Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer

[Regeling vervallen per 28-04-2011.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 03-01-2009 t/m 27-04-2011

Besluit van 17 december 1999, houdende uitvoering van richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 30 juli 1999, nr. MJZ 99198855, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (PbEG L 350) en op artikel 13 van de Wet inzake de luchtverontreiniging;

De Raad van State gehoord (advies van 29 oktober 1999, nr. W08.99.0430/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 15 december 1999, nr. MJZ 1999257786, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 28-04-2011]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

  • b. Commissie: Commissie van de Europese Gemeenschappen;

  • c. richtlijn: richtlijn nr. 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (PbEG L 350), zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij richtlijn nr. 2003/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 3 maart 2003 (PbEU L 76);

  • d. richtlijn 70/220/EEG: richtlijn nr. 70/220/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 maart 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen (PbEG L 76/1), als geldend op 28 december 1998;

  • e. richtlijn 2005/55/EG: richtlijn 2005/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 september 2005 inzake typegoedkeuring van zware bedrijfsvoertuigen en motoren voor wat betreft hun emissies (Euro IV en V);

  • f. GN-code: code als bedoeld in de verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PbEG L 256), als geldend op 28 december 1998;

  • g. benzine: benzine als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de richtlijn;

  • h. dieselbrandstof: gasolie die onder GN-code 2710 00 66 valt en gebruikt wordt voor de aandrijving van voertuigen als bedoeld in richtlijn 70/220/EEG en richtlijn 2005/55/EG.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 28-04-2011]

  • 1 Het is verboden benzine met een loodgehalte van meer dan 0,005 g/l ten verkoop aan te bieden, te verkopen of af te leveren.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op benzine die ten verkoop wordt aangeboden, verkocht of afgeleverd aan een persoon of met een bestemming voor een persoon die deze naar redelijkerwijs moet worden aangenomen niet in Nederland gebruikt.

Artikel 2a

[Regeling vervallen per 28-04-2011]

Het is met ingang van 1 januari 2009 verboden ongelode benzine of dieselbrandstof met een zwavelgehalte van meer dan 10 mg/kg ten verkoop aan te bieden, te verkopen of af te leveren.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 28-04-2011]

  • 1 Benzine wordt slechts ten verkoop aangeboden, verkocht of afgeleverd indien de benzine voldoet aan de milieutechnische specificaties van bijlage III van de richtlijn.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op benzine die ten verkoop wordt aangeboden, verkocht of afgeleverd aan een persoon of met een bestemming voor een persoon die deze naar redelijkerwijs moet worden aangenomen niet in Nederland gebruikt.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 28-04-2011]

  • 1 De zomerperiode, bedoeld in de bijlagen I en III van de richtlijn, loopt elk jaar vanaf 1 mei en duurt tot en met 30 september van dat jaar.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan bij regeling van Onze Minister met betrekking tot bepaalde categorieën van tankstations een tijdstip, gelegen na 1 mei in een jaar, worden vastgesteld, vanaf welk tijdstip de ten verkoop aangeboden benzine aan de specificaties van zomerbenzine voldoet. Dit tijdstip kan afhankelijk worden gesteld van het aantal malen dat een bepaalde categorie van tankstations op of na 15 april in dat jaar met zomerbenzine wordt bevoorraad.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 28-04-2011]

  • 1 Dieselbrandstof wordt slechts ten verkoop aangeboden, verkocht of afgeleverd indien de dieselbrandstof voldoet aan de milieutechnische specificaties van bijlage IV van de richtlijn.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op dieselbrandstof die ten verkoop wordt aangeboden, verkocht of afgeleverd aan een persoon of met een bestemming voor een persoon die deze naar redelijkerwijs moet worden aangenomen niet in Nederland gebruikt.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 28-04-2011]

  • 1 Een wijziging van de richtlijn gaat voor de toepassing van artikel 1, onderdeel g, gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

  • 2 Een wijziging van de bijlagen I, II, III of IV van de richtlijn gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 28-04-2011]

  • 1 Indien zich als gevolg van een uitzonderlijke gebeurtenis als bedoeld in artikel 7 van de richtlijn een plotselinge verandering in het aanbod van ruwe olie of olieproducten voordoet waardoor met betrekking tot benzine, onderscheidenlijk dieselbrandstof, de naleving van de in de artikelen 3, eerste lid, onderscheidenlijk 5, eerste lid, bedoelde milieutechnische specificaties redelijkerwijs niet kan worden gevergd, kan Onze Minister op aanvraag van een raffinaderij na toestemming van de Commissie ontheffing verlenen van die artikelen.

  • 2 De aanvraag om een ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a. een beschrijving van de desbetreffende uitzonderlijke gebeurtenis en van de plotselinge verandering in het aanbod van ruwe olie of olieproducten;

    • b. de technische gegevens betreffende de kwaliteit van de aangeboden ruwe olie of olieproducten;

    • c. de reden waarom naleving redelijkerwijs niet kan worden gevergd.

  • 3 Indien de aanvraag naar het oordeel van Onze Minister volledig en voldoende met redenen omkleed is, verzoekt hij de Commissie hogere grenswaarden toe te staan dan die volgens de bijlagen bij de richtlijn in acht moeten worden genomen.

  • 4 Nadat het besluit van de Commissie is bekendgemaakt, beslist Onze Minister onverwijld overeenkomstig het besluit van de Commissie. Indien de Raad van de Europese Unie in het kader van artikel 7, vierde alinea, van de richtlijn een andersluidend besluit neemt, beslist Onze Minister nadat het besluit van de Raad van de Europese Unie is bekendgemaakt onverwijld overeenkomstig dat besluit, onder gelijktijdige intrekking van het besluit dat hij in eerste instantie heeft genomen.

  • 5 De ontheffing kan onder beperkingen worden verleend. Aan de ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

  • 6 De artikelen 3, eerste lid, onderscheidenlijk 5, eerste lid, zijn niet van toepassing op benzine, onderscheidenlijk dieselbrandstof, die vervaardigd is met een ontheffing als bedoeld in dit artikel, of, indien het benzine, onderscheidenlijk dieselbrandstof, betreft die vervaardigd is in een andere lidstaat van de Europese Unie, ten aanzien waarvan door de bevoegde instantie van die lidstaat de procedure van artikel 7 van de richtlijn is toegepast en door de Commissie hogere grenswaarden zijn toegestaan.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 28-04-2011]

[Red: Wijzigt het Besluit zwavelgehalte brandstoffen.]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 28-04-2011]

Het Besluit loodgehalte benzine wordt ingetrokken.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 28-04-2011]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.

  • 2 De onderdelen a van de artikelen 3, eerste lid, en 5, eerste lid, alsmede de dubbele punt en de aanduiding "b" in genoemde artikelleden, vervallen op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, of, indien bij koninklijk besluit geen eerder tijdstip is vastgesteld, met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 28-04-2011]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 17 december 1999

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

Uitgegeven de achtentwintigste december 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven