Omzetbelasting, heffing ten aanzien van werkzaamheden door een huidtherapeut

[Regeling vervallen per 05-04-2007.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 22-06-2004 t/m 04-04-2007

Omzetbelasting, heffing ten aanzien van werkzaamheden door een huidtherapeut

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 05-04-2007]

Met ingang van 1 januari 2003 is de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (hierna: de Wet BIG) in werking getreden voor huidtherapeuten (zie het Besluit van 6 december 2002, Stb. 626). Het beroep van huidtherapeut is een van de in artikel 34 van de Wet BIG bedoelde (para-) medische beroepen, waarvoor bij algemene maatregel van bestuur het deskundigheidsgebied is omschreven en eisen zijn gesteld met betrekking tot de (HBO-)opleiding. Zie in dit verband het Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied huidtherapeut (Besluit van 10 oktober 2002, Stb. 528, (hierna: het Besluit huidtherapeut). Ter zake zijn vragen gesteld over de heffing van omzetbelasting.

2. Gevolgen voor de heffing van omzetbelasting

[Regeling vervallen per 05-04-2007]

2.1. Algemeen

[Regeling vervallen per 05-04-2007]

In verband met het van kracht worden van de Wet BIG zijn de diensten die ingevolge artikel 5 van het Besluit huidtherapeut tot het deskundigheidsgebied van de huidtherapeut behoren, met ingang van 1 januari 2003 vrijgesteld van de heffing van omzetbelasting (artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten eerste, van de Wet op de omzetbelasting 1968; hierna: de Wet). Deze wijziging heeft in tweeërlei opzicht gevolgen voor de heffing van omzetbelasting ten aanzien van huidtherapeuten. Ten eerste heeft het per 1 januari 2003 van toepassing zijn van genoemde vrijstelling tot gevolg dat een huidtherapeut met ingang van die datum naast de van omzetbelastingbelasting vrijgestelde doorgaans ook aan omzetbelasting onderworpen prestaties verricht. Ten tweede heeft het toepassing zijn van de vrijstelling gevolgen voor het recht op aftrek van voorbelasting. Op beide aspecten wordt hierna ingegaan.

2.2. Heffing van omzetbelasting met ingang van 1 januari 2003; belaste en vrijgestelde prestaties

[Regeling vervallen per 05-04-2007]

Huidtherapeuten verrichten met ingang van 1 januari 2003 doorgaans zowel vrijgestelde als belaste prestaties. De vrijgestelde prestaties zijn omschreven in artikel 5 van het Besluit huidtherapeut (zie voetnoot 1). Het gaat daarbij om diensten die worden verricht op verwijzing van een arts, met uitzondering van de dienstverlening die bestaat uit het geven van advies en voorlichting. Voor laatstbedoelde dienstverlening is verwijzing door een arts niet vereist. Na overleg met het ministerie van VWS is geconcludeerd dat binnen het systeem van de Wet BIG voor het bepalen van de bevoegdheid van de desbetreffende paramedische beroepsbeoefenaren, dat wil zeggen het bepalen of de prestaties van die personen vallen binnen het kader van het desbetreffende beroep, het verwijsbriefje geen enkele betekenis heeft. De vermelding van de verwijzingsvoorwaarde is uitsluitend gebeurd omdat ‘het op verwijzing leren werken’ één van de eindtermen is van de desbetreffende beroepsopleidingen. Dit betekent dat door het opnemen van ‘het op verwijzing (leren) werken’ als examenonderdeel, de opleiding wordt geacht voldoende aan te sluiten bij de eisen die de uitoefening van het beroep stelt aan de afgestudeerden. In de praktijk heeft het verwijzingsbriefje uitsluitend betekenis in het kader van de verzekeringswetgeving.

Op grond van artikel 5 van het Besluit huidtherapeut wordt onder meer tot de diensten van een huidtherapeut gerekend het aanmeten van medische hulpmiddelen en prothesen. Deze dienstverlening gaat doorgaans gepaard met het verstrekken van medische hulpmiddelen en prothesen. De verstrekking van medische hulpmiddelen en prothesen zal voor de heffing van omzetbelasting in het algemeen moet worden aangemerkt als een, van de dienst te onderscheiden, levering van goederen. Daar de vrijstelling slechts van toepassing is op de in artikel 5 van het Besluit huidtherapeut bedoelde diensten, dient de levering van medische hulpmiddelen en prothesen op de normale wijze in de heffing van omzetbelasting te worden betrokken. Zijn dergelijke goederen te rangschikken onder een van de posten van de bij de Wet behorende Tabel I, onderdeel a (zie in dit verband met name post 35), dan is het verlaagde tarief (thans 6%) van toepassing. In ander gevallen is de levering onderworpen aan het algemene tarief (thans 19%).

Als voorbeeld kan dienen het aanmeten en de levering van steunkousen. Het aanmeten van steunkousen behoort tot het deskundigheidsgebied van de huidtherapeut (artikel 5, eerste lid, onderdeel a, onder 3e van het Besluit huidtherapeut) en is daarmee een vrijgestelde prestatie.

De levering van steunkousen is in beginsel onderworpen aan het normale tarief van de BTW. Alleen als het gaat om de levering van therapeutische elastische kousen met een drukwaarde van tenminste 25 mm kwik, waaruit een indeling in klasse 2 of hoger van de zogenoemde lijst van Bernink volgt, is goedgekeurd dat het verlaagde tarief wordt toegepast.

De vrijstelling van BTW is evenmin van toepassing, voor zover huidtherapeuten diensten verrichten die niet gerekend kunnen worden tot het deskundigheidsgebied van de huidtherapeut als bedoeld in het Besluit huidtherapeut. Het gaat hier bijvoorbeeld om het geven van schoonheids- of pedicurebehandelingen. Ter zake van deze prestaties is het algemene tarief van toepassing.

2.3. Aftrek van voorbelasting

[Regeling vervallen per 05-04-2007]

Het met ingang van 1 januari 2003 van toepassing zijn van een vrijstelling op (een deel van de) prestaties van huidtherapeuten, heeft in twee opzichten ook gevolgen voor de aftrek van de aan een huidtherapeut in rekening gebrachte c.q. te brengen omzetbelasting.

Ten eerste betekent dit dat de omzetbelasting, die vanaf 1 januari 2003 in rekening wordt gebracht, slechts voor aftrek in aanmerking komt voor zover die belasting is toe te rekenen aan de door de huidtherapeut verrichte belaste prestaties (artikel 15 van de Wet juncto de artikelen 11 en 12 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 (hierna: de Beschikking)). Voor zover het gaat om de aanschaf van onroerende zaken (en rechten waaraan deze zijn onderworpen) of roerende zaken waarop voor de inkomsten- of vennootschapsbelasting wordt afgeschreven, moet bovendien in de op het jaar van aanschaf volgende jaren worden beoordeeld of herziening van de in aftrek gebrachte belasting moet plaatsvinden (artikelen 13 en 13a van de Beschikking).

Ten tweede heeft het van toepassing worden van de vrijstelling gevolgen voor de aftrek van voorbelasting die vóór 1 januari 2003 heeft plaatsgevonden met betrekking tot goederen als bedoeld in de laatste volzin van de vorige alinea. Op de voet van de artikelen 13 en 13a van de Beschikking dient te worden beoordeeld of herziening van deze belasting in 2003 en volgende jaren moet plaatsvinden.

3. Slotopmerking

[Regeling vervallen per 05-04-2007]

Over het algemeen zijn huidtherapeuten ingeschreven in het door de beroepsvereniging voor huidtherapeuten ingestelde register. Het al dan niet ingeschreven zijn in dit register is niet relevant voor de toepassing van de vrijstelling, omdat dit register niet krachtens de Wet BIG of het daarop gebaseerde Besluit wordt erkend.

Naar boven