Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
-
1. rauwe melk: melk die is afgescheiden door de melkklier van een of meer koeien, geiten
of buffelkoeien, al dan niet onder toevoeging van melk van ooien en die niet is verwarmd
tot boven 40°C en die evenmin een behandeling met een gelijkwaardig effect heeft ondergaan;
-
2. melk bestemd voor de bereiding van producten op basis van melk:
- -
rauwe melk bestemd voor verwerking, of
- -
vloeibare of bevroren melk, verkregen uit rauwe melk, die al dan niet een toegestane
fysische behandeling, zoals een warmtebehandeling of een thermisatie, heeft ondergaan
en waarvan de samenstelling al dan niet is gewijzigd, mits deze wijziging beperkt
blijft tot het toevoegen en/of het onttrekken van natuurlijke melkbestanddelen;
-
3. warmte behandelde consumptiemelk:
- -
voor verkoop aan een eindverbruiker en aan instellingen bestemde consumptiemelk die
is verkregen door een warmtebehandelingen die wordt aangeboden als gepasteuriseerde
melk, UHT-melk, gesteriliseerde of hooggepasteuriseerde melk, of
- -
door pasteurisatie behandelde melk voor bulkverkoop op verzoek van de individuele
verbruiker;
-
4. producten op basis van melk:
- -
zuivelproducten, dat wil zeggen producten die uitsluitend zijn verkregen uit melk,
met dien verstande dat stoffen die voor de bereiding ervan noodzakelijk zijn, mogen
worden toegevoegd, mits deze stoffen niet worden gebruikt voor de volledige of gedeeltelijke
vervanging van een van de bestanddelen van de melk;
- -
samengestelde zuivelproducten, dat wil zeggen producten waarvan geen enkel element
in de plaats komt van een melkbestanddeel of bedoeld is om daarvoor in de plaats te
komen en waarvan de melk of een zuivelproduct een essentieel bestanddeel is, hetzij
door de hoeveelheid, hetzij omdat het effect kenmerkend is voor deze producten;
-
5. warmtebehandeling: elke behandeling door verhitting die, onmiddellijk na de toepassing
ervan, een negatieve reactie bij de fosfatasetest tot gevolg heeft;
-
6. thermisatie: verhitting van rauwe melk tot een temperatuur tussen 57°C en 68°C, zodanig
dat de melk na deze behandeling positief blijft reageren op de fosfatasetest;
-
7. melkveehouderijbedrijf: een bedrijf met een of meer koeien, geiten of buffelkoeien
voor de melkproductie;
-
8. centraal melkdepot: een inrichting waar rauwe melk wordt verzameld en eventueel gekoeld
en gezuiverd mag worden;
-
9. centrum voor standaardisering: een inrichting die niet verbonden is aan een centraal
melkdepot of een melkbehandelings- of melkverwerkingsinrichting, waarin rauwe melk
mag worden afgeroomd of waarin het gehalte aan natuurlijke melkbestanddelen mag worden
gewijzigd;
-
10. melkbehandelingsinrichting: een inrichting waar melk een warmtebehandeling ondergaat;
-
11. melkverwerkingsinrichting: een inrichting en/of een melkveehouderijbedrijf waar melk
en producten op basis van melk worden behandeld, verwerkt en verpakt;
-
12. inrichting: de in de punten 8, 9, 10 en 11 bedoelde inrichtingen;
-
13. COKZ: de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel te
Leusden.
-
14 bevoegde autoriteit: de Keuringsdienst van Waren van het Ministerie van VWS en, voor
zover een inrichting is aangesloten bij het COKZ, het COKZ;
-
15. onmiddellijke verpakking: het beschermen van onder lid I t/m 4 bedoelde producten
door middel van een eerste omhulsel of een eerste bergingsmiddel dat rechtstreeks
in contact komt met het betrokken product, alsmede het eerste omhulsel of het eerste
bergingsmiddel zelf;
-
16. eindverpakking: het plaatsen van een of meer onder lid 2 t/m 4 bedoelde producten
die al dan niet van een onmiddellijke verpakking zijn voorzien, in een bergingsmiddel,
alsmede het bergingsmiddel zelf:
-
17. hermetisch gesloten recipiënt luchtdicht bergingsmiddel dat bestemd is om de inhoud
tijdens en na de hittebehandeling te beschermen tegen het binnendringen van micro-organismen;
-
18. in de handel brengen: het in het bezit hebben of uitstallen met het oog op verkoop,
het te koop aanbieden, het verkopen, het leveren of het op enige andere wijze overdragen,
met uitzondering van de detailverkoop.
-
19. erkende inrichting: een inrichting die door de bevoegde autoriteit is erkend op basis
van artikel 3 van de Warenwetregeling Zuivelbereiding (Stcrt 1994, 243), dan wel artikel 5 van het Landbouwkwaliteitsbesluit rauwe melk en zuivelbereiding (Stb 1994, 63).