De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Gelet op richtlijn nr. 75/442/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen (PbEG L 194), zoals laatstelijk gewijzigd bij beschikking nr. 96/350/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 mei 1996 houdende aanpassing ingevolge artikel 17 van de bijlagen IIA en IIB (PbEG L 135/32) en richtlijn nr. 75/439/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 juni 1975 inzake de verwijdering van afgewerkte olie (PbEG L 194), zoals gewijzigd door richtlijn nr. 87/101/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 december 1986 tot wijziging van Richtlijn 75/439/EEG inzake de verwijdering van afgewerkte olie (PbEG L 42), alsmede de artikelen 10.45, vijfde lid, en 10.55, vierde lid, van de Wet milieubeheer en de artikelen 3, 4 en 10, tweede lid, van het Besluit inzamelen afvalstoffen;
In deze regeling wordt verstaan onder:
1 De aanvraag voor een vermelding op de lijst van inzamelaars of op de lijst van vervoerders, handelaars en bemiddelaars en een melding van een verandering van de gegevens, bedoeld in artikel 4 van het besluit, wordt gedaan met de in bijlage 1 bij deze regeling opgenomen formulieren.
Vermelding op de lijst van inzamelaars dan wel de lijst van vervoerders, handelaars en bemiddelaars geschiedt, indien aan de volgende criteria wordt voldaan:
a. betrouwbaarheid, door de natuurlijke persoon die permanent en daadwerkelijk leiding geeft aan het inzamelen, vervoeren, handelen of bemiddelen, of indien de leiding bij meer personen berust, door ieder van hen;
b. kredietwaardigheid, door de natuurlijk persoon of rechtspersoon die inzamelt, vervoert, handelt of bemiddelt, of indien meer natuurlijke personen of rechtspersonen gezamenlijk als zodanig optreden, door hen gezamenlijk, en
c. vakbekwaamheid, door de natuurlijke persoon die permanent en daadwerkelijk leiding geeft aan het inzamelen, vervoeren, handelen of bemiddelen, of indien de leiding bij meer personen berust, door ten minste een van hen.
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1 Ter voldoening aan de criteria, bedoeld in artikel 4, worden bij de aanvraag de volgende gegevens verstrekt aan de instantie bedoeld in artikel 10.45, derde lid, of artikel 10.55, derde lid, van de wet:
a. ten aanzien van betrouwbaarheid: een niet ouder dan drie maanden zijnde verklaring omtrent het gedrag afgegeven overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de justitiële documentatie en de verklaringen omtrent het gedrag;
b. een niet ouder dan drie maanden zijnd bewijs dat de aanvrager ten minste € 18.000 in eigen vermogen heeft, aan te tonen met een door een accountant ondertekende verklaring inzake het minimaal aanwezige risicodragend kapitaal; en
c. ten aanzien van vakbekwaamheid: een vakdiploma op het terrein van afvalstoffen dat is afgegeven door een instantie die door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is erkend.
2 In afwijking van het eerste lid verstrekt een aanvrager, wiens land van oorsprong of herkomst een andere lidstaat van de Europese Unie is dan Nederland, dan wel een andere staat, die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, de volgende gegevens die in de betrokken staat zijn afgegeven:
a. ten aanzien van betrouwbaarheid: een gelijkwaardige niet ouder dan drie maanden zijnde verklaring omtrent betrouwbaarheid;
b. ten aanzien van kredietwaardigheid: een gelijkwaardige niet ouder dan drie maanden zijnde verklaring omtrent financiële draagkracht, afgegeven door banken dan wel door andere organen die de in de aanhef bedoelde staat daartoe heeft aangewezen, waaruit blijkt dat de aanvrager ten minste € 18.000 in eigen vermogen heeft, en
c. ten aanzien van vakbekwaamheid: een door een daartoe bevoegde instantie afgegeven verklaring waaruit blijkt dat de aanvrager vakbekwaam is op het gebied van afvalstoffen.
3 In plaats van de gegevens, bedoeld in het eerste of tweede lid, kan de aanvrager, ter voldoening aan criteria, bedoeld in artikel 4, de volgende gegevens verstrekken:
a. het registratienummer van de vergunning voor binnenlands of communautair beroepsvervoer, bedoeld in artikel 5, eerste, respectievelijk derde lid, van de Wet goederenvervoer over de weg;
b. een afschrift van de vergunning, bedoeld in artikel 29a, eerste lid, van de Spoorwegwet en een veiligheidsattest als bedoeld in artikel 29c, eerste lid, van de Spoorwegwet;
c. een erkenning als spoorwegonderneming door de Minister van Verkeer en Waterstaat en een veiligheidsattest als bedoeld in artikel 29c, eerste lid, van de Spoorwegwet.
Terugwerkende kracht
De vermelding op de lijst van inzamelaars of op de lijst van vervoerders, handelaars en bemiddelaars wordt beëindigd indien:
a. de inzamelaar, vervoerder, handelaar of bemiddelaar daarom verzoekt;
b. de vermelding is geschied op grond van onjuiste gegevens;
c. niet meer wordt voldaan aan de criteria, bedoeld in artikel 4.
2 Indien de aanvrager op het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, niet de gegevens, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder c, of artikel 5, tweede lid, onder c, heeft overgelegd, vervalt de vermelding op de lijst van inzamelaars dan wel op de lijst van vervoerders, handelaars en bemiddelaars.
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
[Red: Wijzigt deze regeling.]
Terugwerkende kracht
[Red: Wijzigt de Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen.]
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling inzamelaars, vervoerders, handelaars en bemiddelaars van afvalstoffen.