Exchangeable lening, artikel 10b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

[Regeling vervallen per 14-12-2007.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 26-02-2003 t/m 13-12-2007

Exchangeable lening, artikel 10b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Inleiding

[Regeling vervallen per 14-12-2007]

Artikel 10b Vpb is per 1 januari 2001 als onderdeel van de Invoeringswet Wet IB 2001 in de wet geïntroduceerd. In dit artikel is in het eerste lid bepaald dat indien een belastingplichtige (schuldenaar) een lening is aangegaan waarvan de vergoeding geheel of gedeeltelijk bestaat uit aandelen in of rechten om aandelen te verwerven in het kapitaal van de belastingplichtige of van een met de belastingplichtige verbonden lichaam, bij de bepaling van de winst slechts die bedragen in aftrek komen die als periodieke rente – anders dan in de vorm van de hiervoor bedoelde aandelen of rechten – zijn overeengekomen. In het tweede lid is bepaald dat onder aandelen mede wordt begrepen winstbewijzen, lidmaatschapsrechten en bewijzen van deelgerechtigdheid alsmede winstrechten en rechten waarvan de waarde afhankelijk is van de waardeontwikkeling van de aandelen (bijvoorbeeld stock appreciation rights).

In de wetsgeschiedenis is te lezen dat de introductie van artikel 10b Wet Vpb met name is bedoeld als codificatie van de jurisprudentie van de Hoge Raad. Ten aanzien van exchangeables is echter een breuk te constateren met eerder gevoerd beleid. Onder dat beleid (verwoord in het besluit van 28 september 1998, DB1998/3247M, Infobulletin 1998/743), waren kosten die verband hielden met het conversierecht wel aftrekbaar voor de vennootschapsbelasting.

In tegenstelling tot andere wetswijzigingen die de aftrekbaarheid van rente op leningen hebben beperkt of uitgesloten (vergelijk artikel 10, eerste lid, onderdeel d, artikel 10a en artikel 15, vierde lid, Wet Vpb) is bij de invoering van artikel 10b ter zake van de hiervoor aangegeven breuk met het verleden geen overgangsmaatregel getroffen ten aanzien van op dat moment reeds bestaande leningen.

Bestaande gevallen

[Regeling vervallen per 14-12-2007]

Vanuit de praktijk is mij gewezen op een aantal gevallen waarin exchangeables zijn aangegaan vóórdat de onderhavige wetswijziging kenbaar werd en ten aanzien waarvan is vastgesteld dat zij niet zijn vormgegeven met het oog op het ontgaan van belastingheffing welke overeenkomstig de jurisprudentie van de Hoge Raad zou optreden in het geval van een converteerbare obligatielening. In deze gevallen is tevens gebleken dat de juridische structuur met betrekking tot deze leningen niet zodanig is te wijzigen dat geen dan wel zeer beperkt nadeel wordt ondervonden van de wetswijziging.

Goedkeuring

[Regeling vervallen per 14-12-2007]

Gelet op het bovenstaande en met in achtneming van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1960 (hierna: AWR) keur ik onder voorwaarden goed dat ten aanzien van exchangeables die zijn aangegaan vóór 25 januari 2000 gedurende de resterende looptijd van de desbetreffende lening ná 1 januari 2001 aan de werking van artikel 10b Wet Vpb kan worden voorbijgegaan. De hiervóór genoemde datum hangt samen met het feit dat artikel 10b Wet VpB werd ingevoerd door middel van de derde nota van wijziging op het wetsvoorstel Invoeringswet Wet IB 2001, die op 25 januari 2000 bij de Tweede Kamer werd ingediend. De voorwaarden luiden:

  • a. de lening is – bezien over de volle looptijd en afgezien van de mogelijkheid tot vervroegde aflossing – aangegaan voor een periode gelijk aan dan wel langer dan 5 jaar;

  • b. de lening is niet in belangrijke mate aangegaan jegens verbonden lichamen dan wel natuurlijke personen in de zin van artikel 10a, vierde en vijfde lid, Wet Vpb 1969;

  • c. het aangaan van de lening en de vormgeving ervan is niet in overwegende mate gericht op het ontgaan van de aftrekbeperking van de vergoeding op de lening die zou zijn opgetreden ingeval de lening zou zijn uitgegeven door het met de belastingplichtige verbonden lichaam waarvan de aandelen of het recht om aandelen te verwerven tot de vergoeding op de lening behoren.

Bijzondere gevallen

[Regeling vervallen per 14-12-2007]

In bijzondere gevallen (bijvoorbeeld wanneer sprake is van een exchangeable lening die is aangegaan ná 25 januari 2000 doch vóór 1 januari 2001 en/of niet is voldaan aan één of meerdere van de hiervoor genoemde voorwaarden) treedt de inspecteur in overleg met Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein Winstbelastingen (Kennisgroep bijzondere winstbepalingen). Indien in deze bijzondere gevallen geen sprake is van arbitrage, ben ik bereid welwillend te bezien of, in hoeverre en onder welke voorwaarden bovenstaande goedkeuring ook dan kan worden toegepast.

Naar boven