Hygiënebesluit fokbedrijven legsector 2003

[Regeling vervallen per 26-08-2007.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 06-03-2005 t/m 25-08-2007

Besluit van het Productschap Pluimvee en Eieren van 23 oktober 2003

Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren;

Gelet op de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999,

Besluit:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

De uitslag van een hygiëne-onderzoek dat is uitgevoerd door of namens de ondernemer die een opfokbedrijf, waarvan het pluimvee bestemd is voor een fokbedrijf, of een fokbedrijf uitoefent dient te voldoen aan de volgende normen:

  • a. een hygiëne-onderzoek dient een score te hebben die kleiner of gelijk is aan 1,5;

  • b. indien de score groter dan 1,5 maar kleiner of gelijk aan 3,0 is dan dient door een professioneel ontsmettingsbedrijf de betreffende stal opnieuw te worden ontsmet. Na de volgende leegstands periode mogen pas nieuwe dieren geplaatst worden indien de uitslag van het onderzoek kleiner of gelijk is aan 1,5;

  • c. indien de score groter dan 3,0 is dan dient de betreffende stal opnieuw te worden gereinigd en ontsmet. Na het reinigen en ontsmetten dient opnieuw een hygiëne-onderzoek te worden verricht. Een koppel pluimvee mag alleen dan worden opgezet als de uitslag van het onderzoek kleiner of gelijk is aan 1,5.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

  • 1 Het pluimvee op een fokbedrijf of het pluimvee op een opfokbedrijf bestemd voor een fokbedrijf dienen op de wijze als omschreven in het in Bijlage I opgenomen programma onderzocht te worden.

  • 2 In het geval dat in het in het eerste lid bedoelde onderzoek Salmonella wordt aangetoond dan dient de betreffende ondernemer de maatregelen te nemen als omschreven in bijlage I.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

De informatie die verkregen is uit het onderzoek van de monsters dient schriftelijk te worden vastgelegd en te worden doorgegeven aan de afnemer.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

  • 1 Na het reinigen en ontsmetten, bedoeld in artikel 6, lid 1 van de verordening, dient de stal te worden onderzocht op de aanwezigheid van Salmonella.

  • 2 In het geval dat in het in het eerste lid bedoelde onderzoek Salmonella wordt aangetoond, dient de ondernemer, die een fokbedrijf of een opfokbedrijf uitoefent, de stal opnieuw te ontsmetten en de stal op de aanwezigheid van Salmonella te laten onderzoeken. Een nieuw koppel mag pas worden geplaatst wanneer geen Salmonella wordt aangetoond.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

Indien tussentijds pluimvee van een fokbedrijf wordt afgevoerd is de ondernemer verplicht het betreffende pluimvee af te voeren in bedrijfseigen kratten of containers.

Artikel 6a

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

  • 1 Op het bedrijf dienen bedrijfseigen vangkooien aanwezig te zijn.

  • 2 Indien de ondernemer bij de aflevering van de dieren constateert dat de kratten en/of containers waarin een koppel pluimvee wordt vervoerd niet schoon zijn, is de betreffende ondernemer verplicht hiervan direct melding te maken bij het Productschap.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van zijn publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

Dit besluit kan worden aangehaald als: Hygiënebesluit fokbedrijven legsector 2003.

Voor het bestuur,

J.J. Ramekers

voorzitter

S.B.M. Jongerius

secretaris

.

Bijlage I. Onderzoeksprogramma opfokbedrijven waarvan het pluimvee bestemd is voor fokbedrijven

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

A. Opfokbedrijven waarvan het pluimvee bestemd is voor fokbedrijven

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

A.1. Monstername en analyse

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

Monsters op opfokbedrijven waarvan het pluimvee bestemd is voor fokbedrijven dienen genomen en onderzocht te worden op alle types Salmonella volgens onderstaande tabel:

Leeftijd

onderzoek

eendagskuikens; en

inlegvellen

indien de voorgaande uitslag van het onderzoek op donsmonsters, meconiummonsters of op liggenblijvers (elitekoppel), S.e./S.t. positief is:

dode kuikens, bij aankomst

   

4 weken

cloacamest: analyse door de GD

maximaal 14 dagen voor overplaatsing

mest: analyse door de GD

De eendagskuikens worden onderzocht door middel van het bemonsteren van inlegvellen. Deze monsters worden genomen onder verantwoordelijkheid van de ondernemer, die het opfokbedrijf uitoefent volgens het protocol uit onderdeel C. De monsters worden geanalyseerd door een door de Voorzitter van het Productschap erkend laboratorium.

Wanneer Salmonella aanwezig is, wordt getypeerd naar de hoofdgroep en S.e./S.t..

Wanneer de donsmonsters, meconiummonsters of liggenblijvers van het betreffende koppel elitedieren (d.w.z. ouders van fokdieren) S.e/S.t. positief bleken dienen van de volgende uitkomst op het opfokbedrijf kuikens te worden bemonsterd die bij aankomst dood zijn (maximaal 60).

Deze monsters worden genomen onder verantwoordelijkheid van de ondernemer die het opfokbedrijf uitoefent, volgens het protocol uit onderdeel D. De monsters dienen te worden geanalyseerd door een door de Voorzitter van het Productschap erkend laboratorium.

Op een leeftijd van vier weken worden per stal 60 cloacamestmonsters genomen die tot twee monsters van ieder 30 worden gepoold. Op maximaal 21 dagen voor overplaatsing worden per stal 150 cloacamestmonsters genomen die gepoold worden tot 6 monsters van ieder 25 swabs

De ondernemer is zelf verantwoordelijk voor het tijdig laten nemen van monsters. Het nemen van de monsters wordt verder aangestuurd door de Gezondheidsdienst voor Dieren (hierna te noemen GD) en wordt uitgevoerd door het Controle Bureau Dierlijke Sector (hierna te noemen CBD) of een andere door het PPE aangewezen instantie/persoon of door een bevoegd dierenarts. Terzake moet(en) deze(n) een overeenkomst zijn aangegaan met de GD.

Alle monsters worden geanalyseerd door de GD op de aan- of afwezigheid van Salmonella.

Wanneer Salmonella aanwezig is, wordt getypeerd naar de vier hoofdgroepen en S.e. en S.t..

A.2. Actie bij positieve bevindingen

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

Bij verdenking op S.e./S.t. wordt verificatie-onderzoek uitgevoerd door de GD. Het verificatie-onderzoek vindt zo spoedig mogelijk na het vaststellen van de verdenking plaats. In principe is dat binnen 24 uur na het vaststellen van de verdenking.

Het verificatie onderzoek bestaat uit het nemen van 60 bloedmonsters die tot 10 monsters van ieder 6 worden gepoold en uit het nemen van 150 mestmonsters die tot 6 monsters van ieder 25 worden gepoold. Bij besmetting met S.e., S.t. moet het betrokken koppel dieren door de ondernemer onverwijld worden geruimd.

Indien een koppel besmet is met Salmonella moet een traceringsonderzoek uitgevoerd worden door een volgens de GVP-code erkende dierenarts, de Gezondheidsdienst voor Dieren of een andere deskundige. Het resultaat van dit onderzoek moet schriftelijk worden vastgelegd en inzicht kunnen geven in mogelijke oorzaken van de besmetting.

Naast inzicht in mogelijke oorzaken van de besmetting moeten ook de ondernomen/te ondernemen acties worden vastgelegd getracht wordt om een volgende besmetting te voorkomen. Het tracerings-, monitorings- en bestrijdingsplan kan daarbij als handleiding dienen.

Pluimvee dat vanwege een S.e., S.t. besmetting is geruimd mag niet worden vermarkt als vers pluimveevlees. Een met S.e., S.t. besmet en geruimd koppel mag worden afgezet naar kanalen waar het een behandeling ondergaat die voldoende effectief is om alle aanwezige Salmonella's af te doden. Een pluimveehouder kan er te allen tijde voor kiezen een geruimd koppel pluimvee te laten vernietigen.

A.3. Doorgifte resultaten onderzoek

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

Indien uit de analyse van de inlegvellen blijkt dat het koppel pluimvee verdacht wordt van een S.e. en/of S.t. besmetting, dan dient de ondernemer de GD hierover onmiddellijk te informeren, waarna het verificatie-onderzoek uitgevoerd zal worden.

De GD geeft de resultaten van het door haar Uitgevoerde onderzoek binnen 1 maand door aan het Productschap en geeft de uitslag van het verificatie onderzoek binnen 5 dagen na ontvangst van de monsters bij de GD. De monstername geschiedt binnen 24 uur na melding van de verdenking door de pluimveehouder bij de GD.

Als uit de resultaten van het verificatie-onderzoek blijkt dat het koppel pluimvee met S.e. of S.t. is besmet dan stelt de voorzitter van het Productschap de betreffende ondernemer op de hoogte van de geconstateerde besmetting.

De uitslag van het onderzoek op Salmonella dat maximaal 14 dagen voor overplaatsing plaatsvindt dient door de ondernemer schriftelijk te worden doorgegeven aan de volgende schakel.

B. Fokbedrijven

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

B.1. Monstername en analyse

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

Monsters op fokbedrijven dienen genomen en onderzocht te worden op alle types Salmonella volgens onderstaande tabel:

Leeftijd

onderzoek

Vanaf 24 weken om de vier weken

mest: analyse door de GD

Voor elk onderzoek worden per stal 150 monsters genomen, die worden gepoold tot 6 monsters van ieder 25 swabs. De ondernemer is verantwoordelijk voor het tijdig laten uitvoeren hiervan. Het nemen van de monsters wordt verder aangestuurd door de GD en wordt Uitgevoerd door het CBD of een andere door het PPE aangewezen instantie/persoon of door een bevoegd dierenarts. Terzake moet(en) deze(n) een overeenkomst zijn aangegaan met de GD.

Wanneer Salmonella aanwezig is, wordt getypeerd naar de vier hoofdgroepen en S.e. en S.t..

B.2. Actie bij positieve bevindingen

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

Bij op grond van het mestonderzoek geconstateerde verdenking op S.e./S.t. wordt verificatie-onderzoek uitgevoerd door de GD. Het verificatieonderzoek vindt zo spoedig mogelijk na het vaststellen van de verdenking plaats. In principe is dat binnen 24 uur na het vaststellen van de verdenking. Het verificatie onderzoek bestaat uit het nemen van 60 bloedmonsters die tot 10 monsters van ieder 6 worden gepoold en uit het nemen van 150 mestmonsters die tot 6 monsters van ieder 25 worden gepoold. Bij besmetting met S.e. of S.t. moet het betrokken koppel dieren onverwijld door de ondernemer worden geruimd en mogen geen broedeieren meer worden afgeleverd.

Pluimvee dat vanwege een S.e. of S.t. besmetting is geruimd mag niet worden vermarkt als vers pluimveevlees. Een met S.e. of S.t. besmet en geruimd koppel mag worden afgezet naar kanalen waar het een behandeling ondergaat die voldoende effectief is om alle aanwezige Salmonella's af te doden. Een pluimveehouder kan er te allen tijde voor kiezen een geruimd koppel pluimvee te laten vernietigen. Reeds in de broederij ingelegde broedeieren geproduceerd door S.e. of S.t. besmette fokdieren dienen te worden behandeld als specifiek risicomateriaal (SRM). De nog niet ingelegde broedeieren, die zijn geproduceerd door het besmette koppel, mogen worden afgezet naar de eiproductenindustrie of moeten een andere effectieve behandeling ondergaan. Een pluimveehouder kan er te allen tijde voor kiezen de met S.e. of S.t. besmette broedeieren te laten vernietigen

Indien een koppel besmet is met Salmonella moet een traceringsonderzoek uitgevoerd worden door een volgens de GVP-code erkende dierenarts, de Gezondheidsdienst voor Dieren of een andere deskundige. Het resultaat van dit onderzoek moet schriftelijk worden vastgelegd en inzicht kunnen geven in mogelijke oorzaken van de besmetting. Naast inzicht in mogelijke oorzaken van de besmetting moeten ook de ondernomen/te ondernemen acties worden vastgelegd getracht wordt om een volgende besmetting te voorkomen. Het tracerings-, monitorings- en bestrijdingsplan kan daarbij als handleiding worden gebruikt.

B.3. Doorgifte resultaten onderzoek

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

De GD geeft de resultaten van het door haar uitgevoerde onderzoek binnen 1 maand door aan het Productschap en geeft de uitslag van het verificatie onderzoek binnen 5 dagen na ontvangst van de monsters bij de GD. De monstername geschiedt binnen 24 uur na melding van de verdenking door de pluimveehouder bij de GD.

Als uit de resultaten van het verificatie-onderzoek blijkt dat het koppel pluimvee met S.e. of S.t. is besmet dan stelt de Voorzitter van het Productschap de betreffende ondernemer op de hoogte van de geconstateerde besmetting.

De uitslagen van het onderzoek op Salmonella dienen door de ondernemer schriftelijk te worden doorgegeven aan de volgende schakel.

C. Werkvoorschrift voor het nemen van monsters inlegvellen

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

Doel

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

Dit werkvoorschrift beschrijft de monstername van inlegvellen zoals voorgeschreven is in het kader van het onderzoek naar Salmonella van opfokgrootouderdieren bij aankomst.

De monsters worden genomen op het opfokgrootouderbedrijf door of namens de eigenaar.

Benodigdheden

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

  • - steriele plastic zakken of potten.

  • - etiketten.

  • - steriele plastic handschoenen.

  • - inzendformulier.

Werkwijze

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

Aantal en locatie te nemen monsters

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

  • -

    Er dient bij elke levering een monster van 40 inlegvellen per vrachtauto en per aanhangwagen genomen te worden. Indien er minder dan 40 inlegvellen voorhanden zijn dienen 40 stukjes van de aanwezige inlegvellen genomen te worden. Indien er minder dan 10 inlegvellen aanwezig zijn dienen er minimaal 4 hele inlegvellen voor onderzoek ingestuurd te worden of wat er voorhanden is.

  • -

    De monsters moeten duidelijk met mest besmeurde (delen van) inlegvellen zijn en zoveel mogelijk (van) de inlegvellen uit de onderste kratten, containers dan wel dozen zijn.

  • -

    De monsters dienen evenredig verspreid over de geleverde kuikens verzameld te worden.

Uitvoering monstername

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

  • -

    Scheur, indien er voldoende inlegvellen voorhanden zijn, met behulp van steriele plastic handschoenen een duidelijk zichtbaar besmeurd deel (ca. 5 bij 5 cm ) van een inlegvel af. Indien er onvoldoende inlegvellen voorhanden zijn dient een heel inlegvel genomen te worden.

  • -

    Doe dit in een plastic pot of zak.

  • -

    Doe dit zo dat de monsters niet met iets anders in aanraking komen, om evt. besmetting van/vanuit de omgeving te voorkomen.

  • -

    Verzamel op deze wijze per vrachtauto en per aanhangwagen 1 pot met alle stukjes inlegvellen.

  • -

    Sluit iedere pot direct na het vullen zorgvuldig,

  • -

    Voorzie elke pot van een etiket met de volgende gegevens: monsterdatum, KIP nummer en stalnummer(s).

Inzendformulier

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

Elke inzending moet vergezeld gaan van minimaal de volgende gegevens: de monsterdatum, het stalnummer en de afzender (KIP-nummer).

Verzending monsters

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

De monsters moeten binnen 48 uur aanwezig zijn bij een door de voorzitter van het Productschap erkend laboratorium.

De monsters moeten zo zijn verpakt dat onderweg geen lekkage kan optreden en zo zijn geadresseerd dat voor de transporteur en de ontvanger geen verwarring ontstaat.

D. Werkvoorschrift voor het nemen van dode kuikenmonsters

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

Doel:

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

Dit werkvoorschrift beschrijft de monstername van dode kuikens zoals is voorgeschreven in het kader van het onderzoek naar Salmonella bij opfokdieren bij aankomst op het opfokbedrijf.

De monsters dienen te worden genomen wanneer de donsmonsters, meconiummonsters of liggenblijvers van het betreffende elitekoppel ( d.w.z. ouders van fokdieren) S.e./S.t. positief zijn.

De monsters worden genomen op het opfokbedrijf door of namens de ondernemer.

Benodigdheden

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

  • - Steriele plastic zakken of potten

  • - Etiketten

  • - Steriele plastic handschoenen

  • - Inzendformulier

Werkwijze

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

Aantal en locatie te nemen monsters

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

Alle dode kuikens dienen bij aankomst op het opfokbedrijf te worden bemonsterd (met een maximum van 60).

Uitvoering monstername

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

  • -

    Verzamel de dode kuikens met behulp van steriele plastic handschoenen.

  • -

    Doe dit in een plastic pot of zak.

  • -

    Doe dit zo dat de monsters niet met iets anders in aanraking komen, om eventuele besmetting van/vanuit de omgeving te voorkomen.

  • -

    Sluit iedere pot of plastic zak direct na het vullen zorgvuldig af.

  • -

    Voorzie elke pot of plastic zak van een etiket met de volgende gegevens: monsterdatum, KIP-nummer, naam pluimveehouder en stalnummer(s).

Inzendformulier

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

  • -

    Elke inzending moet vergezeld gaan van minimaal de volgende gegevens: de monsterdatum, het stalnummer en de afzender (KlP-nummer en naam pluimveehouder).

Verzending monsters

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

  • -

    de monsters moeten binnen 48 uur aanwezig zijn bij een door de voorzitter van het Productschap erkend laboratorium.

  • -

    De monsters moeten zo zijn verpakt dat onderweg geen lekkage kan optreden en zo zijn geadresseerd dat voor de transporteur en de ontvanger geen verwarring ontstaat.

Voorbewerking monstermateriaal dode kuikens

[Regeling vervallen per 26-08-2007]

  • -

    Op het laboratorium worden de dode kuikens opengeknipt met steriele schaar en pincet.

  • -

    Lever, dooierrest en darmpakket worden verwijderd. Na uitwendige desinfectie met alcohol worden de delen, dan wel de inhoud ervan in een 10-voudige hoeveelheid BPW gehomogeniseerd.

  • -

    De analyse geschiedt conform de Branchemethode voor het aantonen van Salmonella in dons, faeces, vellen en eindproduct afkomstig van pluimvee.

  • -

    Het is toegestaan een mengmonster te maken van de organen van meerdere kuikens, tot een maximum van 15, waarbij de 1:10 verdunning in acht wordt genomen. Indien er meerdere kuikens moeten worden onderzocht zullen er dus meerdere mengmonsters worden gemaakt.

Naar boven