Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol inburgering nieuwkomers 2000

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 17-03-2001 t/m 31-12-2006

Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol inburgering nieuwkomers 2000

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, handelend in overeenstemming met de staatssecretaris van volksgezondheid, welzijn en sport,

Gelet op artikel 7, tweede en vierde lid van het Bekostigingsbesluit inburgering nieuwkomers;

Besluit

Artikel 1. Model financiële verantwoording

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Het model voor de financiële verantwoording inburgering nieuwkomers 2000 wordt vastgesteld volgens bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 2. Controleprotocol

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het controleprotocol ten behoeve van de verklaring omtrent de getrouwheid wordt vastgesteld volgens bijlage 2 bij deze regeling.

  • 2 Het model voor de verklaring omtrent de getrouwheid wordt vastgesteld volgens bijlage 3 bij deze regeling.

Artikel 3. Bekendmaking

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in Uitleg OCenW-Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Artikel 4. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van Uitleg OCenW-Regelingen waarin deze regeling is geplaatst.

Artikel 5. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol inburgering nieuwkomers 2000.

De

minister

van onderwijs, cultuur en wetenschappen

drs. L.M.L.H.A. Hermans

Bijlage 1. Bij de Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol inburgering nieuwkomers 2000

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Vóór 1 november 2001 volledig ingevuld te zenden aan: Cƒi, team FVE/VDE, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer

Bijlage 67705.png

Bijlage 2. Bij de Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol inburgering nieuwkomers 2000

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Controleprotocol inburgering nieuwkomers 2000

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

In het protocol wordt alleen aandacht besteed aan de onderdelen van het Bekostigingsbesluit die van belang zijn voor de vaststelling van de hoogte van de rijksbijdrage en voor de rechtmatigheid van de besteding daarvan (controle van de telgegevens en de verantwoording). De overige regels voor de inburgering dienen uiteraard ook te worden nageleefd. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeenten om daarop toe te zien.

Van de accountant wordt verwacht dat hij het onderzoek naar de getrouwheid van de in de verantwoording en de opgave van de telgegevens opgenomen gegevens uitvoert met een grote mate van nauwkeurigheid. Uitgangspunt is een controletolerantie van 2% bij een betrouwbaarheid van 95%.

1. Aandachtspunten voor de controle van de verantwoording

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1.1 Stel vast dat de in de verantwoording opgenomen lasten inzake inburgering zijn gemaakt voor nieuwkomers in de zin van de Wet inburgering nieuwkomers (WIN) aan wie een beschikking is afgegeven.

    De definitie van nieuwkomer in de zin van de WIN is opgenomen in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de WIN. Een beschikking voor een inburgeringsprogramma is zowel de vaststelling van een inburgeringsprogramma op grond van artikel 5, eerste lid, van de WIN als het besluit het vaststellen van een inburgeringsprogramma achterwege te laten, op grond van artikel 5, tweede lid, van de WIN.

  • 1.2 Stel vast dat de in de verantwoording opgenomen lasten voor inburgering inzake de educatieve programma's berusten op een of meer tussen de gemeente en een bekostigde instelling voor educatie en beroepsonderwijs afgesloten overeenkomsten. Stel vast dat in de verantwoording geen lasten zijn opgenomen in verband met de inkoop van educatieve programma's bij andere instellingen en bedrijven.

    De gemeente kan uitsluitend lasten in verband met educatieve programma's in de verantwoording opnemen voor zover deze onderwijsactiviteiten bij bekostigde bve-instellingen zijn ingekocht.

    De educatieve programma's worden afgesloten met een toets en kunnen de volgende onderdelen omvatten:

    • een opleiding Nederlands als tweede taal I of II;

    • een opleiding gericht op breed maatschappelijk functioneren;

    • een opleidingen gericht op sociale redzaamheid.

  • 1.3 Stel vast dat de volgens de verantwoording aan reguliere educatie respectievelijk aan integratie van minderheden verantwoorde lasten het maximum hiervoor niet overschrijden.

    De rijksbijdrage moet door de gemeenten in eerste instantie worden ingezet voor de inburgering van nieuwkomers. Daarbij bestaat de mogelijkheid van verschuiving van gelden tussen de educatieve programma's en de welzijnscomponent van de rijksbijdrage voor inburgering. Bovendien mag, in het geval dat een gemeente in 2000 lagere lasten heeft voor de inburgering, de gemeente tot een bepaald maximum de middelen inzetten voor de reguliere educatie (zie onder A) en/of voor de integratie van minderheden (zie onder B). Met "integratie van minderheden" wordt bedoeld de in artikel 2, onder k, van de Welzijnswet 1994 genoemde integratie van vluchtelingen, minderheden en vreemdelingen die op grond van hun asielaanvraag in het bezit zijn gesteld van een vergunning tot verblijf om klemmende redenen van humanitaire aard alsmede van vreemdelingen die in een met de positie van deze groepen vergelijkbare positie verkeren. De gemeente mag ook reserveren voor de inburgering van nieuwkomers in latere jaren (zie onder C).

    • A Het maximum bedrag dat aan reguliere educatie mag worden besteed wordt als volgt berekend:

      • als de lasten voor de educatieve programma's afzonderlijk zijn geadministreerd worden de werkelijke lasten van de ontvangen rijksbijdrage voor de educatieve programma's afgetrokken. Het restant mag aan educatie worden besteed.

      • als de gemeente de lasten voor zowel de educatieve als de welzijnscomponent als één geheel heeft geadministreerd, mag 65% van het niet aan inburgering bestede bedrag aan educatie worden besteed. Dit percentage komt overeen met het aandeel voor de educatieve programma's in de totale rijksbijdrage 2000.

    • B Het maximum bedrag dat aan integratie van minderheden mag worden besteed wordt als volgt berekend:

      • als de lasten voor de welzijnscomponent afzonderlijk zijn geadministreerd worden de werkelijke lasten afgetrokken van de ontvangen rijksbijdrage voor de welzijnscomponent. Het restant mag aan integratie van minderheden worden besteed.

      • als de gemeente de lasten voor zowel de educatieve als de welzijnscomponent als één geheel heeft geadministreerd mag 35% van het niet aan inburgering bestede bedrag aan integratie van minderheden worden besteed. Dit percentage komt overeen met het aandeel voor de welzijnscomponent in de totale rijksbijdrage 2000.

    • C Middelen die noch zijn ingezet voor educatie noch voor de integratie van minderheden kunnen worden gereserveerd voor inburgering van nieuwkomers in latere jaren.

  • 1.4 Stel vast dat de in de verantwoording van de rijksbijdrage voor de inburgering opgenomen lasten voor reguliere educatie niet eveneens zijn opgenomen als lasten in de verantwoording van de rijksbijdrage voor de educatie.

    Uit de verantwoording inburgering nieuwkomers moet blijken of inburgeringsmiddelen zijn besteed aan reguliere educatie (zie onder 3.3). In de verantwoording van de rijksbijdrage voor de educatie (verstrekt op grond van artikel 2.3.1, tweede lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs) moeten in dat geval deze middelen als baten worden opgenomen. Ook in het geval dat de rijksbijdrage voor reguliere educatie deels is aangewend voor de inburgering van nieuwkomers, moet dit in beide verantwoordingen zichtbaar zijn. Vastgesteld moet worden dat het totaal van de lasten voor educatieve programma's en educatie niet hoger is dan de lasten die voortvloeien uit overeenkomsten die de gemeente heeft afgesloten met bve-instellingen over te verrichten educatieactiviteiten.

2. Aandachtspunten voor de controle van de telgegevens (blauwe overzichtsformulier)

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Ingevolge artikel 4 van het Bekostigingsbesluit verstrekt de gemeente gegevens aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over het aantal in het jaar 2000 door de gemeente afgegeven beschikkingen omtrent een inburgeringsprogramma en het aantal verklaringen omtrent afgelegde toetsen. De op basis van deze opgave door het ministerie geregistreerde gegevens zijn opgenomen op het aan de gemeente verstrekte blauwe overzichtsformulier. Alle door de accountant geconstateerde fouten moeten worden gecorrigeerd op het blauwe overzichtsformulier. Alle geconstateerde fouten moeten tevens worden gespecificeerd in de accountantsverklaring (voor het model zie bijlage 3).

De blauwe overzichtsformulieren worden door de instellingsaccountant gewaarmerkt en worden gevoegd bij de accountantsverklaring inzake de financiële verantwoording.

  • 2.1 Stel de juistheid vast van het in de opgave opgenomen aantal beschikkingen omtrent inburgeringsprogramma's (kolom 1 tot en met 4).

    Een beschikking voor een inburgeringsprogramma is zowel de vaststelling van een inburgeringsprogramma op grond van artikel 5, eerste lid, van de WIN als het besluit het vaststellen van een inburgeringsprogramma achterwege te laten, op grond van artikel 5, tweede lid, van de WIN.

    De in de opgave verwerkte beschikkingen moeten aan de volgende eisen voldoen:

    • De beschikkingen zijn in 2000 afgegeven; de datum van de beschikking is hierbij bepalend;

    • De beschikkingen zijn afgegeven aan nieuwkomers in de zin van de WIN.

    Bij de nieuwkomers in de zin van de WIN wordt onderscheid gemaakt tussen nieuwkomers die achttien jaar of ouder zijn, nieuwkomers die zestien en zeventien zijn en die niet leerplichtig of partieel leerplichtig zijn en nieuwkomers die zestien en zeventien jaar zijn en wel partieel leerplichtig zijn (zie Handreiking 16-17-jarigen, u toegezonden bij brief d.d. 13-11-1998 van het ministerie van BZK).

  • 2.2 Stel de juistheid vast van het in de opgave opgenomen aantal verklaringen (kolom 5 en 6).

    Het betreft de verklaringen die op grond van artikel 7.4.15, tweede lid, van de WEB worden uitgereikt door de instellingen aan nieuwkomers ten bewijze dat de toets is afgelegd. Een afschrift van deze verklaring zendt de instelling aan de gemeente.

    De in de opgave verwerkte verklaringen moeten aan de volgende eisen voldoen:

    • de verklaringen zijn in 2000 afgegeven; de datum van de verklaring is hierbij bepalend;

    • de verklaringen zijn afgegeven aan nieuwkomers voor wie een beschikking is afgegeven;

    • op de verklaringen zijn de resultaten van de toets, bedoeld in artikel 7.4.13 van de WEB, vermeld.

  • 2.3 Stel de juistheid vast van het in de opgave opgenomen aantal nieuwkomer-deelnemers dat in 2000 een toets of examen heeft afgelegd (kolom 7)

    Het overgangsrecht bij het Bekostigingsbesluit voorzag erin dat gedurende enkele jaren de hoogte van de rijksbijdrage mede werd vastgesteld op grond van het aantal personen dat vóór de inwerkingtreding van de WIN aan een inburgeringsprogramma was begonnen (de zogenaamde nieuwkomer-deelnemers) en nadien nog de toets of het examen aflegde. In 1999 was dat voor het laatst aan de orde. Echter, het is niet uit te sluiten dat ook in 2000 nog personen de toets of het examen hebben afgelegd. Er zal een regeling worden getroffen die erin voorziet dat in voorkomend geval deze personen kunnen worden meegeteld bij de bepaling van de hoogte van de rijksbijdrage voor 2002.

    De gemeente beschikt voor elke mee te tellen nieuwkomer-deelnemer over:

    • een document, in 2000 verstrekt door een bve-instelling, waaruit blijkt dat in 2000 de toets, bedoeld in artikel 3, tweede lid onder b, van de Onderwijsregeling is afgelegd en waaruit het door de nieuwkomer-deelnemer bereikte niveau en de mogelijkheden voor vervolgopleidingen kunnen worden afgeleid en waarbij het niveau van de nieuwkomer-deelnemer wordt gemeten in relatie tot het niveau van de opleiding Nederlands als tweede taal I en II, bedoeld in artikel 7.3.1. van de WEB of

    • een document, verstrekt door een bve-instelling, waaruit blijkt dat in 2000 de nieuwkomer-deelnemer het examen, bedoeld in het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal, afgenomen volgens programma I of programma II, heeft behaald.

3. Overzicht geldende regelgeving

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB);

  • Wet inburgering nieuwkomers (WIN);

  • Bekostigingsbesluit inburgering nieuwkomers;

  • de Welzijnswet 1994 (Stb. 1994, 447, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 1999, 433);

  • Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid (Stb. 1994, 909, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 1998, 481).

Bijlage 3. Bij de Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol inburgering nieuwkomers 2000

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

ACCOUNTANTSVERKLARING

Naam accountant:

Adres:

Postcode en woonplaats:

Telefoon:

Opdracht

Wij hebben de door ons gewaarmerkte

  • - opgave telgegevens over het jaar 2000 zoals bedoeld in artikel 4 van het Bekostigingsbesluit inburgering nieuwkomers

  • - verantwoording over het jaar 2000 zoals bedoeld in artikel 7 van het Bekostigingsbesluit inburgering nieuwkomers

van de gemeente/samenwerkende gemeenten …………………………................................, gecontroleerd. De opgave telgegevens en de verantwoording zijn opgesteld onder verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders van de gemeente(n). Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de opgave telgegevens en de verantwoording te verstrekken.

Werkzaamheden

Onze controle is verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen in Nederland voor controleopdrachten en in overeenstemming met het controleprotocol inburgering nieuwkomers 2000. Volgens de richtlijnen en het controleprotocol dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de opgave en de verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de in de opgave en de verantwoording opgenomen gegevens.

Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Oordeel

Wij zijn van oordeel dat de opgave en de verantwoording voldoen aan de volgende eisen:

  • dat de in de opgave opgenomen telgegevens juist zijn weergegeven;

  • dat de verantwoording is opgesteld overeenkomstig het model zoals vastgesteld met de regeling ....………..... d.d. ………....;

  • dat de verantwoording getrouw weergeeft de lasten en baten in 2000 met betrekking tot de inburgering van nieuwkomers;

  • dat de in de verantwoording opgenomen lasten en baten tot stand zijn gekomen in overeenstemming met het voor de inburgering van nieuwkomers in 2000 geldende Bekostigingsbesluit.

Wij brengen nog het volgende onder de aandacht: Naar aanleiding van onze controle is de opgave van de telgegevens als volgt gewijzigd:

 

Was

Wordt

Kolom 1

   

Kolom 2

   

Kolom 3

   

Kolom 4

   

Kolom 5

   

Kolom 6

   

Kolom 7

   

Deze verklaring is afgegeven ten behoeve van Cfi, Agentschap van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Plaats en datum:

Handtekening:

Naar boven