Omzetbelasting; tarief kookcursus

[Regeling vervallen per 11-10-2007 met terugwerkende kracht tot en met 27-09-2007.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 22-09-2004 t/m 26-09-2007

Omzetbelasting; tarief kookcursus

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Aan mij zijn vragen voorgelegd over de duiding van de prestatie en het van toepassing zijnde tarief voor de omzetbelasting op kookcursussen. De vragen en de antwoorden zijn hierna opgenomen.

Vraag 1

[Regeling vervallen per 11-10-2007 met terugwerkende kracht tot en met 27-09-2007]

Een restauranthouder geeft kookcursussen en biedt gelegenheid aan groepen tot het bereiden van een maaltijd onder professionele begeleiding (het zogenoemde social cooking of party koken). De kookcursussen worden gedurende langere tijd gegeven aan vaste groepen. Het zogenoemde social cooking of party koken duurt een dagdeel en geschiedt door/aan incidentele groepen.

De restauranthouder verstrekt de receptuur en ingrediënten voor de te bereiden maaltijden, stelt de outillage ter beschikking en geeft onderricht c.q. begeleiding bij de bereiding van de maaltijden. Daarnaast worden tijdens de kookcursussen (alcoholische)dranken verstrekt (al dan niet in de prijs van de cursus begrepen).

Bij de kookcursussen aan de vaste groepen wordt nagenoeg de volle cursustijd besteed aan het kookonderricht. Het nuttigen van de bereidde spijzen is bijkomstig. Bij het zogenoemde social cooking neemt het gezamenlijk nuttigen van de maaltijd een meer prominente plaats in. De bereidde maaltijd wordt uitgeserveerd door de restauranthouder.

Verricht de restauranthouder met het geven van de kookcursussen (zowel de langdurige als de eenmalige) voor de omzetbelasting één prestatie of zijn er meerdere prestaties te onderscheiden?

Antwoord 1

[Regeling vervallen per 11-10-2007 met terugwerkende kracht tot en met 27-09-2007]

Het geven van een kookcursus en het verstrekken van (alcoholische)dranken zijn te onderscheiden prestaties die elk zelfstandig in de heffing van omzetbelasting moet worden betrokken.

Zoals onder vraag 1 is aangegeven verricht de restauranthouder onder de noemer van een kookcursus verschillende elementen en handelingen. De elementen ingrediënten, outillage en onderricht/begeleiding zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en er is niet een element aanwezig dat dermate overheerst dat de andere daaraan ondergeschikt moeten worden geacht of als bijkomstig ten opzichte van die ene handeling moeten worden beschouwd. Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap heeft bepaald dat er in een dergelijk geval sprake is van één prestatie (HvJEG, 2 mei 1996, C-231/94, Faaborg-Gelting Linien A/S, ro 12 t/m 14). Voorts is van belang dat dienstverrichting waarbij economisch gesproken een dienst wordt verleend, niet kunstmatig uit elkaar wordt gehaald teneinde de functionaliteit van het BTW-stelsel niet aan te tasten (HvJEG, 25 februari 1999, nr. C-349/96, Card Protection Plan Ltd, ro 28/29).

Anders ligt dit met de verstrekking van dranken. Dit is als een afzonderlijke handeling te beschouwen die geen onlosmakelijk onderdeel vormt van een kookcursus. In het economische verkeer wordt deze handeling door de modale consument ook als afzonderlijke prestatie beschouwd. Deze omstandigheden leiden ertoe dat deze verstrekking wordt beschouwd als afzonderlijke prestatie voor de heffing van omzetbelasting.

Antwoord 2

[Regeling vervallen per 11-10-2007 met terugwerkende kracht tot en met 27-09-2007]

  • Bij het geven van kookcursussen aan vaste groepen is de kennisoverdracht het kenmerkende element van de prestatie. De restauranthouder is over de ontvangen cursusgelden omzetbelasting verschuldigd naar het algemene tarief.

  • Bij het zogenaamde social cooking oftewel party koken speelt de kennisoverdracht een ondergeschikte rol. Het kenmerkende element is het samen nuttigen van een maaltijd die gezamenlijk is bereid onder toezicht van de restauranthouder. De dienstverlening die door de restauranthouder bij het zogenoemde social cooking wordt verricht ligt dicht aan tegen zijn ‘normale dienstverlening’ als restauranthouder. De prestatie die door de restauranthouder wordt verricht kan dan ook worden gerangschikt onder Tabel I, post B-12, behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968. Er is omzetbelasting verschuldigd naar het lage tarief.

  • Over de verstrekking van niet alcoholhoudende dranken is met toepassing van Tabel I, post a-1, behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968, omzetbelasting verschuldigd naar het verlaagde tarief. De verstrekking van alcoholhoudende dranken is onderworpen aan de heffing van omzetbelasting naar het algemene tarief.

Naar boven