Voorbeeld
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Een ambtenaar betaalt € 150 vakbondscontributie per jaar.
Hij wil hiervoor eenmalig een belastingvrije vergoeding ontvangen en ziet in ruil
daarvoor af van een deel van zijn salaris.
Hierdoor wordt de pensioengrondslag (het bedrag waarover de pensioenuitkering wordt
berekend) voor dat jaar met € 150 verlaagd en wordt de pensioenopbouw over dat kalenderjaar
met 1,75% van € 150 = € 2,63 verlaagd. Indien de ambtenaar na pensionering gedurende
15 jaar ouderdomspensioen ontvangt zal gedurende die periode elk jaar € 2,63 (bruto)
minder aan pensioen worden uitgekeerd. In totaal wordt (€ 2,63 x 15 =) € 39,45 (bruto)
minder aan pensioen ontvangen.
De belastingbesparing die via IKAP wordt behaald bedraagt bij € 150 vakbondscontributie
en een heffingspercentage van 42%, ongeveer € 63 (netto). Indien deze keuze gedurende
meer jaren wordt gemaakt neemt de bruto pensioenvermindering naar evenredigheid toe.
Hier staat echter tegenover dat elk jaar een netto belastingvoordeel wordt behaald.
De hiervoor omschreven verlaging van de pensioengrondslag en de daaruit voortvloeiende
vermindering van de pensioenuitkering blijft achterwege als in ruil voor een belastingvrije
vergoeding van vakbondscontributies wordt afgezien van een beloningsbestanddeel dat
geen deel uitmaakt van de pensioengrondslag, zoals de vergoeding voor meer uren werken,
bedoeld in artikel 3 van de IKAP-regeling rijkspersoneel of de vergoeding voor vermindering
van de jaarlijkse aanspraak op vakantie, bedoeld in artikel 5 van die regeling.
Met de Centrales van Overheidspersoneel is afgesproken dat bij de keuze voor een belastingvrije
vergoeding van vakbondscontributies geen beperking zal gelden met betrekking tot de
in te zetten beloningsbestanddelen.