Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden

Geraadpleegd op 14-10-2024.
Geldend van 30-12-2014 t/m heden

Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden

De Minister van Financiën;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat;

Gelet op artikel 2, tweede lid, van de Wet financiering decentrale overheden,

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. de wet: de Wet financiering decentrale overheden;

  • b. lidstaat: staat die lid is van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

  • c. financiële onderneming: een onderneming die in een lidstaat het bedrijf van bank mag uitoefenen, beleggingsdiensten mag verlenen, beleggingsinstellingen mag beheren, rechten van deelneming in een beleggingsmaatschappij mag aanbieden, of het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen.

  • d. solvabiliteitsratio: het in een lidstaat voor een financiële onderneming voorgeschreven minimumniveau aansprakelijk vermogen tegenover aangehouden naar risicograad gewogen activum;

  • e. vastrentende waarden: openbare en onderhandse leningen;

  • f. nazorgfondsen: fondsen als bedoeld in artikel 15.47 van de Wet Milieubeheer.

  • g. rating: taxatie van de kredietwaardigheid van een financiële onderneming of een land, bepaald door een ratingbureau;

  • h. nettingovereenkomst: een overeenkomst op grond waarvan de wederzijdse verplichtingen tussen partijen verrekend worden waardoor wordt bepaald wat de ene partij per saldo aan de andere partij verschuldigd is;

  • i. waardepapieren: documenten met een geldswaarde, zoals een bewijs van een aandeel of obligatie;

  • k. rentecap: financieel derivaat waarbij de koper gedurende een in de overeenkomst overeengekomen renteperiode van de verkoper een geldsom ontvangt indien de variabele rente zich boven een overeengekomen rentepercentage beweegt;

  • l. renteswap: financieel derivaat waarbij gedurende een overeengekomen periode kasstromen in de vorm van rentebetalingen worden uitgewisseld;

  • m. payer swap: renteswap waarbij de betaler een vaste rente over de nominale waarde betaalt en een variabele rente over de nominale waarde ontvangt;

  • n. receiver swap: renteswap waarbij de betaler een variabele rente over de nominale waarde betaalt en een vaste rente over de nominale waarde ontvangt;

  • o. forward starting swap: payer- of receiver swap met een overeengekomen toekomstige begindatum;

  • p. swaption: financieel derivaat dat de koper gedurende een bepaalde periode of op een bepaald moment het recht geeft om onder bepaalde voorwaarden een renteswap af te sluiten;

  • q. niet-effectieve positie: situatie waarin de looptijd en de onderliggende waarde van een financieel derivaat niet overeenkomt met de financieringsbehoefte waaraan het derivaat wordt toegerekend;

  • r. financieringsbehoefte: een lening, groep leningen of een nog aan te trekken lening respectievelijk groep leningen.

Artikel 2

  • 1 Openbare lichamen zetten, al dan niet tegen waardepapieren, slechts uitgezonderde middelen, bedoeld in artikel 2a, tweede lid, van de wet uit bij en gaan slechts verbintenissen met betrekking tot financiële derivaten aan met financiële ondernemingen die:

    • a. gevestigd zijn in een lidstaat die ten minste beschikt over een AA-rating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus; en

    • b. voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren kunnen aantonen dat ze ten minste over een A-rating beschikken, afgegeven door ten minste twee ratingbureaus.

  • 2 Het eerste is niet van toepassing op uitzettingen tegen waardepapieren waarvoor een solvabiliteitsratio van 0 procent geldt.

Artikel 2a

  • 1 Openbare lichamen gaan geen leningen aan met het enkele doel de aangetrokken gelden tegen een hoger rendement uit te zetten.

  • 2 Openbare lichamen zetten tijdelijk overtollige gelden van aangetrokken leningen voor projectfinanciering uitsluitend uit bij de financiële onderneming waar deze leningen zijn aangegaan, onverminderd artikel 2, eerste en tweede lid.

  • 3 Indien een openbaar lichaam een nettingovereenkomst heeft afgesloten met een financiële onderneming met betrekking tot het uitzetten van tijdelijk overtollige gelden van aangetrokken leningen voor projectfinanciering als bedoeld in het tweede lid, is artikel 2, eerste en tweede lid, niet van toepassing.

Artikel 3

Openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de wet, zetten uitsluitend gelden uit in de vorm van:

  • a. producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het einde van de looptijd intact is, uitgezet bij een instelling die voldoet aan artikel 2;

  • b. vastrentende waarden, uitgegeven door een instelling die voldoet aan artikel 2.

Artikel 3a

  • 1 Nazorgfondsen mogen, in afwijking van artikel 3, gelden uitzetten in de vorm van beleggingen in aandelen die genoteerd zijn aan een van overheidswege toegelaten effectenbeurs en in onroerend goedfondsen die genoteerd zijn aan een van overheidswege toegelaten effectenbeurs, mits zeker wordt gesteld dat de hoofdsom, gecorrigeerd voor inflatie, ten minste aan het einde van dertig jaar intact is door middel van:

    • a. vastrentende waarden, uitgegeven door een instelling die voldoet aan artikel 2, of

    • b. overige uitzettingen tegen rente bij een instelling die voldoet aan artikel 2.

  • 2 Voor de bepaling van het gedeelte van de portefeuille dat aangehouden moet worden in de vorm van uitzettingen als bedoeld in het eerste lid onder a en b, geldt een nominale rekenrente van 5% en een inflatiecorrectie van 2%.

Artikel 4

  • 1 Openbare lichamen hanteren financiële derivaten uitsluitend ter beperking van financiële risico’s en nemen geen niet-effectieve positie in.

  • 3 Openbare lichamen hanteren uitsluitend rentecaps, payer swaps, forward start payer swaps of swaptions.

  • 4 Bijstortverplichtingen worden alleen overeengekomen indien de bijstortverplichting op beide partijen of uitsluitend op de financiële onderneming rust.

  • 5 Indien een niet-effectieve positie ontstaat, nemen openbare lichamen de noodzakelijke maatregelen om deze binnen een redelijke termijn ongedaan te maken. Hiervoor kan een openbaar lichaam, in afwijking van het derde lid, een receiver swap hanteren.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden.

De

Minister

van Financiën,

G. Zalm