Stimuleringsregeling vrijwilligerswerk voor en door jeugd

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 20-06-2004 t/m 31-12-2006

Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 juni 2004, DJB/APJB-2484452, houdende een tijdelijke regeling betreffende de toekenning van projectsubsidies ten behoeve van een landelijke ondersteuningsstructuur voor lokale vrijwilligers op het terrein van de jeugd

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 5, 11, 13, 32, 36 en 56 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. landelijke vrijwilligersorganisatie: een organisatie die een landelijk werkterrein heeft, op landelijk niveau is georganiseerd en die werkzaam is voor, door of met jeugd en voor dat doel op lokaal niveau toegang heeft tot een netwerk van vrijwilligers;

  • b. vrijwilligersproject: een samenhangend geheel van activiteiten gericht op een systematische en duurzame versterking van het vrijwilligerswerk.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De minister kan voor de periode 1 oktober 2004 tot en met 31 december 2006 aan een landelijke vrijwilligersorganisatie een projectsubsidie verstrekken voor meerjarige vrijwilligersprojecten voor:

  • a. het versterken en het ondersteunen van vrijwilligerswerk ten behoeve van de jeugd op lokaal niveau;

  • b. het bevorderen van lokaal vrijwilligerswerk door jeugdigen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De aanvraag voor projectsubsidie wordt vóór 16 juli 2004 ingediend.

  • 2 Het projectplan wordt ingericht conform bijlage 1.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Om in aanmerking te komen voor een projectsubsidie voldoet een vrijwilligersproject ten minste aan de volgende criteria:

  • a. het is gericht op een daadwerkelijke behoefte van vrijwilligers om optimaal te functioneren of te gaan functioneren binnen een vrijwilligersorganisatie;

  • b. het is overdraagbaar zodat het project gezien de aanpak en de uitvoering ook door een andere organisatie zou kunnen worden uitgevoerd;

  • c. het voorziet in duurzame versterking van het vrijwilligerswerk.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De projectsubsidie voor een vrijwilligersproject bestaat uit een vergoeding van maximaal 75% van de werkelijke kosten, voor zover opgenomen in de door de minister goedgekeurde begroting. De vast te stellen subsidie bedraagt echter niet meer dan het door de minister verleende bedrag. De overige 25% van de kosten worden niet gefinancierd uit andere subsidies van het Rijk.

  • 2 De subsidie bedraagt minimaal € 100.000 en maximaal € 450.000.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Het subsidieplafond voor projectsubsidies ingevolge deze regeling bedraagt € 7.100.000. Dit bedrag wordt in beginsel gelijkelijk verdeeld over beide in artikel 2 onderscheiden vrijwilligersprojecten.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Bij de verdeling van het beschikbare bedrag geeft de minister die aanvragen voorrang waarvan de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen naar verwachting van meer belang is voor het met deze regeling na te streven beleid. Daarbij wordt gelet op de mate waarin voldaan wordt aan de criteria bedoeld in artikel 4 en daarnaast op:

  • a. de mate waarin het project gericht is op jongeren met een achterstand ten aanzien van de algemene gezondheidssituatie, op sociaal-cultureel gebied of op sociaal-economisch gebied, of op jongeren die dreigen te ontsporen;

  • b. de mate waarin sprake is van samenwerking met andere organisaties;

  • c. de mate waarin sprake is van innovatie;

  • d. de toename van het aantal vrijwilligers;

  • e. de mate waarin sprake is van ondersteuning van het vrijwillig kader;

  • f. de verhouding tussen de kosten en de kwaliteit van het project.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De minister geeft een beschikking op een aanvraag uiterlijk 1 oktober 2004.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Baten en lasten van een project die door middel van interne doorberekeningen worden toegerekend, worden bepaald op bedrijfseconomische en maatschappelijk aanvaardbare grondslagen. Voor zover hierin lasten zijn begrepen van materiële vaste activa, worden deze lasten op basis van aanschaffingsprijzen van die activa berekend.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De rapportage omtrent de naleving van de subsidiebepalingen, bedoeld in artikel 36, tweede lid, van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid, geschiedt overeenkomstig het als bijlage 2 bij deze regeling opgenomen controleprotocol en met gebruikmaking van de in bijlage 3 bij deze regeling opgenomen modelaccountantsverklaring.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2007.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Stimuleringsregeling vrijwilligerswerk voor en door jeugd.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

C.I.J.M. Ross-van Dorp

Bijlage 1. Format Projectplan

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Dit format is een hulpmiddel voor landelijke vrijwilligersorganisaties bij het formuleren en opstellen van een projectplan voor de subsidiejaren 2004, 2005 en 2006. De toetsingscriteria uit de Subsidieregeling welzijnsbeleid, het Bekostigingsbesluit en de Stimuleringsregeling vrijwilligerswerk voor en door jeugd zijn hierin verwerkt. Het format geeft met 8 stappen aan welke gegevens een landelijke vrijwilligersorganisatie minimaal moet verstrekken voor de beoordeling van een projectplan. Bij een aantal onderdelen is aangegeven waar deze corresponderen met de beoordelingscriteria zoals die in de regeling zijn opgenomen.

Een volledig ingevuld en ondertekend projectplan moet u met de bijlage(n) in tweevoud vóór 16 juli 2004 zenden aan:

Ministerie van VWS

FPB/BB

Kamer A17.23

Postbus 20350

2500 EJ Den Haag

Stap 1: (correspondentie)gegevens

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Vermeld op het projectplan de volgende (correspondentie)gegevens:

  • naam landelijke vrijwilligersorganisatie (in geval van een samenwerkingsverband met andere organisaties en/of instellingen betreft het de naam van de landelijke vrijwilligersorganisatie die als hoofdaannemer optreedt);

  • adres;

  • postcode;

  • vestigingsplaats;

  • telefoonnummer;

  • faxnummer;

  • e-mail adres;

  • naam contactpersoon;

  • objectnummer (indien bekend);

  • bank- of gironummer;

  • een afschrift van de oprichtingsakte of de statuten, voorzover deze gegevens nog niet bekend zijn bij het ministerie van VWS.

Stap 2: aanleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Geef aan wat de aanleiding is voor het project door een korte beschrijving van:

  • de beginsituatie, waarin ofwel wordt ingegaan op de manier waarop de ondersteuning aan vrijwilligers op dit moment plaatsvindt, ofwel het aantal vrijwilligers (volwassenen of jeugdigen) dat de organisatie op het moment van aanvragen heeft;

  • probleemstelling;

  • de redenen waarom uw organisatie gekozen heeft voor dit project.

Stap 3: inhoud van het project

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Beschrijf hier:

  • de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft;

  • binnen welke van de twee doelstellingen van de Stimuleringsregeling vrijwilligerswerk voor en door jeugd het project past (artikel 2 van de Stimuleringsregeling);

  • waarom u gekozen heeft voor doelstelling a of b.

Omschrijf voorts:

  • de werkzaamheden van de organisatie en de rol die vrijwilligers daarin vervullen;

  • de wijze waarop het project inspeelt op een daadwerkelijke behoefte van vrijwilligers om optimaal te functioneren of te gaan functioneren binnen een vrijwilligersorganisatie; vooraf en tijdens het project (criterium artikel 4, onderdeel a. van de Stimuleringsregeling);

  • de doelstelling van het project, waaruit duidelijk blijkt:

  • op welke manier het project niet alleen voor de eigen organisatie, maar ook voor andere landelijke vrijwilligersorganisaties een toegevoegde waarde heeft (criterium artikel 4, onderdeel b. van de Stimuleringsregeling);

  • dat het project op landelijke schaal wordt uitgevoerd dan wel dat de mogelijkheden voor landelijke implementatie van het project en de wijze waarop dat gebeurt nadrukkelijk aanwezig zijn;

  • op welke wijze het project de ondersteuning van het vrijwillig kader bevordert (indien van toepassing) (criterium artikel 7, onderdeel e. van de Stimuleringsregeling)

Omschrijf voorts zo expliciet mogelijk:

  • de doelgroep van het project (kenmerken, omvang) (criterium artikel 7, onderdeel a. van de Stimuleringsregeling);

  • de effectgroep, d.w.z. de groep waarop het beoogde effect gericht is (kenmerken, omvang) (criterium artikel 7, onderdeel a. van de Stimuleringsregeling);

  • het beoogde projectresultaat, door aan te geven wat ‘fysiek’ wordt opgeleverd (bijvoorbeeld een methode, een analyse) en door aantallen te noemen, te specificeren naar aantal vrijwilligers, aantal leden en aantal medewerkers voor de aanvang van het project en na afloop ervan, en hoe het projectresultaat aangetoond zal gaan worden (o.a. criterium artikel 7, onderdeel d. van de Stimuleringsregeling);

  • het beoogde maatschappelijk effect, d.w.z. welk effect (welke daadwerkelijke verandering) het project teweeg moet brengen en hoe het maatschappelijk effect aangetoond zal worden. Hierbij valt te denken aan de vraag op welke wijze de ontwikkelde strategie wordt ingebed in de eigen organisatie of andere organisaties;

  • op welke manier het vrijwilligerswerk duurzaam wordt versterkt (criterium artikel 4, onderdeel c. van de Stimuleringsregeling);

  • de aanpak (methode) waarmee u het doel wilt bereiken (o.a. criterium artikel 4, onderdeel b. van de Stimuleringsregeling en criterium artikel 7, onderdeel c. van de Stimuleringsregeling);

  • de factoren die cruciaal zijn voor de realisering van het project en de daarbij verwachte risico’s;

  • de aard en omvang van de werkzaamheden.

Stap 4: de organisatie van het project

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Vermeld:

  • wat de betrokkenheid van de vrijwilliger is bij de uitvoering van het project;

  • indien er sprake is van een samenwerkingsverband (criterium artikel 7, onderdeel b. van de Stimuleringsregeling):

    • welke organisatie in het samenwerkingsverband optreedt als ‘hoofdaannemer’

    • welke rol de andere organisaties of instellingen spelen

    • hoe de samenwerkingsrelaties zijn geregeld;

  • wie optreedt als projectleider;

  • wie de uitvoerders zijn;

  • op welke wijze de systematische bewaking van de kwaliteit van het werk plaats vindt;

  • welke maatregelen en onderzoek u treft naar de beheersing en verbetering van het werk.

Stap 5: samenhang met andere projecten en het activiteitenplan

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Beschrijf:

  • indien van toepassing, de aard en mate van afhankelijkheid tussen het beschreven project en andere door u ingediende projecten, al dan niet in samenwerkingsverband.

Stap 6: fasering en tijdpad

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Beschrijf en motiveer het exacte tijdpad, gekoppeld aan de volgende fasen van de activiteiten:

  • voorbereidingsfase;

  • realisatiefase;

  • nazorgfase.

Stap 7: evaluatie

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De evaluatie dient onderdeel te zijn van de verantwoording van het project. Nadruk dient gelegd te worden op de kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het project.

Let hierbij op:

  • vergelijking met de beginsituatie; zie stap 2 van het format;

  • omschreven gewenste resultaat en maatschappelijk effect van het project en de wijze van verantwoording; zie stap 3 van het format.

Geef voorts aan:

  • op welke wijze de evaluatie zal worden verricht;

  • op welk(e) tijdstip(pen) wordt geëvalueerd;

  • door wie of door welke organisatie de evaluatie wordt gedaan.

Stap 8: begroting

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Om inzicht te geven in de baten en lasten van het project, geeft u in ieder geval aan:

  • de kosten van het project in euro’s, met een postgewijze toelichting;

  • de baten van het project in euro’s, met een postgewijze toelichting waaronder de stand van zaken van de cofinanciering;

  • de liquiditeitsprognose indien de liquiditeitsbehoefte niet regelmatig gespreid is over de duur van het project;

  • een juist, volledig en actueel overzicht van de financiële toestand van de organisatie op het tijdstip van de aanvraag.

Bijlage 2. Controleprotocol

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Bij de controle op basis waarvan de rapportage over de naleving van de subsidiebepalingen, bedoeld in het tweede lid van artikel 36 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid, plaatsvindt, besteedt de accountant aan de naleving van de hierna genoemde artikelen van dat besluit en van deze subsidieregeling de daarbij aangegeven aandacht.

Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid

Artikel

Soort aandacht

19

normale aandacht

20

normale aandacht

22

normale aandacht

28

speciale aandacht

29

speciale aandacht

34

normale aandacht

Stimuleringsregeling vrijwilligerswerk voor en door jeugd

Artikel

Soort aandacht

9

normale aandacht

Onder procedurele aandacht wordt verstaan: controle waarbij erop wordt toegezien of procedures in het leven zijn geroepen om te waarborgen dat aan de desbetreffende voorschriften wordt voldaan, of het volgen van die procedures leidt tot naleving van die voorschriften en of die procedures in feite zijn gevolgd.

Onder normale aandacht wordt verstaan: controle met dezelfde diepgang die de accountant in acht neemt bij de controle van een jaarrekening.

Onder speciale aandacht wordt verstaan: controle waarbij de accountant nadrukkelijk beziet of de desbetreffende subsidiebepalingen zijn nageleefd. In dit geval moet dus verder worden gegaan dan bij de controle die normaal op een jaarrekening wordt uitgeoefend.

Aan de niet genoemde artikelen van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid en de Stimuleringsregeling vrijwilligerswerk voor en door jeugd behoeft bij de controle geen aandacht te worden besteed, met dien verstande dat teneinde de controle op de hierboven genoemde artikelen goed te kunnen verrichten kennisneming van de Welzijnswet 1994 en de niet genoemde artikelen van het besluit en de subsidieregeling noodzakelijk is. In de beschikking waarbij de projectsubsidie is verleend, kunnen afwijkende en aanvullende subsidiebepalingen zijn opgenomen. De accountant neemt van de inhoud van deze beschikking kennis en betrekt de naleving van de eventueel opgenomen nadere subsidiebepalingen in de controle.

Met betrekking tot de aandacht die de accountant aan artikel 19 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid moet besteden, is het geenszins de bedoeling dat de accountant op grond van dit protocol een doelmatigheidsonderzoek verricht. Bij zijn oordeelsvorming laat de accountant zich leiden door binnen het maatschappelijk verkeer algemeen aanvaardbare uitgangspunten met betrekking tot het financieel beheer, met andere woorden hij beoordeelt of de instelling zich als ‘een goed huisvader’ over de toegewezen gelden heeft ontfermd.

De accountant stelt zijn verklaring op in overeenstemming met het in bijlage 3 opgenomen model.

In de verklaring noemt de accountant de beschikking(en) waarbij het subsidie is verleend. Als in de subsidiedeclaratie al melding wordt gemaakt van deze beschikkingen, mag de accountant daarnaar verwijzen met behulp van paragraaf-, paginanummers of dergelijke.

Voor zover de instelling subsidiebepalingen niet heeft nageleefd maakt de accountant daarvan melding in zijn verklaring.

Als de leiding van de instelling in de subsidiedeclaratie al melding maakt van de subsidiebepalingen die niet zijn nageleefd, mag de accountant daarnaar verwijzen met behulp van paragraaf-, paginanummers of dergelijke.

Bijlage 3. Model accountantsverklaring projectsubsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Accountantsverklaring

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

(afgegeven t.b.v. het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

Wij hebben de bijgevoegde subsidiedeclaratie van ............................... (naam instelling) te ................... (vestigingsplaats) gecontroleerd. De subsidiedeclaratie is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van de huishouding. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de subsidiedeclaratie te verstrekken.

Onze controle is verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten en de aanwijzingen die de minister in het Bekostigingsbesluit besluit en de Stimuleringsregeling vrijwilligerswerk voor en door jeugd heeft gegeven met betrekking tot de controle op en de rapportage over de naleving van de subsidiebepalingen.

Volgens de algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de subsidiedeclaratie geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de subsidiedeclaratie. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de subsidiedeclaratie zijn toegepast en van belangrijke schattingen die de leiding van de huishouding daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de subsidiedeclaratie. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Goedkeurende verklaring

Wij zijn van oordeel dat de subsidiedeclaratie, aangevende een bedrag van € ............ (saldo) aan subsidiabele kosten en inkomsten, in overeenstemming is met algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de bepalingen van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid inzake de subsidiedeclaratie.

Wij hebben vastgesteld dat de subsidiebepalingen van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid en de Stimuleringsregeling vrijwilligerswerk voor en door jeugd alsmede de nader gestelde subsidieverplichtingen in brief

DJB/APJB- ................. (kenmerk),

d.d. ........................... zijn nageleefd.

Andere verklaringen als geen goedkeurende verklaring wordt afgegeven:

Wij zijn van oordeel dat

...........................................................

...........................................................

...........................................................

...........................................................

...........................................................

Plaats en datum ...............................

Handtekening ....................................

Naam accountant .............................

Adres: ...............................................

Postcode en woonplaats: .................

Telefoon en e-mail ............................

Naar boven