Uitvoeringsregeling BSE 2000-IIIA

[Regeling vervallen per 11-06-2005.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 30-06-2001 t/m 10-06-2005

Uitvoeringsregeling BSE 2000-IIIA

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, 3, tweede lid, 5, en 6, eerste lid, van het Besluit subsidies energieprogramma's;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

  • 1 Als programma als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Besluit subsidies energieprogramma's wordt vastgesteld het programma opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1, onder A.

  • 2 Voor het in bijlage 1, onder A, opgenomen onderdeel van het programma wordt het subsidieplafond vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in bijlage 1, onder B.

  • 3 Het in het tweede lid bedoelde bedrag is beschikbaar voor aanvragen die zijn ontvangen in de in bijlage 1, onder C, opgenomen periode.

  • 4 Het bedrag voor onderdeel A (DEA) van bijlage 1, onder A, wordt verdeeld op de wijze zoals omschreven in artikel 9, eerste lid, van het Besluit subsidies energieprogramma's.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling BSE 2000-IIIA.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

`s-Gravenhage, 11 juli 2000

De

Minister

van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

A. Programma Duurzame Energie 2000 (deel 2)

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

Op 20 juni jl. is de Uitvoeringsregeling BSE 2000-III (Stcrt. 116) gepubliceerd, waarbij het programma Duurzame Energie 2000 is vastgesteld. In deze aanvullende regeling wordt een onderdeel aan dit programma toegevoegd. Het doel van het programma Duurzame Energie 2000 is het bevorderen van de ontwikkeling en toepassing van duurzame energie. Onder duurzame energie wordt verstaan: (combinaties van) windenergie, fotovoltaïsche zonne-energie, thermische zonne-energie, aardwarmte, energieopslag, omgevingswarmte, waterkracht, afval en biomassa, zoals bedoeld in de voortgangsrapportage Duurzame energie in uitvoering (juli 1999).

In aanvulling op het gepubliceerde programma Duurzame Energie 2000 omvat deel 2 van dit programma het onderdeel Duurzame Energie Algemeen (DEA).

Beoordelingsaspecten

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

De mate waarin een project bijdraagt aan de realisering van de doelstelling van het programma, wordt bepaald door algemene aspecten en door onderdeelspecifieke aspecten.

De algemene aspecten zijn:

  • a. de slaagkans van het project;

  • b. de nieuwheid van het project;

  • c. de potentiële energieverdienste van het project;

  • d. de milieuverdienste van het project;

  • e. de projectkosten in relatie tot de potentiële bijdrage van het project aan de doelstelling van het programma;

  • f. de relevantie voor andere doelstellingen van overheidsbeleid;

  • g. de mate waarin relevante kennisoverdracht plaatsvindt;

  • h. de toepassingsmogelijkheden van het projectresultaat in de markt;

  • i. de mate waarin het project aansluit bij een aanwezig innovatietraject van de aanvrager of van anderen;

  • j. de mate waarin samengewerkt wordt met andere (markt)partijen, bijvoorbeeld in technologieclusters of in marktclusters;

  • k. voorzover van toepassing de mate waarin voor gemeenten en provincies invulling wordt gegeven aan de (voorbereiding van) afspraken over duurzame energie;

  • l. de aansluiting op internationale ontwikkelingen;

  • m. het perspectief op de economische haalbaarheid van de toepassing van een technologie op de korte of langere termijn.

Toelichting op de bovengenoemde algemene aspecten

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

ad a. Indien de slaagkans van een project te gering wordt geacht, zal het verlenen van subsidie niet aan de orde zijn. Voor het vaststellen van de slaagkans van een project wordt, naast een inschatting van de technische en financieel/economische haalbaarheid, tevens rekening gehouden met factoren van organisatorische, juridische en bestuurlijke aard, alsmede met de financiële draagkracht van de aanvrager.

ad b. Onder het nieuwheidscriterium wordt in dit programma verstaan:

  • -

    het toepassen van nieuwe technologieën;

  • -

    het geven van nieuwe toepassingen aan bestaande technologieën.

Er dient sprake te zijn van voor Nederland in meer of mindere mate grensverleggende toepassingen.

ad d. Bij de bepaling van de milieuverdienste wordt rekening gehouden met:

  • de mate waarin CO2-emissies worden vermeden;

  • de mate waarin emissies van andere milieubelastende stoffen worden gereduceerd;

  • de mate waarin wordt vermeden dat verschuivingen van milieueffecten van het ene milieucompartiment naar het andere optreden.

ad h. Een project wordt mede beoordeeld op basis van inzicht in de markttoepassing of het herhalingspotentieel van het specifieke project of product.

ad i. Van belang is dat projecten zoveel mogelijk aansluiten op reeds eerder door de aanvrager of door anderen gegenereerde kennis en dat voor wat betreft haalbaarheids-, onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten doublures worden vermeden.

Onderdeel A. Duurzame Energie Algemeen (DEA)

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

Het doel van het onderdeel Duurzame Energie Algemeen is het bevorderen van de toepassing van duurzame energie.

Het onderdeel Duurzame Energie Algemeen beoogt een extra impuls te geven aan de introductie van duurzame energie, zodat het implementatietempo verhoogd wordt, en de doelstelling 10% duurzaam in 2020 bereikt kan worden.

Het onderdeel omvat twee subonderdelen.

A1. Informatievoorziening

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

Dit subonderdeel is gericht op het informeren van marktpartijen, overheden en het publiek over de toepassingsmogelijkheden van duurzame energie om daarmee een positief effect te realiseren op de totstandkoming van duurzame energie projecten.

De voornaamste soorten projecten die in 2000 voor een subsidie in aanmerking komen zijn kennisoverdrachtprojecten, die gericht zijn op het verspreiden van informatie over de toepassingsmogelijkheden van duurzame energie. Organisaties die zelf geen commercieel belang hebben bij de informatie die wordt verspreid, kunnen een bijdrage leveren aan dit subonderdeel.

A2. Marktontwikkeling

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

Dit subonderdeel is gericht op het versnellen van de toepassing van duurzame energie.

De voornaamste projecten die in 2000 voor een subsidie in aanmerking komen zijn haalbaarheids- en kennisoverdrachtprojecten waarbij via scans potentiële toepassingen van duurzame energie in kaart worden gebracht en implementatietrajecten worden aangegeven. Aan dit subonderdeel kunnen met name bijdragen:

  • -

    (samenwerkingsverbanden) van gemeenten die afspraken met Novem maken over de implementatie van duurzame energie;

  • -

    (koepelorganisaties van) particuliere en zakelijke energiegebruikers.

Voor zakelijke energiegebruikers geldt een maximum subsidiepercentage van 50% van de projectkosten.

B. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies op in 2000 en 2001 ontvangen aanvragen met betrekking tot het programma Duurzame Energie 2000 (deel 2), onderdeel A, bedraagt f 3.230.000,00, met dien verstande dat voor het subonderdeel informatievoorziening maximaal f 1.630.000,00 beschikbaar is.

C. Aanvraagperiode

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

Aanvragen met betrekking tot het programma Duurzame Energie 2000 (deel 2), onderdeel A, moeten door Novem zijn ontvangen in de periode 18 juli 2000 tot en met 31 januari 2001.

Nadere informatie is te verkrijgen bij:

Novem B.V., Postbus 8242, 3503 RE Utrecht, tel. 030-2393493.

Novem B.V., Postbus 17, 6130 AA Sittard, tel. 046-4202202.

Naar boven