting; afhankelijk van de weersomstandigheden en de onkruiden is de werking zichtbaar 1 tot 2 weken na de toepassing en is volledig na 3 tot 4 weken. Groeizaam weer bevordert de snelheid van de werking.

Gallant 2000 bevat een uitvloeier. De toevoeging van een extra hulpstof is dus niet nodig.

Niet mengen met groeistoffen.

Toepassingen

Onbedekte teelt van oregano, ter bestrijding van grasachtige onkruiden. De toepassing kan na opkomst van het gewas plaatsvinden.

Dosering

De dosering is afhankelijk van de onkruidsoort. Zie hieronder:

Onkruidsoort

Dosering per ha

Tijdstip van toepassen

– Hanepoot

– Duist

– Windhalm

– Wilde haver

– Opslag van granen

– Stuifdek van gerst

– Opslag van raaigras

0,5 l

als het betreffende onkruid 2–3 bladeren heeft tot uiterlijk begin doorschieten.

     

– Kweekgras

1 l

bij 15–25 cm hoogte (4–6 bladstadium)

     

– Straatgras

1–1,5 l

op jong straatgras voor de bloei geeft 1 l ha al voldoende werking.

Opmerkingen

Cultuurgrassen (behalve roodzwenk en hardzwenk), granen en maïs zijn uiterst gevoelig voor dit middel.

II.AL. knelpunt digitalis – grasachtige onkruiden

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Gallant 2000

Gehalte werkzame stof: 108 g/l haloxyfop-P-methyl

Toelatingsnummer: 11592 N

Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.

Knelpunt: Digitalis – grasachtige onkruiden

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel, met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen met dien verstande dat maximaal 5 ha per persoon per dag behandeld mag worden in de onbedekte teelt van Digitalis vanaf 1 april tot en met 1 oktober 2006.

Het is verboden dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn, te gebruiken.

Het middel is giftig voor in water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Dit middel geeft gevaar voor ernstig oogletsel, kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid en is irriterend voor ademhalingswegen en de huid. Dampen kunnen slaperigheid en duizeligheid veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen.

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor het gezicht.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Gallant 2000 is een systemisch werkend bladherbicide en bestrijdt kweekgras, eenjarige grassen en opslag van granen, ook straatgras wordt bestreden. Op het moment van spuiten moeten de grassen goed aan de groei zijn en voldoende bladmassa hebben om het herbicide op te nemen (3-5 bladstadium tot begin uitstoeling).

Wacht met toepassen niet zo lang dat het cultuur gewas het onkruid grotendeels bedekt.

Toepassen bij droog en groeizaam weer, als geen regen wordt verwacht binnen 1 uur na toepassing. De groei van de onkruiden stopt binnen enkele dagen na de bespuiting; afhankelijk van de weersomstandigheden en de onkruiden is de werking zichtbaar 1 tot 2 weken na de toepassing en is volledig na 3 tot 4 weken. Groeizaam weer bevordert de snelheid van de werking.

Gallant 2000 bevat een uitvloeier. De toevoeging van een extra hulpstof is dus niet nodig.

Niet mengen met groeistoffen.

Toepassingen

Onbedekte teelt van Digitalis, ter bestrijding van grasachtige onkruiden. De toepassing kan na opkomst van het gewas plaatsvinden.

Dosering

De dosering is afhankelijk van de onkruidsoort. Zie hieronder:

Onkruidsoort

Dosering per ha

Tijdstip van toepassen

– Hanepoot

– Duist

– Windhalm

– Wilde haver

– Opslag van granen

– Stuifdek van gerst

– Opslag van raaigras

0,5 l

als het betreffende onkruid 2–3 bladeren heeft tot uiterlijk begin doorschieten.

     

– Kweekgras

1 l

bij 15–25 cm hoogte (4–6 bladstadium)

     

– Straatgras

1–1,5 l

op jong straatgras voor de bloei geeft 1 l ha al voldoende werking.

Opmerkingen

Cultuurgrassen (behalve roodzwenk en hardzwenk), granen en maïs zijn uiterst gevoelig voor dit middel.

II.AM. knelpunt oregano – breedbladige onkruiden

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Goltix WG

Gehalte werkzame stof: 70% metamitron

Toelatingsnummer: 8629 N

Toelatingshouder: Makhteshim-Agan Holland BV

Knelpunt: Oregano – breedbladige onkruiden

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel ter bestrijding van breedbladige onkruiden met maximaal 4 toepassingen per jaar in de onbedekte teelt van oregano vanaf 1 april tot en met 1 oktober 2006.

Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantasting zoals grondboringen zijn verboden. Voorts is het niet toegestaan op gronden met een organisch stofgehalte van minder dan 2% of minder dan 10% afslibbaar.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen, ook bij werkzaamheden aan een behandeld gewas.

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en de verpakking of etiket tonen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Bij na-opkomsttoepassingen is Goltix WG, vooral in combinatie met minerale olie (850 g/l) werkzaam als bladherbicide en als bodemherbicide. Ongevoelig voor Goltix WG zijn wilde haver, hanepoot, bingelkruid en wortelonkruiden.

Toepassingen

Onbedekte teelt van oregano, ter bestrijding van breedbladige onkruiden. Toepassen op kleine onkruiden.

Dosering

  • 5 kg Goltix WG per ha éénmalig na het uitplanten of aan het begin van een volgend teeltseizoen;

  • 0,5–2 kg Goltix WG per ha na opkomst, maximaal 3 maal met een interval van 10–14 dagen.

Nota bene

  • Goltix WG niet toepassen op diepgeploegde zandgronden;

  • Spuiten op een droog gewas en niet kort na of kort voor nachtvorst;

  • Op de dag van het spuiten moet het droog weer zijn;

  • Op grondsoorten met meer dan 5% humus wordt de bodemwerking van Goltix WG minder betrouwbaar.

II.AN. knelpunt boomkwekerijgewassen en vaste planten – gegroefde lapsnuitkever

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Curater vloeibaar

Gehalte werkzame stof: 200 g/l carbofuran

Toelatingsnummer: 7823 N

Toelatingshouder: FMC Chemical

Knelpunt: Boomkwekerijgewassen en vaste planten – gegroefde lapsnuitkever

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend:

  • het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel,

  • met maximaal 4 toepassingen per teelt of teeltseizoen,

  • die machinaal worden toegepast met gebruikmaking van driftreducerende doppen van minimaal 90% en,

  • met dien verstande dat maximaal 1 hectare per persoon per dag behandeld mag worden,

  • in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten door middel van een gewasbehandeling vanaf 1 juni tot en met 30 september 2006.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is schadelijk bij aanraking met de huid en vergiftig bij inademen. Dit middel is zeer vergiftig bij opname door de mond en irriterend voor de huid. Het middel is giftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende handschoenen, kleding en laarzen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water en zeep.

  • Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.

  • Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen en indien mogelijk dit etiket tonen.

  • Na het werk direct handen, gezicht en haar wassen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Bijen kunnen ook actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Algemeen

Het dient aanbeveling middels een proefbehandeling vast te stellen of het betreffende gewas de behandeling verdraagt.

Toepassingen

In de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van de volwassen lapsnuitkever (Otiorhynchus spp).

Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren en met een interval van 21 dagen herhalen. Het optimale toepassingstijdstip is ’s avonds, omdat de kevers ’s nachts actief zijn.

Dosering

0,1% (100 ml per 100 liter water)

II.AO. knelpunt peer – perenbladvlo

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Vertimec

Gehalte werkzame stof: 18 g/l

Toelatingsnummer: 10020 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection

Knelpunt: Perenteelt ter bestrijding van perenbladvlo

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend:

het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in de teelt van peer van 1 mei tot en met 31 augustus 2006, met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Het middel is zeer giftig voor in het water levende organismen; het kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Het middel daarom zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terecht komt.

In de teelt van peer is in de buitenste bomenrij van percelen langs watergangen de toepassing uitsluitend toegestaan indien de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel wordt bespoten met gebruikmaking van een venturidop.

Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond, irriterend voor de ogen en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het kan de vruchtbaarheid en het ongeboren kind schaden.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Draag een beschermingsmiddel voor de ogen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

  • Blootstelling vermijden – vóór gebruik speciale aanwijzingen raadplegen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 28 dagen voor peer.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde van het blad bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel per ha.

Toepassingen

In de teelt van peer, ter bestrijding van perenbladvlo (Psylla pyri).

Toepassen op het moment dat de eerste eieren uitkomen. Vertimec is werkzaam tegen de eerste larvale stadia. Het heeft geen werking tegen de volwassen perenbladvlooien. De behandeling zonodig na minimaal 10 dagen eenmaal herhalen. De toevoeging van een uitvloeier kan de werking versterken.

Dosering

0,075% (75 ml per 100 liter water)

Attentie

Gezien de inherente risico’s van de ontwikkeling van resistentie tegen enigerlei product wordt sterk aanbevolen Vertimec toe te passen in een goed programma om resistentie tegen te gaan, waaronder begrepen het gebruik van andere producten met andere werkingsmechanismen.

II.AP. knelpunt grondgebonden snijbloemen onder glas – wortelduizendpoot

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Gewasbeschermingsmiddel:

Merknaam: Curater vloeibaar

Gehalte werkzame stof: 200 g/l carbofuran

Toelatingsnummer: 7823 N

Toelatingshouder: FMC Chemical

Knelpunt: grondgebonden snijbloemen onder glas – wortelduizendpoot

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel op klei-, veen- en zavelgronden met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen met dien verstande dat voor het laden en mengen maximaal een hoeveelheid voor een te behandelen oppervlakte van 0,2 ha per dag per persoon aangemaakt mag worden.

Toepassing is toegestaan in de bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen door middel van een grondbehandeling vanaf twee dagen na de datum van publicatie in de Staatscourant tot en met 31 december 2006.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is schadelijk bij aanraking met de huid en vergiftig bij inademen. Dit middel is zeer vergiftig bij opname door de mond en irriterend voor de huid. Het middel is giftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende handschoenen, kleding en laarzen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water en zeep.

  • Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.

  • Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen en indien mogelijk dit etiket tonen.

  • Na het werk direct handen, gezicht en haar wassen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Bijen kunnen ook actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Algemeen

Het dient aanbeveling middels een proefbehandeling vast te stellen of het betreffende gewas de behandeling verdraagt.

Toepassingen

In de bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen, ter bestrijding van wortelduizendpoot (Scutigerella immaculata)

Het middel toedienen via de regenleiding; meteen na toepassing enkele minuten naregenen. Bij zware aantasting de behandeling na ca. 14 dagen herhalen. In chrysanten is schade in de vorm van blad- of wortelverbranding niet uitgesloten. Op grond met een hoog organisch stofgehalte kan de werking van Curater Vloeibaar middels een grondbehandeling tegen de wortelduizendpoot tegenvallen.

Dosering

2 ml per m2, opgelost in 2 tot 3 liter water

Deel III. Administratieve voorschriften, bedoeld In Artikel 5, tweede lid

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1. Fabrikanten, importeurs en handelaren houden in een daartoe bestemd register met betrekking tot de door hen in voorraad gehouden, ontvangen of afgeleverde hoeveelheden van de in deel I van deze bijlage vermelde gewasbeschermingsmiddelen op overzichtelijke wijze en naar waarheid de volgende gegevens bij:

    • a. de naam, zoals die op de verpakking is vermeld, en het nummer van het middel, zoals voor dat middel aangegeven in deel I van deze bijlage;

    • b. de voorraad op de datum waarop dit besluit in werking treedt;

    • c. de geleverde hoeveelheid per levering, met vermelding van de datum van de levering;

    • d. de afgenomen hoeveelheid voorraad, niet zijnde de geleverde hoeveelheid, met vermelding van de datum waarop die afname heeft plaatsgevonden;

    • e. de van leveranciers ontvangen hoeveelheid per aflevering, met vermelding van de datum waarop de aflevering heeft plaatsgevonden;

    • f. de toegenomen hoeveelheid voorraad, met vermelding van de datum waarop de toename heeft plaatsgevonden;

    • g. de naam, het adres en de woonplaats van de leverancier, onderscheidenlijk afnemer, van het gewasbeschermingsmiddel;

    • h. de voorraad op de datum met ingang waarvan dit besluit vervalt.

  • 2. De in punt 1 bedoelde gegevens, met uitzondering van de in punt 1, onder b, bedoelde gegevens, worden in het register opgenomen binnen 3 dagen nadat de voorraadmutatie heeft plaatsgevonden of het gewasbeschermingsmiddel is ontvangen of geleverd. Het in punt 1, onder b, bedoelde gegeven wordt binnen één maand na de aldaar aangegeven datum in het register opgenomen.

  • 3. De betrokken fabrikanten, importeurs en handelaren bewaren alle desbetreffende aantekeningen en bescheiden, waaronder mede begrepen nota’s, brieven en andere bewijsstukken, boeken, registers of andere hulpmiddelen waarin die gegevens zijn vastgelegd, op overzichtelijke wijze gedurende zeven kalenderjaren gerekend vanaf het tijdstip van hun opstelling of verkrijging.

  • 4. De betrokken fabrikanten, importeurs en handelaren die tevens toelatinghouders zijn, verstrekken aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit binnen drie maanden na afloop van de periode van vrijstelling van een gewasbeschermingsmiddel door middel van het formulier dat is vastgesteld in de bijlage bij de Regeling administratievoorschriften gewasbeschermingsmiddelen 2001:

    • a. per geleverd gewasbeschermingsmiddel dat voor gebruik in Nederland bestemd is, de naam, het toelatingsnummer en de geleverde hoeveelheid in kilogrammen of liters;

    • b. per hoeveelheid geleverd gewasbeschermingsmiddel, de hoeveelheid werkzame stof, gespecificeerd naar werkzame stof in kilogrammen.

  • 5. Het in punt 4 bepaalde is niet van toepassing op fabrikanten, importeurs en handelaren indien binnen de gestelde termijn de gegevens over de door hen afgeleverde hoeveelheid werkzame stoffen, gespecificeerd naar werkzame stof, door de Nederlandse Stichting voor Fytofarmacie, Nefyto, onderscheidenlijk de vereniging Agrodis aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit worden verstrekt.

Naar boven