U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-02-2006.]Geraadpleegd op 25-04-2024. Geldend van 28-09-2005 t/m 31-01-2006
Instellingsbesluit Commissie Innovatie Mondzorg
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-02-2006]
In dit besluit wordt verstaan onder:
1. minister: de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
2. commissie: de commissie bedoeld in artikel 2.
1 Er is een Commissie Innovatie Mondzorg.
2 De commissie heeft de volgende taken:
a. Het vaststellen van een beroepscompetentieprofiel voor de mondarts – in relatie tot de overige beroepen in de beroepenstructuur van de tand- en mondzorg – op basis waarvan een uitspraak gedaan wordt over de meest wenselijke organisatie en duur van een wo-opleiding mondarts.
b. Het kwantificeren van de behoefte aan beroepsbeoefenaren in termen van aantallen op te leiden studenten door de opleidingen binnen het opleidingscontinuüm.
c. Het in kaart brengen van het invoeringstraject voor de mondarts met inbegrip van de financiële implicaties.
De commissie brengt vóór 1 december 2005 haar eindrapport uit aan de minister.
1 Tot lid van de commissie worden benoemd:
a. de heer R.L.O. Linschoten, tevens voorzitter
b. mevrouw prof. dr. P.L. Meurs
c. mevrouw prof. dr. H. Maassen van den Brink
d. de heer drs. H.W. Zijlstra,
e. de heer drs. F.R. Barendrecht,
f. de heer prof. dr. R.C.W. Burgersdijk,
2 De commissie wordt bijgestaan door een secretaris, de heer drs. J.A. van Dijken, IOO, Economisch Onderzoek voor de publieke sector te Leiden. De secretaris is geen lid van de commissie.
1 De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.
2 De commissie kan zich door andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is, waaronder – op persoonlijke titel – ambtelijke deskundigen.
1 De kosten van de commissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de staatssecretaris. De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een begroting aan de staatssecretaris aan.
2 Onder de in het eerste lid bedoelde kosten worden in ieder geval verstaan:
a. de kosten voor vergaderen, materiële en secretariële ondersteuning;
b. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek en
c. de kosten van publicatie van rapportages.
3 De voorzitter en andere leden van de commissie, voor zover geen ambtenaar, ontvangen per vergadering een beloning op basis van het Vacatiegeldenbesluit 1988 en de daarop gebaseerde voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geldende bepalingen, waarbij de commissie als een algemene commissie in de zin van het Vacatiegeldenbesluit 1988 wordt aangemerkt.
De commissie legt vóór 1 januari 2006 rekening en verantwoording af over de besteding van de middelen onder overlegging van een verklaring van een registeraccountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
De commissie verstrekt aan de minister desgevraagd de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen.
1 De commissie neemt geheimhouding in acht ten aanzien van alle informatie die in het kader van dit besluit bekend wordt en waarvan het karakter als vertrouwelijk is aan te merken.
2 De commissie zorgt ervoor dat door een ieder die betrokken is bij de werkzaamheden van de commissie, geheimhouding in acht wordt genomen ten aanzien van alle informatie die in het kader van dit besluit bekend wordt en waarvan het karakter als vertrouwelijk is aan te merken.
Rapporten, notities, verslagen en andere producten welke door of namens de commissie worden vervaardigd, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de staatssecretaris uitgebracht.
De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder als de staatssecretaris wenselijk acht, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het Centraal Archief van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening in de Staatscourant.
2 Dit besluit vervalt op 1 februari 2006.
Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Commissie Innovatie Mondzorg.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Staatssecretaris
M. Rutte
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Instellingsbesluit Commissie Innovatie Mondzorg", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.