Instellingsregeling Nationaal Analysecentrum voor Munten

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Instellingsregeling Nationaal Analysecentrum voor Munten

De Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op artikel 5, eerste lid, van de Verordening (EG) Nr. 1338/2001 van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PbEG L 181);

Gelet op artikel 8, tweede en vierde lid, van de Muntwet 2002;

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Er is een Nationaal Analysecentrum voor Munten.

  • 2 Het Nationaal Analysecentrum voor Munten heeft tot taak de werkzaamheden te verrichten die Verordening (EG) Nr. 1338/2001 van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij, opdraagt aan het in artikel 5, eerste lid, van die Verordening genoemde nationaal analysecentrum voor munten.

Artikel 2

De Nederlandsche Bank N.V. wordt aangewezen als Nationaal Analysecentrum voor Munten, en tevens als de instantie, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Muntwet 2002.

Artikel 3

Gegevens die De Nederlandsche Bank N.V. tot zijn beschikking heeft omtrent valse of vervalste munten die ingevolge dit besluit ter beoordeling zijn voorgelegd, worden uitsluitend verstrekt aan het organisatieonderdeel van De Nederlandsche Bank N.V. dat is aangewezen als Nationaal Analysecentrum, het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum en de Minister van Financiën.

Artikel 4

  • 1 Het Nationaal Analysecentrum voor Munten neemt uitsluitend in ontvangst het voor de beoordeling representatieve deel van het totaal aan aangeboden vermoedelijk valse of vervalste munten.

  • 2 De beoordeling van de in het eerste lid genoemde munt(en) vindt in elk geval plaats volgens de minimum beoordelingsprocedure zoals vastgesteld door de Europese Commissie.

  • 3 Het Nationaal Analysecentrum voor Munten beoordeelt de in het eerste lid genoemde munt(en) zelf of zendt deze ter beoordeling door naar het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van Verordening (EG) Nr. 1338/2001 van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij.

  • 4 Het Nationaal Analysecentrum voor Munten archiveert, na beoordeling, een zodanig aantal valse of vervalste munten als nodig is voor referentiemateriaal.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop de Muntwet 2002 in werking treedt.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Financiën,

W.J. Bos

Naar boven