4.5.3.  de aanvullende inhaalregeling in het bvdb 2001
                                           
                                          [Regeling vervallen per 18-03-2021 met terugwerkende kracht tot en met 09-03-2021]
                                        
                                       
                                          
                                          
                                          In art. 39, lid 2, onderdeel a, Bvdb 2001 wordt de eerste limiet op forfaitaire wijze
                                             bepaald. Belastingplichtige kan echter ook verzoeken om de eerste limiet te stellen
                                             op het werkelijke bedrag van de in het desbetreffende jaar vanwege de andere Mogendheid
                                             geheven belasting (art. 39, lid 3, Bvdb 2001). Zonder nadere voorziening zou de keuzemogelijkheid
                                             kunnen worden gebruikt om de inhaal van negatieve bedragen aan passieve winst uit
                                             vorige jaren te ontlopen. Art. 39, lid 3 treft op dit punt daarom een specifieke regeling.
                                             Is sprake van een in te halen bedrag aan negatieve passieve winst, dan bepaalt de
                                             tweede volzin van art. 39, lid 3, Bvdb 2001 dat de vanwege de andere Mogendheid geheven
                                             belasting niet ten volle in aanmerking mag worden genomen. De begrenzing wordt gesteld
                                             op het bedrag dat tot die buitenlandse belasting van dat jaar in dezelfde verhouding
                                             staat als het gezamenlijke bedrag aan passieve winst uit buitenlandse onderneming
                                             van dat jaar – berekend met inachtneming van de inhaalregeling van art. 41 – staat
                                             tot het gezamenlijke bedrag van de passieve winst uit buitenlandse onderneming van
                                             dat jaar. Daarbij wordt ook hier met de woorden ‘het gezamenlijke bedrag’ bedoeld
                                             dat de zogenaamde gezamenlijke methode geldt.
                                          
                                          De begrenzing die is gesteld aan de keuze van de belastingplichtige om de eerste limiet
                                             te stellen op de werkelijk in het buitenland geheven belasting kan in de vorm van
                                             een formule worden weergegeven. De buitenlandse belasting wordt slechts in aanmerking
                                             genomen voor het gedeelte dat gevonden wordt door de feitelijk in het jaar geheven
                                             buitenlandse belasting te vermenigvuldigen met de breuk:
                                          
                                          (gezamenlijk bedrag – overgebracht negatief gezamenlijk bedrag) / gezamenlijk bedrag
                                          
                                          In het navolgende voorbeeld (overgenomen uit de nota van toelichting; de verwijzingen
                                             zijn aangepast aan het Bvdb 2001) is een en ander cijfermatig uitgewerkt.
                                          
                                          Voorbeeld
                                          
                                          Uitwerking van de in art. 39 van het Bvdb 2001 opgenomen regeling zoals die met ingang
                                             van het jaar 1999 wordt toegepast. In het voorbeeld wordt uitgegaan van een Vpb tarief
                                             van 35%. Met de term ‘gezamenlijk bedrag’ wordt gedoeld op het gezamenlijke bedrag
                                             van de in een jaar genoten passieve winst uit buitenlandse onderneming in de zin van
                                             art. 32, lid 5. Met de term ‘overige winstbestanddelen’ wordt gedoeld op overige in
                                             de winst als bedoeld in art. 8 van de Wet Vpb 1969 opgenomen resultaten.
                                          
                                          
                                             
                                                
                                                   
                                                   
                                                      
                                                      |   | 
                                                      
                                                      
                                                         
                                                          jaar 1 
                                                          | 
                                                      
                                                      
                                                         
                                                          jaar 2 
                                                          | 
                                                      
                                                      
                                                         
                                                          jaar 3 
                                                          | 
                                                      
                                                   
                                                
                                                   
                                                   
                                                      
                                                      | 
                                                         
                                                          gezamenlijk bedrag 
                                                          | 
                                                      
                                                      
                                                         
                                                          100 
                                                          | 
                                                      
                                                      
                                                         
                                                          –50 
                                                          | 
                                                      
                                                      
                                                         
                                                          100 
                                                          | 
                                                      
                                                   
                                                   
                                                      
                                                      | 
                                                         
                                                          overige winstbestanddelen 
                                                          | 
                                                      
                                                      
                                                         
                                                          –80 
                                                          | 
                                                      
                                                      
                                                         
                                                          60 
                                                          | 
                                                      
                                                      
                                                         
                                                          30 
                                                          | 
                                                      
                                                   
                                                   
                                                      
                                                      | 
                                                         
                                                          belastbaar bedrag (winst) 
                                                          | 
                                                      
                                                      
                                                         
                                                          20 
                                                          | 
                                                      
                                                      
                                                         
                                                          10 
                                                          | 
                                                      
                                                      
                                                         
                                                          130 
                                                          | 
                                                      
                                                   
                                             
                                           
                                          
                                          Jaar 1
                                          
                                          Bij de berekening van de vermindering wordt uitgegaan van het forfait van art. 39,
                                             lid 2, onderdeel a. Het te verrekenen bedrag (eerste limiet) bedraagt: 50% * 35% *
                                             100 = 17,5. De op de voet van onderdeel b berekende tweede limiet bedraagt: 20 * 35%
                                             = 7. De vermindering bedraagt derhalve 7, het restant van 10,5 kan worden overgebracht
                                             naar jaar 2.
                                          
                                          Jaar 2
                                          
                                          Het gezamenlijke bedrag is negatief. Er is geen basis voor verrekening. Het uit jaar
                                             1 overgebrachte bedrag van 10,5 alsmede het negatieve gezamenlijke bedrag wordt naar
                                             jaar 3 overgebracht.
                                          
                                          Jaar 3
                                          
                                          Het gezamenlijke bedrag van dat jaar bedraagt 100. In plaats van toepassing van het
                                             forfait van art. 39, lid 2, onderdeel a, wordt gekozen voor verrekening van de feitelijk
                                             in jaar 3 geheven buitenlandse belasting. Deze bedraagt in dit voorbeeld 20. Dit bedrag
                                             kan bestaan uit in het land waarin de vaste inrichting is gelegen geheven belasting,
                                             maar ook uit in een derde land geheven belasting op aan de vaste inrichting toe te
                                             rekenen inkomen. Voorbeeld: de passieve winst uit onderneming bedraagt 100. Deze winst
                                             is in het land van de vaste inrichting onderworpen aan een belasting van 15%; er is
                                             derhalve 15 belasting geheven. De winst van de vaste inrichting bestaat voor 20 uit
                                             inkomsten uit een derde land, waarop een bronbelasting is ingehouden van 25%, derhalve
                                             een bedrag van 5. Op de met behulp van de vaste inrichting behaalde winst van 100
                                             drukt in totaal aan belasting: 15 plus 5, is 20. Op basis van art. 39, lid 3, tweede
                                             volzin, wordt van de in het buitenland geheven belasting van 20 in aanmerking genomen:
                                             100 – 50 (overgebracht uit jaar 2)/100 * 20 = 10. Hierbij wordt het doorgeschoven
                                             bedrag aan forfaitair berekende belasting van 10,5 opgeteld, zodat de eerste limiet
                                             20,5 bedraagt. De tweede limiet bedraagt 100/130 * (130 * 35%) = 35, zodat de vermindering
                                             20,5 bedraagt.
                                          
                                          Indien in jaar 3 niet van de optie van het vierde lid gebruik zou zijn gemaakt, zou
                                             de forfaitaire credit hebben bedragen:
                                          
                                          
                                             
                                                
                                                   
                                                   
                                                      
                                                      | 
                                                         
                                                          eerste limiet (art. 39, lid 2): 
                                                          | 
                                                      
                                                        | 
                                                      
                                                   
                                                   
                                                      
                                                      | 
                                                         
                                                          50% van 35% * (100 - 50) = 
                                                          | 
                                                      
                                                      
                                                         
                                                           8,75 
                                                          | 
                                                      
                                                   
                                                   
                                                      
                                                      |   | 
                                                      
                                                        | 
                                                      
                                                   
                                                   
                                                      
                                                      | 
                                                         
                                                          bij: doorgeschoven credit 
                                                          | 
                                                      
                                                      
                                                         
                                                          10,50 
                                                          | 
                                                      
                                                   
                                                   
                                                      
                                                      |   | 
                                                      
                                                        | 
                                                      
                                                   
                                                   
                                                      
                                                      | 
                                                         
                                                          totale verrekening 
                                                          | 
                                                      
                                                      
                                                         
                                                          19,25 
                                                          | 
                                                      
                                                   
                                             
                                           
                                          
                                          Het verschil tussen de vermindering van 20,5 op basis van het derde lid en van 19,25
                                             op basis van de forfaitaire methode, zijnde een bedrag van 1,25, is te verklaren doordat
                                             de feitelijke buitenlandse belastingdruk (20%) hoger is dan het forfaitair in aanmerking
                                             te nemen percentage (17,5%). Het verschil tussen de feitelijke buitenlandse belastingdruk
                                             van 20% en het forfait van 17,5%, zijnde 2,5%, wordt in dit voorbeeld door de werking
                                             van de tweede volzin van het derde lid maar voor de helft in aanmerking genomen, dus
                                             voor 1,25. Bij een buitenlandse winst van 100 leidt dat tot een vermindering van 1,25.