Verordening bestemmingsheffing scholing, opleiding en werkgelegenheid bitumineus dakdekkersbedrijf 2003

[Regeling vervallen per 16-10-2019.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-01-2003 t/m 15-10-2019

Verordening van het Hoofdbedrijfschap Ambachten van 2 oktober 2002 houdende regels terzake van de door het hoofdbedrijfschap aan de ondernemers die het bitumineuze dakdekkersbedrijf uitoefenen op te leggen bestemmingsheffing ten behoeve van scholing, opleiding en werkgelegenheid voor het bitumineuze dakbedekkingsbedrijf (Verordening bestemmingsheffing scholing, opleiding en werkgelegenheid bitumineus dakdekkersbedrijf 2003)

Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten;

Gehoord de Vereniging Dakbedekkingsbranche Nederland (VEBIDAK), FNV Bouw en de Hout- en Bouwbond CNV;

Gelet op de artikelen 126 en 95 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikel 7, eerste lid, onderdeel b en c, en artikel 10 van de Instellingsverordening Hoofdbedrijfschap Ambachten;

Besluit:

§ 1. Begripsbepaling en toepassingsgebied

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. de voorzitter: de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Ambachten;

  • b. de ondernemer: degene die een onderneming drijft, dan wel degenen die gezamenlijk een onderneming drijven;

  • c. werknemer: degene die op grond van een arbeidsovereenkomst met de ondernemer in de onderneming werkzaam is in een functie die is vermeld in de functielijst die is opgenomen in de bijlage bij deze verordening;

  • d. de bruto loonsom: het bruto loon sociale verzekeringen als vermeld op de jaaropgave voor de bedrijfsvereniging;

  • e. het hoofdbedrijfschap: het Hoofdbedrijfschap Ambachten.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Deze verordening is van toepassing op de ondernemers die een onderneming drijven waarin het bitumineuze dakdekkersbedrijf wordt uitgeoefend, met uitzondering van:

  • a. de ondernemingen waarin in hoofdzaak andere activiteiten worden verricht dan de uitoefening van het bitumineuze dakdekkersbedrijf respectievelijk die uit dien hoofde onder de werkingssfeer van een andere collectieve arbeidsovereenkomst vallen dan de Collectieve arbeidsovereenkomst voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven;

  • b. de ondernemingen of gedeelten van ondernemingen waarin tevens bitumineuze dakbedekkingsmaterialen worden vervaardigd voor levering aan derden.

§ 2. De heffing

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 Aan de ondernemers bedoeld in artikel 2, die op of na de dag van inwerkingtreding van deze verordening een onderneming drijven waarin het bitumineuze dakdekkersbedrijf wordt uitgeoefend, wordt een heffing opgelegd ten behoeve van scholings-, opleidings- en werkgelegenheidsprojecten.

  • 2 De heffingen worden vastgesteld op grondslag van de bruto loonsom van de werknemers over het jaar 2002.

  • 3 Ingeval de ondernemer in 2002 geen werknemers in loondienst had, bedraagt de grondslag van de heffing € 23.973,-.

  • 4 De heffingen worden als volgt vastgesteld:

    • a. de heffing scholing bedraagt 0,8% van de grondslag van de heffing;

    • b. de heffing opleiding en ontwikkeling bedraagt 0,5% van de grondslag van de heffing;

    • c. de heffing werkgelegenheidsprojecten bedraagt 0,2% van de grondslag van de heffing.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

In afwijking van artikel 3, tweede lid, wordt voor ondernemers die de bedrijfsuitoefening na 1 januari 2002 hebben aangevangen als grondslag gehanteerd de totale bruto loonsom over de periode van aanvang van de bedrijfsuitoefening tot en met 31 december 2003, met een maximum van twaalf maanden vanaf de aanvang van de bedrijfsuitoefening.

§ 3. De vaststelling en oplegging van de heffing

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 De voorzitter stelt de grondslag van de heffingen vast.

  • 2 De ondernemer is verplicht om op eerste vordering de voorzitter de gegevens te verstrekken en de boeken en bescheiden over te leggen, die hij naar zijn oordeel nodig heeft om de grondslag van de heffingen te kunnen vaststellen. De voorzitter kan om een accountantsverklaring verzoeken.

  • 3 Indien de ondernemer, ondanks herhaald verzoek, de in het tweede lid bedoelde gegevens of bescheiden niet verstrekt of overlegt stelt de voorzitter de grondslag vast op basis van geschatte cijfers.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 De voorzitter stelt de heffingen vast op basis van de ingevolge artikel 5 vastgestelde grondslag.

  • 2 De beschikking tot oplegging van een heffing is schriftelijk. Op de beschikking wordt in ieder geval vermeld:

    • a. de naam en woonplaats dan wel vestigingsplaats van de ondernemer;

    • b. het totaal van de vastgestelde heffing;

    • c. de grondslag voor de berekening van de heffing;

    • d. de dagtekening van de beschikking;

    • e. de termijn waarbinnen de heffing uiterlijk moet zijn betaald; en

    • f. het registratienummer van de onderneming.

  • 3 Met de beschikking wordt een toelichting meegezonden. In de toelichting wordt in ieder geval ingegaan op :

    • a. de wijze waarop de heffing is samengesteld;

    • b. de wijze van betaling;

    • c. de bestemming van de heffing;

    • d. de mogelijkheid van bezwaar met vermelding van de in acht te nemen termijnen; en

    • e. de gevallen waarin de heffing niet is verschuldigd.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 Indien op het tijdstip waarop een heffingsbeschikking wordt genomen nog geen definitieve grondslag kan worden vastgesteld, stelt de voorzitter aan de hand van een voorlopige grondslag een voorlopige heffing vast. Artikel 6, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

De artikelen 9 en 10 van de Heffingsverordening Hoofdbedrijfschap Ambachten 2003 zijn van overeenkomstige toepassing.

§ 4. De betaling van de heffing

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 De ondernemer kan de heffingen in twee termijnen voldoen.

  • 2 De ondernemer is verplicht de eerste termijn binnen dertig dagen na de dagtekening van de heffingsbeschikking bedoeld in artikel 6, eerste lid, of 7, eerste lid, te voldoen.

  • 3 De tweede termijn vervalt zes maanden na de dagtekening van de heffingsbeschikking.

  • 4 Na het verstrijken van de in het tweede of derde lid bedoelde termijn zendt de voorzitter de ondernemer die het binnen die termijn verschuldigde bedrag niet of niet volledig heeft betaald, een herinnering.

  • 5 Indien de ondernemer het verschuldigde bedrag binnen veertien dagen na de dagtekening van de herinnering niet of niet volledig heeft betaald, maant de voorzitter de ondernemer schriftelijk aan om alsnog binnen tien dagen te betalen.

  • 6 Indien het vijfde lid wordt toegepast, brengt de voorzitter de ondernemer administratiekosten in rekening.

§ 5. Vermindering van heffing

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 Bij cumulatie van deze bestemmingsheffingen met een of meer andere aan het HBA te betalen bestemmingsheffing, vermindert de voorzitter de heffing tot nihil, indien de uitoefening van het bitumineuze dakdekkersbedrijf kan worden aangemerkt als een nevenactiviteit ten opzichte van die andere bedrijfsuitoefening of bedrijfsuitoefeningen waarvoor een bestemmingsheffing is opgelegd.

  • 2 De vermindering wordt alleen toegepast ten aanzien van de onderneming waarin één persoon alle bedrijven uitoefent waarvoor bestemmingsheffingen zijn opgelegd.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Indien er sprake is van zodanige omstandigheden dat betaling van de volledige heffing of betaling van welk bedrag dan ook in redelijkheid niet kan worden verlangd, kan de voorzitter op aanvraag van de ondernemer het heffingsbedrag verminderen.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 Een aanvraag als bedoeld in artikel 10 en 11 wordt schriftelijk ingediend binnen zes weken nadat de heffing is opgelegd.

  • 2 De aanvraag wordt ondertekend en bevat ten minste:

    • a. naam en adres van de aanvrager;

    • b. de dagtekening;

    • c. de dagtekening en het nummer van de heffingsnota waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • d. de gronden van de aanvraag;

    • e. een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Indien door het verstrekken van onjuiste of onvoldoende gegevens ten onrechte vermindering op grond van artikel 10 en 11 is verleend, trekt de voorzitter zijn beschikking op de aanvraag om vermindering in.

§ 6. Overige bepalingen en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

De bevoegdheid om de heffing bedoeld in artikel 3 op te leggen alsmede de bevoegdheid om de overige krachtens deze verordening te nemen besluiten te nemen, is gedelegeerd aan de voorzitter.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze verordening en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

  • 2 De voorzitter gebruikt de bij de uitvoering van deze verordening ter beschikking komende gegevens uitsluitend voor de uitvoering van deze verordening.

  • 3 Tot de in het tweede lid bedoelde gegevens hebben uitsluitend toegang de voorzitter en de door deze aangewezen leden van het personeel van het secretariaat.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffing scholing, opleiding en werkgelegenheid bitumineus dakdekkersbedrijf 2003.

Deze Verordening zal in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie worden geplaatst.

Den Haag, 2 oktober 2002

P. Kalle

voorzitter

J.W. Nelson

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 21 november 2002 en door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mede namens de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 11 december 2002, nr. AV/CAM/2002/94050.

Bijlage bij de verordening bestemmingsheffing scholing, opleiding en werkgelegenheid bitumineus dakdekkersbedrijf 2003, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Functielijst

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Groep 1: Aankomend dakdekker

Een werknemer die niet zelfstandig kan werken en onder toezicht van de eerste dakdekker zijn werkzaamheden verricht.

Groep 2: Dakdekker

Een werknemer die eenvoudige werkzaamheden zelfstandig kan verrichten, doch niet de bekwaamheid bezit van de eerste dakdekker.

Groep 3: Eerste dakdekker en chauffeur

  • a. Een werknemer die het vak beheerst doch nog niet als voorman geschikt is.

  • b. Chauffeur. Een werknemer wiens arbeidstijd als regel in beslag wordt genomen door het vervoer van materialen in opdracht van zijn werkgever. Hij helpt bij het laden en lossen en draagt zorg dat dusdanig geladen wordt, dat verlies dan wel beschadiging van materiaal zoveel mogelijk wordt voorkomen en dat het verkeer niet in gevaar wordt gebracht. Hij controleert of de geladen dan wel geloste goederen in overeenstemming zijn met de hem verstrekte staten en Iaat voor ontvangst tekenen.

Indien gedurende enige tijd geen chauffeurswerkzaamheden voorhanden zijn, kan hij worden verplicht andere hem passende werkzaamheden in de onderneming te verrichten. Deze arbeid zal geen wijziging brengen in de voor hem geldende loonbepalingen.

In bijzondere gevallen dan wel indien vervoer van de werknemers dit noodzakelijk maakt, is hij gehouden langer te werken dan is gesteld in artikel 8 lid 3 ; een en ander in het raam van het Rijtijdenbesluit.

Groep 4: Voorman-dakdekker E

Een werknemer die bij alle voorkomende werkzaamheden bekwaam is leiding te geven aan een ploeg dakdekkers en op elk gebied van het vak allround is.

Groep 5: Voorman-dakdekker A

De voorman-dakdekker B, die als regel leiding geeft aan 5 of meer personen.

Naar boven