Tijdelijke stimuleringsregeling vrijwilligerswerk

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 18-12-2003 t/m 31-12-2005

Tijdelijke stimuleringsregeling vrijwilligerswerk

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op de artikelen 5, 49a en 56 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

b. vrijwilligerswerk:

werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald, wordt verricht ten behoeve van andere mensen of de samenleving, zonder dat degene die het verricht daar voor zijn of haar levensonderhoud van afhankelijk is;

c. vrijwilligersorganisatie:

organisatie die bestaat uit vrijwilligers of werkt voor vrijwilligers of werkt met inzet van vrijwilligers;

d. voorbereiding:

het geheel van de activiteiten gericht op het ontwerpen van een vrijwilligersproject;

e. vrijwilligersproject:

een samenhangend geheel van activiteiten, waaronder de voorbereiding, gericht op een systematische en duurzame versterking van het vrijwilligerswerk als onderdeel van de maatschappelijke en sociale infrastructuur door middel van:

  • -

    het stimuleren van en zorgdragen voor deskundigheidsbevordering bij vrijwilligersorganisaties,

  • -

    het stimuleren dat meer mensen en mensen uit diverse bevolkingsgroepen vrijwilligerswerk blijven dan wel gaan verrichten, of

  • -

    het bijstaan van vrijwilligersorganisaties in de daarmee samenhangende organisatorische en administratieve taken;

f. gezamenlijk vrijwilligersproject:

een vrijwilligersproject dat door twee of meer gemeenten of twee of meer provincies gezamenlijk wordt uitgevoerd.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De minister kan aan een gemeente of provincie éénmaal een meerjarige uitkering verlenen voor een vrijwilligersproject dat na inwerkingtreding van deze regeling start.

  • 2 De aanvraag voor een meerjarige uitkering, bedoeld in het eerste lid, wordt conform bijlage 1 ingericht en vóór 1 november 2001 ingediend. Na ontvangst van de aanvraag beslist de minister over het verlenen van voorschotten.

  • 3 Vóór 1 juli 2002 wordt de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, volledig gemaakt met een projectbeschrijving van het vrijwilligersproject. De projectbeschrijving wordt ingericht conform bijlage 2 en in tweevoud ingediend. Na ontvangst van de projectbeschrijving beslist de minister over het verlenen van de meerjarige uitkering.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Om in aanmerking te komen voor een meerjarige uitkering voldoet een vrijwilligersproject tenminste aan de volgende criteria:

  • a. het is afgestemd op ander gemeentelijk dan wel provinciaal beleid dat relevant is voor het vrijwilligersproject of waaraan het vrijwilligersproject een bijdrage kan leveren;

  • b. het is aanvullend of vernieuwend ten opzichte van de activiteiten van de aanvrager voorafgaand aan het vrijwilligersproject;

  • c. het wordt in overleg met de daarbij belang hebbende organisaties en instellingen voorbereid en uitgevoerd;

  • d. het voorziet in een periodieke registratie en analyse van de ontwikkelingen op het terrein van het vrijwilligerswerk op het grondgebied van de in het vrijwilligersproject participerende gemeenten of provincies met inbegrip van de invloed van het vrijwilligersproject op deze ontwikkelingen;

  • e. het wordt na voltooiing van de voorbereiding vóór 2003 gedurende een aaneengesloten periode voortgezet en vóór 1 januari 2005 afgerond.

Artikel 3a

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De gemeente of provincie kan met toestemming van de minister activiteiten van een vrijwilligerswerkproject waarvoor een uitkering is verstrekt uitvoeren buiten de periode waarvoor deze uitkering is verstrekt, doch uiterlijk tot een jaar na beëindiging van de uitkering.

  • 2 De toestemming, bedoeld in het eerste lid, wordt voor 1 februari 2004 gevraagd.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De meerjarige uitkering voor een vrijwilligersproject bestaat uit een vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten die redelijkerwijs aan het project zijn toe te rekenen.

  • 2 De meerjarige uitkering, bedoeld in het eerste lid, bedraagt de kosten in het jaar 2001 vermeerderd met de helft van de kosten in de jaren 2002 tot en met 2004. De uitkering bedraagt echter niet meer dan:

    • -

      de som van de per betrokken kalenderjaar van toepassing zijnde bedragen genoemd in bijlage 3 of, indien dat lager is,

    • -

      de totale kosten verminderd met de kosten voor personeel en materieel van de aanvrager.

  • 3 Indien de minister na ontvangst van de projectbeschrijving, bedoeld in artikel 2, derde lid, geen meerjarige uitkering verleent, bedraagt de uitkering ten hoogste de in het jaar 2001 werkelijk gemaakte kosten voor de voorbereiding met als maximum het van toepassing zijnde bedrag genoemd in bijlage 3.

  • 4 Indien de projectbeschrijving, bedoeld in artikel 2, derde lid, niet, niet tijdig of niet volledig wordt ver-strekt, kan de minister de aanvraag voor de meerjarige uitkering afwijzen en de onverschuldigd betaalde voorschotten terugvorderen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De minister verstrekt voorschotten op de meerjarige uitkering tot maximaal het voor het desbetreffende kalenderjaar in bijlage 3 genoemde bedrag. De voorschotten worden als volgt betaald:

  • a. voor het jaar 2001 in één keer;

  • b. voor het jaar 2002 na goedkeuring van de ingediende projectbeschrijving maandelijks in gelijke delen over de periode van het jaar;

  • c. voor de jaren 2003 en 2004 in gelijke en maandelijkse termijnen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De minister kan de uitkering wijzigen in verband met wijziging van de indeling van gemeenten of grenscorrecties.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De minister kan voor het indienen van het verslag, bedoeld in artikel 48 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid, en de verantwoording en de verklaring van de accountant, bedoeld in artikel 50 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid, formulieren voorschrijven.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

In geval van een gezamenlijk vrijwilligersproject dragen de deelnemende gemeenten of provincies aan een van hen de bevoegdheid over tot het indienen van de aanvraag, het verstrekken van de projectbeschrijving, het ontvangen van de uitkering alsmede het indienen van het verslag, de verantwoording en de verklaring van de accountant.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke stimuleringsregeling vrijwilligerswerk.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Vliegenthart

Bijlage 1. behorende bij de Tijdelijke stimuleringsregeling vrijwilligerswerk, artikel 2, tweede lid

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Indienen vóór 1 november 2001

Gegevens aanvrager

Naam gemeente/provincie1

Aantal inwoners gemeente2

Postadres

Postcode

Plaats

Bezoekadres

Postcode

Plaats

Naam contactpersoon

Telefoonnummer

Telefax

E-mail

Bank- of gironummer

  • I. Ondergetekende verzoekt hierbij op grond van artikel 2, tweede lid, van de Tijdelijke stimuleringsregeling vrijwilligerswerk, om een meerjarige uitkering:

    • ( voor het jaar 2001 van:

      f ... (het maximale bedrag3) of

      f ... (een lager bedrag dan het maximale)

      Van het hierboven vermelde bedrag is een bedrag van f ... bestemd voor de voorbereiding van het vrijwilligersproject. Dit bedrag zal worden besteed aan:

      • behoefte-inventarisatie

      • afstemming met vrijwilligersorganisaties

      • afstemming met betrokken instellingen/derden

      • beschrijving van stand van zaken/nulmeting

      • anders, namelijk:

    • ( voor het jaar 2002 van:

      € ... (het maximale bedrag) of

      € ... (een lager bedrag dan het maximale)

    • ( voor het jaar 2003 van:

      € ... (het maximale bedrag) of

      € ... (een lager bedrag dan het maximale)

    • ( voor het jaar 2004 van:

      € ... (het maximale bedrag) of

      € ... (een lager bedrag dan het maximale).

  • II. Met het indienen van onderhavige aanvraag verklaart ondergetekende vóór 1 juli 2002 deze aanvraag te zullen aanvullen met het indienen van een projectbeschrijving conform artikel 2, derde lid, van de Tijdelijke stimuleringsregeling vrijwilligerswerk.

    Ondergetekende zal bij het opstellen van de begroting bij de projectbeschrijving er rekening mee houden dat deze zorgdraagt voor financiering van tenminste 50% van de totale (begrote) en werkelijk gemaakte kosten over de jaren 2002, 2003 en 2004.

  • III. Ondergetekende heeft kennisgenomen van het bepaalde in artikel 4, derde en vierde lid, in het geval dat geen meerjarige uitkering kan worden verleend.

    Ondertekening door bevoegde(n) van gemeente of provincie:

    Datum Plaats

    na(a)m(en)

Bijlage 2,. behorende bij de Tijdelijke stimuleringsregeling vrijwilligerswerk, artikel 2, derde lid

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

In tweevoud indienen vóór 1 juli 2002

Attentie

Op de verschillende onderwerpen in dit formulier voor de projectbeschrijving dient zoveel mogelijk beschrijvend en inhoudelijk te worden ingegaan. Er kan niet worden volstaan met aanduidingen in trefwoorden.

  • A. Gegevens aanvrager

    Naam gemeente/provincie4

    Aantal inwoners gemeente5

    Postadres

    Postcode

    Plaats

    Bezoekadres

    Postcode

    Plaats

    Naam contactpersoon

    Telefoonnummer

    Telefax

    E-mail

    Bank- of gironummer

  • B. Gegevens project(onderdeel)

    Een project kan uit verschillende onderdelen bestaan; per project(onderdeel) volgt een beschrijving van:

    • 1. Titel

    • 2. Het probleem/de aanleiding tot/doelstelling van het project(onderdeel)

    • 3. Doelgroep(en)/terrein(en) waarop het project(onderdeel) zich richt

    • 4. Periode waarin het project(onderdeel) wordt uitgevoerd: van ... tot en met ...

    • 5. De verschillende fasen/werkzaamheden/aanpak in het project(onderdelen) (gerelateerd aan de projectdoelen)

    • 6. Beoogd/te verwachten resultaat (zo concreet mogelijk)

    • 7. De mate waarin het project(onderdeel) nieuw/vernieuwend/aanvullend is ten opzichte van het reeds gevoerde beleid

    • 8. De wijze waarop/mate waarin het project(onderdeel) is afgestemd op overig betrokken beleid van de aanvrager

    • 9. De wijze waarop wordt zorggedragen voor periodieke registratie en analyse van ontwikkelingen

    • 10. Factoren die de uitvoering/realisering van het (deel)project kunnen beïnvloeden/risicofactoren voor de haalbaarheid

    • 11. De wijze waarop wordt zorggedragen voor de evaluatie dan wel effectmeting van het project(onderdeel), waarbij tevens wordt aangegeven op welke wijze en gedurende welke periode de activiteiten na beëindiging van de uitkering worden voortgezet.

  • C. Samenwerking met derden

    Beschrijving van:

    • 1. De betrokkenheid van en het overleg met vrijwilligersorganisaties dan wel derden bij de totstandkoming van de projectbeschrijving

    • 2. De samenwerking met daarbij belanghebbende vrijwilligersorganisaties, instellingen of derden in de uitvoering van het project(onderdeel) (naam/wijze van samenwerken/looptijd)

    • 3. De (mogelijk) benodigde inhoudelijke ondersteuning van derden bij de uitvoering van het project.

  • D. Meerwaarde project

    • 1. Welke inzichten zal het project ten behoeve van het toekomstige vrijwilligerswerk kunnen verschaffen

    • 2. Op welke wijze is het project gericht op versterking van de lokale vrijwilligersinfrastructuur

    • 3. Op welke wijze draagt de inzet van vrijwilligerswerk als middel bij aan oplossingen voor maatschappelijke problemen

    • 4. Met welke aan vrijwilligerswerk gerelateerde beleidsterreinen worden dwarsverbanden gelegd:

    Gerelateerd beleidsterrein

    Toelichting

       

    Onderwijs

    ja/nee

    (Preventieve) gezondheidszorg

    ja/nee

    Werkgelegenheid

    ja/nee

    Welzijn (bijv. sociale cohesie)

    ja/nee

    Criminaliteitspreventie

    ja/nee

    Jeugdbeleid

    ja/nee

    Wijkbeheer

    ja/nee

    Ruimtelijke ordening en milieu

    ja/nee

    Recreatie

    ja/nee

    Sport

    ja/nee

    Kinderopvang

    ja/nee

    Ouderenbeleid/-zorg

    ja/nee

    Anders, nl. ...

     
  • E. Begroting vrijwilligersproject

    jaar

    activiteit

    totale kosten

    bijdrage gem./prov.

    gevraagde uitkering

             

    2001

    -

         
     

    -

         
     

    -

         
     

    -

         
             

    2002

    -

         
     

    -

         
     

    -

         
     

    -

         
             

    2003

    -

         
     

    -

         
     

    -

         
     

    -

         
             

    2004

    -

         
     

    -

         
     

    -

         
     

    -

         
             

    Totaal

           

    Ondertekening door bevoegde(n) van gemeente of provincie:

    Datum Plaats

    na(a)m(en)

Bijlage 3. behorende bij de Tijdelijke stimuleringsregeling vrijwilligerswerk, artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • A. Per gemeente bedraagt de uitkering naar het aantal inwoners 6 maximaal:

    In 2001:

    Aantal inwoners:

    uitkering in f

     

    kleiner dan 10.000

    12.500

    10.000 - 20.000

    25.000

    20.000 - 50.000

    50.000

    50.000 - 100.000

    100.000

    100.000 - 250.000

    150.000

    groter dan 250.000

    200.000

    In 2002, 2003, en 2004 per jaar:

    Aantal inwoners:

    uitkering in €

     

    kleiner dan 10.000

    5.700

    10.000 - 20.000

    11.300

    20.000 - 50.000

    22.700

    50.000 - 100.000

    45.400

    100.000 - 250.000

    68.100

    groter dan 250.000

    90.800

  • B. Per provincie bedraagt de uitkering in 2001 maximaal f 150.000,- en voor de jaren 2002, 2003 en 2004 maximaal 68.067 per jaar.

  1. Ingeval van een gezamenlijke aanvraag de correspondentiegegevens van alle deelnemende gemeenten of provincies vermelden in de bijlage. Als aanvrager de gemeente of provincie die de uitkering aanvraagt noteren. ^ [1]
  2. Conform de cijfers vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek per 1 januari 2001, zoals opgenomen in CBS Statline en gepubliceerd in Bevolking der gemeenten van Nederland. ^ [2]
  3. Het maximale bedrag is het van toepassing zijnde bedrag op grond van bijlage 3 bij deze regeling. ^ [3]
  4. Ingeval van een gezamenlijke aanvraag de correspondentiegegevens van alle deelnemende gemeenten of provincies vermelden in de bijlage. Als aanvrager de gemeente of provincie die de uitkering aanvraagt noteren. ^ [4]
  5. Conform de cijfers vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek per 1 januari 2001, zoals opgenomen in CBS Statline en gepubliceerd in Bevolking der gemeenten van Nederland. ^ [5]
  6. Conform de cijfers vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek per 1 januari 2001, zoals opgenomen in CBS Statline en gepubliceerd in Bevolking der gemeenten van Nederland. ^ [6]
Naar boven