Recht op een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds bij doorlopende prestaties

[Regeling vervallen per 26-06-2009.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 14-02-2003 t/m 25-06-2009

Recht op een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds bij doorlopende prestaties

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Algemeen

[Regeling vervallen per 26-06-2009]

Doorlopende prestaties zijn zich herhalende leveringen en diensten die op basis van een doorlopende overeenkomst worden verricht. Kenmerkend voor dergelijke prestaties is dat er geen welomschreven eindresultaat is overeengekomen. De periode waarover de prestaties worden verricht, kan zowel bepaald als onbepaald zijn. Voorbeelden van doorlopende prestaties zijn het verlenen van licenties en voorts abonnementen op leveringen, zoals tijdschriften, gas, elektriciteit en water, of abonnementen op diensten, zoals telecommunicatiediensten, verzekeringen, verhuur en bewakingsdiensten.

Prestaties waarbij een welomschreven eindresultaat is overeengekomen, kunnen niet als doorlopende prestaties worden aangemerkt. Daaraan doet niet af het feit dat met het bereiken van bedoeld eindresultaat in een aantal gevallen een lange(re) periode gemoeid kan zijn. Voorbeelden van dergelijke, niet als doorlopend aan te merken prestaties zijn:

  • de diensten van een milieu- of organisatieadviseur die een bepaald onderzoeksproject uitvoert; een dergelijk project mondt immers uit in een bepaald eindresultaat of rapportage;

  • cursussen en trainingen; deze zijn immers gericht op het bereiken van een bepaald kennis- of vaardigheidsniveau;

  • die diensten van een belastingconsulent of advocaat die met een cliënt overeenkomt om een bepaalde gerechtelijke procedure te voeren;

  • de dienst van een architect die een bouw- of verbouwingsproject begeleidt;

  • vervoersprestaties die erop gericht zijn een bepaalde bestemming te bereiken.

Facturering bij doorlopende prestaties

[Regeling vervallen per 26-06-2009]

Het is bij doorlopende prestaties toegestaan om op de factuur, in plaats van de dag waarop de levering of de dienst wordt verricht, de periode te vermelden waarop de factuur betrekking heeft. Deze periode mag echter niet langer zijn dan één jaar.

In sommige gevallen mag de goedkeuring om over een periode te factureren ook bij ondeelbare of moeilijk splitsbare prestaties worden toegepast, zoals die van belastingconsulenten, accountants, advocaten, notarissen, architecten en andere beoefenaren van vrije beroepen. Hieruit kan niet worden afgeleid dat de prestaties van belastingconsulenten, accountants, advocaten, notarissen, architecten en andere beoefenaren van vrije beroepen steeds als ‘doorlopende’ prestaties zijn te beschouwen. De omstandigheid dat deze ondernemers veelal vooraf de betaling van een voorschot verlangen op hun uiteindelijke honorarium of de omstandigheid dat zij (tussentijds) declaraties indienen op basis van ‘gewerkte uren’, houdt niet zonder meer in dat de desbetreffende prestatie doorlopend van aard is.

In dit verband wordt nog verwezen naar het besluit van 8 augustus 2001, nr. RTB2001/1175 (VN 2001/45.22), inzake prestaties van advocaten en belastingconsulenten. Ter bepaling of ten aanzien van deze beroepsbeoefenaren sprake is van een doorlopende prestatie is laatstgenoemd besluit van overeenkomstige toepassing.

Toepassing Wet op het BTW-compensatiefonds bij vooruitfacturering van doorlopende prestaties

[Regeling vervallen per 26-06-2009]

Indien in 2003 wordt gefactureerd voor doorlopende prestaties over een periode die is begonnen in 2002, wordt ingevolge artikel 13, aanhef en eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het BTW-compensatiefonds (hierna: Wet BCF), het recht op bijdrage beperkt tot de leveringen en diensten voorzover die worden verricht vanaf 1 januari 2003.

Indien daarentegen partijen overeen zijn gekomen dat de vergoeding voor de doorlopende prestaties bij vooruitbetaling moet worden voldaan, moet bij aanvang van de periode in 2002 een factuur worden uitgereikt. In dat geval is compensatie geheel uitgesloten. Volgens artikel 5 Wet BCF ontstaat het recht op compensatie immers op het tijdstip waarop de omzetbelasting op een factuur in rekening wordt gebracht. Aangezien dat tijdstip is gelegen in 2002, is compensatie volgens de Wet BCF niet mogelijk.

Goedkeuring

[Regeling vervallen per 26-06-2009]

In geval voor doorlopende prestaties vooruit is gefactureerd, leidt toepassing van de goedkeuring om per periode te mogen factureren tot een nadeliger positie dan het geval zou zijn geweest bij het niet toepassen daarvan. Mede om deze reden ontmoet het geen bezwaar dat in deze gevallen de afrekenperiode wordt gesplitst in een periode die eindigt op 31 december 2002 en een periode die aanvangt op 1 januari 2003. De omzetbelasting die in rekening is gebracht en die betrekking heeft op de periode die aanvangt op 1 januari 2003 komt dan in beginsel voor compensatie in aanmerking. Hierbij geldt als voorwaarde dat de splitsing recht doet aan de feitelijke situatie.

Naar boven