Bijdrageregeling leefbaarheid partiële GSB-steden

[Regeling vervallen per 13-12-2008.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 23-01-2005 t/m 12-12-2008

Bijdrageregeling leefbaarheid partiële GSB-steden

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a) de minister:

de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties;

b) gemeentebestuur:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alkmaar, Amersfoort, Emmen, Lelystad en Zaanstad, die partieel deelnemen aan het grotestedenbeleid;

c) meerjarig ontwikkelingsprogramma:

het ontwikkelingsprogramma dat het gemeentebestuur vóór 31 december 1999 bij het Rijk indient.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

  • 1 De minister verstrekt het gemeentebestuur voor de uitvoering van het gemeentelijk beleid ter verbetering van de leefbaarheid een bijdrage voor de periode 2000 tot en met 31 maart 2005, indien het gemeentebestuur als onderdeel van het meerjarig ontwikkelingsprogramma een samenstel van maatregelen opneemt dat naar het oordeel van de minister voldoet aan de in de artikelen 4 en 5 gestelde voorwaarden.

  • 2 Het gemeentebestuur besteedt de aan hem uitgekeerde bijdrage als aanvullende financiering van het onderdeel leefbaarheid van het meerjarige ontwikkelingsprogramma.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

  • 1 De bijdrage die het gemeentebestuur wordt toegekend na goedkeuring van het meerjarig ontwikkelingsprogramma staat vermeld in de bij deze regeling behorende bijlage.

  • 2 De op grond van deze regeling toe te kennen bijdragen worden beschikbaar gesteld onder het voorbehoud van autorisatie door de begrotingswetgever.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

Aan het onderdeel leefbaarheid van het meerjarige ontwikkelingsprogramma legt het gemeentebestuur de volgende doelstellingen ten grondslag:

  • a) Het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid van de leefomgeving;

  • b) Het bevorderen van burgerparticipatie;

  • c) Het bevorderen van de betrokkenheid van het bedrijfsleven bij het bevorderen van leefbaarheid en veiligheid;

  • d) het bevorderen van een sluitende aanpak van sociale opvang en hulpverlening gericht op overlastgevende personen, waaronder dak- en thuislozen, met gecompliceerde, meervoudige problemen;

  • e) realisatie van toezicht op locaties met een verhoogd overlast- en/of criminaliteitsrisico;

  • f) het verbeteren van de nazorg voor stelselmatige daders;

  • g) het ontwikkelen en uitvoeren van een gedegen veiligheidsanalyse, het investeren in de regiefunctie van de gemeente, het verbeteren van de informatievoorziening en het opstellen van veiligheidsarrangementen, in het bijzonder voor stationsgebieden en andere gebieden ten behoeve van het openbaar vervoer.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

  • 1 Het gemeentebestuur geeft voor het onderdeel leefbaarheid van het meerjarig ontwikkelingsprogramma een beschrijving van de problematiek en van de omvang en samenstelling van de groepen waarop het gemeentelijk beleid met het oog op het bereiken van de in artikel 4 genoemde doelstelling is gericht.

  • 2 Het gemeentebestuur geeft voor het onderdeel leefbaarheid van het meerjarig ontwikkelingsprogramma een beschrijving van de maatregelen die met het oog op de in artikel 4 genoemde doelstellingen worden genomen en een indicatie van de bestedingen die ten laste van de bijdrage zullen worden gedaan.

  • 3 Het gemeentebestuur geeft ten aanzien van de in het eerste en tweede lid bedoelde maatregelen aan welke prestaties in termen van streefcijfers ten opzichte van de vastgestelde beginsituatie zullen worden bereikt.

  • 4 Met betrekking tot de doelstelling genoemd in artikel 4, onderdeel d, omschrijft het gemeentebestuur de prestaties, bedoeld in het derde lid, in het aantal te realiseren plaatsen in de maatschappelijke opvang binnen de gemeente.

  • 5 Met betrekking tot de doelstelling genoemd in artikel 4, onderdeel e, omschrijft het gemeentebestuur de prestaties, bedoeld in het derde lid, in:

    • a. het aantal regulier gemaakte instroom/doorstroombanen,

    • b. het aantal gerealiseerde aanvullende opleidingen voor toezichthouders of

    • c. het aantal arbeidsmarkttoeleidingstrajecten voor toezichthouders.

  • 6 Met betrekking tot de doelstelling genoemd in artikel 4 onderdeel f , omschrijft het gemeentebestuur de prestaties, bedoeld in het derde lid, in: de totstandkoming van een convenant tussen de bij de nazorg betrokken lokale partijen, daarbij inbegrepen een vaststelling van de beginsituatie van het aantal aangeboden nazorgtrajecten en afspraken over het aantal nazorgtrajecten in de jaren 2005–2009.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

Indien de minister van oordeel is dat het onderdeel leefbaarheid van het meerjarig ontwikkelingsprogramma niet voldoet aan de artikelen 4 en 5, stelt hij het gemeentebestuur in de gelegenheid het meerjarig ontwikkelingsprogramma aan te passen. Hij stelt daarbij een termijn en geeft aan op welke onderdelen het ontwikkelingsprogramma aanpassing behoeft.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

  • 1 Het gemeentebestuur ontvangt de bijdrage in vijf jaarlijkse termijnen, die telkens voor 1 juli betaalbaar worden gesteld.

  • 2 in afwijking van het eerste lid ontvangt het gemeentebestuur de jaartermijn 2001 van de in artikel 4, onder b, bedoelde middelen, voor 15 december 2001, onder voorbehoud van goedkeuring van de daarmee verband houdende wijziging van het meerjarig ontwikkelingsprogramma. In deze wijziging die voor 1 december 2001 wordt ingediend, geeft het gemeentebestuur aan op welke manier er vorm is gegeven aan burgerparticipatie en op welke wijze het bedrag van de rijksbijdrage met tenminste de helft wordt vermeerderd.

  • 3 In afwijking van het eerste lid ontvangt het gemeentebestuur de in artikel 4, onder c, bedoelde middelen, voor 15 december 2001, onder voorbehoud van goedkeuring van de daarmee verband houdende wijziging van het meerjarig ontwikkelingsprogramma. In deze wijziging geeft het gemeentebestuur aan op welke manier er vorm is gegeven aan de betrokkenheid van het bedrijfsleven en waaraan een door het bedrijfsleven beschikbaar gesteld bedrag dat tenminste gelijk is aan de rijksmiddelen wordt besteed.

  • 4 Indien het gemeentebestuur een aanvulling op het meerjarig ontwikkelingsprogramma vaststelt ten behoeve van de realisering van de doelstelling als vermeld in artikel 4, onderdeel d, ontvangt het gemeentebestuur, in afwijking van het eerste lid, voor 1 oktober 2003 de bijdrage voor 2003, als vermeld in de bijlage bij deze regeling. Het gemeentebestuur zendt daartoe de aanvulling op het meerjarig ontwikkelingsprogramma uiterlijk 1 september 2003 aan de minister.

  • 5 Indien het gemeentebestuur een aanvulling op het meerjarig ontwikkelingsprogramma vaststelt ten behoeve van de realisering van de doelstelling als vermeld in artikel 4, onderdeel e, ontvangt het gemeentebestuur, in afwijking van het eerste lid, voor de jaartermijn 2003 voor 1 oktober 2003 een bijdrage. De bijdrage bedraagt € 6.424 per regulier gemaakte instroom/doorstroombaan, of arbeidsmarkttoeleidingstraject voor toezichthouders of het aantal gerealiseerde aanvullende opleidingen voor toezichthouders, tot een maximum zoals vermeld in de bijlage bij deze regeling. Het gemeentebestuur zendt daartoe de aanvulling op het meerjarig ontwikkelingsprogramma uiterlijk 1 september 2003 aan de minister. Indien een gemeentebestuur op basis van de prestaties ten behoeve van de realisering van de doelstelling als vermeld in artikel 4, onderdeel e, niet in aanmerking komt voor het maximumbedrag als vermeld in de bijlage bij deze regeling, zal het resterende bedrag op basis van het bedrag per eenheid en naar evenredigheid worden toegekend aan de gemeentebesturen die op basis van de prestaties ten behoeve van de realisering van de doelstelling als vermeld in artikel 4, onderdeel e, een hogere bijdrage hadden kunnen ontvangen dan het maximumbedrag als vermeld in de bijlage bij deze regeling.

  • 6 Met betrekking tot de doelstellingen genoemd in artikel 4, onderdelen a tot en met c, ontvangt het gemeentebestuur voor het jaar 2004, onder voorwaarde van een evenredige verhoging van de reeds in het bestaande meerjarig ontwikkelingsprogramma opgenomen prestaties bedoeld in artikel 5, derde lid van deze regeling, een bijdrage, als vermeld in de bijlage bij deze regeling. In deze bijdrage zijn tevens begrepen de middelen ten behoeve van de doelstellingen, zoals genoemd in artikel 4, onderdelen f en g.

  • 7 In afwijking van het eerste lid ontvangt het gemeentebestuur voor 31 december 2003 een bijdrage als vermeld in de bijlage bij deze regeling ten behoeve van de realisering in samenhang met de doelstellingen als vermeld in artikel 4, onderdelen a en b.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

  • 1 Het gemeentebestuur brengt uiterlijk 15 juli 2005 aan de Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid verslag uit over de besteding van de bijdrage.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

De minister kan de bijdrage geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien uit het financieel verslag bedoeld in artikel 8, eerste lid, blijkt dat de bijdrage niet is besteed aan de uitvoering van de in artikel 5 bedoelde maatregelen.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

Deze regeling wordt aangehaald als: Bijdrageregeling leefbaarheid partiële GSB-steden.

’s-Gravenhage, 21 april 2000

De

Minister

voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R.H.L.M. van Boxtel

Bijlage

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

in €

Leefbaarheidsfonds

 

2000

2001

2002

2003

2004

Totaal

1.134.451

1.134.451

1.134.451

1.673.995

1.673.995

Alkmaar

226.890

198.756

198.756

269.092

269.092

Amersfoort

226.890

278.167

278.167

442.436

442.436

Emmen

226.890

144.302

144.302

228.705

228.705

Lelystad

226.890

166.537

166.537

166.537

166.537

Zaanstad

226.890

346.688

346.688

567.225

567.225

in €

Onze buurt aan zet 1

 

2000

2001

2002

2003

2004

Totaal

 

756.300

756.300

756.300

 

Alkmaar

 

151.260

151.260

151.260

 

Amersfoort

 

151.260

151.260

151.260

 

Emmen

 

151.260

151.260

151.260

 

Lelystad

 

151.260

151.260

151.260

 

Zaanstad

 

151.260

151.260

151.260

 

in €

Rietkerk-middelen

 

2000

2001

2002

2003

2004

Totaal

     

309.424

309.424

Alkmaar

     

56.013

56.013

Amersfoort

     

76.654

76.654

Emmen

     

61.933

61.933

Lelystad

     

33.657

33.657

Zaanstad

     

81.167

81.167

in €

ID-banen

 

2000

2001

2002

2003

2004

Totaal

     

211.794

 

Alkmaar

     

28.608

 

Amersfoort

     

44.937

 

Emmen

     

51.076

 

Lelystad

     

52.795

 

Zaanstad

     

34.378

 

Voor de doelstelling inzake de realisatie van toezicht op locaties met een verhoogd overlast- en/of criminaliteitsrisico is, afhankelijk van de door de steden geformuleerde ambities op basis van de outputindicatoren, eenmalig een bedrag per eenheid beschikbaar à € 6.424 tot een maximum bedrag per stad. Indien niet het volledig beschikbare bedrag wordt besteed, zal er op basis van evenredigheid een herverdeling plaatsvinden ten gunste van steden met een hoger ambitieniveau dan hun ‘trekkingsrechten’. Het normbedrag zal hierbij niet veranderen.

in €

Impuls burgerparticipatie

 

2000

2001

2002

2003

2004

Totaal

     

814.371

 

Alkmaar

     

162.874

 

Amersfoort

     

162.874

 

Emmen

     

162.874

 

Lelystad

     

162.874

 

Zaanstad

     

162.874

 

in €

Procesgeld voor veiligheid

 

2000

2001

2002

2003

2004

Totaal

       

333.333

Alkmaar

       

66.667

Amersfoort

       

66.667

Emmen

       

66.667

Lelystad

       

66.667

Zaanstad

       

66.667

  1. Er is voor alle steden in de periode 2001–2003 eenmalig een bedrag van maximaal € 56.722 beschikbaar als bonus voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. ^ [1]
Naar boven