U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-08-2005.]Geraadpleegd op 31-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-08-2001. Geldend van 01-08-2001 t/m 31-07-2005
Startvergoeding en aanvullende bekostiging nieuwe scholen voortgezet onderwijs
[Regeling vervallen per 01-08-2005]
Gebleken is dat de tot nu toe gehanteerde gedragslijn bij de toekenning van de startvergoeding en de aanvullende bekostiging voor nieuwe scholen voor voortgezet onderwijs niet geheel voldoet om startende scholen redelijkerwijs in staat te stellen zorg te dragen voor onderwijs. De vergoeding voor de aanloopkosten van deze scholen wordt daarom met ingang van 1 augustus 2001 aangepast. Tevens wordt met de bekendmaking van deze beleidsregel voldaan aan de vraag om de financiering van nieuwe scholen voor (nieuwe) besturen te verduidelijken.
Sinds het schooljaar 1999-2000 zijn er voor het eerst sinds lange tijd in het voortgezet onderwijs weer geheel nieuwe scholen gesticht: scholen van bijvoorbeeld een onderwijsrichting die nog niet in de regio voorkwam, zoals het evangelisch onderwijs in Utrecht. Het gaat dus niet om scholendie ontstaan zijn door fusie, splitsing of door toevoeging van een onderwijssoort aan een scholengemeenschap. Redenen voor een afwijkende gedragslijn voor nieuwe scholen ten opzichte van bestaande scholen zijn o.a.: in het eerste schooljaar voldoet de procedure voor de reguliere bekostiging niet in verband met de t-1 systematiek; scholen in opbouw hebben minder mogelijkheden tot efficiënte groepsvorming, efficiënte klassendelers en zijn daardoor duurder; de scholen hebben nog geen mogelijkheden gehad om reserves op te bouwen; tevens is er sprake van extra materiële kosten.
Een nieuw te starten school in het voortgezet onderwijs ontvangt de volgende bekostiging:
Een nieuwe school ontvangt in het jaar voorafgaand aan de start een vergoeding waarvan de hoogte afhangt van het soort school:
in euro’s (prijspeil 1-8-2002):
dir
oop
totaal
cat. mavo
11.268,05
5.907,77
17.175,82 1
cat. vwo, havo en sgm. vwo/havo
13.448,51
19.356,28 2
cat. vbo en sgm. mavo/vbo
16.902,07
8.861,66
25.763,73 3
sgm. avo
26.609,91
11.815,54
38.425,45 4
sgm. breed
32.309,95
14.769,43
47.079,38 5
Deze bedragen worden geïndexeerd.
Exploitatiekosten (artikel 10 Bekostigingsbesluit W.V.O.)
Vier maanden materiële vergoeding op basis van de prognose van het aantal leerlingen in het eerste schooljaar. Voor deze vergoeding worden de normbedragen voor de leerjaren 1 en 2 gebruikt. Deze startvergoeding is éénmalig en wordt niet gecorrigeerd op basis van het feitelijke aantal leerlingen op 1 oktober van het eerste schooljaar.
De school dient voor deze vergoeding (A) een opgave in te dienen bij Cfi/BVO van de prognose van het aantal leerlingen op 1 oktober van het eerste schooljaar (jaar t). Deze opgave kan ingediend worden nadat de goedkeuring van de start van de school is verleend in het kader van de planprocedure. De school ontvangt van Cfi vervolgens een individuele beschikking. De geïndexeerde bedragen worden in de beschikking vermeld.
Aangezien deze beleidsregel met terugwerkende kracht wordt ingevoerd per 1 augustus 2001 ontvangen de scholen die op 1 augustus 2001 of op 1 augustus 2002 zijn gestart, een aangepaste beschikking.
De bekostiging in het eerste schooljaar (jaar t) geschiedt op basis van de prognose van het aantal leerlingen in dat jaar. Bijstelling van de bekostiging vindt plaats in november (jaar t) op basis van het feitelijk aantal leerlingen op 1 oktober van dat jaar. Aangezien er geen t-1 en t-2 schooljaren zijn, kan de formule van het tweede lid van artikel 6 van het Formatiebesluit W.V.O., de zogenoemde correctiefactor, uiteraard niet worden toegepast. In de berekeningvan de formatie wordt deze om rekentechnische redenen op 1,0 gezet.
In de formule leraren wordt geen rekening gehouden met de gemiddelde gewogen leeftijd van de leraren (ggl): er vindt dus geen leeftijdscorrectie plaats.
Het aantal fte’s leraren wordt éénmalig met 1 verhoogd (hierop gelden ook alle opslagen). Met deze extra fte kan de school externe hulp inroepen bij het opzetten van programma’s, administratie ed.
De school ontvangt van Cfi automatisch een individuele beschikking.
In het tweede schooljaar is de bekostiging regulier. De correctiefactor van artikel 6, tweede lid, van het Formatiebesluit is 1,32. Bij sterke groei levert de correctiefactor een belangrijke positieve bijdrage (32% van de groei) aan de vergoeding.
Voor de schooljaren t+1 tot en met het schooljaar waarin de school volgroeid is (t/m het examen vmbo, havo, vwo, afhankelijk van de toegestane schoolsoorten in het plan van scholen) kan de school een aanvraag indienen (op grond van artikel 85a, tweede lid, WVO) voor een aanvullende bekostiging vanwege leerlinggroei.
De aanvraag onder C2. dient bij Cfi/BVO te worden ingediend en wordt gehonoreerd afhankelijk van een beoordeling van de financiële positie van het bevoegd gezag aan de hand van de financiële verantwoordingsgegevens over het jaar t-1.
Als de school volgroeid is (examenjaar gevuld) vervalt deze uitzonderingspositie.
De subsidie onder A en C2 wordt verstrekt als tegemoetkoming in uitgaven die zijn verbonden aan het in deze beleidsregel omschreven doel. Verrekening van eventueel niet-bestede middelen of overschotten vindt niet plaats. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van deze subsidie.
Overeenkomstig de OCenW-Richtlijnen Jaarverslaggeving wordt in de jaarrekening de aan het verslagjaar toe te rekenen subsidie herkenbaar als bate verantwoord, en worden de lasten verwerkt binnen de daartoe bestemde posten. Een afzonderlijke specificatie van de lasten naar kostensoorten is niet noodzakelijk. De subsidie wordt opgenomen in bijlage D2 bij de jaarrekening als niet-geoormerkte subsidie.
Cfi zal bij de eerste beschikking (de startvergoeding) in een bijlage aangeven welke regelgeving, brochures e.d. van belang zijn voor het nieuwe bevoegd gezag en de school. Tevens wordt aangeboden om in een persoonlijk gesprek het nieuwe bestuur wegwijs te maken in de relevante en van toepassing zijnde regelgeving.
minister
dr. L.S.J.M. Henkens,
directeur voortgezet onderwijs
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Startvergoeding en aanvullende bekostiging nieuwe scholen voortgezet onderwijs", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.