Wijzigingswet Wetboek van Strafvordering enz. (verruiming bevoegdheid enkelvoudige kamers)

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 12-07-2002 t/m heden

Wet van 4 juli 2002 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen strekkende tot het verruimen van de bevoegdheid van de politierechter en de enkelvoudige kamer in hoger beroep (verruiming bevoegdheid enkelvoudige kamers)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bevoegdheid van de politierechter en de enkelvoudige kamer die in hoger beroep oordeelt te verruimen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

  • 1 In zaken waarin voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een dagvaarding is uitgebracht waardoor de zaak bij de rechtbank ter terechtzitting aanhangig is gemaakt, blijven de artikelen 368 en 369 van het Wetboek van Strafvordering van toepassing zoals zij luidden voor die inwerkingtreding.

Artikel V

Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treedt deze wet in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij is geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 4 juli 2002

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de elfde juli 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven