Mandaatbesluit vergunningen, ontheffingen en goedkeuringen Kernenergiewet

[Regeling vervallen per 05-03-2006.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 14-01-2005 t/m 04-03-2006

Mandaatbesluit vergunningen, ontheffingen en goedkeuringen Kernenergiewet

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, alsmede, voor zover het aan hen toekomende bevoegdheden betreft, de Staatssecretaris van Economische Zaken, de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Besluiten:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 05-03-2006]

  • 1 Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt mandaat verleend om te beslissen op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 15, onder a, van de Kernenergiewet, voor het voorhanden hebben van splijtstoffen of ertsen anders dan bij de opslag in verband met vervoer, dan wel voor het zich daarvan ontdoen

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer mandaat verleend om te beslissen op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid, indien deze beslissingen worden genomen met betrekking tot een inrichting waarvoor een vergunning is verleend krachtens artikel 15, onder b, van de Kernenergiewet.

  • 3 Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wordt mandaat verleend om te beslissen op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 15, onder a, van de Kernenergiewet voor het vervoeren, of het binnen of buiten Nederlands grondgebied brengen of doen brengen van splijtstoffen en ertsen.

  • 4 Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wordt mandaat verleend om te beslissen op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 15, onder b, van de Kernenergiewet voor het wijzigen van een inrichting, waarin kernenergie kan worden vrijgemaakt, splijtstoffen kunnen worden vervaardigd, bewerkt of verwerkt, dan wel splijtstoffen worden opgeslagen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 05-03-2006]

  • 1 Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt mandaat verleend om te beslissen op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Kernenergiewet voor het bereiden, het voorhanden hebben, het toepassen en het zich ontdoen van radioactieve stoffen.

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer mandaat verleend om te beslissen op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid, indien deze beslissingen worden genomen met betrekking tot een inrichting waarvoor een vergunning is verleend krachtens artikel 15, onder b, van de Kernenergiewet.

  • 3 Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wordt mandaat verleend om te beslissen op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Kernenergiewet voor het vervoeren, of het binnen of buiten Nederlands grondgebied brengen of doen brengen van radioactieve stoffen.

  • 4 In afwijking van het tweede lid wordt aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mandaat verleend om te beslissen op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Kernenergiewet voor het voorhanden hebben, het toepassen en het zich ontdoen van radioactieve stoffen ten behoeve van tracerexperimenten met betrekking tot een inrichting waarvoor een vergunning is verleend krachtens artikel 15, onder b, van de Kernenergiewet.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 05-03-2006]

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer mandaat verleend om te beslissen op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid, indien deze beslissingen worden genomen met betrekking tot een inrichting waarvoor een vergunning is verleend krachtens artikel 15, onder b, van de Kernenergiewet.

Artikel 3a

[Regeling vervallen per 05-03-2006]

Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wordt mandaat verleend om toestemming te geven voor overdracht van een vergunning als bedoeld in artikel 70, derde lid, van de Kernenergiewet.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 05-03-2006]

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt mandaat verleend om ontheffingen te verlenen krachtens artikel 123 van het Besluit stralingsbescherming.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 05-03-2006]

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt mandaat verleend om ontheffingen te verlenen krachtens artikel 31, derde lid, van het Besluit stralingsbescherming.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 05-03-2006]

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt mandaat verleend om goedkeuringen te verlenen krachtens de artikelen 21, tweede lid, onder d, 23, derde lid, onder c en 26, eerste lid, onder a, van het Besluit stralingsbescherming.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 05-03-2006]

Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wordt mandaat verleend om certificaten van goedkeuring of erkenning van het model van het collo af te geven zoals bedoeld in de artikelen 3, tweede lid, onder h, 5, eerste lid, onder b, en 6, tweede lid, onder b, van het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen Kernenergiewet.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 05-03-2006]

Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wordt mandaat verleend om ontheffingen te verlenen zoals bedoeld in de artikelen 8, derde lid, 10, derde lid, 11, 12, 14, tweede lid, 16, tweede lid, 19, tweede lid, en 22, tweede lid, van het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffenKernenergiewet.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 05-03-2006]

Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wordt mandaat verleend om vergunningen te verlenen voor de toepassing van de International Maritime Dangerous Goods Code zoals bedoeld in artikel 14, eerste lid, onder b en c, en 16, eerste lid, van het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffenKernenergiewet.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 05-03-2006]

Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wordt mandaat verleend om vergunningen te verlenen voor de toepassing van de Technical Instructions for the Safe Transport of Dangerous Goods by Air beschikkingen zoals bedoeld in artikel 18, tweede lid, onder a, en 22, eerste lid, onder a, van het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffenKernenergiewet.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 05-03-2006]

Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wordt mandaat verleend om richtlijnen vast te stellen inzake de inhoud van een milieueffectrapport als bedoeld in artikel 7.15 van de Wet milieubeheer, indien een dergelijk rapport ter voorbereiding van een besluit op grond van de Kernenergiewet wordt gemaakt.

Artikel 12a

[Regeling vervallen per 05-03-2006]

Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wordt mandaat verleend om ontheffingen te verlenen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Regeling detectie radioactief besmet schroot.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 05-03-2006]

De in de voorgaande artikelen genoemde ministers kunnen de aan hen gemandateerde bevoegdheden mandateren aan onder hen ressorterende ambtenaren.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 05-03-2006]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 05-03-2006]

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit vergunningen, ontheffingen en goedkeuringen Kernenergiewet.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

's-Gravenhage, 26 mei 2003

De

Staatssecretaris

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

J.G. Wijn

De

Staatssecretaris

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. Ross-van Dorp

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

Roelf H. de Boer

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

C.P. Veerman

Naar boven