Regeling instelling commissie conglomeraatvorming pensioenfondsen

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-02-2003 t/m heden

Regeling instelling commissie conglomeraatvorming pensioenfondsen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges;

Besluiten:

Artikel 2

De commissie heeft tot taak:

  • -

    het bezien of de huidige praktijk van conglomeraatvorming bij pensioenfondsen in lijn is met de visie en de uitgangspunten die het kabinet terzake heeft geformuleerd in de hoofdlijnennotitie nieuwe Pensioenwet (Kamerstukken II, 2001/02, 28 294, nr. 1);

  • -

    het doen van concrete voorstellen voor wettelijk vast te leggen criteria inzake conglomeraatvorming bij pensioenfondsen.

Artikel 4

  • 1 De commissie brengt voor 31 december 2003 haar advies uit aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

  • 2 Na het uitbrengen van het advies is de commissie opgeheven.

Artikel 5

De archiefbescheiden van de commissie worden na haar opheffing of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, directie Arbeidsverhoudingen.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin ze wordt geplaatst en vervalt met ingang van de dag nadat de commissie haar advies heeft uitgebracht.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling instelling commissie conglomeraatvorming pensioenfondsen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Naar boven