Besluit tot instelling van een bedrijfscommissie voor de Industrie

[Regeling vervallen per 01-09-2010.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2000 t/m 31-08-2010

Besluit van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad van 22 december 1999 tot instelling van een bedrijfscommissie voor de Industrie

De Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad;

Gelet op de artikelen 37 en 38 van de Wet op de ondernemingsraden;

Gelet op artikel 3 van de Delegatieverordening Bestuurskamer (RE 7/1994);

Gehoord de naar het oordeel van de Raad voor het desbetreffende deel van het bedrijfsleven representatieve organisaties van ondernemers en van werknemers;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Dit besluit verstaat onder industrie de navolgende activiteiten:

  • a. aardewerkindustrie:

    de ondernemingen waarin wordt vervaardigd huishoudelijk aardewerk en porcelein, sieraardewerk, wand- en vloertegels, sanitair aardewerk, keramische dakpannen, vuurvaste materialen, steengaas of portland-cements;

  • b. vezelcementwaren-, glas- en kalkindustrie: de ondernemingen waarin:

    • 1. fabrieksmatig vezelcementwaren worden vervaardigd;

    • 2. grondstoffen tot glas worden versmolten en daaruit voorwerpen worden vervaardigd;

    • 3. schelpkalk, extra-gezeefde schelpkalk, schelpkalkbloem of poederkalk wordt vervaardigd;

    • 4. uit mergel kalk wordt geproduceerd of mergel wordt gewonnen en gemalen;

  • c. baksteenindustrie:

    de ondernemingen waarin baksteen wordt vervaardigd, waaronder te rekenen zowel metselsteen als straatsteen of daaruit samengestelde elementen, in welke productiestadia, formaten of soorten dan ook, doch met uitzondering van zuur- en vuurvaste steen;

  • d. betonwarenindustrie:

    de ondernemingen waarin, elders dan op bouwwerken, betonwaren worden vervaardigd;

  • e. confectie-industrie:

    de ondernemingen of gedeelten van ondernemingen die op fabrieksmatige wijze kleding en/of textielstukgoederen of hetgeen ter vervanging daarvan dient, zoals: gerubberd doek, plastic, leder, bont en dergelijke, ver- en/of bewerken dan wel doen ver- en/of bewerken tot een ge- of verbruiksvoorwerp dan wel halffabrikaten daarvan, met inbegrip van in Nederland gevestigde ondernemingen of afdelingen daarin, waar in hoofdzaak of uitsluitend gordijnen, vitrages, draperieën en dergelijke worden vervaardigd, alles met uitzondering van ondernemingen:

    • 1. waarin de verwerking geschiedt door detailhandelsondernemingen, die uitsluitend de in de detailhandel gebruikelijke bewerkingen verrichten;

    • 2. die uitsluitend of in hoofdzaak eindproducten vervaardigen, waarvan de verwerkte textielstukgoederen, of hetgeen ter vervanging daarvan dient, niet een overwegend bestanddeel uitmaken, zoals schoen-, matrassen- en meubelfabrieken;

    • 3. die in hoofdzaak artikelen vervaardigen, terzake waarvan de CAO voor de lederwarenindustrie dan wel de CAO voor de textielindustrie van toepassing is;

    • 4. die in hoofdzaak het maatkledingbedrijf uitoefenen;

    voor de toepassing van onderdeel e wordt een onderneming of afdeling geacht zich in hoofdzaak met de vervaardiging van gordijnen, vitrages, draperieën e.d. bezig te houden, indien het aantal daarbij betrokken werknemers groter is dan het aantal werknemers dat betrokken is bij eventuele andere werkzaamheden van de werkgever;

  • f. chemische- en aanverwante industrieën:

    • 1. chemische industrie:

      • -

        de ondernemingen waarin cokes, stikstofmeststoffen, salpeterzuur, ammoniak, superfosfaat, zwavelzuur, watervrije soda, monochloorazijn, koolzure potas, dubbelkoolzure soda, carbid of – tenzij dat binnen het ressort van een andere bedrijfscommissie valt – andere gassen worden vervaardigd, alsmede de ondernemingen waarin het winnen en/of zieden van zout wordt beoefend;

      • -

        de ondernemingen waarin chemische kantoorbehoeften, chemische verfstoffen en organische kleurstoffen, organische plakmiddelen en zetmeelderivaten, textielhulpstoffen, etherische oliën, essences, synthetische reukstoffen of poetsmiddelen worden vervaardigd;

      • -

        destructieondernemingen;

      • -

        de ondernemingen waarin beenderen worden verwerkt;

      • -

        de ondernemingen waarin kaarsen, stearine, oleïne, glycerine, gedistilleerde vetzuren, vetalcoholen, koolteerproducten, kunstharsen of harde vloerbedekking worden vervaardigd;

      • -

        de ondernemingen waarin actieve kool, insecticiden, fungiciden, harslijmen, waterglas, silicaten, galvanische badzouten, melkzuur en zouten daarvan, fotografische chemicaliën, slijp- en polijstmiddelen of vuurwerk worden vervaardigd;

      • -

        de ondernemingen die gist-, spiritus- of graanzetmeel en daarmee samenhangende producten vervaardigen;

      • -

        de ondernemingen waarin knopen (behalve uitsluitend uit metaal bestaande knopen) worden vervaardigd;

    • 2. aardolie-industrie:

      de ondernemingen voor de winning en/of be- of verwerking van aardolie en/of aardoliederivaten en/of verkoop van aardolieproducten;

    • 3. industrie van bereide verf en drukinkten:

      de ondernemingen waarin fabrieksmatig worden vervaardigd:

      • -

        organische deklagen (coatings), verven, vernissen, lakken, pastaverven, plamuren, stopverven, welpasta’s, afdichtingsmaterialen (kitten), kunststof gebonden pleisters, waterverven in poedervorm, meercomponentenverven, verfverharders, spuitpoeders c.q. poedercoatings, siccatieven, wegenmarkeringsproducten, pigmentpreparaten, bewerkte plantaardige oliën, verfverdunningsmiddelen, beitsen, verfafbijtmiddelen en vulmassa’s, zowel op één- als op meercomponentenbasis;

      • -

        vernissen, drukinkten en aanverwante producten, waaronder mede worden verstaan hulpmiddelen zoals droogstoffen, verdunningsmiddelen en pasta’s die de eigenschappen van inkt beïnvloeden;

    • 4. kunststoffenindustrie:

      de ondernemingen waarin kunststoffen worden verwerkt volgens de pers-, spuit-, en spuitgiet-, extrusie-, kalander- of dompelmethode, kunststoffen worden bewerkt of verwerkt tot constructie- en bekledingsmateriaal dan wel geslaagde materialen, caseïneplastics of schuimplastics worden vervaardigd, een en ander met uitzondering van:

      • -

        de ondernemingen waarin natuurrubber en synthetische rubber worden verwerkt;

      • -

        de ondernemingen waarin kunstleer wordt vervaardigd;

      • -

        de ondernemingen die kunststoffen verwerken of bewerken tot onderdelen van de door hen vervaardigde metalen artikelen of apparaten, dan wel elektrotechnische artikelen of apparaten;

      • -

        de ondernemingen die papier of karton vervaardigen of verwerken en daarbij kunststoffen toepassen;

    • 5. rubber- en thermoplastische industrie:

      de ondernemingen welke rubber en/of thermoplastische artikelen vervaardigen of bewerken;

    • 6. medisch-farmaceutische industrie:

      • -

        de ondernemingen waarin geneesmiddelen, verbandwatten, verbandstoffen, pleisters of maandverband worden vervaardigd;

      • -

        de ondernemingen waarin de groothandel in geneesmiddelen, verbandstoffen, medische en tandheelkundige benodigdheden, laboratoriumbenodigdheden of ziekenverplegingsartikelen wordt uitgeoefend;

  • g. grind- en zandwinningsbedrijf:

    de ondernemingen waarin de natte winning van grint- beton-, metsel-, of industriezand plaats vindt;

  • h. kalkzandsteenindustrie:

    de ondernemingen waarin kalkzandsteen wordt vervaardigd;

  • i. lederindustrie:

    de ondernemingen waarin het bedrijf wordt uitgeoefend van het vervaardigen van leder uit al dan niet bewerkte dierenhuiden of -vellen; onder het vervaardigen van leder wordt mede verstaan het bewerken van dierenhuiden en -vellen tot producten die bestemd zijn om verder tot leder te worden bewerkt, alsmede het afwerken van leder;

  • j. lederwaren- en schoenindustrie:

    • 1. de ondernemingen waarin het bedrijf wordt uitgeoefend van het vervaardigen van leerwaren en het verkopen daarvan aan wederverkopers; onder verkopen aan wederverkopers wordt mede verstaan het verkopen aan instellingen of aan personen die het gekochte in een door hen gedreven onderneming aanwenden, tenzij dit gepaard gaat met het verkopen aan particulieren;

    • 2. de ondernemingen waarin het bedrijf van het in serie vervaardigen van schoeisel wordt uitgeoefend, alsmede de ondernemingen waarin door middel van stanzerij-, stikkerij- of lasserijwerkzaamheden, dan wel daaraan voorafgaande of daarbij aansluitende werkzaamheden, bedrijfsmatige onderdelen van schoeisel worden vervaardigd of bewerkt; onder deze uitoefening van bedrijf wordt niet verstaan het in serie vervaardigen van schoeisel voorzien van een rubberzool en een bovenwerk van textiel of daaraan verwant schoeisel, alsmede het vervaardigen of bewerken van onderdelen van zodanig schoeisel mits dit geschiedt in een onderneming waarin niet tevens ander schoeisel in serie wordt vervaardigd onderscheidenlijk onderdelen van dit schoeisel worden vervaardigd of bewerkt;

  • k. papier- en kartonproducerende en -verwerkende industrie:

    • 1. de ondernemingen waarin wordt vervaardigd:

      • -

        cellulose en houtslijp;

      • -

        papier en karton;

      • -

        stropapier en strokarton;

      • -

        golfkarton, golfpapier en golfkartonnen dozen;

      • -

        diverse papier- en kartonwaren, waaronder begrepen: schuurlinnen en schuurpapier, kunstdarmen, papieren boorden, al dan niet overtrokken met textiel, gelamineerde papieren, heat-seal papieren en gecacheerde metaalfoliën, alsmede soortgelijke papier- en kartonwaren, met uitzondering van schoolschriften, notitieboekjes, cahiers in papieren omslag, met of zonder linnen rug of linnen band, alle soorten blocnotes en enveloppen;

      • -

        lichtgevoelig papier;

    • 2. de ondernemingen waarin wordt vervaardigd:

      • -

        cartonnages (ruwe, geplakte, bewerkelijke, rond- en vouwcartonnages, halfcartonnages, etui’s en spinhulzen;

      • -

        papieren zakken (winkelzakken en grote meerwandige zakken), zakken van transparante films en zakken, gecacheerd met metaalfolie, zeepvellen en andere producten, vervaardigd op papierenzakkenmachines, bedrukt verpakkingspapier en gebaksdozen; wikkels, bedrukt langs rotatieve weg in niet meer dan drie kleuren op echt perkament, eenzijdig wit perkament- sigaret, perkament-ersatz, perkamyn, kraft en sulfietpapier, alsmede wikkels, vervaardigd van metaalfolie, al dan niet in combinatie met papier, en wikkels, vervaardigd van transparante films; vethulzen;

      • -

        behangselpapier en lincrusta;

      • -

        plakband en paraffinepapier;

  • l. textielindustrie:

    de ondernemingen of gedeelten van ondernemingen waarin op fabriekmatige wijze één of meer van de volgende activiteiten wordt uitgeoefend:

    • 1. het vervaardigen van ééndimensionale in dikte variërende langgerekte structuren, zoals garens, band, touw en dergelijke, door middel van het

      verwerken van dierlijke, plantaardige, halfsynthetische, synthetische en minerale vezels;

    • 2. het, uitgaande van de onder 1 bedoelde structuren, vervaardigen van tweedimensionale vlakke structuren, zoals weefsels, breisels, netten en dergelijke, met uitzondering van papier;

    • 3. het, uitgaande van de onder 1 bedoelde structuren, al dan niet met als tussenstap de onder 2 bedoelde activiteit, vervaardigen van driedimensionale producten, zoals sokken, slangen en dergelijke;

    • 4. het veredelen van de structuren als bedoeld onder 1, 2 en 3 door middel van een bewerking of oppervlaktebewerking (het aanpassen van eigenschappen en/of uiterlijk), zoals bleken, verven, drukken en finishen;

    • 5. het be- en verwerken van textiele afvallen ten behoeve van hergebruik (recycling);

    • 6. het bewerken van kapok en degelijk vezelmateriaal;

    in afwijking van het onder 1 tot en met 3 bepaalde worden niet tot de textielindustrie gerekend de ondernemingen of gedeelten van ondernemingen die eindproducten vervaardigen door middel van confectiehandelingen terzake waarvan de CAO voor de confectie-industrie van toepassing is, tenzij het vervaardigen van deze eindproducten plaats vindt in ondernemingen of gedeelten van ondernemingen die in hoofdzaak voor deze eindproducten zelf de activiteiten verrichten als bedoeld onder 1 tot en met 3;

  • m. de ondernemingen waarin in hoofdzaak andere industriële activiteiten dan bedoeld in dit besluit worden uitgevoerd, voor zover die activiteiten niet vallen binnen het ressort van een andere bedrijfscommissie.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Er wordt ingesteld een bedrijfscommissie voor de Industrie.

  • 2 De bedrijfscommissie telt 30 leden en 30 plaatsvervangende leden.

  • 3 Van deze leden en plaatsvervangende leden worden de volgende aantallen benoemd door de daarbij vermelde organisaties:

    • a. organisaties van ondernemers

      • -

        1 lid en 1 plaatsvervangend lid door de Algemene Vereniging voor de Nederlandse Aardewerkindustrie (AVA);

      • -

        1 lid en 1 plaatsvervangend lid door de Algemene Werkgeversvereniging VNO-NCW (AWVN), en de Vereniging van Nederlandse Glasfabrikanten gezamenlijk;

      • -

        1 lid en 1 plaatsvervangend lid door het Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten (KNB);

      • -

        1 lid en 1 plaatsvervangend lid door de Bond van Fabrikanten van Betonwaren In Nederland (BFBN);

      • -

        4 leden en 4 plaatsvervangende leden door de Algemene Werkgeversvereniging VNO-NCW (AWVN), de Vereniging van Nederlandse Aardolie-industrie (VNA), de Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten (VVVF), de Federatie Nederlandse Rubber- en Kunststoffenindustrie (NRK) en de Nederlandse Vereniging van de Research-georiënteerde Farmaceutische Industrie (Nefarma) gezamenlijk;

      • -

        1 lid en 1 plaatsvervangend lid door de Stichting Grind en de Stichting Zand gezamenlijk;

      • -

        1 lid en 1 plaatsvervangend lid door de Vereniging van Nederlandse Kalkzandsteenproducenten (VNK);

      • -

        1 lid en 1 plaatsvervangend lid door de Vereniging van Nederlandse Papier- en Kartonfabrieken (VNP), Vereniging Golfkarton, Algemene Werkgeversvereniging VNO-NCW (AWVN) en de Vereniging van

        Nederlandse Fabrikanten van Kartonnages en Flexibele Verpakkingen (Kartoflex) gezamenlijk;

      • -

        1 lid en 1 plaatsvervangend lid door de Vereniging van Confectie- en Tricotageondernemingen (FENECON);

      • -

        1 lid en 1 plaatsvervangend lid door de Federatie van Nederlandse Lederfabrikanten (FNL);

      • -

        1 lid en 1 plaatsvervangend lid door de Nederlandse Bond van Lederwaren- en Kofferfabrikanten, de Federatie van Nederlandse Schoenfabrikanten gezamenlijk;

      • -

        1 lid en 1 plaatsvervangend lid door de Stichting Federatie Nederlandse

        Textielindustrie (Fenetex);

    • b. organisaties van werknemers

      • -

        7 leden en 7 plaatsvervangende leden door FNV Bondgenoten;

      • -

        4 leden en 4 plaatsvervangende leden door de CNV Bedrijvenbond;

      • -

        2 leden en 2 plaatsvervangende leden door De Unie/VHP;

      • -

        1 lid en 1 plaatsvervangend lid door FNV KIEM;

      • -

        1 lid en 1 plaatsvervangend lid door de Dienstenbond CNV.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 De verordening van 12 november 1954 tot uitvoering voor de aardewerkindustrie van de Wet op de Ondernemingsraden (RE 25/1954) wordt ingetrokken.

  • 2 De verordening van 12 oktober 1956 tot uitvoering voor de asbestcementwaren-, glas- en kalkindustrie van de Wet op de Ondernemingsraden (RE 12/1956) wordt ingetrokken.

  • 3 De verordening van 8 oktober 1954 tot uitvoering voor de baksteenindustrie van de Wet op de Ondernemingsraden (RE 24/1954) wordt ingetrokken.

  • 4 De verordening van 9 juli 1954 tot uitvoering voor de betonwarenindustrie van de Wet op de Ondernemingsraden (RE 20/1954) wordt ingetrokken.

  • 5 De verordening van 14 mei 1954 tot uitvoering voor de confectie-industrie van de Wet op de Ondernemingsraden (RE 12/1954) wordt ingetrokken.

  • 6 Het besluit van 29 juni 1984 tot opheffing van negen bedrijfscommissies en tot instelling van een bedrijfscommissie voor de Chemische en Aanverwante Industrieën (RE 4/1981) wordt ingetrokken.

  • 7 De verordening van 28 november 1952 tot uitvoering voor het grint- en zandwinningsbedrijf van de Wet op de Ondernemingsraden (RE 07/1952) wordt ingetrokken.

  • 8 De verordening van 15 januari 1954 tot uitvoering voor de kalkzandsteenindustrie van de Wet op de Ondernemingsraden (RE 02/1954) wordt ingetrokken.

  • 9 De verordening van 16 oktober 1953 tot uitvoering voor de papier en carton producerende en verwerkende industrie van de Wet op de Ondernemingsraden (RE 21/1953) wordt ingetrokken.

  • 10 Het besluit van 18 augustus 1972 tot instelling van Bedrijfscommissie voor de Textielindustrie (RE 08/1972) wordt ingetrokken.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

In onderling overleg tussen de betrokken organisaties kan binnen de bedrijfscommissie een Kamer Stof en Leder worden ingesteld.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.

Den Haag, 22 december 1999

H.H.F. Wijffels

voorzitter

J.W. Nelson

secretaris

Naar boven