Beleidsregels boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2006

Beleidsregels boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen

Beleidsregel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Bij de berekening van een boete als bedoeld in artikel 19a, eerste lid van de Wet arbeid vreemdelingen worden voor alle beboetbare feiten als uitgangspunt gehanteerd de normbedragen die zijn neergelegd in de 'Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Wet arbeid vreemdelingen' die als bijlage bij deze beleidsregels is gevoegd.

Beleidsregel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Voor de werkgever als natuurlijk persoon wordt bij een gedraging in strijd met artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen als uitgangspunt voor de berekening van de op te leggen boete gehanteerd: 0,5 maal het boetenormbedrag.

Beleidsregel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Een gedraging in strijd met artikel 15, tweede én derde lid, wordt beboet alsof sprake was van slechts één beboetbaar feit per persoon ten aanzien van wie deze beboetbare feiten zijn begaan.

Beleidsregel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De totale bij een boetebeschikking op te leggen boete bestaat, ingeval er sprake is van meer beboetbare feiten, uit de som van de per beboetbaar feit berekende boetebedragen.

Beleidsregel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Voor de toepassing van artikel 19c en 19d tweede lid gelden de boeten die een werkgever, voorzover het een rechtspersoon betreft, in een onderneming onherroepelijk zijn opgelegd.

Bijlage bij Beleidsregels boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Wet arbeid vreemdelingen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel

Lid

Beboetbaar feit

Boete normbedrag

2

1

Het is een werkgever verboden een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning

€ 8.000

15

1

Indien de werkgever door een vreemdeling arbeid laat verrichten waarbij die arbeid feitelijk wordt verricht bij een andere werkgever, draagt de eerstgenoemde werkgever er bij aanvang van de arbeid onverwijld zorg voor dat de andere werkgever een afschrift van het document, bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, van de vreemdeling ontvangt

€ 1.500

15

2

De werkgever die het afschrift van het document, bedoeld in het eerste lid ontvangt, stelt de identiteit van de vreemdeling vast aan de hand van het genoemde document en neemt het afschrift op in de administratie

€ 1.500

15

3

De werkgever bedoeld in het tweede lid, bewaart het afschrift tot ten minste vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de arbeid door de vreemdeling is beëindigd.

€ 1.500

15

4

De vreemdeling verstrekt een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht aan de werkgever, die het afschrift van het document, bedoeld in het eerste lid, ontvangt, en stelt die werkgever in de gelegenheid een afschrift van dit document te maken

€ 150

Naar boven